De drie levens van Route 66

Door: Frans Verhagen

De Verenigde Staten hebben geen gebrek aan beroemde autowegen, routes die elk hun eigen verhaal hebben. Geen enkele weg roept echter meer nostalgische gevoelens op dan de befaamde Route 66. De weg tussen Chicago en Los Angeles, ’two thousand miles all the way’ zoals de songtekst zegt, verbindt het oude hart van het land met wat na de Tweede Wereldoorlog het nieuwe hart werd: Californie. Tussen beide megasteden aan de uiteinden van Route 66 zijn klassieke beelden te zien van een bijna verdwenen plattelands-Amerika en restanten van een roadside leven die haast even ouderwets aan doen – beide op we naar de vergetelheid en daarom, op de valreep, warme gevoelens oproepend.

Illustratie: Flos Vingerhoets

Herinneringen zijn bijna altijd mooier dan de werkelijkheid waarvan ze een afdruk vormen. Dat geldt ook hier. Route 66 was voor vele honderdduizenden Amerikanen een ontsnappingsroute, de weg om tijdens de depressie de armoede en ellende van het Middenwesten, het industriele hart van Amerika, te ontvluchten en te verruilen voor het land van melk en honing, het rijke Californie. Dat was de eerste hoedanigheid voor Route 66, meer dan meestelijk verwoord in het boek van John Steinbeck, The Grapes of Wrath, dat het verhaal vertelt van de arme boertjes uit Oklahoma die in de jaren dertig westwaards trokken. Steinbecks boek kwam uit in 1937 en werd een bestseller in de laatste jaren van de depressie-decade. The Mother Road, de naam die hij aan dit treurige traject gaf, beklijfde.

Route 66 kreeg na de oorlog een tweede leven als de Mainstreet van Amerika. In de naoorlogse jaren was deze weg, dwars door het land, de route waarlangs Amerikanen met hun gloednieuwe auto op pad gingen. Niet direct om hun armoede te ontvluchten maar om hun rijkdom te vieren. Het is deze Route 66 van de nostalgie die de weg, of wat er nog van over is, een derde leven bezorgt. Duizenden komen aan het eind van de twintigste eeuw om iets op te snuiven van een tijd die plotseling populair is geworden: de jaren vijftig. Route 66 symboliseert die tijd beter dan wat dan ook. Langs de weg staan nog steeds restanten van de opmerkelijke motels uit de tijd dat er nog geen landelijke ketens bestonden, restaurants uit het pre-McDonald’s, -Denny’s, -Howard Johnson’s tijdperk. De roadside van de weg was bezaaid met de benzinestations die stuk voor stuk een monument waren met hun roodkleurige pompen. Deze tweebaansweg belichaamde de mobiliteit van de Amerikaan, nu voorzien van een auto, zoals die Amerikaan een halve eeuw eerder met de ossewagen naar het westen trok.

Interstate freeways
Met het besluit van president Eisenhower, in 1958, om een netwerk van Interstate Freeways op te zetten, was het lot van Route 66 in zijn klassieke vorm bezegeld. Het land had behoefte aan snellere en veiligere verbindingswegen. Steeds meer stukken werden omzeild door snelle autowegen. In 1985 werd de laatste by-pass aangelegd rondom Williams, Arizona. Maar tegen die tijd was Route 66 al doodgebloed. Hele dorpen die leefden van de weg waren door de Interstate gepasseerd. Als ze geluk hadden voerde er nog een zijweg van de Interstate af waaraan een strip kon overleven, maar vaak was het einde van Route 66 ook het einde van de gemeenschappen die ervan leefden. Andere stukken gingen meteen over naar de nostalgi-industrie. Het stuk van negen kilometer in Williams is nu opgenomen in het National Register of Historic Places. US-66 werd in 1985 officieel buiten gebruik gesteld. Verontwaardiging daarover leidde tot Route 66’s derde leven, dat van nostalgisch fenomeen.

Zoals de meeste autowegen heeft Route 66 een geschiedenis die ver teruggaat naar voor de tijd van de automobiel. Dit soort wegen waren natuurlijk van oorspong gewoon karavaanpaden of handelswegen. Al lang voor Route 66 het levenslicht zag, liep er over hetzelfde traject een oude transcontinentale weg, de Old Trails Highway. Wat in 1926 gebeurde was dat een aantal wegen die al bestonden in diverse staten aan elkaar werden gekoppeld en tot US-66 werden gedoopt.

Eindeloze prairies

Het oude traject van Route 66 voert over 2295 mijl (3680 kilometer), door acht staten en twee tijdzones. Wie vertrekt uit Chicago, van de oevers van Lake Michigan, komt achtereenvolgens door Illinois, Missouri, Kansas, Oklahoma, Texas, New Mexico, Arizona en Californie. Het landschap varieerde. De eindeloze prairies in het vlakke landschap ten noorden van St. Louis worden wat heuvelachtiger voordat de weg in Oklahoma belandt. Vandaar voeren de dorre prairies door het noordelijk stukje van Texas, langs de zongeblakerde indianenreservaten in New Mexico en Arizona, om over de bergen op de grens van Arizona de woestijn van Californie in te duiken en na een laatste hobbel in de vorm van de San Gabriel Mountains in de door bergen omringde kom van Los Angeles te eindigen.

US-66 voorzag in een behoefte. Het economisch hart van Amerika verschoof geleidelijk aan naar het westen, een ontwikkeling die bezegeld werd door de Grote Depressie. Die vreselijke jaren maakten van het industriele middenwesten een plek zonder toekomst en bliezen in de Dust Bowl letterlijk het land weg van honderdduizenden keuterboeren. Hele gezinnen namen hun hebben en houden, voorzover daar nog wat van over was, en trokken naar het westen. De hartverscheurende foto’s van de Farm Security Administration met uitgemergelde mensen met holle ogen getuigen van die jaren.

Oakies

Zoals John Steinbeck schreef, was het Californie dat deze migranten aantroffen nauwelijks het land van melk en honing dat hen was voorgespiegeld – al kon het ook moeilijk slechter dan op de prairie in Oklahoma. Hoewel het officiele einde van Route 66 op Ocean Boulevard in Santa Monica ligt, gingen veel mensen al eerder huns weegs. Bakersfield bijvoorbeeld, in de Central Valley van Californie, de fameuze vruchtbare vlakte die van de staat zo’n rijke voedselproducent heeft gemaakt, was een bekend toevluchtsoord voor Okies (migranten uit Oklahoma. Daar konden ze zich verhuren, of konden ze dat althans hopen, als dagarbeider. Niet voor niets komt veel traditionele country muziek uit Bakersfield (‘I’m an Okie from Missoki’). In de nostalgie die het derde leven van Route 66 beheerst, wordt dit gedeelte van zijn eerste leven vaak vergeten.

Tussen pak weg 1940 en 1960 beleefde Route 66 zijn gloriejaren. Dit was de tijd dat de weg met recht gold als ‘Main Street of America’. De weg slingerde zich door stadjes en dorpen, langs benzinestations, motels en restaurants die allemaal deel uitmaakten van het wegmeubilair van de groeijaren van de automobiel. Miljoenen Amerikanen maakten met hun gigantische van vinnen voorziene Caddilacs en Pontiacs de toch naar Californie. Soms om er te blijven, maar nu ook gewoon om eens te kijken wat daar in het laboratorium van de toekomst viel te beleven. In 1946 schreef Bobby Troupe, een countryzanger op weg van Pennsylvania naar Californie, een loflied op deze weg, of beter gezegd, een loflied op het reizen per auto, het sindsdien door Jan en Alleman op de plaat gezette Get Your Kicks on Route 66. Troupe maakte van Route 66 een van die iconen van het Amerikaanse collectieve geheugen.

Gras tussen de betonplaten

Wie de route af wil reizen zal daar moeite mee hebben. Een groot deel van het traject ligt nu onder de Interstates, die altijd de meest directe route namen, niet gestuit door bergen, ravijnen of wat dan ook. Op plaatsen waar de oude weg, gedwongen door natuurlijke obstakels die men in de jaren twintig nog niet rigoreus de lucht in blies, van het ideale traject afweek, zijn her en der nog mooie stukken bewaard gebleven. Maar even zo vaak beland de reiziger op een weg die alengs minder gebruikt blijkt, waar het gras steeds hoger opschiet tussen de betonplaten die vroeger gebruikt werden en uiteindelijk doodloopt op een doorgeroeste brug of, gewoon, in the middle of nowhere. Maar, eerlijk is eerlijk, zelfs dat heeft zijn charme. Route 66 eind twintigste eeuw is vooral een verzameling loose ends, bijeengehouden door nostalgie.

Route 66 begint in Chicago en eindigt in Santa Monica (Los Angeles). Dat is de juiste volgorde. Uiteindelijk gingen hele hordes mensen van noord naar zuid en maar heel weinig van zuid naar noord. Dit is ook de beste manier om de route te rijden, om de ervaring van iemand die hier in de glorietijd van Route 66 reed, te benaderen.

Dat het niet altijd even interessant is wat de weg heeft te bieden, zal de plezierreiziger op de koop toe moeten nemen. De eerste vijfhonderd kilometer van Route 66 loopt dwars door de staat Illinois, van Chicago naar St. Louis. De prairies zijn hier vlak en onopwindend, en de Interstate 55 heeft de rol overgenomen van Route 66. Af en toe is er nog een oorspronkelijk stukje weg te bewonderen. St. Louis was altijd een kruispunt dat haast letterlijk in het hart van Amerikaligt. Hier kruiste US-66 dan ook de US-50 (voor de liefhebbers: de enige niet-Interstate transcontinental Highway, van Ocean City, Maryland, naar San Francisco, Californie) en de Great River Road die vanuit Minneapolis naar New Orleans voerde, langs de Mississippi. De stad zelf heeft niet zo veel meer te bieden aan Route 66 liefhebbers. De oude Route 66 gebruikte voor de overgang over de Mississippi de Chain of Rocks Bridge, nog steeds aanwezig met zijn unieke bocht van 45 graden in het midden. In Missouri loopt een flink stuk van de oude Route 66, nu herdoopt als Highway 96, langs de noordzijde van de I-44, tussen Cathage en Springfield. Met zijn twintig kilometer weg telt Kansas eigenlijk alleen formeel mee als Route 66-staat.

 

Gerestaureerd

Oklahoma heeft van alle staten het meeste aandacht besteed aan de erfenis die Route 66 bood. Terwijl zestig jaar geleden Route 66 de uitweg was voor bewoners van deze streken om de armoede en ellende van het verpauperde platteland te ontvluchtten, biedt de weg nu een versterking van de lokale toeristeneconomie. Van de de oude weg is weinig meer over dan wat er nog parallel aan de I-44 ligt tussen Tulsa en Oklahoma City. En alleen de stadjes die aan een freeway exit liggen hebben hun bestaan tot aan het eind van de twintigste eeuw weten te rekken. Chandler, Oklahoma, is het voorbeeldige Route 66 stadje. Met zijn 2500 inwoners leeft het haast van de nostalgie. In het centrum staat een gerestaureerd Phlipps 66 benzine station, naar de naam van het toen meest populaire benzinemerk. Lincoln motel is nog even keurig en opgeruimd als het was toen het in 1939 opende, een voorbeeld van de stijl van de tijd met zijn 25 cabins, elk met een Amerikaanse vlag en een paar gele tuinstoelen.

Naast Oklahoma maakt vooral Arizona werk van zijn Route 66 erfenis. Tussen Ash Fork, niet ver van Wiliams, en Topock, op de grens van Arizona, ligt de Historic Highway. Hier ligt misschien wel het mooiste stuk van Route 66, ytussen Seligman en Kingsman, in een grote bocht van de weg naar het noorden (de huidige I-40 knalt rechtdoor, zich niets aantrekkend van landschappelijke problemen). Op dit gedeelte, vlak bij Valentine, ligt hier het laatste stuk van US-66 dat werd verhard, in 1937. En tussen Valentine en Hackberry ligt het de Seven Mile Curve, een stevige daling die bekend staat als de langste helling van één stuk in de Verenigde Staten.

Voorbij Klingman ligt de Sitgreaves Pass, een beruchte plek op de route. Op de Gold Hill Grade heeft menig auto de laatste adem uitgeblazen. Indertijd waren er veel mensen die, als ze er het geld nog voor hadden, hun auto over de top lieten rijden of zelfs slepen. Wie de wrakkige vrachtwagentjes van The Grapes of Wrath in gedachten houdt, begrijpt dat hier doodsangsten zijn uitgestaan – als het niet in de beklimming was, dan wel in de afdaling. Die voert naar Oatman, waar een brug over de Colorado River het beloofde land opent.

Laatste pas

Cajon Summit is de laatste pas die de uitgeputte Route 66 reiziger moest nemen, voor hij het Los Angeles Basin indook. San Gabriel Valley, nu deel van Los Angeles maar toen ten oosten van de stad, was voor degenen die de hele rit uitreden de eerste kennismaking met Californie als rijke staat. Tot dan toe hadden ze vooral woestijn en bergen gezien. Voor hen moest het inderdaad op een paradijs geleken hebben: sinasappelgaarden, kleine, schone stadjes die onderling waren verbonden door trams, en huizen met rozenstruiken en bougainville. Helaas, San Gabriel Valley werd gesuburbaniseerd in de jaren vijftig en voor iedere sinasappelgaard kwam er een woonwijk.

Route 66 was een weg van mensen, van reizende Amerikanen. Dat is misschien het aardigste nog van een reis langs de weg: het stikt er van de old hands die graag vertellen over hun herinneringen.

Ieder jaar reizen duizenden liefhebbers per auto of per motorfiets de oude route langs. Voor velen is het een lang gekoesterde droom, iets waar ze jaren voor sparen of naar toe leven. Een droom van nostalgie. Een mengeling van modern comfort belichaamd door een airconditioned luxe wagen of een hunkige Harley en ouderwetse rommel die een gezellig gevoel van de jaren vijftig oplevert. En inderdaad, wie houdt van mooie neon-lichtreclames, originele motel-ontwerpen, roestige verlaten pompstations en uit is op een nostalgische all-American ervaring, zij het een die wat aan de rand zweeft van het kitscherige, die kan niet beter doen dan het advies van Bobby Troupe liedje volgen en ‘Get your kicks on Route 66′.

If you ever plan to motor west, take my way, take the highway that’s the best/ Get your kicks on Route Sixty-Six/

It winds from Chicago to LA, more than two thousand miles all the way/ Get your kicks on Route Sixty-six

Now you go through Saint Louis, Joplin, Missouri and Oklahoma City is mighty pretty/ You’ll see Amarillo, Gallup, New Mexico, Flagstaff Arizona; don’t forget Winona, Kingsman, Barstow, San Bernadino/

Won’t you get hip to this timely tip

When you make California trip/ Get your kicks on Route Sixty-Six.

Copyright artikel: © Frans Verhagen