Gestolde tijd in Gettysburg
De slag bij Gettysburg, die op 3 juli 1863 begon, is het bekendste gevecht uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Als de slag anders was afgelopen, dan had de wereld er andersg uitgezien. Dat president Abraham Lincoln bij de inwijding van de begraafplaats misschien wel de meest indrukwekkende toespraak hield uit de Amerikaanse geschiedenis, heeft nog eens extra bijgedragen aan de bekendheid van Gettysburg. Nu is het een Nationaal Historisch Monument, een plaats waar het altijd 3 juli 1863 zal blijven.
Zonsopgang is het beste moment. Je bent alleen, de lucht is koel en slechts de natuur maakt geluid. Je laat je verbeelding werken en je hoort de soldaten onder hun dekens uitkruipen, vuur maken, koffie zetten en praten over de slag die ze over een paar uur zullen leveren. Je kijkt naar de heuvelrug, ongeveer anderhalve kilometer naar het oosten, waarachter de opkomende zon net is te zien. Daarop zal de aanval zich straks richten. De gedachte alleen al geeft je maagkramp, 131 jaar later.
de 12.500 man die deze heuvelrug verlieten, kwamen er ongeveer 5000 terug, velen gewond. En dat was dan maar één dag in de driedaagse Slag van Gettysburg, waarin het totale aantal doden zou oplopen tot 51.000. Zo'n soort oorlog was de Burgeroorlog. Aan het eind ervan was van iedere vier zuiderlingen die dienden, er één gesneuveld, van de noorderlingen één op de twaalf. Uiteindelijk vielen meer dan een miljoen doden en gewonden.
je niets weet van de Burgeroorlog, kun je Amerika niet begrijpen. De oorlog ging over wat Lincoln een 'concept' noemde, en het was een gebeurtenis die de geschiedenis bepaalde. Onze wereld zou er nu heel anders uitzien als hij niet had plaatsgevonden. Of als hij niet zo bloedig was geweest. Of als hij anders was afgelopen.
de zon over de heuvelrug komt en te fel wordt om tegenin te kijken, vraag je je af hoeveel mensen deze plaats voorbijrazen op weg naar Disneyworld in Florida. Deze gronden, nog half in de schaduw, waar de vogels nog maar net zijn gaan zingen, hebben iets van die kerk waar je duizend keer langs loopt. Je emotionele seismograaf slaat nooit uit, tot de dag dat je er binnengaat en er rondkijkt.
de dag opwarmt en tot leven komt, kijk je naar de heuvels en je zou kunnen zweren dat je de grond voelt trillen en dat je gekreun hoort dat sterker is dan de wind. Hier leeft iets dat meer is dan enkel atomen en moleculen. Iets dat groter is dan jouw bevattingsvermogen kan verwerken. Hier kun je wat leren, denk je, maar het zal zijn prijs hebben.
Dode scherpschutter
Okay, Pickett. Tijd om op te staan', zei de kolonel. 'Generaal Lee heeft vandaag hoge verwachtingen van je.'
Vertel generaal Lee maar dat de Yankees wel blijven wachten', zei ik, 'we zullen ze na de lunch wel onder handen nemen.'
bevonden ons in een goedkoop motel net buiten Harrisburg in de staat Pennsylvania. De kolonel en ikzelf waren hiernaartoe gereden vanuit Dorset, in Vermont, waar we wonen, voor een bezoek aan dat ene slagveld dat essentieel is voor wie geïnteresseerd is in de Burgeroorlog: Gettysburg. Tegen negenen die ochtend kwamen we aan bij het stadje, vanuit het noorden, uit dezelfde richting van waaruit 131 jaar geleden de confederale troepen van major general Heth kwamen, voordat ze op de federalen van major general Reynold stootten, en daarmee de gevechtshandelingen in gang zetten.
De kolonel en ik praatten over de slag, rustig rijdend over de tweebaansweg door het zachtjes glooiende boerenland van Pennsylvania, waar de maïs net was geoogst. De kolonel had er dertig jaar in uniform opzitten – het merendeel als gevechtspiloot – en hij was wat je noemt een fervent student van militaire geschiedenis. Vergeleken met hem was ik een amateur. Maar ik wist meer van de Burgeroorlog, misschien omdat ik er eerder mee was begonnen. Daarom had ik hem voor we op pad gingen mijn drie gesigneerde exemplaren geleend van Shelby Foote's meesterwerk, The Civil War. Sinds ik dit werk voor het eerst las, in 1975, wilde ik deze tocht maken en ik was er zeker van dat het op de kolonel hetzelfde effect zou hebben.
Ik hecht aan die drie boeken net zoveel waarde als aan het exemplaar van Divided We Fought, een boek dat ik voor het eerst las toen ik tien jaar oud was. Ik kreeg het van mijn grootvader, een gedistingeerde man uit Alabama. Toen hij me het boek gaf, voor Kerstmis in 1953, stopte hij er deze brief bij:
'Beste Geoffrey,
Als jij 21 jaar oud bent, dan zal het honderd jaar geleden zijn dat de dingen waarover dit boek gaat het Zuiden vernietigden, maar ik betwijfel of deze honderd jaar de gevolgen ervan hebben weggewerkt.
Toen ik een kind was, leefde dit allemaal nog sterk bij mijn vader en grootvader, en ze vertelden me erover. Ik hoop dat je nu ook geïnteresseerd bent en dat je, als je ouder wordt, de lessen op je zult laten inwerken van deze tragische episode in onze geschiedenis.'
Ik heb dat boek keer op keer gelezen, en de plaatjes met meer aandacht bekeken dan mijn grootvader had kunnen hopen. Het meest imponerend vond ik de foto van een dode confederale scherpschutter, die op de grond lag in Gettysburg in een wirwar van rotsen bekend als Devil's Den. Het bloed liep in donkere strepen over de zijkant van zijn gezicht, dat jammerlijk naar de lucht gekeerd was.
Als tienjarige sprak het verhaal van die oorlog mij meer aan dan plaatjes van honkballers en stripboeken, en ik ben altijd gefascineerd gebleven. En hier zat ik dan met mijn oude vriend de kolonel, aan de koffie, vroeg op een grijze morgen, en we vroegen ons af wat generaal Lee, de opperbevelhebber van het Zuiden, nu eigenlijk bezielde toen hij Pennsylvania binnenviel.
Desastreuse actie
Ik had gehoord dat Gettysburg vreselijk commercieel was geworden, en toen we langs een bord kwamen voor Pickett's Restaurant, bereidde ik me op het ergste voor: een slagveld dat was omgetoverd in een themapark met toeristenwinkeltjes. Ik had ook gehoord over de beruchte observatietoren, een architectonisch gedrocht dat op privé-terrein was gebouwd en boven het slagveld torende als een kruising tussen de Eiffeltoren en de oude parachute jump van Coney Island. Zonder het echt te willen, reden we ernaartoe.
'Laten we dat klotegeval maar overslaan', zei de kolonel. Dat vond ik ook. We kwamen hier om ons te vereenzelvigen met het terrein, niet om het van bovenaf te bestuderen.
Maar eerst bezochten we het hoofdkwartier van de park-service voor zijn standaardoverzicht. Het werd gegeven in een klein theatertje, waar je neerkeek op een tafel die de stad en de omliggende gronden weergeeft zoals ze er in juli 1863 uitzagen. Tijdens het verhaal gaven lichten op de tafel aan waar de troepen zich bevonden en hoe ze door hun generaals werden gemanoeuvreerd. Zoals bij de meeste grote veldslagen, vooral als ze zo lang duren als Gettysburg, worden de bewegingen wel heel erg verwarrend als je ze in detail probeert te bestuderen. Deze briefing vereenvoudigde de gevechtshandelingen zonder ze van hun spanning te beroven. In de slag van Gettysburg was het terrein de kritische factor.
De briefing legde uit dat de actie op de eerste dag zich concentreerde op de stad Gettysburg en de nabijgelegen Cemetery Hill. Confederale troepen duwden de federalen terug door de stad heen, maar drukten niet door voor een aanval op de hoge gronden, waardoor de troepen van de Unie in staat waren sterke defensieve posities te betrekken. Die posities lagen uitgestrekt langs de heuvelrand die bijna vier kilometer doorliep naar het zuiden, naar een tweetal kleine maar strategisch gelegen heuvels: Little Round Top en Big Round Top. De linie van de confederalen liep over een parallelle heuvelrand, ongeveer anderhalve kilometer naar het oosten.
Naarmate de positie van het federale leger zich ontwikkelde en versterkte, leek zij meer en meer op een vishaak. De haak en de ronding lagen verankerd in Cemetery Hill en Cup's Hill in het noorden. De stam van de haak liep langs de heuvelrand, en de Round Tops waren het oog.
Robert E. Lee was vastbesloten om aan te vallen – tegen de wensen in van zijn meest ervaren commandant, James Longstreet. Die wilde achter het leger van de Unie zien te komen, en daarna een sterke defensieve positie opbouwen tussen de federalen en de stad Washington. Longstreet had het commando gevoerd over de confederale stellingen in Fredericksburg, waar zeven maanden tevoren zijn mannen de aanvallende Unie-troepen hadden afgeslacht vanachter de veiligheid van een stenen muur. Longstreet was een van de eersten die zich realiseerde dat de dodelijke kracht van de nieuwe wapens in het voordeel van de verdedigers werkte. Maar Lee was een aanvaller. Zijn leger had eerder spectaculaire overwinningen geboekt in Richmond en Chancelorsville. Hij geloofde met nóg een overwinning een eind te kunnen maken aan de oorlog.
Nadat hij er die eerste dag niet in was geslaagd om de haak en de boog van de vishaak van de Unie in te nemen, was Lee vastbesloten om op de tweede dag het andere einde van de Unie-lijn te veroveren door de Round Tops in te nemen. Hij gaf Longstreet daartoe opdracht en die slaagde er bijna in – ondanks zijn tegenzin. Maar aan het eind van de tweede dag had de Unie-stelling het gehouden. Lee stond er op om die linie te breken, en hij beval een nieuwe aanval op de derde dag, dit keer op het centrum van de linie van de Unie – een desastreuze actie die sindsdien voor altijd bekend staat als Pickett's Charge.
De strijd werd dus eerst geleverd aan de rechtervleugel van de Unie, ofwel het noordeinde van de vishaak, vlakbij Gettysburg zelf, daarna aan de linkerzijde van de Unie een kilometer of vier verderop bij de Round Tops, en ten slotte, op Cemetery Ridge zelf. Als je op het slagveld wandelt, kun je de actie dan ook niet chronologisch volgen. Je moet het centrum van het slagveld, waar de derde dag werd gevochten, oversteken om van het toneel van de eerste dag naar dat van de tweede te komen.
Pakhuis vol schoenen
'Dat was een verrekt goede briefing', vond de kolonel. Ik was het met hem eens. Maar het was en bleef een zandtafel. Nu werd het tijd om echt op het veld te lopen. We kochten daarom een slagveld-tour-cassette en stopten die in de bandrecorder van mijn truck. De verteller leidde ons naar waar de slag begon, op 1 juli 1863.
'Herinner je je nog waarom de confederalen aanvankelijk naar Gettysburg optrokken?', vroeg ik de kolonel.
'Een kruispunt?', antwoordde hij.
'Nee hoor. Er was hier niets van belang te vinden – een klein universiteitsplaatsje. Schoenen, daar ging het om. Een hoop confederalen hadden geen behoorlijke schoenen. Sommigen hadden helemaal geen schoenen.'
De confederale generaal 'Harry' Heth had gehoord van een pakhuis vol schoenen in Gettysburg, en hij had opdracht gekregen ze te pakken te krijgen. Generaal Lee keerde zijn leger en ging ook in die richting. Hij had informatie gekregen dat George Meade, de net benoemde commandant van Army of the Potomac, zoals het leger van de Unie werd genoemd, zich achter hem bevond. Lee wilde zijn krachten concentreren en kijken of hij niet een slag kon leveren die de oorlog kon beslissen. Op weg naar de schoenen kwam Heth troepen van de Unie tegen, en die confrontatie was het begin van de grote slag.
We reden naar McPherson's Farm, waar de eerste schoten werden gewisseld. Terwijl de velden en de bossen en zelfs de schuur van McPherson wel een authentiek gevoel uitstraalden – zo ongeveer kon het slagveld wel hebben geleken – schrok ik van de monumenten. Ik had kunnen vermoeden dat er her en der op het slagveld wel een paar standbeelden zouden staan, samen met de onvermijdelijke kanonnen, maar niets had me voorbereid op de 1300 monumenten en standbeelden die er daadwerkelijk zijn te vinden.
Naarmate de dag vorderde leek alleen al het aantal monumenten de somberheid en de melancholie van deze plaats te vergroten. Zelfs als de zon schijnt en de bloemen in bloei staan, zie je dat je midden in een plaats van pijn en dood staat, een slagveld dat driemaal was gewijd. Eerst door de mannen die hier vochten en stierven, daarna door president Lincoln in zijn beroemde rede, en ten slotte door de mensen die het geld hadden ingezameld om van deze plaats een permanent monument te maken.
Want het waren veteranen die, later met hulp van de federale overheid, het land aankochten, de ontwikkeling ervan stopzetten, en tekst en uitleg begonnen te geven. Zij hadden het slagveld bewaard en toegankelijk gemaakt. Als je over de gronden wandelt en de plakkaten leest, begin je wat te begrijpen van de slag en kun je hem visualiseren.
Anonieme soldaten
De monumenten vertellen verschillende verhalen. Sommige, zoals het grote standbeeld van major general John Reynolds op een prachtig paard, zijn monumenten voor een man – meestal een generaal – wiens daden op de een of andere manier beslissend waren. Reynolds sneuvelde, terwijl hij zijn troepen aanmoedigde vol te houden, en daarmee verschafte hij Meade, die uit het zuiden kwam, de tijd om een stelling op te zetten. Of hij precies hier stierf, weet niemand. Heel wat officieren sneuvelden in deze veldslag, en heel wat monumenten eren hun daden.
Maar de meeste monumenten van Gettysburg eren anonieme soldaten, en vergroten de eerbied die je voelt als je over het veld wandelt. Het eerste monument van deze soort dat ik zag was dat voor de 24th Michigan Infantry Regiment – de mannen van de Iron Brigade, of de Black Hats, zoals ze ook wel werden genoemd. De Black Hats, een van de meest gevierde eenheden in de oorlog, hadden in de Tweede Slag bij Manassas weerstand geboden aan de gevreesde Stonewall Brigade, en ze zouden heel wat bloed laten in Gettysburg om de confederale opmars te stuiten. Slechts 96 van de 496 man die aan de slag begonnen, konden de volgende dag verder vechten.
Lange tijd kwamen monumenten en plakkaten alleen uit het noorden. Het kostte jaren voor de littekens van de oorlog waren geheeld en dit een echt nationaal park kon worden. Het eerste confederale monument dat ik tegenkwam eert het 26th North Carolina. Dit is het regiment dat vocht tegen de Iron Brigade en hun verliezen waren nog groter. Eén compagnie had aan het einde van dag nog maar twee man over van de 83 waarmee het was begonnen, een andere compagnie van 81 man bestond niet meer.
Besluiteloosheid
Ik stond met de kolonel op een plek niet ver van deze gedenksteen en keek uit over de velden en de kleine stad die erachter lag. Tegen de namiddag van de eerste dag hadden Lee's troepen de flanken van de Unielegers aangevallen en hun stelling gebroken. Zich terugtrekkende troepen stroomden door de stad, en een tijdlang leek het erop alsof de confederalen zoals zo vaak een enorme overmacht zouden verslaan door een combinatie van snelle beweging en superieur leiderschap.
Deze confederale actie werd geleid door Richard Ewell, maar hij haalde er nauwelijks profijt uit. Ewell had de gesneuvelde Stonewall Jackson vervangen, die onder deze omstandigheden altijd doorgedrukt zou hebben. Jackson was twee maanden eerder gesneuveld, toen hij bezig was het voordeel uit te buiten dat hij had gewonnen in een van de meest stoutmoedige flankaanvallen in de geschiedenis van de oorlogvoering, tijdens de Slag bij Chancellorsville.
De kolonel en ik hadden ooit de route van die flankaanval nagelopen, en zelfs toen nog leek hij ongelooflijk gewaagd. Maar Ewell was Jackson niet. Zijn besluiteloosheid gaf de generaals van de Unie de gelegenheid om hun stellingen op Cemetery Hill te stabiliseren, net buiten de stad. Meade had meer tijd verworven – of gekregen – om de beroemde vishaak-defensielinie op te zetten en te versterken. Van hieruit konden we de contouren van die linie niet zien. Maar zoals toen de dynamiek van de strijd hier ontstond, zo ontwikkelde zich hier ook de stemming van onze trip.
'Zullen we Seminary Ridge aflopen', vroeg de kolonel, 'en dan oversteken naar Round Top?'
'Ja', zei ik, enigszins zwaar te moede in de wetenschap dat dit precies was wat honderd jaar geleden had plaatsgevonden.
Pickett's charge
De stam van de vishaak van de Army of the Potomac liep over een hoger gelegen stuk grond dat Cemetery Ridge heette. De Army of Northern Virginia groef zich in, in een lage rand die er ongeveer parallel aan liep, Seminary Ridge. Oorlogen maken vaak gewijde namen van bepaalde plaatsen – Verdun kreeg pas betekenis toen er 600.000 doden en gewonden vielen. De namen van deze twee onopmerkelijke heuvelruggen in Pennsylvania vallen in deze categorie.
We reden over Seminary Ridge, en stopten hier en daar om naar de linie van de federalen te kijken, anderhalve kilometer van het open terrein verderop. Granieten monumenten markeerden de linie.
'Ik zou niet graag van hier naar daar wandelen met maar één enkel scherpschuttersvizier op me gericht', zei de kolonel. Op die derde dag moesten de confederalen dat doen, maar dan terwijl duizenden soldaten met musketten hen opwachtten, en ook de artillerie hen onder vuur nam. Voordat ze de order kregen om aan te vallen, moesten ze ook nog eens uren wachten. En dat terwijl ze wisten wat hen te wachten stond, want ze hadden zelf de Unie-troepen op deze manier onder handen genomen, in Fredericksburg, een half jaar tevoren. Ze hadden gezien hoe de lichamen zich opstapelden tot het veld voor hen belegd leek met een blauw tapijt dat mysterieus bewoog waar een gewonde zijn laatste gevecht streed.
Een aantal van die wachtende confederale soldaten raakte buiten bewustzijn van de spanning. Toch waren dit veteranen van de gruwelijkste gevechten die de wereld tot dan toe had gekend! Uitkijkend over de open vlakte, naar de monumenten op de andere heuvelrand, kon deze man van middelbare leeftijd, op een gemoedelijk uitje, zijn knieën voelen knikken.
De aanval staat bekend als Pickett's Charge, hoewel George Pickett maar één van de drie betrokken divisies leidde. Van die 12.500 mannen die in perfecte rijen achter hun wapperende vlaggen aanliepen over deze anderhalve kilometer, werd meer dan de helft gedood, gewond of gevangen genomen in slechts een paar minuten.
Pickett's Charge was de laatste actie in de slag. Zij was weinig karakteristiek voor Lee, die liever probeerde de zwakke flanken te vinden dan een sterk front aan te vallen. Lee bleef aanvallen, ook al had hij minder mensen, 50.000 tegen 80.000, en ook al was de defensieve positie van zijn opponent erg sterk. Veel mensen die de Burgeroorlog bestuderen, verbazen zich daarover. Jay Louvas, een historicus aan het Army War College van Carlisle, Pennsylvania, neemt geregeld zijn studenten (officieren) mee op trips naar het slagveld, zodat ze er de lessen van kunnen leren. Zijn uitleg voor de zelfmoordachtige aard van de aanval is eenvoudig en weinig verhelderend. 'Lee was gewoon zichzelf niet, die dag.'
Tragische zelfoverschatting
Toch is Lee de enige confederale officier wiens beeld in brons is gegoten. De massieve bronzen figuur van Lee, gezeten op zijn paard Traveller, kijkt stoïcijns naar Cemetery Ridge vanuit de positie vanwaar hij de vernietiging van zijn brigades gadesloeg.
Voor de slag had Lee gezegd dat zijn soldaten de beste ter wereld waren en dat 'met deze mannen alles mogelijk was'. Tussen de generaal en zijn manschappen bestond een band die zo sterk was dat liefde daarvoor het enig juiste woord is. Hij geloofde dat ze alles konden doen en omdat hij dat geloofde, deden zij dat ook. Het was een soort wederzijdse, tragische zelfoverschatting.
Terwijl we over het terrein voor het standbeeld wandelden, vertelde ik de kolonel het verhaal van de confederale infanterist die praatte met een Britse militaire waarnemer. Ze zaten op een nacht rond het kampvuur en de Britse officier legde de ideeën uit van een van zijn landgenoten, een zekere Darwin. Toen hij uitgesproken was, zei de rebel infanterist: 'Well, sir, misschien stamt u af van een aap. En ook ik kan best van een aap afstammen. Maar generaal Lee, sir, die heeft zeker geen aap als voorouder.'
In de mythologie van de Lost Cause die door de verliezers van de Burgeroorlog werd gecultiveerd, kon Lee niets fout doen. Het was helemaal in stijl dat arme bewoners van Virginia 50.000 dollar bij elkaar schraapten om in 1917 een monument te bouwen voor Lee op de plaats van zijn meest desastreuze nederlaag.
Volgens de logica van de Lost Cause was het ook niet zozeer dat Lee op de derde dag van Gettysburg de slag had verloren, maar dat hij op de tweede dag door anderen in de steek was gelaten. Volgens dit scenario zou er nooit een Pickett's Charge geweest moeten zijn, als op de tweede dag Longstreet maar de Little Round Top had ingenomen.
Onschatbare hoogte
Op weg naar het toneel van de strijd op die tweede dag, schoot me een regel van Faulkner te binnen over hoe in iedere zuidelijke jongen de wens leeft dat hij hier erbij was geweest, met Pickett, op dat slagveld, die ochtend. Ik was eens een zuidelijke jongen en misschien heb ik ooit die gedachte gehad. Maar vandaag niet.
Het terrein aan het zuideinde van het slagveld is verwarrend en rommelig. In het centrum, waar je alles pijnlijk duidelijk kunt zien, voerden de confederalen een eenvoudige frontale aanval uit op een defensieve positie. Maar daarginds op de linkse flank van de Unie, bij het oog van de vishaak, daar was het vechten niet zo eenvoudig en elegant in zijn wreedheid.
Eén vuistregel in de oorlog, namelijk dat de hoogte onschatbare waarde heeft, was nooit meer waar dan hier. Twee heuvels domineren: Little Round Top en Big Round Top. Je ziet ze vanaf de stellingen van de confederalen aan de overkant, en zelfs nu, als je ook maar iets weet van hoe belangrijk terrein in oorlogsvoering is, kijk je naar die heuvels en denk je: 'Als je die hebt, dan heb je alles.'
Vanaf die heuvels kun je de linie langs Cemetery Ridge bestrijken. Zet wat artillerie op die heuvels en je domineert het slagveld. Lee, die een goede analist was van slagvelden, zag direct hoe belangrijk die heuvels waren. En hij gaf zijn oude warhorse, Longstreet, opdracht om ze te veroveren.
De slag om Little Round Top
Longstreet had onderkend wat zijn commandant nooit echt zou toegeven: de oorlog was van aard veranderd. Longstreet wist dat door de vuurkracht van de moderne geweren de ouderwetse massale aanvallen gelijk stonden met zelfmoord. In Gettysburg smeekte hij Lee haast om een defensieve slag te leveren. Verscheidene malen probeerde hij Lee over te halen, maar die antwoordde steeds door gewoon naar de overkant, naar de posities van de federalen te wijzen en te zeggen: 'Nee. De vijand zit daar, en daar wil ik hem treffen.'
De altijd zorgvuldige Longstreet was op die tweede dag nog langzamer dan anders met het voorbereiden van de aanval. Maar het kostte hem weinig moeite om de beboste en niet verdedigde Big Round Top te veroveren. De sleutel lag echter bij Little Round Top want vanaf die kale heuvel kon artillerie worden afgevuurd.
Toen de rebellen die de Big Round Top hadden ingenomen zich voorbereidden op de aanval, bevonden zich op de kleine heuvel beneden hen slechts een paar waarnemers. Maar de chief engineer van de Unie-troepen, generaal Warren, had zich gerealiseerd hoe slecht ze ervoor stonden en hij had kolonel Strong Vincent opdracht gegeven zijn troepen naar Little Round Top te brengen. De brigade van Vincent, inclusief het beroemde 20th Maine, arriveerde daar maar vijftien minuten vóór de aanvallers aan en sloeg hen terug.
Als je er rondloopt lijkt Little Round Top niet meer dan een rotsachtige, weinig indrukwekkende heuvel. Het is een ironie van de oorlogstijd dat grond die normaliter geen cent waard zou zijn, duizenden mensenlevens kan kosten. De kolonel en ik wandelden vanaf de top van de heuvel omlaag. 'Oh man', zei de kolonel, 'vanaf hier zou je de hele linie van de Unie kunnen beheersen met een paar kanonnen. Ze hadden hun hele defensieve positie moeten verlaten … of blijven zitten en aan stukjes gebombardeerd worden.'
Ik keek naar de monumenten die in een lange lijn naar de stad voerden. Je hoefde zeker geen Robert E. Lee te zijn om het belang van deze heuvel in te zien. 'Voor ons lijkt het nu allemaal heel duidelijk', zei de kolonel. 'Wij staan hier, niemand schiet op ons, we lezen de boeken, en we zeggen: "Hoe konden ze in vredesnaam deze heuvel onverdedigd laten?" of "Hoe kon het dat de confederalen de heuvel niet innamen, zolang die nog onverdedigd was?" Het lijkt allemaal zo verdraaid eenvoudig. Maar zoals Clausewitz zei: "In oorlog is alles eenvoudig. En zelfs het meest eenvoudige ding is ontzettend moeilijk."'
Beroemde foto
We liepen omlaag naar de Devil's Den, een rotsveld dat die tweede dag van de slag een strop werd waarin troepen verstrikt raakten, en waarin ze wanhopig en blind vochten. Toen de confederalen het eenmaal hadden ingenomen, werd Devil's Den een positie vanwaaruit scherpschutters hun vijanden één voor één konden neerschieten, onder dekking van al die rotsen.
Ik klom er rond, keek omhoog naar de heuvel en calculeerde afstanden, toen ik op een plaats kwam die me al sinds mijn tiende jaar had beziggehouden. Dit was het sniper's nest waar de confederale soldaat uit mijn boek dood lag, met zijn bloederig gezicht naar de hemel gekeerd. Dit waren exact dezelfde rotsen met de kleine muur van gestapelde vlakke rotsen om hem dekking te geven. Ik verwachtte half de verbleekte botten van de man tussen de rotsen aan te treffen.
In plaats daarvan vond ik een gedenkplaat die de ellendige achtergrond van de foto vertelde. Blijkbaar had de fotograaf, Alexander Gardner, de foto geconstrueerd. Toen hij op het slagveld arriveerde, na de strijd, lagen er meer lijken op de velden rondom Gettysburg dan er in de stad levende mensen waren. Het maken van foto's van lijken was te gemakkelijk geworden en eigenlijk overbodig. Toen hij dus een dode soldaat zag liggen, niet ver van hier, liet hij zijn assistent het lichaam hiernaartoe slepen, rolde hem op zijn rug en zette zijn geweer tegen de muur onder een toepasselijke hoek. Met alle ingrediënten op zijn plaats, nam Gardner zijn beroemde foto.
Ik neem aan dat er altijd de verleiding is om de zaak wat aan te kleden. En dat is precies wat deze plaats over het geheel genomen zo fantastisch maakt. De monumenten staan hier, dat is waar, maar voor het overige heeft de Park Service de gronden gelaten zoals ze toen waren. Als je er rondloopt, krijg je niet het gevoel dat iemand je emoties probeert te manipuleren. De grond geeft niets zomaar weg.
Het been van Sickles
Aan deze kant van het slagveld was meer te zien. Hier stierven dappere mannen in de Peach Orchard en het Wheat Field. Unie-troepen namen deze posities in omdat generaal Dan Sickles dacht dat ze hier beter af zouden zijn dan op de heuvelrug, waar Meade ze graag wilde hebben. Sickles was een van die 'politieke' generaals die het voor de Unie nog moeilijker maakten om te vechten dan het toch al was.
Met deprimerende regelmaat betaalden de troepen de prijs voor de incompetentie van een aantal van hun generaals. In dit geval betaalde ook de generaal: Sickles' been moest uiteindelijk geamputeerd worden. Hij liet het op sterk water zetten en stuurde het aan een museum. Na de oorlog bezocht hij regelmatig zijn been, vergezeld van vrienden. Hij diende ook in het Congres, waar zijn interesse zich beperkte tot het behoud van het slagveld waar hij verminkt was geraakt. En meer dan wie dan ook verdient hij lof voor de nachtmerrieachtige sfeer van het Gettysburg Military Park. Maar op het slagveld kreeg hij geen monument, want hij verloor die tweede dag niet alleen zijn been, maar ook een derde deel van zijn manschappen.
De soldaten van Longstreet hadden die dag niets veroverd dat het waard was om te behouden, en dat leidde tot Lee's besluit om op de derde dag de Unie-stellingen in het midden aan te vallen. Nogmaals verzette Longstreet zich tegen deze aanval. Maar Lee was vastbesloten en wenste dat Longstreet zelf de aanval leidde. Toen het zover was, kon Longstreet het commando om aan te vallen niet over zijn lippen krijgen. Hij staarde enkel naar de grond toen Pickett toestemming vroeg om voorwaarts te gaan. Na de oorlog werd Longstreet in de geschriften over de Lost Cause de kwaaie pier gemaakt. Voor hem is er geen monument, niet hier, niet op een ander slagveld of in enige stad in het zuiden.
Herdenking
Van het zuideinde van het slagveld, gingen we naar het midden van de Unielinie. Dit was waar op de derde dag de confederalen het diepst doordrongen. Hier zijn ook de meeste monumenten te vinden. Een van deze monumenten had onze speciale interesse: dat van de staat Vermont. De Vermonters hadden een flankaanval uitgevoerd op de troepen van Pickett toen die optrokken naar de Unieposities, en ze hadden de confederale opmars vertraagd. De figuur die bovenop het monument staat is generaal George Stannard, die een van de brigades van Vermont aanvoerde. De kolonel en ik hadden beiden in de ouderraad van de school in ons stadje gezeten, samen met een nazaat van Stannard.
We liepen op dit terrein, rond een bosje bomen dat het doelwit was van de aanval en dat wel het hoogtepunt van de Confederatie wordt genoemd. Er is een kleine stenen markering op de plaats waar generaal Lewis Amistead sneuvelde toen hij de troepen aanvoerde die het verst doordrongen in de posities van de Unie – die werden geleid door een man die voor de oorlog zijn vriend was geweest.
Een zachte, treurige wind woei over de in feite maar lichte glooiing die we kennen als Cemetery Ridge. Er waren hier meer bezoekers. Ze bekeken de monumenten. Het grote standbeeld van Lee leek van hieruit heel klein, tegen de achtergrond van de bomen, aan de overkant op Seminary Ridge.
Toen ik over het lange, glooiende terrein naar het monument van Lee staarde, herinnerde ik me opeens een foto die ik had gezien bij het doorbladeren van boeken over dit slagveld. De foto was genomen tijdens de herdenking van de vijftigste verjaardag van de slag. Zo'n 50.000 veteranen waren erbij geweest, uit 46 van de 48 staten. Ze waren allemaal oud en velen waren verminkt, zoals de éénbenige Dan Sickles. Ze verbleven in tenten, toerden over het slagveld en bewonderden de monumenten die hun veteranen-verenigingen hadden opgericht, speelden militaire muziek en amuseerden zich prima.
Op een gegeven moment hadden een stuk of honderd confederale soldaten zich opgesteld in het heuphoge graan op de helling voor me, en Pickett's Charge nagespeeld. Ze droegen grijze baarden en waren te oud om helemaal vanuit Seminary Ridge naar hier te komen, al schoot er nu niemand op hen. Ze begonnen pas honderd meter van de plaats waar de oorspronkelijke aanval op een ramp was uitgelopen. Ze droegen hoeden en paraplu's, ze schreeuwden nog eenmaal een trillende rebel-yell en renden – min of meer – naar de stenen muur waar hun vroegere vijanden hen opwachtten om hun hand te schudden. De foto toont een stuk of tien van deze mannen, schouder aan schouder, op weg op deze lichte helling in een slotoffensief dat voor altijd door zal gaan.
The Gettysburg Address
Abraham Lincolns toespraak bij de inwijding van de begraafplaats bij Gettysburg, op 19 november 1863
Four scor and seven years ago our fathers brought forth on this continent, a new nation, conceived in Liberty, and dedicated to the proposition that all men are created equal.
Now we are engaged in a great civil war, testing whether that nation, or any nation so conceived and so dedicated, can long endure. We are met on a great battle-field of that war. We have come to dedicate a portion of that field, as a final resting place for those who here gave their lives that that nation might live. It is altogether fitting and proper that we should do this.
But, in a larger sense, we can not dedicate – we can not consecrate – we can not hallow – this ground. The brave men, living and dead, who struggled here, have consecrated it, far above our poor power to add or detract. The world will little notice, nor long remember what we say here, but it can never forget what they did here. It is for us the living, rather, to be dedicated here to the unfinished work which they who fought here have thus far so nobly advanced. It is rather for us to be here dedicated to the great task remaining before us – that from these honored dead we take increased devotion to that cause for which they gave the last full measure of devotion – that we here highly resolve that these dead shall not have died in vain – that this nation, under God, shall have a new birth of freedom – and that government of the people, by the people, for the people, shall not perish from the earth.