Foto essay door Anja Ligtenberg

Fotoessay door Anja Ligtenberg                           Anja Ligtenberg
(de foto’s zijn groot afgebeeld
aan het eind van de tekst).

 

s’ Avonds zijn de straten verlaten , het is stil en donker en de schaduwen zien er af en toe zeer onheilspellend uit. De lichten van de straatlantarenpalen werpen geheimzinnige schaduwen op de weg en de gebouwen. De rails voor de haken en katrollen zien er onheilspellend uit. Een eenzame vrachtwagen staat zachjes te ronken. (F4) We zijn in het meatpackersdistrict. West 14th street , vanaf ninth avenue tot aan de westside highway en dan zo’n drie blokken naar beneden. Het is een gebied waar weinig toeristen zullen komen. Een gebied van slechts zo’n 6 blokken met een eigen rauwe industriele mysterieze sfeer die je nergens anders in Manhattan vindt.

Het is dan ook décor voor een behoorlijk aantal films, videoclips en tv-series en modereportages. Het gebied trekt bijzondere gasten die in drie groepen te verdelen zijn. s’ Ochtens vanaf twee uur tot zo ongeveer twee uur s’middags zijn het de slagers en de vleesverwerkende bedrijven waar de buurt zijn karakter en naam aan te danken heeft.

s’ Nachts bieden dezelfde straten de gelegenheid voor mensen die niet van het doorsnee uitgaansleven houden. Zo is er een cowboycountryclub waar de barmeisjes in bikinis (soms zonder) op de bar dansen, een hiphopclub, een vampire club, een gayleather en stripclub. Daarnaast lopen buiten op straat ook de mannelijke prostituees en hun klanten.

s’ Middags ziet het er heel anders uit. Kunstenaars hebben hier hun ateliers samen met een aantal andere creatief georienteerde bedrijfjes. Ook galeries hebben deze buurt ontdekt. Het afgelopen half jaar hebben er zich minstens 4 galeries gevestigd. Dit laatste is tekenend voor het proces van opwaardering van de buurt. Langzaam maar zeker verdwijnen de karateristieke gebouwen in deze buurt om plaats te maken voor ‘nette’ zielloze muren.

Het is een van de laatste plekken in Manhattan die nog niet is opgeslokt door projectontwikkelaars of het grote publiek. Het is nog een buurt dat zijn eigen karakter heeft weten te bewaren. Het lijkt er echter op dat dit niet lang meer zal duren. Sommige panden zijn al afgebroken, andere wachten erop. Er zijn al enkele meatpackersbedrijven verhuisd naar de Bronx, Long Island of New Jersey. Maar het is een proces wat pas net in gang is gezet.

Voorlopig is het nog heel erg het meatpackersdistrict. Het is twee uur in de ochtend als Adam zijn bus parkeert voor zijn news/coffestand op de hoek van 14th street. Hij is er als eerste om de hot coffee klaar te hebben als de eerste mannen in hun witte slagersjassen verschijnen.

Langzaam maar zeker begint het hele district tot leven te komen. De straten zullen al snel worden geblokkeerd met enorme vrachtwagens die hun lading komen brengen. Ze komen er al jaren en de chauffeurs hebben een soort wachtregeling onderling

Sommige laadplaatsen zijn zo smal dat het centimeter werk is om de enorme bakbeesten van wagens zo te parkeren dat de mannen van het bedrijf kunnen uitladen en de chauffeur zijn koffie kan gaan drinken.

De ladingen varieren van kippepootjes tot lammeren tot runderen. Vroeger kwamen ze per trein aan wat nog te zien is aan de rails die hier boven de grond ligt. Inmiddels groeit het onkruid hier weelderig en drukt het skelet van de spoorbruggen alleen nog een visueel stempel op de buurt.

Het slachten van de dieren is al gebeurd. Meestal in New Jersey. De geslachte dieren komen hier aan en worden verder verwerkt en verpakt tot het vlees klaar is om weer doorverkocht te worden aan de tussenhandel. Deze bestaat uit supermarkten, restaurants, soms catereraars en slagerijen en verder iedereen die een heel lam kan gebruiken. Sommige inkopers komen zelf langs, voor anderen wordt weer een nieuwe (meestal kleinere) vrachtwagen ingeladen.

Laten we verder kijken bij Loew Avenue Beef Company. Een relatief klein familiebedrijfje dat hier al sinds mensenheugenis is en overgaat van grootvader op vader en zoon. Zij zijn gespecialiseerd in lamsvlees.

Bij Loew beginnen ze 5 uur a.m. Iedere maandag, woensdag en vrijdag komt er een nieuwe lading aan. Iedere keer 200 lammeren. Vroeger kwamen er 200 iedere dag. De lammeren worden van de haken in de vrachtwagen gehaald en aan de haken gehangen die buiten aan het afdak zijn bevestigd. Deze haken hangen aan een rails die zo naar binnen gaat. De kadavers worden gecheckt en naar binnen geduwd. Binnen is een grote hal waar de kadavers in lange rijen hangen te wachten om verwerkt te worden. Het is er alijd en overal 3 graden Celsius.

Mr T begint als eerste met de verwerking. Hij trekt een lam in positie en hakt het in drie slagen doormidden. Middenstuk en poten gaan apart op andere haken. Zelfs met de lammeren (klein vergeleken met de runderen) is dit zwaar werk. Hij kan er drie achter elkaar doen en moet vervolgens even op adem komen voor hij de volgende serie van drie kan doen. De kleinere delen gaan door naar de snijmachine waar ze weer kleiner gemaakt worden. Vervolgens worden deze stukken, afhankelijk van de bestelling nog kleiner gesneden of verpakt. Ondertussen lopen er nog twee andere collega’s rond die de lammeren ve`rplaatsen of bestellingen klaarmaken. Voorin houden de baas en zijn zoon zich bezig met verkoop en het regelen van bestellingen.

Behalve telefonische orders komen er ook klanten aan de deur. Klanten die in de loop de jaren de weg hebben leren kennen en nu nog ‘slechts een heel lam’ nodig hebben Tegen 9 uur wordt er al een begin gemaakt met het schoonmaken van de vloeren. Even later de andere machines en dan is het grote werk gedaan. Om twaalf uur is men klaar om de deur weer te sluiten voor de volgende dag.