De Shakers, een oude religieuze gemeenschap

De kracht van eenvoud

Van alle religieuze utopistische sektes die in de achttiende en negentiende eeuw in Amerika werden opgericht, en dat waren er nogal wat, zijn de Shakers de langst overlevende. Gemeenschappelijke eigendom, celibaat en eenvoud van leven waren de kenmerken van deze groep, voor wie het vervullen van de dagelijkse taken een eerbetoon aan God was. Al doende maakten de Shakers meubilair en gebruiksvoorwerpen die nu enorme antiquaire waarde hebben en ontwikkelden ze een stijl die overal gekopieerd wordt. Door Frans Verhagen Misschien overleven de Shakers de twintigste eeuw nog, maar het zal kantje boord zijn.

De laatste Believers, zoals ze zichzelf noemen, zijn op leeftijd en al een jaar of dertig geleden besloten ze geen nieuwe leden meer te accepteren. Tot ieders verrassing echter nam de belangstelling voor deze utopistische religieuze groep ineens sterk toe, en mogelijk verschaffen de drie relatief jonge Brethren de Shakers nog een toekomst. Misschien komt het door de hernieuwde interesse in religie en spiritualiteit, of de nostalgische of new-age-geïnspireerde liefde voor eenvoud, zuiverheid en zelfs celibaat, of wellicht is het gewoon de populariteit van de meubels en gebruiksvoorwerpen die ze maakten: over gebrek aan belangstelling hebben de Shakers niet te klagen.

In 1850, toen deze sekte zijn hoogtepunt bereikte, was Hancock Shaker Village één van de 19 Shaker Societies in de Verenigde Staten. Meer dan zesduizend mensen, mannen en vrouwen, woonden in deze utopistische leefgemeenschappen, en terwijl de ene na de andere community (in die tijd een populair concept) het loodje legde, waren de Shakers onwaarschijnlijk succesvol.

Toch was het keerpunt nabij: aan het eind van de eeuw begonnen de eerste gemeenschappen te sluiten. Maar gelukkig zijn niet alle sporen uitgewist. Omdat de Shakers zo’n eigen en specifieke stijl hadden, bleef er veel van bewaard. Zo is Hancock Shaker Village, nabij Pittsfield, Massachusetts, nu een living museum; een museum omdat er geen Shaker meer rondloopt en toch levend omdat vrijwilligers demonstreren hoe het leven hier vroeger toeging. Met enige verbeeldingskracht kun je in Hancock je voorstellen hoe het er hier twee eeuwen geleden aan toeging. Religieuze koorts De wortels van de Shakers liggen in het Engeland van de achttiende eeuw, in de sloppenwijken van Manchester. Daar leidde Ann Lee, geboren in 1736, een marginaal bestaan in een liefdeloos huwelijk en grote armoede. Haar gezondheid had zwaar te lijden onder zwangerschappen en miskramen, haar geestelijke gesteldheid onder haar kleurloze bestaan en de vroege dood van haar vier kinderen. Ann Lee was diep gelovig en hunkerde naar tekenen dat haar geloof haar zou redden uit haar deprimerend bestaan.

Deze tekenen vond ze bij een groep Quakers die bij hun regelmatige bijeenkomsten werden bevangen door een religieuze koorts die zich uitte in schudden en heftig heen en weer bewegen. Ze wierp zich op als leider van de groep, die bekend werd als de Shaking Quakers, begon te prediken en tegen het establishment te schoppen. Ze belandde in de gevangenis, en daar, zo vertelde Ann Lee later, werd ze bezocht door Jezus zelf, met wie ze voortaan verbonden was als de vrouwelijk kant van God op aarde. Ann Lee, voortaan Mother Ann, was de nieuwe manifestatie van de Messias, Jezus Christus vertegenwoordigde de mannelijke kant en zij de vrouwelijke. Ook had ze in haar cel bedacht dat een leven zonder zonden gemakkelijker viel vol te houden als je je hield aan eenvoudige regels: openbare biecht, eenvoud, celibaat en de perfectionering van het dagelijks leven. In Engeland leverden deze ideeën vooral hoon op en vervolging. In 1774 vertrokken Lee en een aantal volgelingen naar New York, in de hoop dat ze in Amerika hun geloof beter konden praktizeren. In de stad konden ze nauwelijks het hoofd boven water houden; pas toen ze in 1776 verhuisden naar upstate New York, vlak bij Albany, slaagde de groep erin een leefbare gemeenschap te vormen.

Dit deel van Amerika beleefde in die jaren de ene na de andere geloofsrevival, en de Shakers waren gewoon één van de vele sekten. Vooral armen en arbeiders bleken open te staan voor boodschappen van redding, materiële veiligheid en spirituele rust. Bovendien boden de intensheid van het dansen, de trance, het spreken in tongen en de hallucinerende visioenen een uitweg uit de dagelijkse ellende. Geleidelijk aan kwamen mensen luisteren naar Mother Ann en haar Shaking Quakers. De diensten met de onvoorspelbare oprispingen zouden de praktijk van de eerste Christenen weerspiegelen, in ere hersteld met de Second Coming in de vorm van Mother Ann. Wie zich verder hield aan de sobere leefregels van de Shakers, wist zich verzekerd van redding. Superioriteit Mother Lee reisde twee jaar lang rond in New England, vaak beschimpt en verjaagd. In die jaren na de Onafhankelijksoorlog riep een groep Engelsen met het pacifisme als boodschap niet direct de warmste gevoelens op. Bovendien was er weerstand tegen de zelfverklaarde superioriteit van de manier van leven en geloven van de Quakers, terwijl het opheffen van privé eigendom en het propageren van het celibaat de gevestigde orde bedreigden.

Vooral dat celibaat werd argwanend bekeken, omdat de groep wel degelijk uit mannen en vrouwen bestond. Geruchten over perverse seksuele gewoonten en orgieën zouden de Shakers altijd achtervolgen, net als verhalen over het castreren van bekeerde mannen en het vermoorden van onwettige kinderen. In 1784 stierf Ann Lee, uitgeput, in Niskeyuna waar de groep zich had gevestigd. Haar opvolgers slaagden er binnen een paar jaar in om honderden bekeerlingen te vinden en, belangrijker, de doctrine van de Shakers nauwkeuriger vast te leggen. Eén van de belangrijke besluiten was om zich terug te trekken uit ‘de wereld’ – perfecte levens waren anders wel erg moeilijk. De grote boerderijen van een aantal nieuwe leden boden de mogelijkheid om eigen gemeenschappen te stichten. Onder leiding van Joseph Meacham werden Shakerdorpen opgezet, grote communes waar de nieuwe Gospel Order de regel vormde. Wie zich bekeerde bracht alles wat hij had in de gemeenschap in. Hele gezinnen werden lid van de Shakers, aangetrokken door de eenvoud, de veiligheid, en het gemeenschapsgevoel, allemaal zaken die in de turbulente Amerikaanse samenleving ver te zoeken waren.

Uit angst voor al te snelle, en uiteindelijk teleurstellende bekeringen, stelden de leiders bovendien verschillende niveaus van toewijding in. Nieuwelingen moesten na een jaar een formele Convenant tekenen, waarin totale toewijding aan de gemeenschap werd beloofd. Vanaf 1792 waren ze in staat mensen uit te sturen om gebedsgroepen officieel om te zetten in communes. De Shakers bleven zo heten, als een soort geuzennaam, hoewel de wijze van geloofsbeleving en vooral de typerende dansen al in 1794 werden veranderd. Meacham styleerde de dans, in een eenvoudige, door iedereen gelijk uit te voeren dans in plaats van de wilde, schuddende en trance-achtige geloofsuitingen. Niettemin bleven de diensten van de Shakers ongebruikelijk. De gelovigen zaten niet rustig in de kerk, luisterend naar een predikant, maar dansten met zijn allen, de mannen aan de ene kant van de ruimte, de vrouwen aan de andere. Ze bewogen zich allemaal precies gelijk, begeleid door liederen. Idioot gespring, vond de schrijver Ralph Waldo Emerson, en dat geschud met hun handen, alsof het hondepoten zijn. Volgens een andere toeschouwer leek het op iets tussen een wandelstap en een dansje, waarbij de Shakers met hun handen schudden zoals pinguïns waggelen.

In elk geval was het interessant genoeg om veel buitenstaanders te trekken naar de zondagsdiensten in de Meetinghouses. Voor de Shakers gaf het dansen hen een gevoel van union, van gezamenlijkheid. De danspasen bleven ook belangrijk om de band met Mother Ann en de oorspronkelijke Believers levend te houden. Later moedigde Lucy Wright, Meachams opvolger, de Believers aan om hun getuigenissen uit te spreken tijdens bijeenkomsten, en hymnes en gezangen te zingen. Aan de dansen werden andere passen toegevoegd, zoals de Square Order en de Sacred March. Verpletterende eenvoud In het arsenaal van achttiende eeuws denken waren de ideeën van de Shakers niet bijzonder of opmerkelijk. Heel veel groepen dachten erover zich in utopische gemeenschappen terug te trekken, en ook het geloof in de Second Coming was gemeen goed. Hetzelfde gold voor het ervaren van heftige fysieke uitingen van geloofsdrift, het spreken in tongen en het hebben van visioenen.

Wat de Shakers onderscheidde was het voorbeeldig en sober runnen van hun gemeenschappen, waardoor ze al snel aanzien en respect van hun buren verkregen. Het ging zelfs zo goed, dat ze vanaf 1805 uitbreiding zochten naar het westen, naar de toenmalige frontier in Kentucky en Ohio. De omstandigheden daar leenden zich bij uitstek voor bekeerlingen, en het was daar dat het front van religieuze revivals zich nu bevond, iets dat Ann Lee trouwens al voorzien had. Vijf dorpen in Ohio en twee in Kentucky brachten de Shakers buiten de regio van New England, waar hun basis bleef. Alle dorpen hadden min of meer dezelfde vorm, en de gebouwen leken vaak op elkaar omdat dezelfde vaklieden ze ontwierpen en bouwden. Shaker dorpen waren en zijn van een verpletterende eenvoud. Alles wat er niet toe deed, versierselen, ornamentatie, ontbrak.

Iedere Family had zijn gebouw, er was een Meetinghouse voor gezamenlijke bijeenkomsten, werkplaatsen en daarbij bleef het. Aan het Meetinghouse werd vooral veel aandacht besteed: de spantenconstructies waren zodanig dat de ruimte voor bijeenkomsten zonder obstructies was van pilaren en steunmuren. In New Lebanon is nog het grote Meetinghouse te zien met een ingenieuze spantenconstructie die de grote open hal mogelijk maakte. The Laws schreven zelfs voor welke kleuren gebouwen moesten hebben: het Meetinghouse wit (dat is de duurste verf), de houten gebouwen langs de straat in een lichte kleur, de stallen en andere werkgebouwen donkerder.

In Hancock is dat nog goed te zien. Niettemin staat daar één van de wonderen van de Shaker-inventiviteit: de Round Barn van steen en hout, die dateert uit 1826. In het gebouw van drie verdiepingen staan de koeien op de begane grond, met hun koppen naar de binnenkant. Zo konden ze gemakkelijk gevoerd worden met het hooi dat op de eerste verdieping was opgeslagen en dat hooiwagens naar binnen konden rijden omdat de ingang op een hoger gedeelte was gebouwd. De mest werd in de kelder opgevangen en kon direct weer met karren worden afgevoerd. Het ontwerp was zijn tijd ver vooruit.

Privé-relaties verboden


In de Shaker-gemeenschappen had ieder lid zijn plaats, met een vaste set van opdrachten. De leiding berustte bij de Elders en Eldresses. Er waren ook Deacons en Deaconesses die de dagelijkse besognes regelden en Trustees die zaken deden met de buitenwereld. Binnen de dorpen was er een verdere verdeling in Families met ieder tussen de dertig en zeventig leden, gelijke aantallen mannen en vrouwen. De binnenste schil was de Center of Church Family, daaromheen waren Second en Third Families van bekeerlingen die minder lang deel uitmaakten van de gemeenschap. De Shakers legden geen rigoureuze scheiding aan tussen Brethren en Sisters: ze woonden in hetzelfde gebouw, zij het in andere delen. De gebouwen hadden keurig verschillende deuren en eigen opgangen, maar daar bleef de scheiding bij.

Om verleidingen te voorkomen waren privé-relaties verboden. Maar vriendschap mocht wel, was zelfs nodig om het gemeenschapsdoel te bereiken. Vandaar dat er union meetings werden ingesteld, waarbij kleine groepen informeel elkaar ontmoetten en soms zongen. Mannen en vrouwen zaten dan tegenover elkaar op een anderhalve meter afstand. Jongens en meisjes waren wel strikt gescheiden. Kinderen kwamen of met bekeerde ouders, of als wezen. Shakers hoopten dat de kinderen die zo opgroeiden in hun gemeenschap zouden blijven, maar dat deden er relatief weinig. Dagboeken melden het vertrek van heel wat Believers. Opportunisten die heen en weer pendelden tussen de wereld en de family werden wel winter Shakers genoemd (dan was er minder hard werk op het land) of bread-and-butter Shakers. Het celibaat zorgde er in elk geval voor dat degenen die voor de Shakers kozen dat heel bewust deden. Ze waren bereid tot de opofferingen die nodig waren. En het resultaat was de overtuiging van Shakers dat hun manier van leven de weg was naar het heil.

Perfecte vorm

Toewijding aan het werk was het centrale thema van een Shaker leven, want daarin was het mogelijk ieders innerlijke toewijding te laten zien en tekenen te krijgen van genade. Werk was heilig, en dat gold dan voor alle werk. Ann Lee meest herhaalde uitlating is dan ook: ‘Do your work as though it were to last a thousand years and you were to die tomorrow.’ Maar het was evenzeer een noodzaak, aangezien de gemeenschap een bron van inkomsten moest hebben. Door de variëteit in vaardigheden van de bekeerlingen, konden de Shakers heel wat produceren en hebben hun produkten altijd een kwaliteits stempel gedragen. Ze waren bovendien erg inventief en tal van uitvindingen komen uit de Shaker-gemeenschappen voort.

Alle winsten gingen uiteraard naar de gemeenschap en dat droeg ertoe bij dat het werk een soort voldoening in zichzelf vond. Vaklui konden zich zo helemaal wijden aan hun bezigheden, over verkoop en materiële zaken hoefden ze zich niet druk te maken. Zelfs het eenvoudigste produkt, een veger, of een schrijfplankje, kreeg zo een perfecte vorm mee. Ieder naar zijn vaardigheden, was het motto, al werd natuurlijk wel gekeken waar de gemeenschap behoefte aan had. Shakers dachten ook dat het goed was om te variëren, want als je in een talent jezelf verbetert, dan geeft god je er meer. Bovendien zou specialisatie toch weer iets van ‘een privé-leven’ betekenen.

Uniformiteit
Orde, en een vast tijdsschema, was de sleutel voor het functioneren van de gemeenschap. Shakers deden alles tezamen en tegelijkertijd. ’s Zomers stond iedereen om 4.30 op, had een kwartier om de zaak aan kant te maken. Ontbijt was anderhalf daarna, het diner om 12 uur en avondeten om 6 uur. Eten was een ordelijk geheel, er werd niet gepraat. Iedere avond behalve op maandag waren er Family bijeenkomsten om 7.30. Daarna was het voor iedereen bedtijd. Alleen met speciale toestemming mocht iemand daarna nog dingen voor zichzelf doen. Uniformiteit was een andere sleutel. Niemand had iets meer of minder dan de anderen. Een kamer had een stoel en een smal bed voor iedere bewoner (een stuk of vijf per kamer), een tapijtje, een wastafel, handdoeken, een paar bezems en verder niets.

De orde-manie van de Shakers zorgden voor heel wat ingebouwde kasten, laden en andere opbergplekken – in die tijd zeer ongebruikelijk. Typerend is dat bij het maken daarvan hun fabuleuze gevoel voor proportie er voor zorgde dat de laden aan de onderkant hoger waren dan die bovenin – dat was bovendien praktisch om de zwaardere stukken onderin te stoppen. Het begin van orde is natuurlijk het keurig schoonhouden van de leefruimtes. Vandaar dat de bedden wieltjes hadden, en langs alle muren stroken waren aangebracht, op een twee meter hoogte, met houten pinnen – de overal aanwezige kapstokken die zo typerend zijn voor Shaker-ruimtes. Alles werd zo ontworpen dat het aan die pinnen opgehangen kon worden, stoelen omgekeerd zodat er geen stof zou komen op het zitgedeelte. Verder was alles wat niet vast zat, overbodig. De kamers hadden gietijzeren houtkachels, die efficiënter waren dan open haarden.

De lange pijp door de kamer heen hielp de hitte beter verdelen. Volgens de instructies van Mother Ann maakten de Shakers gebruik van heel eenvoudige tafelzettingen. Gebruik nooit zilveren lepels, of tafelkleden voor mij, zei ze, maar zorg dat je tafels schoon genoeg zijn om van te eten zonder tafelkleed, en als je niet weet wat je ermee moet doen, geef ze dan aan de armen. De combinatie van eenvoud, vakmanschap en toewijding heeft een prachtige, strenge en toch elegante stijl van houtbewerking opgeleverd, waarbij zelfs het eenvoudigste stukje gereedschap, een schop, een bezem of een schrijfplankje, een kunstwerk werd.

Visioenen
Het rustige, routinematige leven van de Shakers werd rond 1837 opgeschrikt door twee jonge meisjes die claimden ‘boodschappen’ te krijgen. Het duurde niet lang of ook andere Shakers kregen visioenen, en de gemeenschap ontving bezoek van indianenopperhoofden, IJslanders, Arabieren en Afrikaanse stamhoofden. Zelfs George Washington maakte zijn opwachting. Een nieuwe goddelijke onthulling vertelde de Shakers om feast grounds aan te leggen, heilig plekken die met een steen gemarkeerd moesten worden. Bovendien kreeg elk dorp een spirituele naam: New Lebanon werd Holy Mount, Hancock de City of Peace en Sabbathday Lake in Maine, The Chosen Land. Rond 1842 waren de Shaker-bijeenkomsten zo onvoorspelbaar geworden dat buitenstaanders geweerd werden.

Deze revival werd gezien als Mother Ann’s Work, een poging om jonge Shakers bij de tradities van de gemeenschap te betrekken. Het leidde tot een herbezinning op de traditionele waarden die in de toenemende rijkdom van de Shakers verloren dreigden te gaan. Maar het spreken in tongen leende zich bij uitstek voor bedrog en manipulatie. Aan het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw sputterde de revival weer uit, en na de Burgeroorlog werd de sekte een gewone gemeenschap waar diensten vooral uit zang en voordracht bestonden – gedanst werd er niet meer. Families kwamen zelden nog bijeen in het Meetinghouse, het aantal leden liep terug en hele dorpen hielden op te bestaan. Er kwamen ook steeds minder bezoekers, en bekeerlingen verdwenen vrijwel volledig. Uitsterven nabij Voor een utopistische groep hielden de Shakers het nog behoorlijk lang uit, maar in hun manier van leven lag al de kiem van hun ondergang. Door het zich terugtrekken uit de wereld ontstond een soort zelf-gecentreerdheid die het moeilijk maakte om bekeerlingen te vinden, terwijl het celibaat een natuurlijke aanwas in de weg stond.

De weeskinderen die in de eerste helft van de negentiende eeuw voor bekeerlingen zorgden, werden daarna een verantwoordelijkheid van de overheid en kwamen steeds minder in Shaker gemeenschappen terecht. In de loop van de eeuw ebde ook de religieuze koorts weg, en verdween de helemaal op landbouw georganiseerde samenleving. Rond de eeuwwisseling begonnen dorpen te sluiten; de resterende Shakers trokken zich terug in steeds minder gemeenschappen. Tegenwoordig zijn er minder dan zes Shakers over, alleen nog maar in Sabbathday Lake, Maine. Aangezien de oudste Shakers nu tegen de negentig zijn, is hun uitsterven nabij. In 1965 hadden de resterende Shakers besloten om de Convenant te ‘sluiten’ en geen nieuwe leden meer aan te nemen.

Maar nog steeds komen ieder jaar mensen kijken of deze manier van leven bevalt en aan het eind van de jaren tachtig werden toch drie nieuwe Berten aangenomen, waardoor de gemeenschap mogelijk toch nog de volgende eeuw haalt. Dat de interesse in de Shakers en hun manier van leven nu weer groeit, zal de Believers zelf niet voor de gek houden. Ze realiseren zich best dat het vooral te danken is aan de tijdloze modieusheid van het woodwork en een tijdsgebonden heropleving van interesse in religieuze gemeenschappen. De striktheid en eenvoud van de vroege negentiende eeuw zijn nu al niet meer te vinden in Sabbathday Lake, wel de overtuiging en de toewijding. Maar met z’n tienen is het moeilijk enige illusie van zelfvoorzienendheid in stand te houden. Wat wel resteert is een aantal mooie ‘levende’ musea die recht doen aan de blijvende erfenis van de Shakers.