De twee gezichten van Yosemite National Park

De laatste jaren kwamen er steeds meer berichten over verkeersdrukte en toeristenoverdosis in Yosemite National Park. Het slechte nieuws is dat deze berichten kloppen, het goede nieuws is dat het alleen geldt voor de wonderschone vallei in het park. De rest van dit behoorlijk grote nationale park is nog steeds een plek waar de wandelaar alleen kan zijn met de wonderen van de natuur.

Door Michael Satchell

Ik sta in de beroemde centrale vallei van Yosemite National Park en ik wil alleen zijn. Toegegeven, dit is misschien een wat al te naïeve wens in een park dat jaarlijks vier miljoen bezoekers trekt. Toch denk ik, na ampele bestudering van de wandelkaart dat ik de menigten kan ontlopen op de Mist Trail, een stevige, drie kilometer lange klim, meer geschikt voor berggeiten dan voor mensen. Aan het eindpunt van de trail ligt Vernal Fall, een fragiele, zijden waterval van honderd meter hoog – een van de kleinste van de negen serieuze watervallen in het park.

Om negen uur op een mooie, koele augustus ochtend stap in een bijna lege shuttle bus die zijn ronde maakt over de bodem van de vallei, onderweg stoppend bij motels en kampeerplaatsen. Terwijl we verder hobbelen, merk ik op dat bij elke halte mensen aan boord komen maar dat niemand uitstapt. Na een minuut of vijftien zit het ding zo vol als een stadsbus tijdens spitsuur. Aan het begin van het pad stroomt de bus leeg en de hele bende begeeft zich naar het beginpunt van de Mist Trail… mijn wandelpad! Het is me opeens pijnlijk en onontkoombaar duidelijk dat al die vreselijke verhalen over de mensenmassa’s in Yosemite Valley niet overdreven zijn.

Ik besluit te wachten tot deze menselijke kluwen buiten zicht is geraakt maar iedere vijf of zes minuten stopt er een nieuwe bus met hordes luidruchtige tieners en twintigers op zoek naar vermaak, plus een paar oudere sukkelaars zoals ik die hun wandelpaden kiezen en tot zich nemen als favoriete boeken of dure wijnen. In plaats van stilte en heerlijke eenzaamheid, wordt de klim niet veel meer dan geschuifel temidden van een klagende massa mensen.

De verleiding is groot om de hele zaak maar te vergeten en de vallei uit te rijden op zoek naar een minder druk gebied. Maar ik zet door. Na de eerste kilometer dunt de massa wat uit, naarmate mensen genoeg krijgen van het steeds rotsachtiger pad en omdraaien. Als ik het laatste deel bereik van het nog steeds drukke pad, uitlopend op een zevenhonderd meter lange trap van steil omhoog gaande stenen treden, voel ik me alsof ik de wankele trap beklim van een wolkenkrabber, met overal mensen om me heen die omhoog en omlaag gaan. Aan het eindpunt van het pad is het uitzicht over de waterval en de vallei opbeurend, maar nauwelijks de moeite waard. Voor mij is het onderweg zijn de reden en de beloning voor een flinke klim, veel meer dan de bestemming, en in dit geval ontbrak de voldoening daarover.

Masterplan

Het is mogelijk dat Yosemite Valley over tien jaar meer te bieden heeft voor hen die rust zoeken. Tegen die tijd zal een groots nieuw ‘master plan’ de opstoppingen en drukte verminderen door het aantal hotelkamers en kampeerplaatsen te beperken en de één-dagsbezoekers te dwingen buiten het park te parkeren en de shuttle bus te gebruiken. Dit zal veel van de heel wat ‘voorruit-toeristen’ ontmoedigen, die nu alleen maar bij trekpleisters en souvenir-winkels uit hun vehikels komen.

Moet u dan tot 2008 wachten met een trip naar Yosemite? Bepaald niet. Tijdens de week die ik gebruikte om dit kroonjuweel van de Sierra Nevada in Noord-Californië te exploreren, stelde ik vast dat het park twee totaal verschillende gezichten heeft. Er is over-de-hoofden-lopende menselijke drukte op de populaire wandel- en klimpaden en in de commerciële stukken van de mooie vallei, en er is de heerlijke eenzaamheid in de rest van het park. In de ‘high country’ nabij de oostelijke ingang van het park, zwierf ik heerlijk op mijn eentje in alpine weiden met een kleurrijk palet van gouden vijfvingerkruid, paarse nachtschade, roze Mariposa lelies en oranje Californische papaver.

Elders in de 2500 vierkante kilometer wildernis sloegen de bossen met enorme sequoia-bomen me met stomheid, en schitterden ijskoude meren zo helder als glas in de zon, met oevers waar geen mens was te bekennen. Zelfs in de twaalf kilometer lange en anderhalve kilometer brede Yosemite Valley, werkt de aloude strategie om weekeinden en feestdagen te vermijden, en om uw wandelingen heel vroeg te beginnen, of anders midden op de middag. Door bij het eerste ochtendgloren te vertrekken, veroverde ik een paar uur vredig klauteren op de paden naar de Yosemite en de Bridalveil watervallen, en naar het uitzichtpunt van Cathedral Spires.

Ronkende retoriek

Yosemite Valley werd drie miljoen jaar geleden uitgeslepen door de Merced River. De adembenemende schoonheid van het spirituele hart van het park, met zijn golvende watervallen en spectaculaire granieten kliffen, zette de federale overheid er in 1864 toe aan om de vallei en de Mariposa redwood bossen aan de staat Californië te geven om het te bewaren en te beschermen. Zijn huidige grenzen bereikte Yosemite in 1890, toen het ook werd opgenomen in het systeem van nationale parken.

Sinds erover is geschreven, heeft de vallei bezoekers verleid tot ronkende retoriek, en niemand deed dat welsprekender dan de natuurvorser John Muir (zie Amerika 9705), een van de eerste verkenners van deze regio. In 1871 nodigde Muir de filosoof Ralph Waldo Emerson uit om ‘me te vergezellen voor een workshop met de Natuur in de tempels van de grootse Sierra Kroon. Geen tempel door mensenhanden gebouwd, kan wedijveren met Yosemite. Iedere rots in zijn wanden lijkt te gloeien van leven.’ Emerson was inderdaad onder de indruk. ‘Grandeur van deze bergen wellicht ongeëvenaard op de aarde’, schreef hij in zijn dagboek. ‘Deze vallei is de enige plaats waarover enorm wordt opgeschept en die erin slaagt om dat te overtreffen.’ De fotograaf Ansel Adams, die een groot deel van zijn leven wijdde aan het uitdrukken van zijn ontzag door middel van foto’s van het park, schreef eens: ‘Voor mij is Yosemite Valley altijd een zonsopgang, een geschitter van groen en goud in een enorm bouwwerk van steen en ruimte.’

Het bleef niet onopgemerkt. De laatste twintig jaar is de populariteit van het park enorm gegroeid. ’s Zomers stapelen zich iedere nacht meer dan 20.000 mensen in de kampeerplaatsen, huisjes en hotels, en met zich brengen zij veel van de stedelijke problemen die parkbezoekers juist willen vermijden. Lange rijen voor de toiletten, in winkels en restaurants. Uitlaatgassen en kampvuren zorgen voor een dikke zomermist die in de vallei hangt als stads-smog. Verkeersopstoppingen zijn aan de orde van de dag, en met de menigte komt kleine criminaliteit, van diefstal tot rijden onder invloed. Bovendien trekt de nabijheid van stedelijke centra als San Francisco, Los Angeles, Sacramento en Reno een divers gezelschap van amokschoppers aan.

Volgens park-zegsman Kendell Thompson komen zo nu en dan motorbendes, en gangs zoals de Crips en de Bloods er hun terrein afbakenen met graffiti op bomen en rotsen, en ze vieren feest tot ze kotsen of op apegapen liggen. Soms vechten ze in Yosemite hun geschillen uit. De grote meerderheid van de parkbezoekers heeft geen last van deze herrieschoppers: Rangers gooien lastpakken zonder pardon voor 24 uur in de cel van Yosemite, waar het afgelopen een flink aantal gasten tegen zijn zin verbleef. De misdaadstatistieken van het park omvatten drie arrestaties voor verkrachting, 61 voor geweld, 452 voor bezit en verkoop van drugs, 23 voor vandalisme, en 408 voor alcohol-gerelateerd gedrag, zoals dronken rijden, wangedrag en openbare dronkenschap.

Gigantische sequoia’s

Mijn eerste uitstapje buiten de vallei, leidde me naar de zuidwest hoek van het park, een uur rijden van de centrale vallei. Ik zwierf door het Mariposa bos met redwoods, een van de drie plaatsen in het park waar sequoia’s zijn te vinden. op de weg terug reed ik naar Glacier Point Overlook. Beide bestemmingen waren aanmerkelijk minder druk dan de paden in de vallei – en fantastisch mooi.

Hoe vaak ik ook onder gigantische sequoia’s sta en opkijk naar hun enorme massa, ik ben altijd onder de indruk en geïnspireerd. Het zijn niet de oudste bomen ter wereld: hoewel sequoia’s drieduizend jaar oud kunnen worden, zijn er bristlecone pines die op meer dan 4600 jaar zijn gedateerd. Ze zijn ook niet de hoogste bomen: coastal redwoods kunnen meer dan 110 meter bereiken. Maar in volume zijn het de grootste levende organismen op aarde, maximaal honderd meter hoog en met een omtrek aan de basis van meer dan elf meter.

Op de Mariposa grove trail, zag ik beelden die me bekend voorkwamen uit kinder encyclopedieën en schoolboeken. Van de Fallen Monarch, een sequoia als een vrachttrein, denkt men dat hij een paar honderd jaar geleden omgetuimeld is. De boom werd beroemd dank zij een foto uit 1899 waarbij een cavalerie-regiment in vol ornaat, inclusief paarden, zich opstelde op en voor de gevallen gigant. De Wawona Tunnel Tree, misschien wel de bekendste boomstam in de wereld, werd in 1881 aan de basis uitgehold in een van die domme trucs die de eerste promotors van het park nodig vonden om meer bezoekers te trekken. Foto’s laten zien hoe hele postkoetsen en later auto’s erdoor heen reden. Verzwakt door die tunnel, ging de boom in 1969 neer onder een zwaar sneeuwdek. Vandaag de dag is de grootste levende boom van het bos de Grizzly Giant, een 2700 jaar oude reus met takken waarvan de doorsnee wel twee meter bereikt.

Er zijn niet veel uitzichtpunten die mijn hoogstpersoonlijke ‘wow’-standaard bereiken. Maar Glacier Point is opnieuw een deel van Yosemite dat, zoals Emerson zei, meer biedt dan was beloofd. Hier treft u een fantastisch panoramisch uitzicht over Yosemite Valley en de bergen eromheen. Van hier uit ziet de bijna 3000 meter hoge Half Dome, het bekendste beeld van het park, eruit alsof de goden van het graniet een gigantisch hakmes hebben genomen om hem keurig in tweeën te splijten. (Zoals de naam al aangeeft, werd Glacier Point vorm gegeven door de beweging van een ijsveld.) Aan de overkant van de vallei onthult Yosemite Falls – in feite drie verbonden watervallen – zijn ware schaal tegen de bergachtige achtergrond. Met ruim achthonderd meter is de waterval de hoogste van Noord Amerika. De Niagara duikelt maar zestig meter omlaag, zij het dan met heel wat meer watervolume.

Overstromingen

Wat een spektakel moeten deze watervallen geboden hebben in 1997, toen stortbuien met warme regen een zwaar sneeuwdek smolten en enorme overstromingen veroorzaakten. De Merced River knalde door de vallei, onderweg meer dan de helft van de achthonderd kampeerplekken vernietigend en hotels, huisjes, bruggen, wegen en afvoerssystemen beschadigend. Het was een enorme klap en tegelijkertijd een verhulde weldaad voor het park: ‘Niet een ramp, maar een infrastructuur-kans’, vond zegsman Thompson.

Jarenlang had de parkservice een aantal van de gebouwen voor dienstverlening en commercie, parkeerplaatsen en logementen willen verhuizen om de overlast te verminderen en de vallei terug te brengen in zijn natuurlijke toestand. De natuur verwerkelijkte wat de politiek en zuinige wetgevers nooit hadden toegestaan. Zes maanden na de overstroming wees het Congres 176 miljoen dollar toe voor herstelwerkzaamheden die waarschijnlijk tot de eeuwwisseling zullen doorgaan. Het masterplan voor het herstel van de vallei, dat in november 1997 werd gepresenteerd, vraag om twintig procent reductie in hotel- en kampeerfaciliteiten. Administratieve gebouwen en onderdak voor de mensen die in het park werken, zou naar buiten de vallei verplaatst worden, en verscheidene wegen en 2500 parkeerplaatsen zouden weer in weideland worden omgetoverd. Eéndagsbezoekers in het hoogseizoen zouden buiten de vallei moeten verblijven en per shuttle naar binnen gebracht worden, een nieuw verkeersmanagement plan dat een precedent schept voor andere overbezochte parken zoals de Grand Canyon in Arizona en Zion in Utah. In de tussentijd veroorzaken de reparatiewerkzaamheden echter opstoppingen, parkeeroverlast en andere problemen voor de bezoekers van vandaag.

High country

Na drie dagen vertrok ik uit het luxe Ahwahnee Hotel in de vallei en ging op weg naar de high country, de lange rijen en verkeersproblemen achter me latend. De rest van het park mag niet zoveel bekende punten hebben, zoals de watervallen en de grote granieten monolieten, maar is gezegend met minstens even mooie bergen, altijdgroene bossen en alpine weiden die te bereiken zijn via een paar grote wegen en een netwerk van wandelpaden. Het grootste deel van dit gebied ligt tussen de tweeduizend en vierduizend meter boven zeeniveau en is gebeeldhouwd in spectaculaire landschappen door de aardbevingen, vulkanen, gletsjers, wind en water die Yosemite over de honderdduizenden jaren heen hebben vorm gegeven.

Ik verliet de vallei en het kostte minder dan 45 minuten op de Tioga Road voordat ik het begin van een trail tegenkwam. Ik parkeerde de auto en wandelde een paar kilometer het pad op. Geen mens te zien. De bodem van de vallei ligt op ongeveer 1300 meter, de rest van het park stijgt tot bijna 3000 meter hoogte en dat verklaart dat ik na een paar honderd meter op een niet vreselijk steil bospad in de dunne boslucht liep te hijgen als een piepende twee-pakjes-per-dag-roker. Het kostte me een dag intensief wandelen voordat ik aan de hoogte gewend was.

Mijn bestemming, Tuolumne Meadows Lodge, lag ongeveer zeventig kilometer van de vallei en bestaat uit tenthuisjes, een gezamenlijke eetzaal en een centraal badhuis. De tenten, Spartaans maar comfortabel, waren gemaakt van canvas gespannen op een metalen frame, het geheel op een betonnen basis en voorzien van bedden, tafels, stoelen en een houtkachel om de kilte van de nacht weg te branden.

Martha Miller, een vrolijke bergvrouw op leeftijd die Tuolumne Lodge beheert, begroette me met een waarschuwing: ‘Haal alle eetbare waar uit je auto en stop die in je voedselkist’, beval ze. ‘Als je ook maar een kruimeltje achterlaat, krijg je de beren op je dak.’ De driehonderd zwarte beren in Yosemite zijn kleiner maar slimmer dan hun veel krachtiger grizzly-neefjes, en berucht omdat ze alle voedsel in een auto kunnen ruiken en ervaren in het zich verschaffen van toegang tot zelfs de kofferbak. De totale schade in 1997 was een half miljoen dollar, in meer dan zeshonderd incidenten.

In deze high country vond ik mijn paradijs om te wandelen, of, misschien moet ik zeggen, om te zwerven en te mijmeren. De weiden van Yosemite roepen beelden op van hun equivalenten in Nieuw Zeeland en Zwitserland. Bij Tuolomne Meadows, Dana Meadows, Tenaya Lake en de Lyell Fork vallei parkeerde ik mijn auto aan de kant van de weg en wandelde op elk van die plaatsen kilometersver de bossen in. In gedachten verzonken liep ik tussen de groene heuvels, veelkleurige wilde bloemen, en riviertje vol enorme keien, waarin de forellen opsprongen. Blauwe waterjuffers cirkelden boven het riet langs de vennen waarvan de modderige oevers bedekt waren met kleine kikkers, zo groen als limoenpudding. Als omlijsting van dit tafereel zag ik witgebaste dennen, bergdennen, espen, en de grote grijze Sierra pieken met hun lichte sneeuwtooi.

’s Avonds in de gezamenlijke eetkamer, zat ik aan tafel met vreemdelingen uit binnen- en buitenland, met heel verschillende achtergronden. Ik vond er onmiddellijk prettig gezelschap. Mijn disgenoten en ik aten, dronken, praatten en wisselden verhalen uit over de avonturen van de afgelopen dag. Na het eten toasten we marshmellows boven het kampvuur en staarden naar de sterren aan de ongelooflijk heldere hemel. Daarna trok ik me terug in mijn tent, stookte de houtkachel nog wat op, en viel in sliep onder een stapel dekens terwijl de temperaturen van de late bergzomer tot rond het vriespunt daalden. Ik weet niet of Emerson ooit hier geweest is, maar had hij dat gedaan, dan weet ik zeker dat hij het met me eens geweest zou zijn dat Yosemite’s ruwe high country zijn reputatie gemakkelijk waarmaakt en zelfs ruim overtreft.

Kijk ook op de website van de national park service:
www.nps.gov/yose