‘Goodbye God, I’m going to Bodie’
(Uit het dagboek van een meisje die met de hele familie naar dit beruchte stadje vertrok.)
Dwaal een beetje af van de geijkte wegen in het Westen en u komt terecht in een filmdecor dat niet zou misstaan in How the West Was Won. Verspreid over Nevada, Californië, Utah en Colorado liggen honderden verlaten mijnbouwstadjes. Ze stammen uit het einde van de negentiende eeuw en een aantal ervan zien er nog precies zo uit als op de dag dat de mensen er wegtrokken.
Praktische informatie
Namen als Death Valley, Tombstone, Pat Garrett en Billy the Kid roepen een beeld op van een tijd van shoot-outs bij de OK Corral, goudzoekers en de wet van de frontier. Deze ‘boomtowns’ bloeiden op aan het einde van de negentiende eeuw en hun kortstondige rijkdom was gebaseerd op de zucht naar goud. Mijnstadjes als Gold Springs, Steins, Gold Point en Bodie werden opgezet door de dapperen, de dwazen of simpelweg de grijpgragen: varianten van goudzoekers. Vaak ontstonden ze bijna letterlijk van de ene op de andere dag, midden in de woestijn en verdwenen ze weer zodra het goud op was.
Avonturiers en desperado’s
De California Gold Rush begon in 1849, al waren al sinds het begin van de negentiende eeuw pioniers op pad. Alle gebied ten westen van de Mississippi werd als de frontier beschouwd, een wild gebied waar vooral avonturiers heengingen en mensen die niets hadden te verliezen. Er waren kansen te over voor wie het lef had ze te grijpen en het geluk om ervan ter profiteren. Sommige mensen werden zomaar miljonairs, anderen mislukten. Velen lieten het leven.
De pioniersgeest van de negentiende eeuw kwam deels voort uit ondefinieerbare verlangens naar grote open vlakten, weg van de steeds meer geïndustrialiseerde steden. Maar los van nostalgie was de belangrijkste impuls ook de magische kreet ‘Gratis Land’. Nou ja, bijna gratis. Voor een kleine administratieve bijdrage kregen pioniers van de overheid het recht op 320 acres land. Het enige voorbehoud was dat zij het land moest bewerken om het te behouden. Het harde klimaat, de genadeloze natuur en de wetteloosheid maakten dat tot een heidens karwei in de negentiende eeuw. Weggelopen paarden, op hol geslagen koeien of veedieven, prairiebranden, blizzards, hitte, zon, Indianen, luizen, slangen en simpelweg de eenzaamheid van de open vlaktes: alleen pioniers uit het beste hout gesneden waren ertegen opgewassen. Voor vrouwen was het nóg moeilijker, hoewel de afwezigheid van ‘conventionele’ sociale normen betekende dat een aantal van hen kon doen wat ze wilde. Vrouwen als Annie Oakley, Belle Starr, Calamity Jane en Cattle Kate.
Mineralen en metalen
Toen de Burgeroorlog in 1865 voorbij was en de Transcontinentale Spoorweg met een Golden Spike was bezegeld, hield niets de trek naar het Westen en de zucht naar goud meer tegen. Het was ook niet meer enkel goud dat pioniers de heuvels in lokte: zilver, koper, borax, zelfs uranium werd in de westelijke staten gevonden en de nieuwe industrieën hadden behoefte aan die mineralen en metalen. Het nieuws dat de rijkdom voor het oprapen lag, sprak uit plaatsnamen als Gold Springs, Gold Point, Leadville, Silver en Chloride.
Maar als de leefomstandigheden te zwaar werden, het metaal opraakte of de markt in elkaar stortte werden de stadjes weer even snel verlaten als ze waren opgebouwd. In sommige gevallen verdwenen ze zo compleet dat het lijkt alsof ze nooit bestonden. Zo was Harrisburg voornamelijk een stad van tenten. Toen het failliet ging, zetten de mijnwerkers gewoon hun tenten ergens anders neer, weinig sporen achterlatend van de levendige gemeenschap die er eens bestond. Zelfs in de meer substantiële stadjes, met houten gebouwen, was het niet ongewoon om hele gebouwen mee te nemen naar een nieuw gebied.
Sommige stadjes danken hun behoud aan dezelfde factoren die de bewoners hadden verjaagd. In de droogste staten, zoals in Californië, Utah, Arizona en New Mexico, bleven de gebouwen intact. In Death Valley zijn de ruim dertig ghost towns beter bewaard dan de meeste andere, door het extreem droge klimaat en door de bescherming die Death Valley kreeg als natuurpark.
Het resultaat is het fenomeen van de Ghost Town, de verlaten mijnstadjes die de bezoeker vandaag de dag een ongekende blik in het verleden bieden. Een flink aantal ervan is alleen per four wheel drive te bereiken, andere alleen te voet, maar al de staten waar deze steden zijn te vinden geven informatie over hoe u deze showstukken kunt bereiken.
Praktische informatie
De meeste van de stadjes die opsprongen in de negentiende eeuw zijn weer verdwenen, meestal zonder sporen na te laten. De paar die overblijven, zijn maar een schim van wat ze eens waren. Hieronder vindt u reistips voor de stadjes die fotograaf Berthold Steinhilber heeft bezocht. Er zijn er meer, kijk bijvoorbeeld op www.ghosttowns.com
Het is de moeite waard om voor u op pad gaat wat te lezen over deze periode en over de diverse mijnbouw activiteiten in het westen. Zoek de plekken op de kaart op, zodat u weet waar het over gaat.
Californië
Bodie
Bodie State Historic Park is de best bewaarde ghosttown: de hoogte en de droge lucht hebben bijna 180 gebouwen beschermd tegen rot en verval. Het is een druk bezochte toeristische trekpleister. De dichtstbijzijnde overnachting vindt uin Bridgeport, twintig mijl verderop.
Hoe te bereiken? Vanuit Bridgeport gaat u zes mijl zuidwaarts op Highway 395, dan naar het oosten op Highway 270 en dan 13 mijl naar de ingang van het park. Highway 270 is niet altijd open in de winter en de laatste drie mijl naar Bodie zijn onverhard.
Tel. 760-647-6445
Geopend: van 8.00 tot 19.00 u in de zomermaanden, van 8.00 tot 16.00 u in de winter. Toegang $1.
Masonic/Chemung Mine
Bestaat uit een upper, middle en lower town, allemaal verlaten en met de meeste ruïnes in de middle town. Gaat snel achteruit, maar nog steeds is er het tram systeem zichtbaar dat werd gebruikt om erts uit de mijn aan te voeren.
Hoe te bereiken? Masonic ligt dicht bij de grens van Nevada, 12 mijl ten noordoosten van Bridgeport over een onverharde weg. Toegang is ook mogelijk door de weg achterom te nemen naar Brodie vanuit het noorden. Niet ver van Masonic aan de weg naar Bridgeport ligt de Chemung Mine.
Colorado
Crystal
Ligt in de Rocky Mountains, nabij de Schofield Pass, ten zuidwesten van Aspen. Dit dorpje is strikt genomen geen ghost town, het is niet helemaal verlaten. Een paar van de huizen zijn nog in gebruik. Bij de restanten onder meer de beroemde Sheep Tunnel Mill.
Hoe komt u er? De weg naar Crystal is een éénbaans pad net buiten Marble – alleen bij goed weer te berijden. De Mill is privé bezit. Crystal ligt erg afgelegen: de telefoonlijnen stoppen bij Marble, maar er is een souvenirwinkel die ’s zomers geopend is. Voor jeep tours in dit gebied kunt u contact opnemen met Crystal River Jeep Tours, Tel: 970-963-1991. Reserveringen mogelijk via 620 West Park Street, Marble, Colorado 81623
St. Elmo en de Alley Belle Mine
Ligt aan de Chalk Creek Canyon, ongeveer 15 mijl ten zuidwesten van Buena Vista, Colorado. De Alley Belle Mine ligt weer vijf mijl ten zuiden van Elmo. Het nogal wrakke bouwwerk staat wankel op de heuvel.
Hoe te bereiken? Vanuit Denver is dit een rit van 155 mijl, ongeveer drie uur rijden. Volg Interstate 70 West gedurende 21 mijl tot Interstate 470 South. Volg die drie mijl. Rechts op Highway 8 en dan twee mijl zuidwaarts naar Highway 285. Ga rechts en rijdt dan naar het zuidwesten gedurende ongeveer 115 mijl (wie kijkt er op een mijl?). Rechts naar Highway 50 West, dan 11 mijl tot St. Elmo.
Informatie: St. Elmo General Store, PO Box 158, Nathrop, Colorado 81236. Tel. 719-395-2117.
http://www.st-elmo.com
New Mexico
Chloride
In Chloride staan zo’n 25 adobe en hardhouten bouwwerken aan Wall Street. De stad is privé bezit. De general store van Chloride, the Pioneer (daterend uit 1881) is onlangs omgevormd tot een museum. The Pioneer en andere bouwwerken zijn eigendom van Don en Dona Edmun, tel: 505-743-2736.
Hoe te bereiken? Chloride ligt aan Forest Road 226, twee mijl ten zuiden van State Highway 52.
Utah
Johnson
Johnson is strikt genomen geen ghosttown. De straten van het stadje waren ooit onderdeel van een filmset en hebben op die manier geleidelijk de status van ghosttown gekregen. Johnson is privé bezit maar soms geopend voor tours. Tel. 435-644-5323. Toegang is $3 per persoon om de set te bekijken die gebruikt is in ‘How the West Was Won’, ‘Wagon Train’ en de televisieserie ‘Gunsmoke’.
Hoe te bereiken? Vanuit Kanab gaat u tien mijl oostwaarts op Highway 89 tot u Johnson Canyon bereikt. Ga linksaf en rijdt ongeveer vijf mijl. De filmsets zijn vanaf de weg te zien.
Widstoe Junction
Het oude schoolgebouwtje en de ruïnes van een paar andere bouwwerken zijn alles wat er over is van deze Mormonenstad. Een derde van het stadje is privébezit, een derde is eigendom van de staat Utah en de rest is van de federale overheid.
Hoe te bereiken? Widstoe Junction ligt aan de oostvork van de Sevier River, ongeveer 16 mijl ten noordoosten van Bryce Canyon.
Nevada
Gold Point
Dit is wat je noemt een toeristen-ghosttown. Toeristen zijn welkom in de saloon, eigendom van Herb Robbins, ook bekend als Sheriff Stone. Hij heeft een aantal guest cottages ter beschikking, die, om in de sfeer te blijven, in elk geval geen stromend water hebben. De prijzen zijn bepaald niet negentiende eeuws: $77 per kamer.
Benzine moet ingenomen worden in Beatty, anders haalt u het niet.
Hoe te bereiken? Ongeveer 180 mijl ten noordwesten van Las Vegas, 70 mijl ten noorden van Beatty en 30 mijl ten zuiden van Goldfield. Neem Highway 95 tot ongeveer 15 mijl voorbij Scotty’s Junction (165 mijl van Las Vegas), ga links bij de Cottontail Ranch, naar Highway 266. Ga zeven mijl en dan links op Highway 774. Vandaar acht mijl naar Gold Point.
Tel: 702-643-4372 website: www.goldpointghosttown.com