FDR's buitenhuis in Warm Springs, Georgia

In 1924 ontdekte Franklin Roosevelt, die drie jaar eerder aan een polioaanval verlamde benen had overgehouden, het plaatsje Warm Springs in Georgia. In de warmwaterbaden vond hij enige verlichting. Later kocht hij de baden, en bouwde hij in de buurt van het dorp een buitenhuisje, dat nu bekend staat als The Little White House. Het tegenwoordig als museum ingerichte huis geeft de bezoeker een opmerkelijk inzicht in het karakter, maar ook in de populariteit van de man.

Tekst: Wim Roefs

'Ik heb een enorme pijn in mijn achterhoofd', zo klaagde president Franklin Delano Roosevelt op 12 april 1945, om kwart over één 's middags. Het waren zijn laatste woorden. De president – FDR voor de gemiddelde Amerikaan – stierf niet veel later aan een hersenbloeding. Hij bevond zich in The Little White House in Warm Springs, een plaatsje op het platteland van de zuidelijke staat Georgia. Het fraaie buitenhuisje is nu een van Georgia's belangrijkste toeristenattracties. Als historisch monument herinnert het ook aan de plek waar Roosevelt tijdens de Grote Depressie werkte aan diverse, voor Amerika revolutionaire, New Deal-plannen.

Roosevelt leerde Warm Springs kennen toen hij er in de natuurlijke warmwaterbaden verlichting zocht voor zijn sinds zijn polioaanval in 1921 gedeeltelijk verlamde, kreupele lichaam. Hij bezocht het nu vijfhonderd inwoners tellende dorp, 115 kilometer ten zuiden van Atlanta, 41 keer. Meestal kwam hij per trein. Het was ook van het kleine station van Warm Springs dat Roosevelt's lichaam, onder begeleiding van zijn snel naar Georgia afgereisde vrouw Eleanor, in 1945 naar Washington werd verscheept.

Historical marker

De plek vanwaar Roosevelt die reizen maakte, inclusief die laatste trip, is vanaf State Road 85 West al van enige afstand te zien. Waar Broad Street, de hoofdstraat van Warm Springs, de spoorlijn kruist, aan de zuidwestelijke rand van de bebouwde kom, staat een oud gebouw. Op de nu ongebruikte rails, naast het gebouwtje, staan twee ook ongebruikte en te huur aangeboden treinwagons. In het station zelf verkoopt een mevrouw verse en ingemaakte groenten, en fruit, snoep, ambachtelijk knutselwerk, speelgoed en souvenirs. Het oude stationnetje ligt er vredig bij.

Heel vredig, zo blijkt. 'Oh, dit is niet het oude station', zegt de mevrouw in de Country Store, 'iedereen denkt dat altijd.' Het gebouwtje blijkt vroeger een goederen- overslagplaats te zijn geweest. Ze wijst naar het grasveld aan de overkant van de weg. 'Daar stond het station', zegt ze. 'Ik geloof dat men vond dat het uitzicht werd belemmerd als men de weg op wilde rijden.'

Op het grasveld herinnert een historical marker uit 1955 aan het historisch belang van deze plaats, met daarop de ter plekke uitgesproken gedenkwaardige woorden van Roosevelt zelf. Waarom men dan toch het station afbrak na Roosevelt's laatste rit, blijft onduidelijk. Bezoekers moeten zich nu behelpen met een heel beroerde muurschildering enkele tientallen meters verderop.

De mevrouw in de winkel suggereert dat het afbreken van interessant oud spul wellicht tot de plaatselijke gebruiken behoort. Ze wijst westwaarts. 'Zo'n drie, vier mijl verderop, dicht bij de autoweg waar alle toeristen vandaan zouden moeten komen, hebben ze een covered bridge afgebroken.' Dat soort bruggen, lijkend op een houten schuur met een weg erdoorheen, is zeldzaam in het Zuiden. 'Ik herinner me dat mijn geschiedenisleraar een handtekeningenlijst liet rondgaan tegen de afbraak. Dat moet in de jaren zestig zijn geweest. Maar niemand gaf er iets om. Nu zouden ze allemaal wel willen dat ze hem hadden laten staan.'

Natuurlijk is Warm Springs niet de enige plaats in Amerika waar men met grote voortvarendheid interessant oud spul vervangt door gedenktekens die vertellen hoe oud en hoe interessant het verdwenen goed precies was. Die gewoonte is ook elders in Amerika goed ontwikkeld, maar ze gaat hand in hand met een eveneens buitengewoon vermogen om woonhuizen, buitenhuizen, geboorteplekken en andere gebouwen waar beroemdheden iets hebben gedaan, te bewaren of te herstellen in al hun pracht, praal en authenticiteit.

Bescheiden huis

The Little White House zelf, een kilometer of twee buiten Warm Springs, is daarvan een goed voorbeeld. De toegang tot het huis voert door een zeer lollige bump gate, inderdaad letterlijk een stootjeshek. Het brede hek draait namelijk om een spil, die als vanzelf ronddraaide wanneer Roosevelt er met zijn auto aan een kant tegenaan stootte. Zodoende hoefde de invalide president niet eerst uit te stappen.

Rechts voorbij de bump gate staat Roosevelt's favoriete auto geparkeerd, een geheel met handbedieningen uitgeruste Ford Convertible uit 1938. Links staat het gastenhuis, en even verderop het echte Little White House, dat zijn naam overigens kreeg van bezoekende journalisten aan het begin van Roosevelt's eerste termijn. Het door dennebomen, eiken en azalea's omgeven witte landhuisje werd een half jaar voor zijn verkiezing in 1932 voltooid.

In het relatief bescheiden, zes ruimtes tellende huis, waar bruin hout en simpel meubilair de nogal Spartaanse toon aangeven, lijkt de tijd letterlijk stil te hebben gestaan. Dat gevoel krijg je in elk geval als je FDR's rolstoel ziet, niet veel meer dan een bruine keukenstoel op wielen. In de hal, niet ver van de stoel, hangt zijn Panama-hoed aan een kapstok. De ketting van zijn hondje Fala hangt aan de muur bij een tafeltje waaraan de president zat als hij documenten ondertekende.

In de spaarzaam uitgeruste keuken staat een ijskast die al ouderwets was in FDR's tijd, toen elektrische koelkasten al heel gewoon waren. De potten en pannen zijn FDR's potten en pannen. 'Daisy Bonner kook de eerste maaltijd en de laatste in dit huisje voor de President Roosevelt', schreef mevrouw Bonner op de dag van FDR's dood in kreupel Engels op het houtwerk boven het fornuis.

Ook de details zijn onveranderd, inclusief het vergeelde toiletpapier en de gedeeltelijk verbrande houtblokken van die 12de april 1945. In de woonkamer ligt een groot gehaakt tapijt met beelden van Roosevelt's New Deal, een geschenk van een anonieme bewonderaar. Overal in het huis staan scheepsmodellen en hangen schilderijen van schepen. Roosevelt, die onderminister voor de Marine was tijdens de Eerste Wereldoorlog, hield van bootjes.

In een hoek naast de tafel staat, wachtend op de volgende penseelstreek, 'Het Onvoltooide Portret' waaraan Elizabeth Shoumatoff werkte toen Roosevelt stierf. 'We hebben nog zo'n vijftien minuten', had FDR rond 'n uur of één tegen haar gezegd. Zijn Filippijnse hulpje was de tafel aan het dekken voor het middageten.

Niet lekker

Buiten, ver weg van het platteland van Georgia, woedde nog de Tweede Wereldoorlog. Stalin kondigde de val van Wenen aan, en 'in de hongerprovincies ten westen van de IJssel' werden, aldus Amerikaanse kranten, de rantsoenen voor 4,5 miljoen hongerende Nederlanders nogmaals gehalveerd door de voedsel- stelende Duitsers.

FDR was al een tijdje niet lekker. Op de bijeenkomst in Jalta waarvan de beroemde foto dateert met Churchill en Stalin, ziet hij er niet echt gezond uit, en zijn welzijn was een onderwerp geweest in de presidentscampagne van 1944 – zij het altijd onuitgesproken. FDR zat die dag in zijn bruine leren stoel, dezelfde die nu nog voor de open haard staat. Rondom hem, op de vloer, lagen getekende documenten waarvan de inkt nog moest drogen. De president was net wat aan het praten met twee nichten en zijn voormalige secretaresse Lucy Mercer Rutherford, toen de hoofdpijn kwam.

Toen om vijf over half vier werd vastgesteld dat de hersenbloeding fataal was geweest, had mevrouw Mercer Rutherford het pand al verlaten. De aanwezigheid van de vrouw die een kwart eeuw tevoren Roosevelt's minnares was geweest, zou geen goede indruk gemaakt hebben. In elk geval wist zijn vrouw Eleanor niets van de hernieuwde vriendschap tussen haar man en zijn voormalige secretaresse, waaraan zij toentertijd een eind had gemaakt.

Schilderes Shoumatoff verweet zich vijftien jaar later dat ze er te veel haar gemak van had genomen. 'Maar ik wist dat er nog diverse dagen in het verschiet lagen voor mijn werk, en de president zag er zo ontspannen uit, zo goed zou ik zelfs zeggen, vergeleken met de foto's van Jalta.'

Inderdaad ziet Roosevelt er verdacht jong uit op het onvoltooide portret, maar mogelijk is dat in overeenstemming met de werkelijkheid. 'Hij is zo dun en zwak, maar met al het gewicht dat hij heeft verloren, ziet zijn gezicht eruit als toen hij veel jonger was', had Mercer Rutherford, die de opdracht voor het portret had gegeven, enige dagen tevoren opgemerkt.

Voor mevrouw Shoumatoff was FDR's plotselinge overlijden een artistieke meevaller. 'Het Onvoltooide Portret' is een mooi en spannend doek, juist omdat het niet af is. FDR's wel voltooide hoofd steekt fraai af tegen de schaars ingevulde achtergrond en de nog schetsmatig en gedeeltelijk ingekleurde kleding. 'Het Voltooide Portret' dat Shoumatoff enige maanden later schilderde, komt daarentegen de duffe verveling van een technisch bekwaam, maar totaal onorigineel werk nooit te boven. Het hangt nu in het museum over FDR, elders op het terrein.

Onthullende kracht

Naar dat museum leidt de Walk of the States, waarlangs de vlaggen van alle vijftig staten staan, met een steen of een rots uit de betreffende staat. Het museum zelf herbergt karakteristieke zaken uit het dagelijks leven van FDR: nog een rolstoel, wandelstokken, sigarettepijpjes, beugels voor zijn benen, een scheerkwast, een asbak, en andere zaken die zonder de band met de legendarische president geen waarde zouden hebben. Een twaalf minuten durende film toont Roosevelt te paard in Warm Springs, tijdens zijn zwemtherapie en met zijn hond in het warmwaterbad. De film heeft een rare, onthullende kracht, omdat de meeste officiële opnames van Roosevelt zijn verlamdheid proberen te verhullen, terwijl hij hier juist voortdurend op krukken wordt getoond.

Het aantal bezoekers dat Roosevelt nog kent uit eigen belevenis neemt uiteraard gestadig af. Daarom zijn er nu plannen voor een nieuw en groter museum, zodat de betekenis en de historische context waarbinnen de man opereerde, beter kunnen worden uitgelegd. De elektriciteitscoöperaties op het platteland houden daarvoor een inzamelingsactie – Roosevelt zette in de jaren dertig de Rural Electrification Administration op, nadat hij had gemerkt dat zijn buren in Warm Springs viermaal zoveel voor hun elektriciteit betaalden dan hijzelf in Hyde Park, in New York, deed. Bovendien bleek maar tien procent van het platteland aangesloten op het elektriciteitsnet.

Revalidatiecentrum

Roosevelt bezocht Warm Springs voor het eerst in 1924. De behandelingen tot dan toe hadden weinig of niets geholpen, en hij was ten einde raad. Het water dat in Warm Springs uit de Pine Mountains stroomt, heeft een constante temperatuur van 31 graden Celsius. Hoewel Roosevelt nooit meer macht over zijn benen zou krijgen, brachten de warmwaterbaden wel weer leven in zijn verkreupelde ledematen. Het gaf hem ook de moed om zich weer in de politiek te begeven, nadat hij in 1920 de verliezende vice-presidentskandidaat was geweest. In 1928 werd hij tot gouverneur van de staat New York gekozen.

De baden en het kuuroord van Warm Springs waren in de tijd dat Roosevelt het dorp ontdekte, in verregaande staat van verval. In 1926 kocht hij de hele handel. Hij stichtte er een revalidatiecentrum voor poliopatiënten, dat hij de eerste vijf jaar met eigen geld financierde. Nadat in de jaren vijftig het vaccin tegen polio algemene ingang had gevonden, richtte het centrum zich op de revalidatie van mensen met andere fysieke handicaps. Het wereldberoemde Roosevelt Warm Springs Institute for Rehabilitation behandelt nu zo'n drieduizend mensen per jaar.

Jammer genoeg wordt er niet meer gezwommen in het fraaie, tegen een berghelling gelegen bad waarin Roosevelt zijn gepijnigde lichaam liet ronddobberen. Al in 1942 bouwde het revalidatiecentrum een nieuw binnenbad. Sinds 1961, weet ranger Mike Bishop van het Department of National Resources, is het ook voor recreatief zwemmen gesloten.

Bishop haalt het slot van de poort, zodat de takken en gebroken pijpen op de bodem van het zwembad en de erdoorheen gegroeide planten van dichtbij kunnen worden bekeken. Waar de zon vrij spel heeft, is de groene kleur van het bad verbleekt; waar bronwater door de gaten in het beton stroomt, is het groen juist verdiept, met strepen bruin erin. Overal groeit mos.

Volgens Bishop zijn de daken van de vervallen kleedlokalen vorig jaar met teer bewerkt, om te voorkomen dat ze in elkaar donderen 'voordat er iets aan gedaan kan worden'. Dat iets is een opknapbeurt, waarvoor de gouverneur van Georgia een half miljoen dollar beschikbaar stelt. Voor dat geld kan het allernodigste worden gerepareerd, maar de prachtige, glazen overkoepeling met haar stalen geraamte kan er niet meer worden herbouwd. Die is alleen nog te bezichtigen via een vergeelde foto op een informatiebord dat ietwat verloren aan het hekwerk hangt. 'Zonde', zegt de 44-jarige Bishop, 'maar het is niet mijn schuld. Ik was te jong om er iets aan te kunnen doen.'

Victoriaanse winkelpanden

Met het station en het bad was ook Warm Springs bijna aan de lethargie en lamlendigheid ten onder gegaan. In de jaren tachtig had het meer weg van een ghost town dan van een toeristenattractie. De burgers trokken weg, werkten in de stad, en kochten, eenmaal mobiel geworden, hun waren in de supermarkt verderop. In 1983 was er alleen nog maar een apotheker over. Het dorpscentrum van winkels en zakenpanden was, letterlijk, dichtgespijkerd.

Dit soort teloorgang van het platteland is vaak onvermijdelijk, maar hier in Warm Springs lag er een naar collectieve domheid riekende passiviteit aan ten grondslag. Want terwijl kruidenier, restaurant, hotel en ijssalon de deuren sloten, vroegen de vele tienduizenden bezoekers van The Little White House zich vertwijfeld af waar ze een kop koffie konden krijgen. Evenmin werden familieleden en vrienden van de bewoners van het Institute for Rehabilitation, dat op loopafstand van het dorp ligt, naar de lokale middenstand getrokken.

De grote verandering kwam toen zakenvrouw Jean Kidd in 1983 een verkeerde afslag nam, en per ongeluk in Warm Springs terechtkwam. Leuk plaatsje, dacht Kidd bij het zien van de verloederde, maar duidelijk als fraai herkenbare Victoriaanse winkelpanden. Ze kocht de helft van het dorp, begon met twee vriendinnen aan een grote schoonmaak en verhuurde de opgeknapte panden aan ondernemers die wel brood zagen in de toeristenindustrie.

De oude mannetjes die voor de apotheek zaten, waren sceptisch, zo vertelde Kidd later aan The Atlanta Journal/Constitution. 'Ze zeiden: die arme dames die daar aan het werk zijn. Er is hier al 45 jaar niemand meer geweest. Waarom zou dat anders worden?' Kidd liet zich niet uit het veld slaan en opende in 1984 26 winkels en restaurants tegelijk in haar helft van het dorp. Nu zijn er zo'n zeventig neringdoenden: naast eettenten vooral souvenirwinkels, boetiekjes, antiekzaken en koffieshops. Er staan nu mooie grote panden met pilaren ervoor, en kleinere gebouwen met zuidelijke veranda's. Het verhoogde trottoir langs de rij winkels is grotendeels overdekt. Uiteraard profiteerde ook de andere helft van het dorp. Het in 1907 gebouwde Hotel Warm Springs, waar ooit vooral journalisten en FDR's hoge gasten verbleven, is nu weer geopend.

Variatie is er voldoende. In een zijstraat verandert het Victoriaanse straatbeeld ineens in een wild-westdecor, met een sheriffskantoor en -gevangenis, zo weggelopen uit een Hollywood cowboy-film. De vorige eigenaar van het dorp was namelijk een bronco buster, iemand die tijdens rodeo's wilde paarden temde. Verder verdiende hij de kost als gun fighter bij toeristische western-attracties. Hij bouwde de wild-weststraat van Warm Springs en verrijkte het dorp onder meer met opvoeringen van de beroemde Gunfight at the O.K. Corral. Georgia liep er echter niet warm voor.

Het aardige van het nieuwe, gerenoveerde Warm Springs is dat het niet gladjes en oppervlakkig is hersteld, maar dat het authentiek oud oogt en ondanks een zekere kneuterigheid die toeristencentra eigen is, er toch pittoresk uitziet. 'Mensen hebben het gevoel dat ze terugstappen in de tijd', zegt Kidd zelf. 'Zelfs als we het geld zouden hebben om al deze gebouwen in het geheel te vernieuwen, dan zouden we het niet willen, want het stadje zou zijn charme verliezen.'