Petrified Forest NP: getuigen van een verdwenen Arizona

Arizona’s leerpark

Versteende boomstammen in een dorre woestijn getuigen van een ander soort leven dat ooit in Arizona zijn thuis had. In Petrified Forest, waar de tot versteend monument geworden boomstammen liggen alsof ze zijn rondgestrooid door een gigant, kunt u zich voorstellen dat hier ooit dinosauriërs rondliepen onder zestig meter hoge bomen.

Tekst: Nando Boers en Mariska Freriks

De natuur in Petrified Forest National Park is barmhartig en machteloos. In de woestijn van noordoost Arizona liggen versteende boomstammen uit een diep verleden, die zo bijzonder van kleur zijn dat er tonnen via jaszakken en kofferbakken uit het gebied zijn verdwenen. En de wind blaast iedere dag weer een beetje meer bescherming weg van de stronken uit de prehistorie die ooit onder het aardoppervlak lagen.

Dit stuk van de Verenigde Staten is kansloos tegen mens en natuur. De mens steelt en de wind blaast de natuurlijke camouflage af van de machteloze, oeroude, versteende stronken petrified wood. Het nobele karakter van de natuur zorgt er voor dat ‘nieuwe’ versteende stammen aan de oppervlakte van de woestijn blijven komen zodat ook komende generaties bezoekers het fenomeen van het ‘versteende bos’ nog kunnen bekijken in haar natuurlijke omgeving.

Bijna honderdvijftig jaar nadat de eerste blanke het gebied in het noordoosten van Arizona met die bijzondere bomen had ‘ontdekt’, verdwijnt ieder jaar liefst twaalf ton stenen via auto’s het nationale park. Dat meldt het briefje dat de ranger met een nietje vastknipt aan het officiële welkomstblaadje. Er blijkt een Zero Loss Tolerance Policy te zijn: hoe klein het stukje petrified wood ook, als je wordt gesnapt, is de boete minimaal 275 dollar. Als we na ons eerste korte verkenningstochtje bij de Painted Desert, in het noordelijkste gedeelte van het park, vlak voor zonsondergang zijn post weer passeren, vraagt de ranger beleefd of we misschien iets hebben meegenomen. Meer kan hij niet doen.

De volgende middag, halverwege onze tweede dag als we het grootste deel van het park bezoeken, liggen onder ons de bijzondere versteende stukken hout die via de geulen in het zandsteen langzaam hun weg vinden naar het woestijnoppervlak. We staan op de overlook van Blue Mesa, ongeveer in het midden van het park. De kale, frisse wind waait hard langs ons. De zon verdwijnt vaak achter grijze wolken. De Badlands van Blue Mesa zijn prachtig, zeker als de zon weer even tevoorschijn komt als een soort vertraagd en flets flitslicht. De harde kleuren op de grillige formaties van zandsteen (het roestbruin van ijzer, het paars van koolstof en het wit van klei) strekken zich voor ons uit. De opgedroogde stromen beneden ons, waar het water van de donderbuien in wegloopt, maken opmerkelijke, grillige vormen, samen met de kleine waterweggetjes die zijn uitgesleten in het zandsteen van de blauwe plateaus. En het is de kracht van het water en de wind die de versteende bomen, die voornamelijk een rood‑bruine kleur hebben, langzaam naar beneden transporteren en uiteindelijk, over honderden jaren pas, zullen laten wegspoelen in de Puerco River.

Als mensenhanden er tenminste vanaf blijven. Jatten mag dan niet, maar de natuur zo zijn beloop laten gaan, zal waarschijnlijk ook niet gebeuren. Deze overblijfselen uit de prehistorie (samen met de fossielen en beenderen) zijn te belangrijke schakels in de evolutie van de aarde om weg te laten spoelen. De menselijke wetenschapper denkt wellicht in de toekomst hier in dit gebied antwoorden te vinden op nu nog onbelangrijke of onbekende vragen. Hij noemt deze plek dan ook een ‘geologisch openlucht laboratorium’.

Verdwenen woudreuzen

De reusachtige bomen, die nu als harde blokken verspreid liggen in de kale woestijn van Petrified Forest, groeien niet meer op aarde. De subtropische Norfolk Island Pine en de Monkey Puzzle Tree zijn huidige bomen die nog het meest lijken op de verdwenen woudreuzen. De inmiddels uitgestorven en versteende Araucarioxylon, Woodworthiaen de Schilderia ‑ nu niet meer dan stille getuigen uit een diep verleden, versteend leven uit de menselijke voorgeschiedenis ‑ groeiden ooit in het tropische klimaat. Zo’n 225 miljoen jaar geleden stonden ze in het moeraslandschap en bereikten soms hoogtes van zestig meter. Het gebied dat nu Arizona is, lag toen op de plek van Panama en de continenten lagen nog aan elkaar vast. De eerste, relatief kleine, dinosauriërs verschenen. Het waren nog kleine beesten die later in het Jurassic‑tijdperk zouden uitgroeien tot monsterlijke grootte. In het gebied van Petrified Forest heersten ten tijde van de nu versteende Araucarioxylon de Phytosaurus, een krokodil‑achtige, die ongeveer tussen de vijf en negen meter lang kon worden.

De overvloedige regenval van het tropische klimaat, de daarmee gepaard gaande overstromingen en vulkanische uitbarstingen die geregeld een regen van vulkanisch as over grote gebieden uitstootten, schiepen de perfecte voorwaarden voor versteend hout. Omdat sommige bomen sneller bedolven werden onder zand, as, modder en stenen dan dat ze konden verrotten, kon zich een proces voltrekken, dat tot op heden nog niet tot in uiterst detail bekend is bij wetenschappers. De vulkanische as zette zich in de natte omgeving om in het silicaatgesteente (grotendeels uit kiezels bestaand gesteente) dat langzaam de boomstammen binnendrong en veranderde in kwarts. In de volgende miljoenen jaren zette zich honderden meters dikke lagen zand af boven op de bomen, botten en planten.

Zestig miljoen jaar geleden kwam de aardkorst omhoog en creëerde het huidige Colorado‑plateau. Het tropische klimaat maakte, als gevolg van de grotere hoogte en de inmiddels op drift geraakte continenten, plaats voor woestijn. Wind en water deden de rest door al schurend gestaag de zandsedimenten af te voeren, waardoor de gebroken stammen bloot kwamen te liggen. En dat levert nog altijd een vreemd gezicht op. Het lijkt namelijk of de stenen stammen zijn doorgezaagd. Niet de kettingzaag, maar de opwaartse beweging van de aardkorst is er de oorzaak van dat de grote versteende stammen ondergronds keurig in stukken braken.

De schurende werking van water en wind gaat nog altijd onverminderd voort. In het lager gelegen zuiden van het park zit nog ongeveer tien meter diep versteend bos verborgen. In het noorden reikt het bos uit het mensvreemde tijdperk nog negentig meter in de grond. Het duurt dus nog even voordat de laatste boom onthult zal zijn.

Verlaten landschap

Als we vroeg in de ochtend beginnen aan dag twee, rijden we door Holbrook, een typisch doorgaansdorpje aan de oude route 66. We kruisen de inmiddels ‘historic route 66′ en slaan aan het einde van Holbrook linksaf richting het zuidoosten highway 180 op. Na ruim achttien mijl door dor en verlaten landschap, bereiken we de ingang aan de zuidkant van Petrified Forest. Vroeger, aan het begin van deze eeuw, bereikten de meeste bezoekers het toenmalige nationale monument noordelijker. Honderden families, via route 66 of de Santa Fe‑spoorlijn op weg naar het beloofde land van Californië, stopten bij het park met de stenen bomen. De aarde is hier rood en er staan droge, vale, kniehoge groene grassprieten.

Vlak bij de ingang staan een paar caravans waar je blokken petrified wood kunt kopen. Legaal, want de stukken die je buiten de grenzen van het park vindt, kun je meenemen, net als elke andere steen. De blokken liggen in de openlucht uitgestald. Er is niemand te zien. In het Rainbow Forest museum, een paar honderd meter voorbij het Entrance station, staan een paar kleine dinosauriërs opgesteld en er liggen enkele grote stukken petrified wood tentoongesteld. In een vitrine die vlakbij de deur staat die toegang biedt tot Giant Log Trail, hangen brieven van mensen die zich op papier verontschuldigen dat zij, of een inmiddels overleden familielid of vriend, stukken hebben ontvreemd uit het park. De meeste schamen zich of vermoeden dat ze het onheil over zich af zullen roepen als ze het niet teruggeven en hopen dat de National Park Service hun verontschuldigingen accepteert en de stukken steen weer terug legt op de plek waar ze horen. De rangers hebben besloten dat de stenen een goede spiegel zijn voor het menselijk gedrag als ze naast de brieven liggen in de vitrine. Als teken aan de medemens hoe sommige soortgenoten zich te buiten gingen aan natuurschoon, maar toch via een omweg om genade vroegen.

Petrified Bill

Als het aan William Nelson had gelegen, hadden ze dat nooit gekregen. Nelson was de eerste, officiële bewaker van Petrified Forest National Monument. Hij zag in 1923 bijna negenduizend toeristen door het monument rijden. ‘Petrified Bill’, zoals hij zich zelf vaak noemde in de brieven die hij naar de Park Service stuurde, met verzoeken tot meer geld of materiaal, zette tientallen borden langs de weg die de bezoekers er op wezen dat het illegaal was stenen weg te nemen.

Nelson sjeesde met zijn motorfiets over de wegen om zoveel mogelijk diefstal tegen te gaan. Hij zag toeristen met hamers het park binnenkomen en hij zag dat ze niet aarzelden die te gebruiken. Ook hoopte hij snel zijn ‘badge’ te krijgen. ‘Ik hoop dat ik er een krijg die je op een kwart mijl afstand al kunt zien’, zo wordt Nelson geciteerd in Petrified Forest National Park ‑ A wilderness bound in time, van professor George Lubick. Veel toeristen negeerden Nelson’s krankzinnige, razende gebaren om te stoppen, en Nelson was bang dat hij overreden zou worden door de mensen die zijn park aan het leeg plunderen waren.

Volgens Lubick ging Nelson achter vandalen aan als een veldmaarschalk en schroomde hij niet het geweer te richten als betrapten niet snel dat blok van meer dan tachtig kilo uit hun auto haalden. Uiteindelijk dolf Nelson het onderspit toen zijn relatie met de burgers van Holbrook verslechterde en de geruchten aanhielden dat Nelson samen met zijn vrouw petrified wood verkocht in zijn kleine museum bij Rainbow Forest. Die geruchten bereikten ook Washington. Onderzoek van de National Park Service leverde niets op, maar Nelson nam in 1925 ontslag.

Glimmende kitsch

We lopen de heuvel op achter het museum dat Nelson had opgezet en zien imposante stronken liggen. De Giant Log Trail biedt een prima beginpunt om dit eendagspark ‑ of tweedaags als je er echt je gemak van neemt ‑ grondig te bestuderen. Want Petrified Forest is anders. Het is veel meer een leerpark dan een doe‑park zoals de meeste grote broers van Petrified Forest. Er zijn geen gemarkeerde wandelpaden, geen kampeerplaatsen en geen voorzieningen naast de 29 mijl lange tweebaans weg die van noord naar zuid loopt. We lezen het kleine boekje van de educatieve trail en slaan af en toe de Guide to Twenty Geological Features at Petrified Forest National Park open en laten ons allerlei geologische processen uitleggen aan de hand van de voorbeelden die het versteende bos ons geeft.

Van dichtbij bezien hebben de honderden stokoude bomen nog prachtig de houtstructuur die je gewoon in het bos bij rottende bomen ook kunt waarnemen. Alles is bewaard gebleven. Je kunt haast de jaarringen nog tellen in het hart van de bomen. De buitenkant van de cirkel is diepbruin. Binnenin de stronk zitten de prachtige mineralen verborgen die bijzondere kleuren laten zien.

In het souvenierswinkeltje liggen gepolijste stukjes petrified wood te koop. Schoonheid dacht de mens te winnen door het hout op te poetsen. Wat een misvatting! Juist de wilde omgeving en de grove buitenkant van de stammen en het besef dat hier een proces van miljoenen jaren aan vooraf ging, begonnen in een tijd ver voor de mensheid, juist dat zorgt dat het palet aan kleuren bijzonder wordt. Glimmend is het kitsch.

Painted Desert

We rijden slechts een klein stukje noordwaarts richting de Painted Desert in waarvan een deel sinds 1932 is aangesloten bij het park. Dit stuk woestijn werd bij het toenmalige monument gevoegd omdat zodoende de landschappelijke waarde omhoog zou gaan en Petrified Forest eerder in aanmerking zou komen om nationaal park te worden. Bovendien zouden twee vliegen in en klap geslagen worden omdat nu ook Black Forest, het bos met de zwarte versteende stammen, beschermd zou zijn. Uiteindelijk duurde het nog dertig jaar voordat Petrified Forest een nationaal park werd.

Gisternamiddag hebben we al stukken van de Painted Desert gezien, toen we vanuit New Mexico en de Zuni Mountains via Interstate 40 Arizona binnen kwamen rijden en niet konden wachten en snel nog even de parkroad op te draaien om een glimp op te vangen. We zijn nu nog in het zuidelijke gedeelte van het park en wandelen vlakbij het regenboog‑museum naar het Agate‑huis, een gebouwtje op een kale heuvel geheel opgetrokken uit petrified wood. De volgende wandelingen gaan steeds naar de enkele van de ‘bossen’. Na Rainbow Forest zien we de Flattops, Crystal Forest, zoals gezegd de Blue Mesa en de prachtige The Teepees, links van de weg, die we fotograferen op het moment dat de zon nog net in staat is een streep licht tussen de donker wolken door te persen en zodoende een bijzonder licht werpt over de twee zandsteentoppen en de krakerige, uitgedroogde zandvlakte. De wind ruist krachtig, verder is er niets te horen. De wolken schuiven in hoog tempo voorbij.

Afwisselender

We rijden voorbij het nederzettinkje van Adamana, over de spoorlijn waar een lange goederentrein over het spoor dendert richting Albuquerque en over de droge stroom van de Puerco rivier. Als we via een brug de I40 oversteken, bevinden we ons in de Painted Desert. Het landschap is anders, afwisselender. De rode kleur die we in het zuiden van het park ook zagen, is hier paarser en heeft veel meer verschillende tinten dan het rood dat we ‘s ochtends zagen. De parkroad leidt ons hoog over de toppen van de Painted Desert en we kunnen zodoende goed over de gekleurde heuvels turen richting het noorden waar de Hopi en Navajo reservaten liggen, de grootste uit de VS. Gisteren was de woestijn anders, of is het de verbeelding? Het schijnt dat de zon van invloed is op de kleuren die de mineralen laten zien. Het zal ongetwijfeld zo zijn, maar met het blote, ongeoefende oog en relatief onbekend met Painted Desert, valt er niet veel verschil waar te nemen. De vermeende kunsten van Painted Desert verhogen natuurlijk wel de mystiek.

Als we op alle punten hebben gekeken en bestudeerd wat onze Guide to Twenty Geological Features vertelt over vallende rotsblokken, breuken in de geologische jaartellingen die te herleiden zijn op Whipple Point en dat er 170 miljoen jaar ontbreekt tussen het oude zandsteen en het vulkanisch gesteente dat er bovenop ligt. Onze Guide denkt aan erosie en dat alles wat er technische gezien tussen zou moeten zitten ooit is weggespoeld en weggewaaid.

Als we onze laatste stop maken, op Tawa Point, bewonderen we nog eenmaal de rood‑roze Badlands voor ons. Ook hier drooggevallen stromen die donderende beken worden als stortbuien de woestijn verversen. Er is nu weinig leven te ontdekken; af en toe twee verdwaalde zwarte vogels. Als we het park uitrijden, moeten we stoppen bij de rangerpost. Of we ..? Nee, we hebben geen petrified wood achterin, onder de stoel of in onze jas. Als het goed is ligt alles nog op z’n plek in de woestijn. Als het goed is.