1973

1973

De abortusuitspraak: Roe versus Wade

 

Tot 1973 zagen de meeste Amerikanen het gepassioneerde verzet tegen abortus als een voornamelijk katholiek onderwerp. De uitspraak van het Supreme Court dat jaar stelde dat het recht op abortus was te vinden in de grondwet, indirect via het recht op privacy van de vrouw. Roe v Wade werkte als een katalysator van álle oppositie tegen de verworvenheden en excessen van de jaren zestig. De ironie wil dat de meeste staten een tamelijk liberale abortuswetgeving hadden zonder dat dit veel verzet had opgeroepen. Juist door de uitspraak van het Supreme Court werd abortus een politieke twistappel en door de aard van de standpunten erover, juist een onderwerp waarover compromissen niet mogelijk waren. Politiek analist E.J. Dionne over het effect van Roe v Wade.

 

“Toen het Supreme Court in Roe v Wade uitsprak dat het recht op een abortus niet kon worden beperkt door de wetgevers in de staten, waren de tegenstanders van abortus begrijpelijkerwijs woedend. Zoals degenen die met passie geloofden in het recht op abortus de uitspraak in 1973 zagen als een soort Magna Charta voor het zelfbeslissingsrecht van vrouwen, zo zagen tegenstanders van abortus het als een politieke kneveling die het onderwerp abortus verwijderde uit de normale hoor-en-wederhoor van de democratische besluitvorming. Roe verwierp de abortuswetten in 46 staten en de hoofdstad, en de beslissing betekende, zoals de juridische wetenschapper Jeffrey Rosen heeft geschreven, ‘een van de weinige keren in de geschiedenis dat het Hof vooruitliep op een nationale consensus.’ Ironisch genoeg was er ten tijde van de uitspraak al een nieuwe, gematigde landelijke consensus pro-vrije keuze tot stand gekomen. Sleutelstaten met Republikeinse gouverneurs (met name Californië onder Ronald Reagan en New York onder Nelson Rockefeller) hadden abortus in brede termen gelegaliseerd. Het is waarschijnlijk dat, had het Hof de beslissingsbevoegdheid bij de staten gelaten, de geleidelijke trend naar legalisering zich zou hebben voortgezet, ook al zouden een paar zich hebben verzet.

Aanvankelijk was de reactie op Roe niet helemaal te meten langs partijlijnen, deels omdat prominente conservatieven (waaronder Reagan) voor legale abortus waren en veel progressieven in de New Deal traditie, speciaal arbeiders van katholieke huize, ertegen waren. Maar op de lange termijn bleek Roe van enorm voordeel voor de Republikeinse Partij. Aanvallen op Roe pasten prima bij de aanvallen op wat Republikeinen ‘rechtelijk activisme’ noemden – ook al waren ze in feite alleen maar tegen progressieve rechtsbesluiten; toen later de rechtelijke macht conservatiever was geworden hadden ze weinig bezwaar tegen rechtelijke activisme. Het onderwerp abortus stelde de Republikeinen in staat om voorheen Democratische achterbannen diep te penetreren, vooral katholieken en blanke zuiderlingen, en om de winst te consolideren die ze in deze groepen hadden geboekt in 1968 en 1972 op basis van andere onderwerpen, waaronder de reactie tegen burgerrechten voor zwarten. In de loop van de jaren werd de Republikeinse Partij breed gezien als de pro life partij [het banier waaronder abortustegenstanders zich schaarden] en de Democraten als de pro choice partij.

Het groeiende partijdenken rondom dit onderwerp had vervelende zijeffecten. Abortus betreft waarachtig moeilijke morele vraagstukken.

[…]

Vragen die mensen zich geregeld stellen. Maar politieke campagnes neigen ernaar abortus simpelweg te reduceren tot een lakmoestest. Ze eisen een stevig ‘ja’ of ‘nee’. Tussenliggende antwoorden zijn niet toegestaan. De opkomst van abortus als een partijzaak heeft een bijzonder vervelend bijeffect gehad op de campagnes voor het presidentschap: een onderwerp waarvan politici claimen dat een standpunt hun diepst gevoelde morele overtuigingen weerspiegelt is maar al te vaak het onderwerp waarop ze bijzonder opportunistisch en onprincipieel toeschijnen.

[…]

Kandidaten waren zelden bereid ronduit te zeggen wat waar was voor de meesten van hen: dat ze abortus niet als het belangrijkste onderwerp in de politiek zagen en dat het niet de reden was dat ze meededen aan het publieke leven. Het rare was dat politici die de waarheid vertelden, namelijk dat abortus niet een van de hen drijvende krachten is, als onprincipieel werden gezien. Tegenstanders van abortus stelden dat als je nu abortus niet als een centraal onderwerp ziet, dat lijkt op het ontkennen van het belang van slavernij in de jaren vijftig van de negentiende eeuw. Degenen die het legaal houden van abortus steunen zouden een dergelijke politicus op hun beurt zien als zwak in zijn toewijding aan de rechten van vrouwen. Het gevolg is dat politici net doen alsof ze heel sterke gevoelens hebben over het ene of het andere standpunt, ook al is dat helemaal niet het geval.

[…]

Het is vreemd om abortus een lakmoestest te maken als iedereen heel goed weet dat een absoluut verbod op abortus waarschijnlijk nooit de wet zal worden in de Verenigde Staten.”

 

Onder liberals, Amerikaanse progressieven, ziet men Roe v Wade steeds meer als een kolossale mislukking, een Phyrrus overwinning. Omdat de uitspraak de katalysator was voor een sterke conservatieve beweging én omdat over het onderwerp, naar zijn aard, geen compromis mogelijk is, is abortus een verdeeldheid zaaiend onderwerp geworden. Erger, abortus en het complex aan social issues er omheen is een codewoord geworden voor alles wat heeft te maken met de jaren zestig, hedonisme, excessen, hippies, de Clintons, kortom, alles waar conservatief Amerika een hekel aan heeft.

 

Bron

Souled Out. Reclaiming Faith & Politics After the Religious Right door E.J. Dionne, Jr.