Reisverhaal: de grandeur van Hudson Valley

 

Een aantal van de prachtige landhuizen aan de Hudson, de rivier die bij Manhattan in de oceaan uitmondt, is voor het publiek toegankelijk. Een trip langs de Hudson combineert natuurschoon, cultuur en historie en is daarom een ideale combinatie om een paar dagen de stad achter te laten en iets heel anders te ervaren.

door Frans Verhagen

In de negentiende eeuw raakte het bij rijke Newyorkers in zwang om ’s zomers de stad te ontvluchten naar hun luxe buitenhuizen aan de Hudson. Op de heuvels waartussen de Hudson zich naar Manhattan slingert, bouwden ze landhuizen waarmee de elite elkaar ook op architectonisch terrein beconcurreerden. Deze zogenoemde mansions van de Rockefellers, de Roosevelts, de Vanderbilts en andere illustere namen in het grootboek van Amerikaanse rijkaards die in de Gilded Age, na de Burgeroorlog hun fortuin maakten, zijn nu ook voor het gewone volk toegankelijk. Gecombineerd met de restanten van een rijke geschiedenis – dit stuk Amerika werd al in de zeventiende eeuw door de Nederlanders ontwikkeld – bieden deze huizen, de bossen, heuvels, bed & breakfasts en de glorieuze vergezichten over de Hudson Valley een ideale trip om een paar dagen de drukte van New York te ontsnappen. Als u dan ook nog de kans hebt om zo’n reis in de eerste paar weken van oktober te organiseren, kunt u ook nog genieten van de changing of the leaves, de prachtige herfstkleuren.

Middeleeuwse kunst in The Cloisters

Wie alvast in de stad New York wil beginnen, kan dat niet beter doen dan bij de Cloisters, een van Manhattans best bewaarde geheimen. U neemt de Westside Highway van Manhattan in noordelijke richting (Henry Hudson Highway, oftewel Route 9A). Net voorbij George Washington Bridge verschijnt aan de rechterkant op de heuvels The Cloisters, op het eerste gezicht een raar middeleeuws bouwwerk in deze verstedelijkte omgeving. The Cloisters werd gebouwd rondom de verzameling middeleeuwse kunst die John Rockefeller Jr. in Europese kloosters bij elkaar had gesprokkeld – hij nam de kloosters zelf ook meteen mee en stelde van de brokstukken dit gebouw samen. In de jaren twintig schonk de puissant rijke olieboer deze collectie aan het Metropolitan Museum of Art, waarvan het nu officieel een onderdeel is.

Hier vindt u de mooiste Romaanse en Gotische kunst die in Amerika valt te bewonderen, beelden, houtsnijwerk en tapijten, bijeengebracht in wat op het eerste gezicht een bizar gebouw lijkt maar bij nader inzien toch wel een heel mooi onderdak is voor deze prachtige werken. Het pronkstuk van de collectie zijn de Unicorn Tapestries, zes handgeweven tapijten uit de vijftiende eeuw die de jacht op de eenhoorn weergeven. Een bezoek aan The Cloisters is een goede manier om afscheid te nemen van Manhattan: nog net in de stad maar eigenlijk toch al erbuiten. Vanaf het terras kunt u een eerste blik werpen op de pracht van de Hudson: zuidwaarts naar de imposante George Washington Bridge, naar het noordwesten naar de Palisades, de rotsen die de westelijke oever van de rivier vormen.

De romantiek van Sunnyside

De volgende stop op uw route is Sunnyside, het huis waar de schrijver Washington Irving woonde en werkte. Irving schreef beroemde verhalen die in deze streek spelen zoals Ripp van Winkle en The Legend of Sleepy Hollow, maar hij wordt tegenwoordig niet veel meer gelezen. op het toppunt van zijn roem vestigde Irving zich in dit door een Nederlandse boer gebouwde huisje, in de jaren dertig van de negentiende eeuw. Hij woonde er tot zijn dood in 1859. De nogal volgepropte Victoriaans aandoende kamers van het huis zijn weinig veranderd sinds Irving en zijn zusters hier verbleven, en staan vol met herinneringen aan Irvings leven.

Met de blauwe regen rond de voordeur en het rare torentje met zijn een pagode-dak heeft Sunnyside iets van een uit de kluiten gewassen poppenhuis. Dat torentje staat naast een trapgevel die Irving liet maken naar Vlaamse voorbeelden. Verder voegde hij vensters toe met glas-in-lood ramen en leende hij het ontwerp voor de schoorstenen van de Engelse landhuizen. De rondleidingen in Sunnyside worden gegeven door dames in klederdracht en bieden een goede introductie in het leven aan de Hudson rond het midden van de vorige eeuw – nog voordat de grote bloei van Hudson Valley landhuizen plaats had gevonden.

Een kathedraal als woonhuis

Lyndhurst wordt beschouwd als het mooiste Gothic Revival landhuis in de Verenigde Staten. Het was eigendom van de spoorwegmagnaat Jay Gould en biedt een indrukwekkend uitzicht over de Tappan Zee. Zoals zoveel van de huizen langs de Hudson, werd Lyndhurst in 1838 opgezet als een relatief eenvoudig huisje, al wel in gotische stijl. Naar zijn eigenaar heette het de Paulding Manor tot het werd gekocht door George Merritt, die de oorspronkelijke architect opdracht gaf om een echt kasteel te bouwen, dat Merritt vervolgens omdoopte tot Lyndhurst. Tegen die tijd was het landhuisje omgevormd tot een soort sprookjeskasteel met torentjes, spitsen, gevels en een hoop details. Gezien vanuit een ander gezichtspunt lijkt het meer op een uit de kluiten gewassen gotische kapel. Jay Gould, die aan de overkant van de rivier, in de Catskill Mountains, als zoon in een armoedig gezin was geboren, kocht Lyndhurst in 1880.

De binnenkant van Lyndhurst is soberder en strakker dan het exterieur doet vermoeden, hoewel de zitkamer toch meer heeft van de naaf van een kathedraal dan van een gezellige kamer. Echt confortabel moet het niet geweest zijn, maar als kijkspel biedt Lyndhurst spektakel.

De Nederlandse erfenis

Oloff van Cortlandt emigreerde in de zeventiende eeuw van Nederland naar Nieuw Amsterdam. Zijn zoon Jacobus van Cortlandt bracht in de Bronx de plantage tot bloei die nu nog voortbestaat als het Van Cortlandt Park. De andere zoon, Stephanus van Cortlandt, werd in 1677 gekozen tot burgemeester van de stad New York, en ontginde 25.000 hectare bossen tussen de Hudson en de staat Connecticut tot een plantage. Zijn Van Cortlandt Manor was in eerste instantie een versterkte boerderij met een wijds uitzicht over de rivier. Naarmate het geweld in de regio verminderde, werd het meer tot een aangenaam woonhuis voor Van Cortlandts familie.

In de massieve muren zijn de openingen voor geweren nog te zien, maar die agressieve indruk wordt verzacht doordat het oude huis is omringd met Vlaamse daken en veranda’s. Van Cortlandt was in zijn tijd een belangrijke notabele en hij ontving geregeld mensen als Benjamin Franklin en George Washington.


Een collega-hereboer van Van Cortlandt vestigde zich een paar kilometer verderop, in de buurt van wat nu Tarrytown heet. De Philipsburg Manor is een prachtig gerestaureerde Nederlandse nederzetting uit het eind van de zeventiende eeuw. Het hart van deze boerderij is een wit huis, gelegen aan het eind van de dam die een kunstmatig meer creëert waaruit het water wordt getapt waarop de molen draait. De boerderij werd opgezet door Frederick Philipse die in 1653 als timmerman vanuit Holland naar Amerika kwam en zijn dagen eindigde als een van de rijkste mensen in de kolonies. Hier herleeft de tijd van voor de Onafhankelijkheidsoorlog.
Van alle huizen die we aan de Hudson zagen was dit de eenvoudigste, de enige waar duidelijk ook ooit werd gewerkt – zij het in de tijd van Philipse vooral door slaven uit de Westindies. In het kader van de historische getrouwheid en met oog voor detail, laten de huidige beheerders een zwarte man met een westindisch accent in de molen vertellen hoe er daar werd gewerkt. Dat verhaal was zeer ter zake kundig en ook op andere plaatsen in de boerderij geven mensen in klederdracht toelichtingen op de activiteiten en levenswijze op de Manor in zijn glorietijd.

De Rockefellers: Kykuit

Vanaf het terrein van de Philipsburg Manor vertrekken busjes naar Kykuit, het buitenverblijf van de Rockefeller-familie, dat sinds 1994 voor bezoekers toegankelijk is. Het contrast met de Philipsburg kon niet groter zijn. Niet beter of slechter, maar zoveel anders dat je eigenlijk een pauze moet inlassen tussen deze twee bestemmingen. Dat kan door te overnachten in Tarrytown, het stadje vlakbij de Manor.


Voor de twee uur durende rondleiding van Kykuit moet u reserveringen maken en dat is niet iets wat u straffeloos kunt negeren. Wij kwamen ’s ochtends aan en hadden geluk dat een georganiseerde reis was uitgevallen, waardoor we ’s middags met de laatste toer meekonden maar anders was het mooi niet doorgegaan. Kykuit is pas twee jaar open (van april tot oktober) maar is razend populair, ondanks de forse toegangsprijs van $18. Tijdens zomerweekends is Kykuit maanden tevoren uitverkocht (voor reserveringen belt u (914)631-9491).

Kykuit was tot eind jaren zeventig het woonhuis van John D. Rockefeller, voormalig gouverneur van de staat New York en vice-president onder Gerald Ford. Hij had bepaald dat na zijn dood het huis voor het publiek toegankelijk moest zijn maar aangezien hij maar voor een derde eigenaar was (met zijn twee broers), duurde het tot begin jaren negentig om de zaken te regelen.

De oude John Rockefeller Sr., de grondlegger van het kapitaal van de familie was een strenge baptist en hoewel het huis luxueus is te noemen, is het niet zo op vertoon gericht. Zo heeft het bijvoorbeeld geen enorme trappartij of ontvangsthal. Plezierig is ook dat je merkt dat er in dit huis ook nog een gezin met kinderen heeft gewoond, die waarschijnlijk rolschaatsten op de houten vloeren.

Het in Italiaanse Palazzo-stijl gebouwde huis staat op een heuveltop met een superb uitzicht over de Hudson en zit tjokvol met antiek en kunst, in een verbazend smaakvolle mix. De oude Rockefeller had een mooie verzameling antiek aangelegd, vooral om zijn huis de uitstraling te geven van een Engels landhuis. Zijn zoon, John D. Jr. volgde dat voorbeeld en voegde er zijn eigen verzameling van Oosters porselein aan toe. Nelson Rockefeller begon met het kopen van Chinees porselein maar ontdekte dat hij eingelijk meer geïnteresseerd was van moderne kunst. Rockefeller ontwikkelde op dat terrein een goede neus (hij hielp een flink aantal kunstenaars op weg) en vulde het huis met een mooie verzameling schilderijen, beeldhouwwerk en tapijten. Zijn keuzes waren soms gewaagd en bijna altijd goed. In de kelder van het huis, waar een gallerij is ingericht met de mooiste werken van zijn verzameling, vindt u imponerende kunstwerken. In de tuinen, glooiend en uitziend over de Hudson, staat een collectie beeldhouwwerk die zijn weerga niet kent. Ik vond de gids uitstekend en uiterst plezierig – maar het schijnt dat dit nogal kan variëren. Overigens bleken de dames in het gezelschap meer geïnteresseerd in de huwelijken van John D. dan in zijn kunst, maar ook op dat terrein was de gids uitstekend thuis.

Het familiehuis van de Roosevelts (Franklin etc.)

Wie genoeg tijd heeft kan na Kykuit (of ervoor als u moet wachten voor een reservering) een uitstapje maken naar de andere kant van de rivier. Bear Mountain State Park is een prachtige plek om te wandelen, met verscheidene campings. Maar bekender is iets verder naar het noorden West Point, waar de militaire academie van die naam is gevestigd. Een bustoer van een uur laat u de mooiste stukken van de campus zien, inclusief de uitzichten over de Hudson waaraan de plek zijn naam dankt. Het museum is iets voor liefhebbers van wapens, nieuw en oud, en van weergaves van beroemde veldslagen. Maar het aardigste is toch om een roedel joggende kadetten tegen te komen.

Als u op de oostoever blijft of terugkeert via het stadje Kingston en dan over de Hudson via Route 199, is de volgende stop Hyde Park. In dit dorp staat het familiehuis van Franklin D. Roosevelt. Afgelopen najaar kreeg het nog bezoek van president Clinton die er een topontmoeting had met president Yeltsin. De foto van beide heren op een houten Adirondack chair, uitkijkend over de vallei van de Hudson, in al zijn prcht en praal van de herfstkleuren op hun top, haalde alle kranten.

Roosevelt werd hier geboren en groeide hier op, onder het dominerende toezicht van zijn moeder. Het huis leeft. Niet alleen de president zelf maar ook zijn vijf kinderen, en niet te vergeten zijn vrouw Eleanor, lieten duidelijk hun sporen na. Het museum en de presidential library naast het huis geven goed inzicht in Roosevelts privé-leven en zijn carrière, inclusief foto’s van zijn verlamde benen die door de pers nooit werden afgedrukt. Je komt als vanzelf onder de indruk van de man. De Roosevelt Mansion zet je aan het denken over karakter, geschiedenis, staatslieden en het verband tussen die zaken – zaken die in de andere rijkeluis-huizen niet aan de orde komen. Dat zijn gewoon mooie huizen.

Vlak bij de Roosevelt Mansion is ook het huis van Eleanor Roosevelt te zien. De weduwe van de president werkte en woonde in Val-Kill tot haar dood. Eleanor is zonder twijfel de populairste First Lady aller tijden, al is dat een moeizaam verworven reputatie geweest. Het huis en de tentoonstelling geven een goed beeld van deze opmerkelijke vrouw.

Een optrekje

Een kilometer of drie naar het noorden ligt de Vanderbilt Mansion, die in 1898 voltooid werd voor Frederick William Vanderbilt, de zoon van de rijkste man in Amerika die zelf vooral faam verwierf als filantroop. Vanderbilt kocht het huis in 1895, toen het in enigszins vervallen staat verkeerde. Toen de fundamenten van het Greek Revival huis niet in orde bleken, haalde hij de hele zaak neer en begon van voren af aan. Het nieuwe ontwerp moest de uitstraling hebben van een klassiek Europees aristocratisch huis.

Dat is in elk geval gelukt. Voor een optrekje van de Vanderbilts is de Mansion klein te noemen met zijn 54 kamers. Het huis was dan ook vooral een plek om je te ontspannen, te jagen en van de natuur te genieten. Niettemin had de oude Vanderbilt in een hoek van de grote kamer midden in het huis, een kantoor waar hij iedere ochtend om zes uur was te vinden.

De kamers zijn in verschillende stijlen ingericht, maar de meest imponerende ruimte is de open hal met zijn gigantische open haard, waar het na de jacht inderdaad goed toeven moet zijn geweest. Maar toch alleen als je met een flinke club mensen was, want echt warm oogt het huis niet. De ligging van de Vanderbilt Mansion maakt weer optimaal gebruik van de vergezichten over de Hudson. Van de Vanderbilt naar de Roosevelt Mansion loopt een wandelpad van een paar kilometer dat in bijna alle seizoenen de moeite waard is. U moet het echter wel in uw planning meenemen, anders komt u in tijdnood.

De oudste inn van Amerika

Rhinebeck was de plaats waar we overnachtten – op relatief korte afstand van zowel Hyde Park als Vanderbilt Mansion, zodat u ook een van de twee de volgende dag kunt doen. Rhinebeck is een plezierig plaatsje met als trekpleister de Beckmann Arms Inn, die claimt het oudste hotel in de VS te zijn (sinds 1766). De Victoriaanse kamers van het hotel zijn uitstekend en smaakvol ingericht, en de keuken van het bij het hotel horende restaurant (de 1776 Tavern) was de beste die we langs de Hudson aantroffen.

Tussen Hyde Park en Rhinebeck ligt nog de Mills Mansion, een landhuis in Beaux Arts stijl dat in 1895 werd gebouwd. De restauratie van dit landhuis is nog in volle gang, maar de bezoeker is toch al onder de indruk van de aangename stijl van dit huis, zeker als je het net na de Vanderbilt ziet. De glooiende grasvelden geven weer een prachtig uitzicht over de Hudson.

Ten noorden van Rhinebeck wacht dan nog Montgomery Place, een landhuis in Federal Style. Het huis werd gebouwd in 1804-05 door Janet Livingston Montgomery, weduwe van de held van de revolutionaire oorlog, generaal Richard Montgomery, die in de Quebec Campaign van 1779 sneuvelde. Ze opende er ook commercieel zeer succesvolle kassen. In de jaren dertig van deze eeuw werden show-tuinen toegevoegd, die aan de rondleiding een extra aspect geven. Vanuit de tuinen van Montgomery Place zie je aan de andere kant van de rivier de Catskill Mountains.

Wie na deze parade van landhuizen wel genoeg gezien heeft van het leven van de rich and famous kan over de andere oever van de Hudson in een halve dag terugrijden naar New York City (of over de Taconic State Parkway in een anderhalf uur). Het is ook mogelijk om van hieruit door te steken naar west-Massachusetts, naar de Berkshires. Zeker in oktober en begin november is dat aan te raden omdat daar dan de mooiste herfstkleuren van het land te zien zijn. U kunt ook doorrijden naar het noorden, richting Albany, de hoofdstad van de staat New York, of de natuur opzoeken in de Catskill Mountains, of helemaal in het noorden, in de Adirondacks gaan wandelen.