Weerzien met Disney

Frans Verhagen

Mijn ervaring met Disneyland is altijd tweeslachtig geweest. De eerste keer dat ik het pretpark in Zuid-Californië bezocht, in 1981, was ik zo sceptisch dat het alleen maar kon meevallen en dat deed het ook. Ik was aan het eind van een studiejaar in de Verenigde Staten, voor het eerst aan de westkust, en bij alle nieuwe indrukken die ik daar opdeed was Disney zeker niet de minst indrukwekkende. Ik amuseerde me prima.

Een jaar of acht later, toen ik vaker in Los Angeles kwam omdat mijn schoonfamilie er woont (en die gingen vaak een paar keer per jaar naar Disney), viel het bezoek me minder mee. Lange rijen, onversneden commercie en minder lol. De tegenzin van de weldenkende, wellicht niet van snobisme gespeende intellectueel, die met een zeker dédain het platte vermaak gadeslaat, had de overhand. In elk geval sloeg de balans naar de negatieve kant door.

Deze winter ging ik voor de derde keer, nu vergezeld van vrouw en twee kinderen, Paul van vijf en Mark van drie, grandpa en grandma. Kinderen (en grootouders) zijn dankbaar gezelschap. Het moet wel erg bont zijn als ze het niet leuk vinden en het wekenlang uitzien naar een bezoek aan Disneyland werkte zeer stimulerend. Hun reacties bieden weer een heel ander perspectief op Disneyland dan ik tot nog toe gewend was.

We hadden een heel plezierige ervaring, laat dat meteen gezegd zijn. Het hielp dat het een dag buiten het seizoen was. Weliswaar hadden we gekozen voor oudejaarsdag, maar omdat Disney dan openblijft tot drie uur ’s nachts, voor de echte liefhebbers, was het vòòr een uur of twee ’s middags niet zo druk. Het weer was goed, zij het niet zo stralend blauw als je in Zuid-Californië meestal ziet, en in de namiddag begon het te miezeren (waarop een flink aantal attracties de poorten sloten), maar toen waren wij al lang in een tevreden stemming.

Lang leve de lengtenormen

De leeftijd van mijn kinderen is zodanig dat een groot deel van de attracties niet voor hen toegankelijk is, en ik denk dat sterk bijdroeg aan mijn plezier in het park. Achtbanen zijn niet mijn favoriete vermaak en er worden vrij strenge lengtenormen gesteld aan wie er wel en niet in mag (kleiner dan 1,40 meter – 4 feet 7 inches), zodat me dit onthief van de verplichting om ze te bezoeken. Wat een opluchting. Volgende keer zal ik ongetwijfeld de klos zijn.

De rij voor Indiana Jones (waarvan ik nog steeds niet weet wat die met Disney heeft te maken) was de langste van het park. Om negen uur ’s ochtends was de wachttijd daarvoor al meer dan een uur. Ook de Big Thunder Mountain Railroad, Space Mountain, Matterhorn Bobsleds en Gadget’s Go Coaster bleven me bespaard, net als de enorme rijen ervoor. Ongetwijfeld zullen tieners hier anders tegenaan kijken, en als uw kinderen die leeftijd hebben, mag u zich voorbereiden op enkele maag-omdraaiende ritjes. Er zullen trouwens ook heel wat volwassenen zijn die hier veel plezier aan beleven.

De vraag of we het hier hebben over vermaak voor kinderen of voor volwassenen, komt steeds sterker op naarmate Disney sterker aanwezig is in de ontspannings-markt. Neem bijvoorbeeld de laatste tekenfilms. Ongeacht wat u vindt van de kwaliteit ervan, en persoonlijk vind ik tekeningen en verhaal van Bambi en Sneeuwwitje heel wat beter dan de computergeanimeerde eenheidsworst van nu, het lijkt er steeds meer op dat films als Pocahontas en de Klokkeluider van de Notre Dame, worden gemaakt voor volwassenen (die blijkbaar rijp zijn voor het geïnfantiliseerd beeld van de wereld dat Disney aanbiedt). Zoals ik Sneeuwwitje, Robin Hood, Junglebook en andere klassiekers nog steeds de leukste Disneyfilms vind, zo vond ik in het park ook de oudste attracties de meest bevredigende.

Creatief en onderhoudend

Dat verklaart waarschijnlijk ook waarom in die zestien jaar sinds mijn eerste bezoek mijn favoriet niet is veranderd. Nog steeds vind ik de Pirates of the Carribean de meest creatieve en meest onderhoudende van alle voorstellingen. Er zit een verhaal achter, een stukje echte geschiedenis, en de animatie van het geheel is een weldaad voor het oog. Het is dan ook de laatste attractie waar Walt Disney zelf nog aan meewerkte. Hij werd geopend in 1967, een jaar na de dood van de grote man.

Tot mijn verbazing stond er bij de Piraten nauwelijks een rij en aangezien mijn kinderen al dagen Yo Ho Ho, A Pirate’s Life is So hadden gezongen, konden we ons geen beter begin voorstellen. Een bootje voert je in rustig tempo de grotten in waar een voorstelling is opgebouwd van het piratenleven. De mechanisch voortjagende poppen stichten brand, overvallen een dorp, martelen de waard om zijn geld los te krijgen, eten, drinken, verkrachten, kortom: doen wat piraten volgens de overlevering doen. Een vaart van een minuut of tien brengt je terug naar het beginpunt. Het tempo is laag, de indrukken zijn talrijk en je krijgt de tijd om die te laten bezinken. De kinderen vonden het prachtig.

Later hoorde ik dat we net op tijd in Disneyland zijn geweest, althans wat de piraten betreft. In het kader van de politieke correctheid, de tot het absurde doorgevoerde behoefte om niemand voor het hoofd te stoten, heeft Disney besloten de Pirates of the Carribean aan te passen. Blijkbaar was er geklaagd over de vrouwonvriendelijke of onzedelijke activiteiten van de piraten. U zult denken: dat is toch precies wat piraten doen, niet? Schatten opgraven, vrouwen verkrachten, zich bezuipen en elkaar verrot slaan. Niet anno 1997. Pirates of the Carribean ging de eerste twee maanden van dit jaar dicht om de voorstelling zodanig te veranderen dat de piraten niet achter het zwakke geslacht aan zitten, maar, achter de schalen voedsel die de schone deernes in hun handen hebben. U begrijpt onmiddellijk dat de piraten niet geïnteresseerd zijn in de vrouwen als lustobject maar enkel in het kippepootje dat ze op zee moesten ontberen. Helaas onderstreept Disney daarmee andermaal dat niet-aanstootgevend vermaak, zelfs als dat leidt tot de debilisering van de werkelijkheid, belangrijker is dan het educatieve element. Maar zelfs die travestie doen ze niet goed. De dikke dame die wellustig op een arm scharminkel van een piraat jaagt, met de onmiskenbare intentie om zich aan hem te verlustigen, wordt niet aangepast. Als geëmancipeerde man kan ik me aan dat cliché beeld behoorlijk ergeren. Misschien kan Disney daar rekening mee houden. En op die voedselschalen, please, alleen maar macro-biotisch voedsel.

Is in de rij staan vermaak?

Geduld is de belangrijkste bagage die u mee moet nemen naar Disneyland. De wachttijden, zelfs onder gunstige omstandigheden, voor Pinnochio, Peter Pan’s Flight en Alice in Wonderland zijn zelden minder dan twintig minuten. Zelfs voor vermaak als een draaimolen met Dumbobakjes, de draaiende koppen-en-schotels of de gewone draaimolen moet u op wachten rekenen. Misschien dat Amerikanen, zoals Disney stelt, minder bezwaar hebben tegen rijen (ze staan overal in de rij) en dat het wachten zelf al een deel van het plezier is; voor mij maakte het dat niet aantrekkelijker.

Sterker nog, het fascineert me mateloos hoe Disney erin slaagt om mensen eerst $32 te laten betalen en ze dan vijf keer een uur in de rij laat staan voor attracties en ritjes die soms niet meer dan anderhalve minuut duren. Ik heb fascinatie en bewondering voor zo’n zakelijk concept, zeker, maar geen plezier in het beleven ervan. Maar ik zal wel een zeurpiet zijn, want de meeste mensen om me heen leken er geen enkel probleem mee te hebben.

Kruip-door-sluip-door

Voor jonge kinderen zijn Fantasyland, Frontierland, Critter Country en New Orleans Square de leukste gedeelten. Cinderella’s Castle is altijd goed, met op bepaalde tijdstippen voorstellingen, zoals wanneer Merlijn een koene ridder het Zwaard uit de steen laat trekken, zoals het staat beschreven in de Koning Arthur-legende. Eerst mag natuurlijk een volwassene het zonder succes proberen, daarna trekt een sproetig jongetje hem er zo uit. Succes verzekerd. Paul en Mark trokken om het hardst, maar zonder Merlijn lukte het niet. Zo hoort het natuurlijk ook.

Een andere plek waar Paul en Mark zich uitzonderlijk amuseerden was Tom Sawyer Island, een kruip-door-sluip-door-achtig stukje speeltuin dat eigenlijk verfrissend traditioneel is. Een teleurstelling voor ouders en kinderen was Roger Rabbit’s Car Toon Spin. Dat was eigenlijk de enige attractie waarvan we achteraf spijt hadden er tijd aan besteed te hebben. Een nogal wild en schudderig ritje van anderhalve minuut door een niet erg interessant filmlandschap kon veertig minuten wachten niet rechtvaardigen. Toontown, het stuk van de aloude Disneyfiguren als Mickey Mouse, Goofy en consorten, kon ons sowieso minder bekoren. Wat wel leuk blijft, is de mogelijkheid om foto’s te maken met de Disney-figuren, al herinner ik me dat ze vroeger veel meer door het park heenliepen. Nu staan ze opgesteld op vaste plekken en moet u, juist ja, in de rij staan voor een photo-opportunity. Ook het huis van Knabbel en Babbel (Chip & Dale) en dat van Goofy, waar alles scheef staat, deden het goed bij Paul en Mark. Tomorrowland hebben we overgeslagen. Ik vond dat vijftien jaar geleden al het minst interessante gedeelte (ik ben niet zo’n ruimte-fan) en nu kwamen we er helemaal niet aan toe. Ook de Haunted Mansion, een oude favoriet, schoot er deze keer bij in, maar grandpa en grandma die het ding voor de tigste keer zagen, waren nog steeds enthousiast.

‘It’s a small world’ blijft een favoriet van de kleinere kinderen. Gelukkig blijkt de stortvloed aan beelden en indrukken die dagelijks over hen wordt uitgestort niet te leiden tot de verveling waartoe honderden zingende poppetjes aanleiding kunnen geven. Wel kostte het me twee dagen om het deuntje uit mijn hoofd te bannen. Ook de Tiki Room, die ik vijftien jaar geleden al verrassend plezierig vond, blijkt onveranderd een hit bij het jonge volk dat zingende bloemen en pratende papegaaien toch leuker vindt dan een opwindende rit. Het is ook aardig te zien dat gemechaniseerde vogels en bloemen leuker ogen dan wat tegenwoordig met computers wordt gedaan – op mijn leeftijd wordt je steeds conservatiever, dat blijkt.

Voordat je de Tiki Room binnen kunt, moet je wachten in een soort binnenplaatsje. Ik merkte dat dit bij uitstek de plaats is om uw zelfgebrachte boterhammen op te eten. Grandpa en grandma konden wel zonder de Tiki Room leven en gaven de voorkeur aan een van de restaurants waar op deze niet-hoogseizoendag voldoende plaats was. Het eten bleek er goed en niet absurd duur. Volgens de brochure van Disney mag je geen eigen voedsel meebrengen. Gelukkig wist ik dat niet en had ik het wel geweten, dan had ik me er niet aan gestoord, want je kunt toch wel enige tientallen dollars besparen door zelf in je foerage te voorzien. Kinderen blijven aan het eten en snoepen, dus aan extra uitgaven ontkomt u niet, maar het kan geen kwaad die beperkt te houden. Ik had (en dat mag helemaal niet) ook blikjes fris en pakjes appelsap bij me. In Disneyland zelf kosten grote flessen cola en andere soda’s kosten $2,50 – geen onredelijke prijs als je kijkt wat je bijvoorbeeld bij het Concertgebouw voor een drankje betaalt.

Vroeg beginnen

Omdat we niet al te ver van Annaheim verbleven, hebben we niet overnacht in de Disney Hotels en ik kan u dus ook niet zeggen of ze goed zijn – als het Disney-kwaliteit is dan zal dat geen probleem zijn. Belangrijk is dat u niet te ver van het park onderdak hebt; het is een stuk plezieriger om tegen acht uur ’s ochtends te kunnen beginnen dan om eerst nog een uur of wat te moeten rijden. Bovendien zijn de rijen aan het begin van de dag altijd korter. Plan dus uw favorieten in de eerste paar uurtjes en ga er meteen naar toe. Mainstreet en Cinderella’s Castle, waar u zo kunt binnenlopen, komen later wel.

Disneyland was verder zoals het altijd is: keurig opgeruimd, beleefd personeel, goed georganiseerd en helemaal toegesneden op een dagje uit. De merchandising – de verkoop van aanverwante artikelen – viel reuze mee. Natuurlijk waren er wel winkels met Quasimodo’s, Mickey-petjes, Cruella’s en ander bekend spul, maar niet zo dat je er niet gemakkelijk de kinderen omheen kon leiden. Kortom, het was een aangename hernieuwde kennismaking. Maar ik vrees nu al voor de dag dat ik mee moet in die achtbanen. Disneyland, the happiest place on earth! luidt de aanprijzing die het pretpark zelf geeft. Nu de hormonen van de piraten aan banden gelegd zijn, geldt dat zelfs voor de achtervolgde dames.

Tips:

* Kom vroeg, zo vroeg mogelijk, om precies te zijn.

* Neem lunchpakketten en pakjes vruchtensap mee.

* Denk de avond van tevoren even goed na over welke rides u per se wilt zien, zodat u de tijd die u in de rij doorbrengt, goed besteedt.

* Haast u bij binnenkomst direct naar wat u wilt zien, de rijen kunnen alleen maar nog langer worden.

* Wissel de lange rijen af met activiteiten waar je zo in kunt lopen.

ff