De Alaska Railroad

door Gé de Bot

De spoorwegen nemen vooral in de winter het vervoer van bussen en vrachtwagens graag over. Het is een vervoersbedrijf dat minder gehinderd wordt door de klimatologische eigenaardigheden van Alaska. Tussen Anchorage en de diepzeehaven Seward op Kenai Peninsula, was het tot voor kort het enige transportspoor van betekenis door dit ruig stukje van Alaska.

Seward werd in 1768 als scheepsreparatiewerf gesticht door de Russen, en is daarmee een van de oudste ‘settlements’ in Alaska, buiten de daar al woonachtige Eskimo’s en Indianen.

De Alaskanen zijn trots op hun spoorweg en beweren dat het de noordelijkste spoorlijn van de wereld is. Daarin verkijken zij zich, zoals wel meer met Amerikanen gebeurt die hun transport-geografische kennis overschatten. Zowel in de Scandinavische landen alsmede Rusland hebben spoorlijnen ver benoorden de poolcirkel een belangrijke economische en ontsluitende functie. Leuk is te weten dat er bij Nome aan de Bering Zee ook een spoorlijn is geweest. Deze spoorlijn van de ‘Seward Peninsula Railroad’ werd in 1910 gebouwd en liep vanaf de havenstad Nome zo’n 50 km naar het noorden. Via Nugget voerde het spoor naar Lane’s Landing, op de 65e graad Noorder Breedte. Ze werd gebruikt voor het vervoer van mineralen en staat nog op de kaart van de ‘Good’s World Atlas’ een Rand McNally uitgave van 1960. Op een kaart van Alaska van de ‘Hammond’s New World Atlas’ uit 1948 wordt deze lijn aangeduid als een: ‘Dog Tram’, en loopt die naar Pilgrim Springs. Deze plaats ligt bij Mary’s Igloo. Plaatsnamen in een pioniersgebied leen iets bloot. Er zit een verhaal achter en veel namen vertellen wat er in het verleden aan ontbering is geleden, waar men zich ontspande en wat de natuur in de omgeving laat zien, of waar de landverhuizers uit kwamen. Plaatsnamen alleen laten al directe sporen na… ze vragen om gevolgd te worden.

De ‘Alaska Railroad’ heeft van mei t/m september een snelle directe weekendservice per railbus. De passagiers kunnen versnaperingen en drankjes krijgen aan een buffet/bar en van het landschap genieten. Deze railcar doet over de 210 km van Anchorage naar Seward zo’n drie uur en drie kwartier. Een dagje naar Seward begint om 06.45 en dan ben je om 22.00 uur weer terug in Anchorage. Omgekeerd is dat niet mogelijk, of je moet in Anchorage overnachten.

Een merkwaardig stukje spoor ligt er tussen Portage en de haven Whittier, aansluitend op de hoofdlijn Seward – Anchorage. Van en naar de haven Whittier, aan de Prince William Sound moet je met je auto de volgende 19 km op de trein, met de fantastische naam : ‘Glacier Express’. Dit vanaf het station Portage, aan de ‘Sterling Highway’. Een ‘portage’ werd in de pionierstijd, toen alles per kano over de rivieren ging, een overzetplaats genoemd. Hier konden kano’s van de ene stroom of vanuit een meer naar het andere vaarwater overgedragen worden. Ook bij stroomversnellingen of ondiepten bestond zo’n portage.

Deze service is vooral bedoeld voor railvracht dat met de boten van de ‘Alaska Hydro Train’ naar en van Seattle verscheept wordt. Ook leggen in Whittier de veerboten aan van de ‘Alaska Marine Highway’, en vervoert de trein auto’s. Vanuit Anchorage kan men als passagier van de verbindingsbus gebruikmaken.

Een heel wat langere afstand per spoor kun je afleggen tussen de twee grootste steden van Alaska, Achorage de metropool, en Fairbanks, de hoofdstad van het noorden. De Afstand over dit spoor is maar liefst 572 km / 365 mijl, door intens mooi natuurgebied en de route scheert de boorden van het ‘Denali National Park & Preserve’. Daarin ligt de hoogste berg van Noord-Amerika. Als eenzame top steekt Mount McKinley (6194 m / 20.320 voet) zo’n 2 à 300 meter hoger dan haar naaste broertjes en zusjes in het enorme sneeuw en ijsmassief, als bekroning van de centrale Alaska Range.

De geschiedenis van de ARR begint met de toestemming van het Amerikaanse Congres in 1912 om de bestaande lijnen in Alaska te verbinden. Het ging om ‘The Alaska Central Railroad Co.’, die in 1904 begonnen was aan een standaardspoorlijn vanuit Seward naar Fairbanks. In 1910 kwam ze in de problemen en ontstond er een nieuwe maatschappij: ‘The Alaska Northern’. Deze laatste en ‘The Tanana Valley Railroad’, een smalspoorlijn, die Fairbanks met de rivierhavens aan de Tanana verbond. De ‘Alaska Engineering Commission’ kreeg in 1912 de bevoegdheid van de autonome regering in het Alaska Territory, om de ondernemingen samen te voegen. Toen de gehele afstand in 1923 opgeleverd werd, kreeg ze de naam: ‘Alaska Railroad’. Ze kwam echter wel onder de verantwoordelijkheid van de federale regering in Washington DC. Pas in 1983 ging het eigendom van de ARR van het ‘US Department of Transportation’ naar ‘The State of Alaska’.

De Alaska Railroad heeft kosten nog moeite gespaard het de passagiers naar de zin te maken, met een volledige dagtrein, de ‘AuRoRa’ in beide richtingen met gemakkelijke stoelen, een uitzichtskoepel, een ‘Vistadome’ of ‘Domecar’ genoemd in de zomermaanden en een Lounge-rijtuig in de winter. Alles natuurlijk in de airconditioning-vorm, zoals in de ‘States’ gebruikelijk is. In de wintermaanden, van half september tot half mei, wanneer de weg vaak onbegaanbaar is, rijdt er nog een nevendienst. Deze stoptrein, meer een railcar, gaat op de zaterdag noordwaarts en op de zondag terug. In de zomermaanden is er vanuit Anchorage een retourtje per railcar mogelijk op woensdag, zaterdag en zondag naar het halfwegpunt Hurricane Gulch. Dit is om de bewoners langs de lijn, die geen toegang hebben tot de `Parks Highway’ van dienst te zijn. Een echte rimboe-service die voor alles en nog wat gebruikt wordt. Veel kleinere haltes hebben een ‘stop on request’, waar de Alaska Railroad de enige grondverbinding met de buitenwereld i

De twaalf uur durende reis over het centrale ijzeren spoor van Alaska is er een van hoogtepunten. Zeker wanneer de reiziger nog nooit de schoonheid van de noordelijke wildernis heeft gezien en in zich opgezogen.

Vanuit Anchorage, dat in de begintijd van de spoorwegbouw ‘Ship Creek’ heette, komt de lange gele trein precies op tijd in beweging vanaf het enige perron dat er is. We maken snelheid over het emplacement en sporen parallel aan de oevers van de Knik Arm, een brede en de meest noordelijke zijtak van de Cook Inlet. Aan de horizon zien we al de Alaska Range, waar we op afgaan. Ten oosten van ons de machtige besneeuwde pieken van St. Elias Mountains, onder een strak blauwe hemel. De langste dag is een mooie zonnige dag in Alaska en ik denk dat het daarom is dat ik tot 21 juni moest wachten om de trein te kunnen nemen. We trekken in een grote boog naar het noorden. Voorbij Eagle River een voorstad van Anchorage, maar in de begindagen was Ft. Eagle River de eerste halte, gevolgd door een nieuwe plaats: Birchwood, gevolgd door Eklutna, een plaatsje voor de kruising over de nationaalroute nr.1.

Deze ‘Glenn Highway’ gaat vanaf Portage over Anchorage naar de kruisingsplaats Tok Junction, tegen de grens met Canada aan. Onder voortdurend hoorngeschal, eigen aan de Amerikaanse treinen, vanwege de vele onbewaakte overwegen. Ook de onbekendheid van de automobilist, de voetganger, dier en kind met het fenomeen trein, is een reden om flink te toeteren. Als groet wordt het gebezigd, als waarschuwingstoon en vooral als speeltje van de machinist om iedereen te laten weten dat de trein hét vervoermiddel is. Het personeel is vriendelijk, niet opdringerig, en in de observatiewagen geeft een niet gevraagde gids tekst en uitleg over: “The importance of the national railroad for Alaska”, en wat voor geschiedenis het voor ons liggende land te bieden heeft. Het zijn studenten die er in de zomer wat bijverdienen. Eenmaal de Matanuska Rivierdelta overgestoken, uiteraard bij de vroegere halte- en splitsingsplaats Matanuska, draait het spoor naar het westen. Nog niet zo lang geleden takte hier naar het oosten een kort lijje af en volgde de Matanuska stroomopwaarts naar Moose, met branchelijn naar rijke kolenaders van Moose Creek, en eindigde in Chickaloon/Jonesville. In Moose Creek ligt de ‘Independence Mine’, nu een National Monument. Voorbij deze afslag krijgen we de eerste stopplaats: Wasilla. Dit is het beginpunt van de ‘George Parks Highway’, route nr.3 naar Fairbanks. Deze route zal ons voor het noordelijk deel als metgezel volgen, en bij Houston steken we hem voor het eerst over. Tussen de plaatsen Willow, aangemerkt als bouwlocatie voor de nieuwe hoofdstad van Alaska, en Montana, gaat hij gelijk met ons op. De weg ligt tussen het spoor en de Susitna River ingeklemd. De stations langs de lijn hebben namen die de gehele natuurlijke gesteldheid en het klimaat van Alaska de revue laat passeren. Aan stationsnamen is vaak te zien hoe ver men op een bepaald punt was aangeland met de bouw van de lijn. Het verraad een spoor van geschiedenis. Stations worden naar personen vernoemd, naar markante uitzichten of naar de vegetatieaardoor de lijn is aangelegd. Ongemerkt ontstaat er tussen het publiek en de gids een gepast gesprek over Alaska, de natuur, de politiek ten opzichte van de minderheden. Ook het milieu komt aan bod, vanwege de Alaska oliepijpleiding door de toendra en de vervuiling van de Exxon Valdez, enige jaren geleden. Niets is te dol en vooral zijn de studenten geïnteresseerd in het zo perfecte treinverkeer in Europa, waarover ze vele verhalen gehoord hebben en of de ARR er aan kan tippen. Ondertussen passeren we in een waterrijk gebied. Dichte bossen waarvan de bomen ondiep geworteld zijn in het drassige, dunne laagje aarde op de altijd bevroren ondergrond. Veelal vallen ze om voordat ze tot volle wasdom gekomen zijn en is de onderbegroeiing een ondoordringbare wildernis geworden. Bij Montana steekt ze de machtige Susitna River over en volgt aan de overkant de onderste rand van de Alaska Range. Met vaste grond onder de voeten, want de boorden van de brede Susitna zijn opgeschoten bosgebieden, waar de Moose of Amerikaan Eland zich thuisvoelt in het drassige gebied en al staande in het water de trein vreemd nastaart. Onze lange gele slang vervolgt haar weg over de hogere en ook rotsachtige oostelijke oever. Dit is de rand van een plateau, dat deel uitmaakt van de Talkeetna Mountains, verder naar het oosten. Na Sunshine stoppen we op 180 km van Anchorage in Talkeetna. De plaatsjes mogen nauwelijks de naam dragen en zijn voorposten van het visser- en pelsjagersgebied om ons heen. Enkele houten huisjes en hutjes, stapels hout en spoorwegmateriaal bepalen het beeld. De natuur is overal volop aanwezig en de korte zomernachten laat het plantenleven dubbel overuren maken om groter te worden, mooier te bloeien en wat het belangrijkste is, zich voort te planten. Ook de zoogdieren, vissen en vogels zijn druk in de weer zich op de komende winter voor te bereiden en voorraden aan te leggen. De enorme variaties in schakeringen van groen zijn opvallend op deze breedtegraad en in de korte herfst staan de bossen in vuur en vlam en zijn de rghellingen met kleuren bezaaid, totdat de sneeuw alles met een wit deken toedekt. Dan zijn ook de menselijke verontreinigingen langs de weg en de spoorbaan bedekt met de mantel van geborgenheid, om in de lente des te opvallender terug te komen. De Alaskanen leven in zo’n groot land, dat hun waarschijnlijk worst kan wezen…

Chase, Curry en Gold Creek vertellen van het achternajagen van wild, een nationale sport in Alaska; Curry staat wellicht voor de verscheidenheid aan voedselsoorten en Gold Creek is zo duidelijk dat voor toeristen Alaska synoniem is geworden aan het goudpannen in de rivier. Hier steken we over de Susitna, die met een machtige boog uit het oosten komt, en bereiken bij Hurricane Gulch de voet van de Alaska Range. Hoge pieken steken boven het rotsachtig gebergte uit en vormen een halve corona rond Mount McKinley, die in nevelen gehuld is. Is het niet de sneeuw, de wolken of de mist, dan is het wel in duisternis, maar zelden in een wolkenloze blauwe hemel. Langs de flanken van de bergtoppen stromen de gletsjers langzaam naar beneden en slijpen het onderliggend gesteente. Geleidelijk versmelten ze, en de vele bergbeken voeden de machtige brede stromen die Alaska verdelen en verbinden.

We steken onder luid getoeter de ‘Parks Highway’ over en volgen de korte uitlopers van de Alaska Range naar Colorado. Stijgend naar de Broad Pass, op een hoogte van 714 m, kruisen we bij ‘Summit’ de top van de Alaska-waterscheiding. Vanaf nu dalen we en volgen de oostgrens van het ‘Denali National Park & Preserve’. Een gigantische wildernis, van om en nabij de 2 miljoen hectare. De naam ‘Denali’ betekent: ‘The Great One’, en werd door de Athapascan-indianen aan Mt. McKinley gegeven.

Opgepast voor beren en wolven. Zowel de grizzly- als de bruine beer voelen zich thuis in dit oergebied. Mensen zullen zich hier altijd de mindere voelen. Nauwelijks opgewassen tegen de overweldigende ruwe schoonheid van de noordelijke wouden en de naar de hemel reikende gletsjerpieken. Na de halte van Cantwell, volgen we al kronkelend de bovenloop van de Nenana. Vanaf hier stroomt al het water naar de koning der rivieren in Alaska, de Yukon. Samen met de weg volgen we de linkeroever van de Nenana. Denali National Park Station is de grote stop voor de trekkers en kampeerders en de trein neemt een nieuwe voorraad aan afgepeigerde rugzakkers aan boord. Zij storten zich meteen in de luxe van het treinleven en laten hun verhalen de ronde doen. De een heeft nog een hachelijker avontuur meegemaakt dan de ander, ieder in een andere tak van ‘natuursport’. Aan de orde is ook de wisseling van het personeel met de tegentrein naar Anchorage, zodat iedereen gewoon thuis kan slapen.

Comfortabel dalen we in grote bogen langs de rand van een diepe kloof naar beneden. Dit steile gedeelte wordt regelmatig getroffen door een totale aardverschuiving van de gehele helling en om de zoveel tijd moet de lijn opnieuw gelegd worden. Een klein detail is, dat het lijkt alsof we door een omgeploegd land rijden, waar de helling van elke begroeiing verschoond is. Hier wordt constant aan de route naar het noorden gewerkt en dat gebeurt ook met de weg. Na Healy laten we het park en de bergen achter ons. Een zijspoor gaat naar de kolenvelden van Sutrana, want goederentransport is toch het belangrijkste op de lijn, hoewel extra toeristentreinen een mooie aanvulling zijn voor de exploitatie van de ARR.

Voor ons uit zien we dat de natuur in Alaska echt niet met zich laat spotten. Een onafzienbare vlakte met ondoordringbare moerasbossen van loof- en naaldhout, waar de Nenana traag doorheen stroomt. De boorden zijn laag en de vele eilanden en parallelstroomgeulen geven aan dat de rivier hier de baas is. Zij vormt het landschap en zij bepaalt wat blijft of wat met een vloed wordt meegesleurd. In deze brede bedding liggen vlekken met namen als: Blowne, Ferry en Rex, waar de routes van de weg en het spoor haasje-over-springen. Dit om in de gunst van de best mogelijke oversteek te komen. Bij het plaatsje Clear Site wordt de rivier echt breed en diep. Volwassen geworden, waaiert ze uit in ontelbare armen en is de Nenana gedoemd bij Julius te sterven en verzwolgen te worden door de Tanana. Deze langere rivier komt helemaal vanuit het zuidoostelijk gletsjerland in een grote boog naar Fairbanks toe. Vervolgens wringt zij zich door de volgende, maar lagere bergketen naar het westen en mondt uiteindelijk uit in de Yuko We steken bij de samenvloeiing, en de plaats Nenana, de Tanana over. Hier ligt de haven waar goederen vanaf spoorwagons overgeslagen worden op rivierschepen die de plaatsen aanliggend bevoorraden. Wij volgen in een grote boog de noordelijke oever naar het oosten. Dit is de oude route van de ‘Tanana Valley Railroad’. Bij Berry liep eens een zijspoor naar Fox, stak de 65e graad NB over, kruiste de Chatanika River en draaide ten noorden ervan, bij Olnes, terug naar Chatanika. Dit was een overslagplaats aan de gelijknamige rivier, waarvandaan schepen via de Tolovanna Rivier bij Manley Hotsprings de Tanana konden bereiken.

De bevolkingsdruk neemt rond Fairbanks toe en we passeren verschillende dorpen. Standard, Ester en College. Woonplaatsen die naar Fairbanks toe, dichter opeen zijn komen te liggen. Wie nu denkt te eindigen in een typische Amerikaanse metropool heeft het mis. Fairbanks is weinig groter dan een provincie-stadje, maar vrij ruim opgezet, langs de boorden van een kleine zijrivier van de Tanana, de Chena River. Ons spoor gaat weer een paar kilometer verder zuidelijk. Parallel aan de ‘Alaska Highway’, om als eindpunt de luchtmachtbasis van Eielson te bedienen.

In 1901 ontstond onder Russische spoorwegingenieurs een spectaculair project en Fairbanks had hierin een belangrijke plaats kunnen krijgen. Het oorspronkelijke plan, om Europa via een spoorlijn door Siberië en Alaska met Noord-Amerika te verbinden, kwam van de Fransman Loicq de Lobèl. Hij had grootste plannen om in een 24 dagenreis van Parijs naar New-York te sporen over een afstand van maar liefst 20.557 km. Nagenoeg de halve wereld rond. Al slapend, etend en converserend te verpozen in luxe, dat was zijn visioen. Een slang van rijtuigen zou door de wildernis van Azië en Amerika trekken om twee beschavingen te verenigen. De tocht zou gaan over de bestaande netten in Europa en Noord-Amerika, met als nieuw te bouwen sluitstuk een lijn van Kansk in Siberië, aftakking van de Trans Siberië Spoorlijn, naar de noordoostpunt van dat gebied, Kaap Deschnjov. Een tunnel onder de Bering Straat verbond de twee continenten, waarna vervolgens de lijn via Fairbanks in Alaska, en door Canada, aan zou sluiten op het Noord-Amikaanse spoorwegnet in Vancouver. Met het stoomschip deed men er toen maar 7,5 dagen over om de Atlantische Oceaan over te steken… dus het plan kon haast geen toekomst hebben.

Grote gebieden in het noorden zouden ontsloten worden en de zich ontwikkelende mijnbouw zou een stimulans voor de betreffende regeringen moeten zijn om met de benodigde financiën over de brug te komen. Men berekende op een budget van één miljard dollar, voor die tijd een astronomisch bedrag.

Voor een gedeelte is de route uitgevoerd. In de tachtiger jaren kwam de ‘Baikal-Amur-Magistrale’ spoorweg gereed en in Canada reikte het netwerk zover als Fort Nelson, in het noorden van Alberta en bereikte hiermee de ‘Alaska Highway Route’. In British Columbia was een spoorlijn geprojecteerd naar het verre noorden van de provincie, naar Dease Lake. Deze lijn loopt tot op de dag van vandaag niet verder dan Driftwood, eenzaam strandend tussen de Coastal Mountains en de Rocky Mountains.

Inmiddels heeft Dease Lake een goede plaats gevonden aan de ‘Cassiar-Stewart Highway’, door het westen van BC naar de Yukon, en eigenlijk geen behoefte meer aan een dure spoorverbinding. Het is fascinerend om te zien dat in het verleden de spoorwegen en waterwegen het vervoersmonopolie bezaten en dat toen plaatsen hun bestaan eraan konden herleiden. Nu is het weg- en luchtverkeer aan de beurt, maar wanneer zal er weer stuivertje gewisseld worden?

Fairbanks is de ‘hoofdstad’ van Centraal-Alaska en als zodanig herkenbaar aan de vele openbare bestuursgebouwen, scholings instituten en springplank voor het transport en de olieindustrie naar het hoge noorden, het verre westen en naar Canada. Gesticht in 1902 gedurende de ‘Goldrush’ en het einde van de goudkoortsroute, werd het vernoemd naar Senator Charles Warren Fairbanks. Er is naast een historisch museum, herdenkingstekens en -parkjes weinig te zien of te doen in Fairbanks. Sportgebeurtenissen bepalen het feestgebeuren in deze bestuurlijke handelsstad. De ‘Yukon Boat Race’, de ‘Midnight Sun Run’, een halve marathon voor hardlopers op de langste dag van het jaar, en de kampioenschappen sledehondenrennen.

Tussen de autosnelweg ‘Airportway’ en de Chena ligt het enige park van Fairbanks, dat dan ook dienst doet als openluchtmuseum. Daarin is te zien: een mijnwerkerskamp en oude houten huizen uit Fairbanks en omgeving vormen een gouddelversstadje met een echte oude verroeste rivierraderboot op de oever van de Chena. De gebruikelijke antieke meubelen en gereedschappen voltooien het spoor van de goudkoorts en de daaropvolgende bewoning in de wildernis van Alaska. Vele sporen in Alaska lopen dood in Fairbanks en het ijzeren spoor van de ARR is daar geen uitzondering op. Ik loop en lift naar het vernieuwde vliegveld en bekijk daar in de ontvangsthal het museale spoor van Alaska met als hoogtepunten oude vliegmachines en instrumentaria, de opgezette fauna van Alaska en de in hout uitgesneden kunstuitingen van de echte Alaskanen, de Indiaan en Eskimo. Terug naar Seattle… naar het zuiden, waar het spoor over water begon, naar het fascinerende noorden… naar de spoorwegroute van Alaska.