Het Amerika van schilder Norman Rockwell

Geen Amerikaanse illustrator geniet meer bekendheid dan Norman Rockwell, die stierf in 1978. Rockwell schilderde portretten van een geïdealiseerde samenleving, waaruit de normen en waarden van middle America duidelijk naar voren kwamen. Iedereen kende Rockwells werk, omdat zijn schilderijen jarenlang de covers sierden van het weekblad Saturday Evening Post. Zijn mooiste werk is nu in een speciaal museum ondergebracht.

Door: Frans Kotterer

Zeven uur ’s ochtends is een goede tijd om de sfeer te proeven van het Stockbridge dat Norman Rockwell vereeuwigde in Stockbridge at Christmas. Later op de ochtend is daarvan weinig meer te herkennen. Dan slipt Main Street dicht met dagjesmensen, bezoekers van het onlangs geopende Museum dat is gewijd aan de beroemdste zoon van deze stad.

Norman Rockwell (1894-1978) woonde en werkte de laatste 25 jaar van zijn leven in dit dorpje in Massachusetts. Hij vereeuwigde Main Street in dit beroemde tafereel rond kersttijd. En als je vroeg genoeg bent, stap je ook nu nog haast het schilderij binnen, als je Main Street oploopt. Op de achtergrond glooien de Berkshires. Alle gebouwen staan er nog zoals hij ze schilderde. De Red Lion Inn op de hoek van South Street, de bank, het bakstenen huis in Vlaamse stijl, de Village Barber Shop (nu bewoont door een makelaar) en de Stockbridge Shop die is opgevolgd door Mazzeo’s Food Market.

Watertanden

Inmiddels vijftien jaar na zijn dood, is Rockwell de motor van de lokale economie geworden. Hij is alom tegenwoordig. Bijna altijd via reproducties, maar soms sta je opeens voor het echte werk. Zoals op de tweede verdieping van de Red Lion Inn, waar een serie originele potloodschetsen van Rockwell hangt, die de liefhebber doet watertanden.

Norman Rockwell was niet zomaar een illustrator met een fabelachtige techniek. Hij bepaalde al die jaren ook het imago en de morele waarden van de Verenigde Staten. Rockwell zei zelf dat hij Amerika liet zien zoals hij het zag en zoals anderen het misschien nog niet hadden gezien.

Amerika geloofde – en gelooft nog altijd – in het beeld dat Rockwell schetste: de veilige warmte van het gezin, het optimisme, de saamhorigheid, de milde humor, het rozige leven van alledag in kleine stadjes als Stockbridge. Het beeld dat Rockwell creëerde was het ideale Amerika. Een land waar het leven goed was. Een land waarin de toekomst met vertrouwen tegemoet werd getreden. En vooral een blank Amerika, al veranderde dat in de jaren zestig, toen Rockwell openlijk steun betuigde aan de idealen en de hoop van president John F. Kennedy.

Originele schilderijen

Rockwell hield van Stockbridge en Stockbridge houdt van Rockwell. Het is dan ook de enige plaats waar het enige echte Norman Rockwell museum kan staan, sinds juli in een gloednieuw onderkomen. In Stockbridge hangen originele schilderijen: de doeken uit zijn persoonlijke collectie, die hij in 1973 aan een stichting toevertrouwde. Rockwells studio, in het midden van Stockbridge at Christmas, werd in z’n geheel werd overgeplaatst naar het nieuwe museum.

Het oude museum dat was gevestigd in een historisch townhouse, op de hoek van Main Street en Elm Street, was mooi en romantisch, maar een ramp vanuit het oogpunt van het conserveren van schilderijen. Het trok al zo’n 150.000 bezoekers per jaar. Maar in de nieuwe behuizing en door het bijbehorende public relations-offensief schiet dat aantal omhoog. Nu is het elke dag spitsuur.

De bezoekers trekken in dichte rijen langs de Rockwells. Het is een feest der herkenning en mensen realiseren zich nauwelijks dat ze voor schilderijen staan. Regelmatig schieten vingers naar de doeken om iets aan te wijzen. Soms raken de vingers de verf. Please, don’t touch the paintings is een terugkerend refrein van de suppoosten.

Het gebouw zit zo in elkaar dat je onvermijdelijk eindigt in de giftshop, waar superzaken worden gedaan. Reproducties, ansichtkaarten, sleutelringen, magneten voor op de koelkast, boeken en andere prullaria vliegen over de toonbank.

Amerikaanse beroemdheden

Rockwell maakte gebruik van modellen uit zijn directe omgeving. Het konden de kinderen van goede vrienden zijn, zijn buren, mensen die hij ontmoette tijdens dansavonden – Rockwell was een gevreesd square dancer – of zomaar mensen die hij op straat tegenkwam. Over de inwoners van Stockbridge zei Rockwell: ‘Er is niemand, die ik niet heb geschilderd.’

Een van de modellen was Jane Fitzpatrick. ‘Rockwell was niet tevreden over een andere vrouw’, zegt zij. ‘Hij wilde iemand,die eh…minder rondborstig was. Hij zocht iemand anders en dat werd ik. Ik was behoorlijk zenuwachtig, want Rockwell was al beroemd. Ik kreeg honderd dollar voor het poseren, dat was toen mooi meegenomen.’

Jane Fitzpatrick is nauw betrokken geweest bij het eerste Rockwell-museum en de bouw van het nieuwe museum. Zij en haar man Jack zijn de eigenaars van de Red Lion Inn, die al sinds 1773 de reiziger voedsel en onderdak biedt. De Inn zelf is een half museum met z’n collectie antiek en kunst, waaronder vele originele Rockwells.

De Inn herbergde al die jaren veel beroemdheden, die naar Stockbridge kwamen om voor Rockwell te poseren. John Wayne bijvoorbeeld, die zich door Rockwell liet portretteren voor een filmaffiche. ‘John Wayne was een hele aardige man’, vertelt Fitzpatrick enthousiast. ‘Sinatra hebben we hier gehad – een vreselijke man. Lyndon B. Johnson heeft ook geposeerd. Die was erg ijdel. Hij wilde minder onderkin en minder oren.’

Behalve oud president Ronald Reagan is ook de Texaanse biljonair en presidentskandidaat Ross Perot een liefhebber. Hij heeft een flinke verzameling aangelegd. Een andere beroemde collectioneur is filmregisseur Steven Spielberg. Je zou hem kunnen zien als een moderne Rockwell. Net als Rockwell schetst Spielberg een romantisch beeld van de middenklasse van Amerika dat bedrieglijk echt lijkt.

Spielberg zag voor het eerst een Rockwell, toen hij padvinder was in Scottsdale, Arizona. In het hoofdkwartier van de groep hing een poster met een padvinder. De titel was The Spirit of America. Spielberg: ‘Die padvinder was altijd ouder en nobeler dan de jongens in onze groep. Voor ons was die padvinder iemand die ons inspireerde, iemand die we zelf wilden zijn.’ Spielberg modelleerde het jongetje Eliot in zijn klassieker E.T. naar de jongens die Rockwell altijd schilderde op zijn doeken. Blozende wangen, grote ogen met een blik vol verwachting.

Spielbergs eerste Rockwell-aankoop was Daniel Boone Comes to Life on the Underwood Portable (1923): een jongeman achter een typemachine, terwijl in een wolk boven zijn hoofd de door en door Amerikaanse held Daniel Boone met fiere blik de horizon afspiedt. Spielberg herkende zichzelf in de jonge schrijver.

De filmmaker kreeg het verzoek zitting te nemen in een comité dat geld bijeen probeerde te krijgen voor het nieuwe museum. Hij stemde toe en kwam bovendien met een gift over de brug, waarvan de omvang tot op de dag van vandaag geheim blijft. Maar het was bijna genoeg om het hele project te financieren. Kort daarna kwam uitgever Time Warner met een zelfde bedrag.

Omdat Spielberg en Time Warner geld en morele steun gaven, kregen de plannen voor een nieuw Norman Rockwell museum opeens landelijke aandacht. Het gevolg was dat meer mensen de buidel trokken, want het is goed toeven in de warme gloed van beroemdheden. Het museum eerde Spielberg en Time Warner door de nieuwbouw naar hen te vernoemen.

Nostalgisch terugblikken

De fascinatie van Spielberg met Rockwell is niet uniek. De geest van Rockwell waait nog altijd krachtig door het gedachtengoed van de Amerikaanse natie, die graag nostalgisch mag terugblikken. Het Amerika van Rockwell was het Amerika waarin iedereen het goed had en bovendien het beter zou krijgen. Politici maken er graag gebruik van.

President Franklin Roosevelt vond in Rockwell tijdens de Tweede Wereldoorlog een sterke bondgenoot. Rockwell meldde zich zoals zovele van zijn collega’s aan het propagandafront, om het moraal van het volk hoog te houden. Aanvankelijk had zijn werk nog een lichte toets, in een aantal covers rond de niet bestaande soldaat Willie Gillis. Rockwell toonde nooit geweld. Zijn aandacht was gericht op hoe het thuisfront de GI’s aan het front kon steunen.

De enige nogal grimmige prent – voor Rockwells doen althans – was een oproep tot het kopen van obligaties. Hier schilderde hij een militair achter een machinegeweer, waaruit net zijn laatste kogel ratelt. Daaronder staat de tekst: Let’s give him enough and on time.

Rockwells belangrijkste werk in de oorlog was een serie van vier schilderijen, geïnspireerd door Roosevelts Four Freedoms. Roosevelt had vier Freedoms geformuleerd – niet helemaal als vrijheden te vertalen -, die voor de hele wereld zouden moeten gelden en die de weg plaveiden voor de deelname van Amerika aan de oorlog: de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst, de vrijwaring van armoede en de vrijwaring van vrees. Rockwell maakte er vier schilderijen van.

Sociale veranderingen

Het Amerika van Rockwell heeft ongetwijfeld bestaan. Maar Rockwell vertelde nooit het hele verhaal. Wat domineerde waren hoop en vertrouwen in de blanke middenklasse, het lezerspubliek van de conservatieve Saturday Evening Post. De Post was niet geïnteresseerd in het hele verhaal, inclusief racisme, geweld en armoede. In de jaren zestig, met de grote sociale veranderingen en de burgerrechtenbeweging die een eind maakte aan de Amerikaanse apartheid, veranderde het werk van Rockwell.

Hij verliet de Post en verkaste naar Look. Hoewel Rockwell geen politieke overwegingen aanvoerde voor de overstap, tonen zijn aantekeningen grote interesse in de burgerrechtenbeweging. Volgens de curator van het museum was een belangrijker overweging dat Rockwell liever scènes uit het leven van alledag wilde schilderen dan de portretten waar de Post steeds om vroeg.

In elk geval werd Rockwell gegrepen door het idealisme en het enthousiasme van John F. Kennedy. Hij schilderde de vrijwilligers van het Peace Corps en zijn laatste schilderij voor de Post was een portret van Kennedy, dat na de moord werd gepubliceerd. Voor Look maakte hij voor het eerst werk, waaruit bleek dat Amerika niet alleen maar een paradijs is voor de blanken uit de middenklasse.

Burgerrechten

De moord in 1964 op activisten voor burgerrechten in Mississippi leverde een voor Rockwells doen heftig en somber doek op, waarvan de bedoelingen goed zijn, maar waarvan de kwaliteit een stuk minder is. In datzelfde jaar schilderde Norman Rockwell ook The Problem We All Live With, dat was geïnspireerd op de rassenrellen in New Orleans rond het opheffen van gescheiden onderwijs voor blank en zwart. Het zwarte meisje met de witte kleren, de vier US Deputy Marshalls, waarvan je de hoofden niet ziet maar wel de schoenen hoort kraken, de graffiti, de uiteengespatte tomaat: het is een echte Rockwell. De beste Rockwell, die hij ooit heeft gemaakt.

Internetadressen:

Voor zijn covers:
http://www.paonline.com/zaikoski/rockwell.htm

Museum:
http://www.nrm.org