Eind 1875 verlieten de Sioux en de Cheyenne indianen hun reservaten, woedend over het voortdurend opdringen van de blanken in hun heilige gebieden in de Black Hills. Ze kwamen samen in Montana om onder leiding van Sitting Bull voor hun land te vechten. Dat voorjaar boekten ze twee grote overwinningen op de Amerikaanse Cavalerie, waardoor ze aangemoedigd werden om door te vechten. In juni 1876 stuurde het Amerikaanse leger soldaten voor een gecoördineerde aanval, waaronder Luitenant Kolonel George Custer en de Seventh Cavalery. Op 25 juni liet Custer zich in een valstrik lokken.
Two Moon, een Cheyenne chief, was ooggetuige van de strijd.
“Daarna reden de Sioux aan alle kanten de richel op, heel snel. De Cheyenne ging langs de linkerkant. Het schieten gebeurde snel. Pop-pop-pop, heel snel. Een aantal van de soldaten knielden, anderen stonden. Officieren stonden voorop. De rook was als een grote wolk en overal waar de Sioux waren steeg het stof op als rook. We omcirkelden hen, kolkend als water rond een steen. We schieten, rijden snel, schieten nog een keer. Soldaten vallen en paarden vallen bovenop hen. Soldaten in de linie vallen, maar één rijdt op en neer langs de linie – steeds schreeuwend. Hij reed op een rossig paard met een wit gezicht en witte voorbenen. Ik niet wie hij was. Hij was een dapper man.
Indianen bleven rondcirkelen, en de soldaten doodden er maar een paar. Veel soldaten vielen. Uiteindelijk waren alle paarden dood op vijf na. Af en toe brak een man uit de linie en rende naar de rivier maar hij viel altijd. Minstens honderd man en vijf ruiters stonden op de heuvel, dicht bij elkaar. De hele tijd bleef de hoornspeler zijn commando's blazen. Hij was ook heel dapper. Toen werd een chief gedood. Ik hoor dat het Long Hair was [Custer], ik weet het niet; en daarna bewogen de vijf ruiters en de groep mannen, misschien veertig, zich naar de rivier. De man op het rossige paard leidde hen, de hele tijd schreeuwend. Hij droeg een leren shirt en had lang zwart haar en een snor. Hij vocht hard met een groot mes. Zijn mannen waren allemaal bedekt met wit stof. Ik kon niet zeggen of het officieren waren of niet. Eén man rende helemaal alleen naar beneden naar de rivier, daarna terug de heuvel op. Ik dacht dat hij zou gaan ontsnappen maar een Sioux vuurde en trof hem in zijn hoofd. Hij was de laatste man. Hij droeg tressen aan zijn armen [hij was een sergeant].
Alle soldaten waren nu gedood en de lichamen werden gestript. Daarna kon niemand meer zeggen wie de officieren waren. De lichamen werden daar gelaten waar ze vielen. We hadden geen dans die nacht. We waren bezorgd.
De volgende dag gingen de vier Sioux chiefs en twee Cheyennes en ikzelf, Two Moon, het slagveld op om de doden te tellen. Eén man droeg een kleine bundel stokjes. Toen we bij de doden mannen kwamen, namen we een stokje en gaven het aan een andere man, zo telden we de doden. Er waren er 388. Er waren 39 Sioux gedood en zeven Cheyenne en we hadden honderd gewonden.
Een aantal blanke soldaten werd met messen gestoken om er zeker van te zijn dat ze dood waren; de oorlogsvrouwen hadden een aantal van hen verminkt. De meesten van hen lieten we gewoon liggen waar ze waren gevallen. We kwamen bij de man met de grote snor; hij lag onder aan de heuvels nabij de rivier. De indianen hadden zijn leren shirt niet afgenomen. De Sioux zeiden: ‘Dat is een grote chief. Dat is Long Hair.' Ik weet het niet. Ik had hem nooit gezien. De man op het paard met het witte gezicht was de dapperste man.”
De Sioux en de Cheyenne hadden een enorme overwinning geboekt. Het duurde acht dagen voor het nieuws de buitenwereld had bereikt. De woedende natie eiste wraak. Het Congres nam een wet aan die de Sioux dwong om de Black Hills, de Powder River en Big Horn bergen af te staan en naar de reservaten te gaan. Ze werden het hele jaar opgejaagd en op 6 mei 1877 leidde Crazy Horse zijn troepen naar Fort Robinson, Nebraska, om zich over te geven.
Bron
Two Moon, The Penguin Book of Interviews , ed. Christopher Silvester.
Biografie Custer: Son of the Morning Star door Evan S. Connell.