Het westelijk deel van Massachusetts

 
Het westelijk deel van Massachusetts, Berkshire County, is een heuvelachtig en bebost gebied. De valleien van de naar het zuiden stromende Housatonic en de noordwaarts gaande Hoosic lopen aan de voet van pieken van enige hoogte. Dit is het deel van New England met de dorpjes en stadjes die haast typisch geworden zijn voor dit deel van Amerika. Meestal wordt de hele regio de Berkshires genoemd.
Het relatief koele zomerweer trok aan het eind van de vorige eeuw de rijke Amerikanen hierheen. Ze bouwden zomerverblijven en injecteerden een dosis high culture in de regio die er nooit meer uit is gegaan. Het stikt van de musea, de galerieën en kunst uitstallingen, en ’s zomers vinden er tientallen voorstellingen plaats. De romantische bed and breakfasts zitten dan vol met Newyorkers of Bostionians, op zoek naar een combinatie van frisse lucht en cultuur.
En in de herfst is het hier afgeladen vol met mensen die hopen precies het juiste weekend of de juiste week te hebben geboekt waarin de bladeren van kleur veranderen. Dat is hier inderdaad een spectakel van jewelste.

Nog steeds voel je in het noordelijk deel van de Berkshires dat dit gebied tot laat in de negentiende eeuw totaal geïsoleerd was. Pas toen de Hoosaic Tunnel werd geopend, konden de treinen hier komen, en begon de industrie hier wortel te schieten. Maar nog steeds doet het gebied hier ruiger en eenzamer aan dan je in zo’n oude kolonie zou verwachten. Je dient hier ook de tijd te nemen om te reizen. Hoewel afstanden weinig lijken voor te stellen, kosten de heuvels, haarspeldbochten en smalle wegen behoorlijk wat tijd.

Williamstown is het grootste stadje in dit deel van de Berkshires. Tenzij u kampeert, is dit de plaats voor motels en hotels. Maar in de dit universiteitsstadje (Williams College) ligt ook een prachtig museum, een van die privé-collecties waar Amerika het patent op heeft: het Sterling and Francine Clark Art Institute. De verzameling bevat onder meer dertig schilderijen van Renoir en een flinke hoeveelheid werk van Degas, Monet en andere impressionisten. Zelf vond ik de negentiende-eeuwse Amerika
nen erg mooi. Het museum heeft ook een grote verzameling zilver en beeldhouwwerk.

De collectie werd verzameld door een erfgenaam van het Singer-imperium (van de Singer-naaimachines). Curieus genoeg is een van de redenen dat ze het museum hier neerzetten de Koude Oorlogsangst dat Krutchev ooit raketten op New York zou kunnen laten regenen. Daar was hier in deze uithoek weinig kans op.