Zeven dagen in Noord Arizona

Rondom Flagstaff

Zeven dagen in Noord-Arizona

Klik hier voor zeven dagen in Zuid Arizona


 De stad op zich is geen bestemming, maar omdat Flagstaff omringd wordtdoor schoonheid, biedt het prima mogelijkheden als uitvalsbasis. Niet alleen naar de Grand Canyon maar ook naar andere bestemmingen. Een week Noord-Arizona vanuit Flagstaff. Verslag van een praktische reis.

Tekst en foto’s Frans Verhagen

De uitdaging is deze: organiseer tijdens de twee weken
voorjaarsvakantie een reis met twee volwassenen, twee kinderen van zeven
en acht, en – gedurende één week – Amerikaanse grootouders op leeftijd.
We willen geen risico lopen met het weer, er moet genoeg te zien zijn en
afstanden mogen niet te groot zijn. Verder wensen we een vorm van
overnachting die grootouders én kinderen rust biedt en de mogelijkheid om
relaxed het tijdsverschil te overbruggen.

De regio is snel gekozen. De combinatie van seizoen en weer, afstanden,
natuur en cultuur leidt regelrecht naar Arizona. Na het nodige lees- en
surfwerk komen twee plaatsen in aanmerking als uitvalsbasis: Tucson in het
zuiden van Arizona en Flagstaff in het noorden. Totaal verschillende
plaatsen, zo verschillend als het klimaat waarin ze liggen; Tucson in de
Sonoran Desert, Flagstaff hoog op het Coloradoplateau waarin ook de Grand
Canyon ligt. Tucson kan fungeren als vertrekpunt voor de grensstreek,
Saguaro National Park, het Sonoran Desert Museum, zilverstadje Bisbee,
Tombstone en Chiricahua National Monument. Flagstaff is een mooie basis
met binnen een straal van 200 kilometer enorm veel mogelijkheden. Ga maar
na. Twee nationale parken: de Grand Canyon en, iets verder weg, Petrified
Forest. Vijf National Monuments: Montezuma, Sunset Crater, Wupatki, Walnut
Canyon, Tuzigot. Vier State Parks: Fort Verde, Red Rock, Slide Rock, Dead
Horse Ranch. Eén grote stad: Flagstaff met het Museum of Northern
Arizona, Riordan Mansion en Lowell Observatory. Eén kleine stad: Sedona.
En tenslotte Jerome Historical Park. Dat lijkt een hoop en dat is het ook.

Goede b&b traditie

We besluiten om vanuit beide plaatsen een week rond te trekken. Voor de
grootouders lijkt Flagstaff aantrekkelijker. Het vraagstuk van overnachten
zonder al te hoge kosten en zonder saaie avonden in een motel blijkt ook
snel opgelost. We hebben sowieso een voorkeur voor Bed and Breakfasts
(soms guesthouses genoemd) en al surfend ontdekken we ‘Comficottages’,
een vreselijke naam voor een aantrekkelijke verhuurder van huizen. Leve
het internet: we kunnen de huizen van binnen bekijken, op de stadskaart
traceren en een algemeen idee krijgen wat ons wacht.

De prijs is niet laag: $195 per nacht, met 10 procent korting omdat we
zes nachten nemen. Dat tikt aan, maar dan heb je ook wat – drie
hotelkamers kosten niet veel minder. Zo huren we aan Beal Street in
Flagstaff een bungalow met een huiskamer, eetkamer, keuken, drie
slaapkamers, drie badkamers en een tuin. Het ziet er allemaal keurig uit
en volgens goede b&b traditie, hoort ontbijt erbij. We beginnen in
Flagstaff, simpelweg omdat het huis alleen beschikbaar is onze eerste week
– daarna beginnen de afstudeerfeesten aan de universiteit.

Schop en pikhouweel

Met één overstap komen we laat in Phoenix aan. Uit ervaring weten we
dat je dan niet meer moet gaan rijden. Een relatie bij Arke heeft ons de
weg gewezen naar het Sunburst Hotel aan Scottsdale Road. Ideaal: goede
kamers, een mooie binnenhof met een veilig zwembad waar gejetlagde
kinderen al vroeg terecht kunnen (ze hebben meestal drie à vier dagen
nodig voor herstel). Dat ze aanvankelijk onze reservering niet kunnen
vinden, nemen we maar op de koop toe.

Al vroeg vertrekken we uit de gigantische collectie suburbs die Phoenix
is geworden – Los Angeles is er niets bij. Interstate 17 is saai maar
daar malen we op zo’n eerste dag niet om. Bovendien stoppen we een paar
maal, de eerste keer bij het Arizona Pioneer Living History Museum, een
kilometer of vijftig van downtown Phoenix. Dit openluchtmuseum met
gebouwen uit de pionierstijd is een aardige introductie tot de staat: zo
loop je in Amsterdam, zo werp je stof op in Arizona.

Geleidelijk aan stijgt de weg nu, het landschap verandert. Rond
lunchtijd zitten we bij Camp Verde State Historic Park, twee uur rijden
van Phoenix, een mooie break. Dit
fort aan de oevers van de Verde River werd voor het eerst bemand in 1865. Wat
er nu nog staat dateert uit 1871, toen het leger 22 gebouwen neerzette
rondom een kaal veld. Het fort werd een belangrijke post in de oorlog
tegen de Indianen, maar over het algemeen hanteerden de soldaten meer de
schop en pikhouweel dan het geweer. Er zijn nog vier originele gebouwen
over, waaronder het huis van de commandant, de officieren en de dokter.
Een tentoonstelling is ingericht in wat later de school werd voor het dorp
rondom het fort.

Speciale bescherming had Fort Verde niet nodig, want anders dan
Hollywood meent, werden forten zelden belegerd of zelfs maar aangevallen.
Vandaar dat het leven van een soldaat vooral bestond uit het verdrijven
van de verveling. Ook de trips naar saloons in nabijgelegen dorpen zijn
een verzinsel van de film – op ongeoorloofde afwezigheid stond de
doodstraf. Deze soldaten kwamen maar heel zelden bij Mrs. Horn’s Saloon,
een paar kilometer verderop. Zat ze er nog maar, want erg veel is hier nog
steeds niet te doen. Het is goed dat we onze lunch hebben meegebracht.

Sneeuw in Arizona

Een half uurtje verderop ligt Montezuma Castle National Monument. Daar
kopen we ons National Park Pass: in Arizona haal je 50 dollar er zo
uit. De naam Montezuma is een misser van de Spanjaarden die in de
zeventiende eeuw dit leegstaande ‘kasteel’ aantroffen en het aan de
Azteken koppelden. Wisten zij veel. In werkelijkheid werd het vijf
verdiepingen en twintig kamers tellende complex onder de rotsoverhang
gebouwd door de Sinagua, taaie Indianen die door slimme irrigatie in deze
barre regio overleefden – hoewel ze in de dertiende eeuw vertrokken
zonder dat we weten waarom.

Vanuit het Visitor center lopen we over een breed pad naar de
ruïnes. Helaas mag je het gebouw niet meer betreden en moeten we het
vanaf het pad onder verschillende hoeken bekijken. Op een meter of dertig
boven de vloer van de vallei vult het gebouw een grote opening in de wand
van de klif. Lange ladders reikten eens tot aan de kleine deuropeningen
daarboven. Vermoedelijk diende deze constructie ter bescherming tegen
vijanden en het weer – zo heb je geen dak nodig tegen regen of sneeuw –
maar in het dagelijks gebruik zal het niet gemakkelijk geweest zijn.

Minstens even indrukwekkend vinden we de Montezuma Well, vijftien
kilometer ten noordoosten van het Castle. We rijden erheen op aanraden van
een Ranger. Het is niet echt een bron, maar eerder een oase: een enorm gat
in de grond met water op de bodem. Onder de rand zijn restanten zichtbaar
van rotswoningen. Via het niet al te steile wandelpad lopen we helemaal
naar de bodem, waar het water wegsijpelt in een riviertje. Van onderop
wordt het weer aangevuld in een continu proces dat ervoor zorgt dat het
reservoir nooit helemaal leeg is.

Zo’n eerste dag is een prima manier om erin te komen, dat vinden ook
de kinderen, al slapen die natuurlijk nog voor we in Flagstaff zijn. Dat
is aan het einde van de middag en we vinden keurig op de afgesproken plek
de sleutel van het huis. Terwijl we naar het vliegveld gaan om grandpa
en grandma af te halen, begint het te sneeuwen. Dan realiseer je je
ineens hoe hoog Flagstaff ligt. Ik hoop dat het net lang genoeg blijft
liggen om de Grand Canyon met sneeuwtopjes te zien. Dat zou een
buitenkansje zijn.

Route 66

Maar nee, we zitten wel hoog maar ook warm en de sneeuw verdwijnt voor
de zon. So much voor mijn dagdromerijen. Mijn gezelschap is ook nog
niet helemaal klaar voor afstanden dus houden we het lokaal. Verwacht van
Flagstaff geen wonderen. Het is een klein, aangenaam stadje dat vooral
leeft van zijn status als aanloop naar de Grand Canyon. Maar met dat
gegeven is het plezierig genoeg. Het ligt nog verdraaid mooi in de kom van
de San Francisco Mountains die in een halve cirkel in het noorden om de
stad liggen.
U raadt het, Flagstaff is genoemd naar de vlaggenmast die een ondernemende
pionier op 4 juli 1876 hier plantte, ter gelegenheid van honderd jaar
onafhankelijkheid. Met de komst van de spoorwegen, vijf jaar later,
groeide er rond de mast iets op van een handelscentrum. Met name de
houtkap was een bron van inkomsten, in de rest van het westen schreeuwde
men om hout. Bekend is Flagstaff als pleisterplaats op die gouwe ouwe
Route 66, en één van de namen in het lijstje in Bobby Troupe’s liedje.
Er is nog een stripje dat veel verwijzingen heeft naar die historie, maar
laten we zeggen dat de authenticiteit minimaal is.Flagstaff is een
universiteitsstadje en dat merk je nergens beter dan in de Beaver Street
Brewery, één van de aardigste restaurants. Pizza’s, burgers en van
alles en nog wat, gelardeerd met vele soorten bier. In
downtown kunnen we The Black Bean Burrito Bar & Salsa Co. aanbevelen.
Het ligt in het oude stadshart, dat eerlijk gezegd niet vreselijk veel
voorstelt.

We bezoeken deze eerste dag het Museum
of Northern Arizona en het Pioneer Historical Museum, beide vlak bij ons
huis. Het Pioneer Museum valt tegen: niet veel meer dan een oude
rommelzolder, zonder veel systeem. Het Museum of Northern Arizona is een
heel andere verhaal. Hier bevindt zich één van de belangrijkste
collecties aan Indiaanse kunst en kunstnijverheid van het Zuidwesten. Mooi
opgesteld en informatief toegelicht. De opvallende roodbruine keramiek van
de Sinagua Indianen steelt de show.

’s Middags is iedereen aan het eind van zijn Latijn en rijd ik op
mijn eentje naar de toegangsweg naar Sunset Crater Volcano National
Monument. Op top is nog sneeuw blijven liggen. Ik geniet van het zicht op
de witgetopte zwarte berg in de verte, tot de jetlag ook mij in zijn
klauwen krijgt. Het voordeel van een huis is ons allemaal duidelijk. Bij
de supermarkt om de hoek huren we een video voor de kinderen – geen
probleem, ze kennen er het huis.

Driebaansweg

Dan is het tijd voor de Grand Canyon. Op de heenweg nemen we Route 180,
richting Grand Canyon Village. We gaan vroeg, om te profiteren van het
zachte licht dat scheller wordt naarmate de zon hoger staat. De weg gaat
door bossen van pijnbomen die geleidelijk dunner worden en uitlopen in een
open vlakte, waar op een gegeven moment in de verte het grote gat in de
grond zichtbaar wordt. Met enige verbeeldingskracht kun je je de
verrassing van die Spanjaarden voorstellen, die hier ruim vier eeuwen
eerder vastliepen.

Onderweg prijzen we ons gelukkig dat we niet hoefden te overnachten in
vreselijke oorden als de kruising van Route 180 en de 64, in het motel met
de wrakke speeltuin, of in Tusayan, net buiten het park, een naargeestig
oord dat het meeste heeft van een parkeerplaats omringd door motels en
restaurants. De driebaansweg naar de ingang geeft een idee hoe druk het
hier ’s zomers wordt – nu kunnen we zo doorrijden.

Grand Canyon Village oogt al plezieriger, maar ik moet er niet aan
denken hoe het er in juli uitziet. De locale shuttle brengt ons
naar het open busje dat westwaarts langs de rim rijdt, naar Hermit’s
Point. Ideaal systeem. Je kunt op- en afstappen waar je wilt en ook weer
terugrijden. Tussendoor kun je stukken wandelen en van verschillende
invalshoeken de Canyon gadeslaan. Het werkt fantastisch. Grootouders gaan
tot het eind, blijven lekker zitten en draaien dan weer om. De kinderen
lopen nog een flink stuk en als we moe worden, nemen we de bus terug. Wel
is het een stuk kouder dan verwacht – weer die hoogte.

Raar landschap

Ik vind het verrassend moeilijk om iets zinnigs over de Grand Canyon te
zeggen. ’t Is een wereldwonder dat je gewoon ooit gezien moet hebben,
dus dat moet u ook maar gaan doen. Deze keer wandel ik niet naar beneden,
dat heb ik al eens gedaan en daar moet je echt de tijd voor nemen. Ik heb
medelijden met de mensen die welgemoed het Bright Angel Trail opstappen om
het een stuk te lopen. Tamelijk zinloos, dunkt me. Voor je ver genoeg bent
om er echt van te genieten, moet je alweer terug. En om je heen schuiven
paarden en pakezels je van het pad af terwijl overal mensen hobbelen
mensen die zichzelf verkeerd ingeschat hebben.

Nee, dan maar beter de rim volgen, op mooie punten stoppen en
denken: hmm, daar zou ik graag naar beneden wandelen. In de diepte zie ik
de Phantom Ranch liggen. Doen we volgende keer wel weer. Kunnen de
kinderen ook mee.

In de loop van een dag zien we zo de meest interessante punten langs de
rim-route, uitlopend op de Watchtower, het gebouw dat architecte
Mary Jane Colter heeft ontworpen op basis van pueblo-voorbeelden. Links
kijk je de Grand Canyon in, rechts dat rare landschap van Painted Desert.
Met 150 kilometer voor de boeg, terug naar Flagstaff, heb ik een moment
spijt van onze keuze voor een vaste uitvalsbasis. Maar toch, als we twee
uur later lekker in de woonkamer zitten met afhaalsalsa, realiseer ik me
dat dit niet beter kon.

Spirituele zipcode

Dat besef ik ook de volgende dag, als we iets heel anders doen. We
rijden nu zuidwaarts, via Alternate 89 door de steil oprijzende zandstenen
muren van Oak Creek Canyon. Route 89A voert uiteindelijk naar Sedona.
Zoals veel zuidwestelijke stadjes ligt het in de schaduw van omringende
bergen en rotsformaties, maar hier hebben ze zoveel varianten rood dat je
er nooit raakt uitgekeken.

Tot Hollywood deze achtergronden begon te gebruiken in westerns was het
een uitzicht dat weinig mensen kenden. Inmiddels is het stadje sterk
gegroeid en in goede westerse traditie zonder bouwbeperkingen: de
wildgroei is fenomenaal. Eind jaren zeventig kwamen een paar honderd New
Agers
naar Sedona, gelokt door het natuurschoon en de rust. Sindsdien
is het hard gegaan met de New Age-Business, zozeer dat Sedona wel wordt
omschreven als de ‘spirituele zip-code voor de VS’. De beslissende
gebeurtenis was de komst van duizenden pelgrims naar de Harmonic
Convergence, in 1987. Ze bleven hangen.

Tegenwoordig komen New Agers naar Sedona om de power points te
voelen die in de canyons zouden zijn te vinden. ‘De power points
of vortices van de planeet zijn plekken waar energie kan worden
gezien, gevoeld en ervaren’, vertelt een brochure getiteld The Sedona
Vortex Experience
. ‘Op deze plekken doen zich vaak ongewone
fenomenen voor’. Als u dat gelooft dan vindt u het vast niet erg om voor
$45 per persoon een begeleide toer te maken. Als niet-gelovigen vinden wij
de Chapel of the Holy Cross, aan de rand van het stadje, veel
interessanter. Een enorme kruisvorm, van verre zichtbaar, draagt de kapel
die erachter ligt op de rode rotsen. Mooi.

Sedona heeft niet alleen veel souvenirwinkels, maar ook
onwaarschijnlijk veel winkels met kristallen. Voor een dollar of vijf kun
je een kristalletje kopen dat ‘opgeladen’ is op Airport Mesa, een
vortex-rijke zone nabij het vliegveld. Ook verkrijgbaar is de Micro-Crystal
Card
die niet alleen een ‘beschermend energie veld’ opwerpt, maar
ook ‘bepaalde elektromagnetische vervuiling en andere negatieve
vibraties kan neutraliseren’ – voor het geval u daar dringend behoefte
aan mocht hebben.

Wandelen is een veel betere manier om je te vermaken, maar ook is het
mogelijk een van de vele Jeep Tours te nemen door de canyons. Het
heeft wel iets van een achtbaan in de woestijn, omhoog en omlaag, maar het
is een leuke ervaring – zeker voor kinderen – als is het aan de prijzige
kant. Onze bestuurder, Dick Johnson, is amusant, goed geïnformeerd en
praatzuchtig over zijn nu afgesloten carrière als manager in een
verzekeringsbedrijf. Hij woont pas drie jaar in Sedona, en vindt nu, net
als iedereen die eenmaal binnen is, dat de groei aan banden gelegd moet
worden.

Op de weg terug leggen we aan in Slide Rock State Park. In een nauwe
vallei vormt het water van de rivier een paar poelen waar hij over de
rotsen stroomt. Je kunt er inderdaad in je zwembroek meeglijden. Zo
neutraliseren we eventuele negatieve vibraties op onze eigen manier.

Massieve zwartheid

Het is verstandig om Walnut Canyon, Sunset Crater Volcano en Wupatki
National Monument in één dag te doen: ze sluiten qua belevingswereld op
elkaar aan. We beginnen met Walnut Canyon. In eerste instantie zie je
vanuit het Visitor Center alleen een beboste vallei, op dit vroege uur nog
gehuld in diepe schaduwen. Geleidelijk aan onderscheiden we de
rotswoningen onder de overhangende wanden.

Via een ingenieuze trap dalen we af naar een soort vrijstaande
rotspartij, midden in de vallei. Je kunt er omheen lopen, de huizen van de
Sinagua bekijkend, of wat daar nog van over is. Het zijn huizen van één
verdieping, niets gecompliceerds, bewoond van ongeveer 1100 tot 1250. De
Sinagua kwamen hier vanwege de vruchtbare grond en de rivier die we
beneden zien lopen. Ze verdwenen plotseling, zonder bericht na te laten
waarom. Een Ranger vertelt dat de huizen zo zijn aangelegd dat ze ‘s
zomers schaduw bieden en ’s winters maximaal profiteren van de zon. Ze
waren altijd redelijk beschermd tegen vijanden, die helse toeren moesten
uithalen om de plek te bereiken. Van Walnut Canyon is het hemelsbreed niet
ver naar Sunset Crater Volcano, de zwarte berg die het uitzicht hier
domineert, ook al is hij veel lager dan de omliggende San Francisco
Mountains.

Het schijnt dat Sunset Crater vaak wordt verward met Meteor Crater, dat
verder weg ligt aan de I-40. Daar begrijp ik niets van: Meteor Crater is
een tamelijk oninteressante stop, terwijl Sunset Crater Volcano
fascinerend is. De kegel die 350 meter boven het omringende gestolde
lavalandschap uitsteekt, is indrukwekkend in zijn massieve zwartheid, op
grotere hoogte overgaand in de kleuren waarin de berg zijn naam dankt. De
vulkaanuitbarsting in 1064 moet behoorlijk wat indruk gemaakt hebben op de
lokale bewoners. Je mag er helaas niet meer opklimmen, maar het nature
trail
door het National Monument toont voldoende van de gestolde lava
en de as om een idee te krijgen.

Aan het einde van de loop waaraan Sunset Crater ligt, vinden we
de grootste Pueblo nederzetting uit deze omgeving. Het contrast met Walnut
Canyon is enorm. Hier liggen resten van gemetselde, ingewikkelde huizen
met meerdere verdiepingen. Het grootste bouwwerk heeft honderd kamers en
een gemeenschapsruimte. Er is zelfs een ovaal die waarschijnlijk dienst
deed als speelveld. De uitbarsting van de Sunset Volcano leidde tot een
soort volksverhuizing. De Hohokam Indianen, landbouwers die rond 600 in de
Verde Vallei waren opgedoken, gingen noordwaarts nadat de vulkaanas de
grond vruchtbaarder had gemaakt.

De Sinagua kwamen rond 1125. Ze gebruikten de irrigatiewerken van de
Hohokam en bouwden gemetselde, bovengrondse woningen, een idee dat ze
mogelijk van de Anasazi hadden geleend. De pueblo’s dateren van na 1150.
Het was een periode dat de Indiaanse activiteiten zich concentreerden,
misschien als gevolg van droogte en daarop volgende onrust. De dorpen bij
Montezuma en Tuzigoot bereikten in de veertiende eeuw hun maximale omvang.

Vroeg in de vijftiende eeuw verdwenen de Indianen, zonder dat we daar
een goede verklaring voor hebben. Misschien was het de bevolkingsdruk,
misschien waren het de Yavapai, de stam die er woonde toen de Spanjaarden
in 1583 arriveerden.

Wupatki bestaat feitelijk uit een aantal pueblo’s waarvan we er een
paar bezoeken. De Wupatki Pueblo bij het Visitor Center is de grootste. De
eenzaam gelegen Wukoki Pueblo lijkt meer op een toren, die ooit drie
verdiepingen gehad lijkt te hebben. Het is nu onherbergzaam gebied en je
vraagt je af hoe die mensen hier ooit hebben kunnen overleven. Maar
Arizona was 800 jaar geleden minder droog dan nu.

Lange schaduwen

Back in town profiteren we opnieuw van het huis door gewoon ons
eigen eten te koken en op ons gemak onderuit te gaan. Omdat niemand voor
morgen veel zin heeft, besluit ik nog een keer naar de Grand Canyon te
gaan – het weerbericht verwacht geringe of geen bewolking. Ik ben om
zeven uur op weg. Opmerkelijk hoe vroeg de scholen hier beginnen! IN een
dik uur (Enige pagina’s terug was het 150 kilometer!!)ben ik bij de rim
van de Grand Canyon, vroeg genoeg om bij Mather Point nog de lange
schaduwen te zien.

Vergeleken met twee dagen geleden is het een heel andere ervaring. Toen
was het bewolkt en winderig. Het punt is dat de Grand Canyon nooit
hetzelfde is. Elk ander licht, elke verschuiving van wolken geeft een
nieuw beeld.

Terwijl ik rondzwerf langs de Canyon, vermaken kinderen en grootouders
zich in en rond het huis. Onze pogingen een open zwembad te vinden, zijn
op niets uitgelopen.

’s Middags neem ik ze mee naar Lowell Observatory. Op Mars Hill, een
heuvel naast de stad, ligt een van de beroemdste sterrenwachten van
Amerika. We komen te laat voor het begin van de toer maar mogen aansluiten
in de bibliotheek: het geheel is alleen onder begeleiding toegankelijk. Zo
krijgen we ook de Clark Telescope te zien, de Pluto Walk en de Pluto
Telescope. Pluto is hier belangrijk, dat spreekt, en niet zonder reden: op
18 februari 1930 werd deze planeet hier in Flagstaff ontdekt.

De sterrenwacht heet naar Percival Lowell, een astronoom die zeker wist
dat de kanalen op Mars bewezen dat er menselijk leven was op de planeet.

In 1894 kwam hij naar Flagstaff, vanwege de heldere hemel, om Mars te
bestuderen en zijn theorie te onderbouwen. Hij had ongelijk over Mars maar
latere ontdekkingen maakten Lowell wereldberoemd. Zo bewees aan het begin
van de twintigste eeuw V. Slipher dat lichtbronnen, spiral nebulae geheten,
met hoge snelheid wegbewegen van ons sterrenstelsel, de Melkweg. Dit
leidde tot de theorie van het uitdijende universum. In 1930 ontdekte de
astronoom Clyde Tomblaugh Pluto, de negende planeet die het verst
verwijderd is van de zon. Allemaal dingen waar ik weinig tot niets van
weet, wat leidt tot vele onbeantwoorde kindervragen. Maar Lowell maakt het
allemaal een stuk helderder. Zo hebben we behalve de natuur en het
Indianenmuseum ook ons stukje wetenschap meegepikt, deze vakantie. De
speeltuin aan de voet van de heuvel waarop Lowell Observatory ligt,
bewijst goede diensten.

Colorado River in de achtertuin

Het wordt tijd om Noord-Arizona te verruilen
voor het zuiden. We zetten de grootouders weer op het vliegtuig en volgen
de I-40 richting Holbrook. Zowel Meteor Crater als het stadje Winslow,
bekend van een liedje van The Eagles (standing on a corner in Winslow,
Arizona
), zijn duds: niets aan. Er wordt hier heel wat
afgezeurd over Route 66 en ik moet toegeven dat Wigwam Motel in Holbrook
wel wat heeft, maar daar is het wel mee gezegd. Vooral veel hype en
flauwekul.

Bij wijze van afscheid van Noord-Arizona stoppen we in Petrified Forest
National Park. Op 150 kilometer van Flagstaff valt het park net buiten
onze radius, maar zo pikken we het onderweg toch nog mee. Petrified Forest
heeft zeker zijn charme als plek waar tientallen versteende bomen te zien
zijn, maar verder is het een bar park. We houden het bij een kort bezoek
– niet onze gewoonte in nationale parken, maar dit keer hebben we niet
meer tijd nodig. Vanuit het park gaan we richting St. Johns, op zoek naar
een plek om te overnachten. Via Route 180 naar Edgar komen we terecht in
Greer. We hebben er wat over gelezen op internet, maar het is een gok. Zo
komen we min of meer per ongeluk terecht in een bijzonder aantrekkelijk
hotel, met in de achtertuin de Little Colorado, waar wie dat wenst, kan
leren er leren met vliegen te vissen. Voor ons is het een stop op weg naar
Zuid-Arizona. In het volgende nummer Bisbee, Tombstone, Tucson en
omgeving.

Voor deel 2, Zuid-Arizona, klik hier.


 

Praktische details:

De reis:

Dag 1 Amsterdam – Phoenix

Dag 2
Phoenix – Flagstaff Arizona Pioneer Museum
Fort Verde State Park
Montezuma Castle National Monument

Dag 3
Flagstaff
Pioneer Museum
Museum of Northern Arizona

Dag 4
Flagstaff
Grand Canyon

Dag 5
Flagstaff
Oak Creek Canyon
Sedona
Slide Rock State Park

Dag 6
Flagstaff
Walnut Creek Canyon National Monument
Sunset Crater National Monument
Wupatki National Monument

Dag 7
Flagstaff
Lowell Observatory

Dag 8
naar Greer
Meteor Crater
Petrified Forest National Park

Informatie:

Arizona Pioneer Museum
Een half uur rijden vanuit
Phoenix via I-17, afslag Route 260, aan 3901 W. Pioneer Road.
Dagelijks geopend van 9.00
tot 17.00.
Tel. 602-465-1052

Camp Verde State Park
Twee uur ten noorden van
Phoenix aan de I-17.
Dagelijks geopend van 8.00
tot 16.30.
Tel: 520-567-3275

Montezuma Castle National Historic Monument
klik ook hier
I-17, afrit 289
Geopend van 8.00 tot 19.00

Flagstaff
klik ook hier
Comficottages
Inmiddels is het huis aan
Beal Street uitgebreid met nog een slaapkamer en is de prijs $225 per
nacht. Het blijft aantrekkelijk. Zie www.comficottages.com

Museum of Northern Arizona
3101 North Fort Valley Road
Geopend van 9.00 tot 17.00

Pioneer Museum
12340 Fort Valley Road
Geopend van 9.00 tot 17.00

Lowell Observatory
1400 West Mars Hill Road
Geopend van 9.00 tot 17.00

Grand Canyon National Park 
Visitor Information www.nps.gov/grca
klik ook hier

Walnut Canyon National Monument
Walnut Canyon Road
Geopend van 8.00 tot 16.00

Sunset Crater National Monument
Highway 45, vanaf Highway 89

Wupatki National Monument
Sunset Crater Loop Road
Geopend van 8.00 tot 17.00

Slide Rock State Park
Aan Route 89A ten noorden
van Sedona
Geopend van 8.00 tot 19.00

Petrified Forest National Park
Afrit I-40 of Route 180
Aan de zuidingang bij 180
ligt het Rainbow Forest Museum

Reisgidsen

Wij gebruikten vooral de Moon
Travel Guide
van Arizona (importeur Nillson & Lamm), een
fantastisch boek. We hadden ook de goede Lonely
Planet
bij ons.

Klik hier voor zeven dagen in Zuid Arizona