1910

Leonard Covello werd in 1887 in Zuid-Italië geboren. Zijn vader vertrok in 1890 naar Amerika, zijn moeder kwam met de kinderen in 1896. Grootscheepse emigratie uit Italië, vooral uit het zuiden en Sicilië, kwam pas na 1880 op gang. In de twintig jaar daarna kwamen één miljoen Italianen naar Amerika. Tussen 1900 en 1910 nam dat aantal dramatisch toe tot ruim twee miljoen. Openbare scholen speelden een belangrijke rol in het opnemen van die nieuwe Amerikanen. Vooral middenklasse Amerikanen waren er kien op om de immigranten te ‘Amerikaniseren'. Zoals Covello ontdekte, moesten ze daarvoor soms hun culturele erfenis uit de oude wereld opgeven. In zijn latere leven als leraar op verscheidene Newyorkse scholen, toonde hij zich een groot pleitbezorger van multicultureel bewustzijn.


“Op een dag kwam ik thuis van de Soup School met een rapport dat mijn vader moest ondertekenen. Het was tijdens een van die heel sombere periodes. Ik herinner me dat mijn vriend Vito Salvatore er ook was en dat Mary Accurso was binnengelopen voor mijn moeder. Met een gekwelde blik bekeek mijn vader het rapport en maakte aanstalten om te tekenen. Opeens stopte hij, met de pen in zijn hand.

‘Wat hebben we hier?', zei hij. ‘Leonard Covello! Wat is er gebeurd met de ‘i' in Coviello?'

Mijn moeder legde haar naaiwerk neer. Vito en ik keken enkel elkaar aan.

‘Nou?', vroeg mijn vader.

‘Misschien heeft de onderwijzer het gewoon vergeten erin te zetten', suggereerde Mary. ‘Kan gebeuren.' Zij zat al op de middelbare school en sprak met gezag. Mensen luisterden altijd naar haar. Deze keer hoorde mijn vader haar niet eens.

‘Van Leonardo naar Leonard, dat kan ik wel volgen', zei hij, ‘een heel natuurlijk proces. In Amerika kan alles gebeuren en gebeurt alles. Maar je verandert toch niet zomaar een familienaam. Een naam is een naam. Wat is er met de ‘i' gebeurd?'

‘Mrs. Cutter heeft hem eruit gehaald', legde ik uit. ‘Iedere keer als ze Coviello uitsprak klonk het als Covello. Dus haalde ze de ‘i' eruit. Op die manier is het gemakkelijker voor iedereen.'

Mijn vader klapte met zijn vuist op het hoofd van Columbus. ‘En wat heeft Mrs. Cutter met mijn naam te maken?'

‘Wat maakt het uit?' zei ik. ‘Het is meer Amerikaans. De ‘i' helpt niet.' Het was een van de weinige keren dat ik mijn vader durfde tegen te spreken. Maar zelfs op die leeftijd begon ik al te voelen dat alles wat een naam minder buitenlands maakte een verbetering was.

Vito kwam me te hulp. ‘Mijn naam is Victor – Vic. Zo noemt iedereen me nu.'

‘Vica. Sticka. Nicka. Jullie zijn niet goed bij je hoofd!' schreeuwde mijn vader.

Even zat mijn vader daar, een bittere opstand broeiend in zijn inborst. Vervolgens tekende hij, met een schouderophalende overgave, het rapport en schoof het me toe. Mijn moeder begon zich er nu plotseling mee te bemoeien. ‘Hoe is het mogelijk dat je dit met een naam doet? Waarom heb je die kaart getekend? Narduccio, je zult je onderwijzeres moeten vertellen dat een naam niet zomaar veranderd kan worden …'

‘Mama, je begrijpt het niet.'

‘Wat valt er te begrijpen? Iemands leven en iemands eer zit in die naam. Die kun je nooit veranderen. Een naam is niet een hemd of een stuk ondergoed.'

Mijn vader stond op van de tafel, stak de brand in een halve Toscaanse sigaar en trok zich terug uit de discussie. ‘Eer!' brieste hij tegen zichzelf.

‘Je moet het aan je onderwijzeres uitleggen', hield mijn moeder aan. ‘Het was een fout. Ze zal dat weten. Ze zal het niet weer doen. Let maar op.'

‘Het was geen fout. Opzettelijk. De ‘i' is eruit en Mrs. Cutter heeft er Covello van gemaakt. Je begrijpt het gewoon niet!'

‘Wil je ophouden met dat te zeggen', bleef mijn moeder aanhouden. ‘Ik begrijp het niet. Ik begrijp het niet. Wat is er te begrijpen? Nu dat jij geamerikaniseerd bent begrijp je alles en ik begrijp helemaal niets.'

In deze stemming durfde ik haar geen antwoord te geven. Mary legde haar hand op mijn moeders schouder. Ik gaf een teken aan Vito en samen liepen we de flat uit, naar beneden, de straat op.

‘Ze begrijpt het gewoonweg niet', zei ik steeds maar weer.

‘Ik ga de ‘e' van het eind van mijn naam afhalen en het enkel Salvator maken', zei Vito. ‘We zijn uiteindelijk niet meer in Italië.'

Vito en ik stonden verslagen onder het gaslicht op de hoek … Op de een of andere manier was de lol van onze kinderjaren uit onze levens weggesijpeld. We waren maar jongens maar een droefheid die we niet konden verklaren, drukte op ons. Mary kwam naar ons toe en ging bij ons staan. Ze had een boek onder haar arm. Ze stond daar een moment, terwijl haar donkere ogen ons vragend aankeken.

‘Maar ze begrijpen het gewoon niet!' hield ik vol.

Mary glimlachte. ‘Misschien komt er een dag dat jij je zult realiseren dat jij degene bent die het niet begrijpt.'”

De Italianen in Amerika hadden een slechte reputatie. Ze werden gezien als achterlijke boeren, met een macho mediterrane cultuur. Veel sociologisch onderzoek uit de jaren dertig en veertig laat zien dat hun problemen met integratie opmerkelijke overeenkomsten vertonen met die van de huidige migranten in Europa. Na drie à vier generaties bleek hun integratie net zo volledig te zijn als die van andere groepen.

Bron

The Heart Is the Teacher door Leonard Covello with Guide D'Agostino (1958).