1855

De enorme instroom van Ierse en Duitse immigranten in de jaren veertig van de negentiende eeuw leidde tot een sterke anti-immigratie beweging, nativisme genaamd, het Amerikaanse woord voor autochtonen. De impuls was het katholieke geloof van de nieuwkomers. De Verenigde Staten zagen zichzelf als een protestantse natie en de katholieke kerk met zijn doctrines, hiërarchische structuur en buitenlands leiderschap, werd gezien als vijand van alles Amerikaans. Niet alleen het Amerikaanse geloof werd bedreigd maar de hele civic society. De Democratische Partij werd een speelbal geacht van Ierse partijbazen, die kiezers zowat vanaf het schip rekruteerden. In 1843 organiseerden tegenstanders van immigratie zich als de American Republican Party, in 1855 omgedoopt tot de American Party. Het was een middenklasse partij van protestanten zonder grote leiders. De bijnaam ‘Know Nothings’ dankt de partij aan de geheimzinnige organisatie van de partij: als een lid werd gevraagd naar de activiteiten werd hij geacht te zeggen, ‘I know nothing’.

In 1855, nadat de partij lokale successen had geboekt en vrijwel de heel staat Massachusetts had veroverd, werd als voorbereiding voor de presidentsverkiezingen van 1856 een boek gepubliceerd met politieke teksten. Dr. Thomas Bond legde uit waarom de Know Nothings nodig waren.

“Alle geheime associaties [verenigingen] kunnen verkeerd gebruikt worden, zeker politieke organisaties waarvan de vergaderingen geheim zijn en waar dus controle door de publieke opinie ontbreekt. ‘Know Nothingism’ zou daarom een kwaad kunnen zijn of kunnen worden door misbruik van macht; maar anderzijds kan het veel doen om kwaad van de hoogste orde te bestrijden; kwaad waarvoor we geen andere remedie hebben.

Als we goed zijn geïnformeerd, is de vereniging opgezet om een tegenwicht te bieden aan de politieke invloed van Romanisme, door de politieke macht van buitenlanders te beperken. Ze willen niet Romanisten op zich uitsluiten van gekozen ambten of van wetgevend of uitvoerend gezag maar enkel buitenlanders. Maar aangezien de meeste Romanisten in dit land emigranten uit Europa zijn kan niet worden ontkend dat de uitsluiting van buitenlanders duidelijk invloed zal hebben op de Rooms Katholieke kerk, meer dan op andere kerken; en dit zou wel eens helemaal geen politiek kwaad kunnen zijn maar juist noodzakelijk voor het behoud en de bestendiging van burgerlijke en geloofsvrijheid. Daarom mogen we met enig vertrouwen stellen dat een organisatie zoals de ‘Know Nothings’ essentieel is voor het welzijn van ons land, als de enige serieuze mogelijkheid om Romanisme te stoppen – de meest geheime en machtigste vereniging die de mensheid ooit heeft ontwikkeld en die, naar zijn eigen aard, niet anders dan vijandig kan staan tegenover de principes van burgerlijke en geloofsvrijheid.

Dát de Rooms Katholieke Kerk een geheim genootschap is, gerund door zijn hiërarchie – onder absolute controle van de priesters in een mate die nooit is uitgeoefend door de leiders van enige politieke partij in dit of enig ander land – is overduidelijk door haar geloofscredo en door haar praktijken overal.

[…]

Als we dan onder ons een heel groot geheim genootschap hebben, geregeerd door een priesterstand, waarvan de leden denken dat ze het goddelijke recht kunnen uitoefenen om de eeuwige bestemming te regelen en te bepalen, en dat deze priesterstand zelf is onderworpen aan een buitenlandse pontief, prins en potentaat, hoe kun je dan een dergelijke invloed anders controleren dan door een combinatie van haar tegenstanders? En hoe kan een dergelijke combinatie anders worden opgezet dan door associatie en organisatie? Krijg je dan het antwoord dat Romanisme, al is het een geheime organisatie, niet een politieke organisatie is en daarom niet bestreden moet worden met een politieke combinatie, zoals die van de ‘Know Nothings’? Wie dit wil betogen zal moeten bewijzen dat de geheime organisatie van Romanisme geen invloed heeft op politiek en politieke instellingen. Welnu, deze stelling wordt weersproken door de geschiedenis en de ervaring. Álle geschiedenis, want de Paus zelf had een actieve bemoeienis met de politieke ruzies, intriges en oorlogen van Europa; en in elk land waar Romanisme domineert, bestendigt ze despotisme van de Staat met dezelfde middelen waarmee ze het binnen de Kerk in stand houdt. Zo krachtig is deze kerkelijke invloed dat iedere strijd van mensen voor hun burgerlijke vrijheid erdoor gehinderd is, behalve toen de Reformatie Romanisme omver wierp en de mensen de Bijbel gaf.

[…]

Waar, vragen we, heeft Romanisme de wind in de zeilen waar het niet ieder aspect en iedere schijn van burgerlijke en geloofsvrijheid vertrappeld heeft? Nergens, en dan is het toch zeker niet zinloos te betogen dat deze systematische vijandigheid tegenover mensenrechten wellicht inherent is aan het systeem en dat het, als we het toelaten, hetzelfde zal doen in ons vrije en gelukkige land. Inderdaad, deze doelstelling is openlijk uitgesproken in de documenten van de Rooms Katholieke Kerk die ons duidelijk hebben gewaarschuwd dat ‘overal waar de Rooms Katholieken een voldoende numerieke meerderheid van de bevolking van de Verenigde Staten zullen krijgen – zoals ze zeker zullen – er een eind zal komen een burgerlijke en geloofsvrijheid’; dat wil zeggen, we zullen worden geregeerd door de zittende heerser op de stoel van Sint Pieter. De eed van iedere Rooms Katholieke bisschop en aartsbisschop verplicht hem tot absolute en onbetwiste gehoorzaamheid, niet alleen aan de huidige Paus maar ook aan zijn opvolgers en om ‘verzet te bieden’ en allen ‘te vervolgen’ die zich niet aan zijn autoriteit onderwerpen.

[…]

De invloed van de Romanisten op onze politici, zelfs Protestanten, is te zien in de bereidheid van sommigen van hen om mee te gaan met de eis van de priesterstand om de Bijbel te weren uit onze openbare scholen. Ze doen net alsof dit een gewetensvraag is maar als hun redenering klopt dan zouden ze alle vormen van geloofsonderwijs moeten uitsluiten; want geen enkele geloofsdoctrine of moreel voorschrift kan worden onderwezen dat niet deze tegenwerping oproept. Wij betogen dat de Staat het recht heeft de Bijbel een schoolboek te maken, zonder toestemming van Katholieken of Protestanten. De bedoeling van openbare scholen is niet om theologen of gelovigen te maken, maar om goede burgers te produceren. De Bijbel is daarom het enige schoolboek waarop de Staat kan vertrouwen om de grote doelstelling van algemeen onderwijs uit te voeren; en daarom heeft de Staat het recht om te eisen dat het wordt gelezen in de scholen die zij onderhoudt, zonder de wensen te raadplegen van enige sekte of geloofsrichting.

[…]

Hierna werd de oppositie tegen de Bijbel in de publieke scholen uitgevoerd in elk deel van de Verenigde Staten; en zelfs waar dit succes had waren de Romanisten niet tevreden. Als gezworen vijanden van kennis onder het volk kon niets de Roomse hiërarchie tevreden stellen dan de vernietiging van het hele systeem van algemeen openbaar onderwijs. Het was op dit punt dat de ‘Know Nothings’ een organisatie opzetten en overal de mensen bewust maakten van het gevaar waarin ze verkeerden; en toonden dat dit gevaar acuut was, ook al waren de Romanisten in de minderheid; want de meerderheid was verdeeld in twee grote partijen, die elk probeerden de stemmen van de katholieken te winnen en die waren altijd en overal bereid, onder leiding van de priesterstand, om hun gewicht te gooien bij de partij die het meest de aanspraken en claims van de ‘Heilige Moederkerk’ begunstigde.

Wij concluderen daarom dat als geheime partijorganisaties een kwaad zijn, de organisatie van de ‘Know Nothings’ een noodzakelijk kwaad is – noodzakelijk om het land te redden van de despotische macht van de Roomse hiërarchie; noodzakelijk om onze burgerlijke en geloofsvrijheid te behouden en daarom niet alleen moet worden getolereerd maar actief moet worden aangemoedigd.”

De enorme overwinningen in de tussentijdse verkiezingen van 1854 schiepen grote verwachtingen voor de American Party. Zodra ze echter in posities van macht terecht kwamen, bleken de Know Nothings het eigenlijk alleen eens over hun anti-immigratie en anti-katholieke boodschap. Machtsstrijd, verdeeldheid over slavernij en corruptie leiden al snel tot verlies aan invloed. In 1856 gebruikte ex-president Millard Fillmore – door de Democraten in 1852 gedumpt – de American Party om het presidentschap te heroveren. Hij haalde twintig procent. Daarna viel de partij viel uiteen in pro- en antislavernij fracties. Anti-immigratie bewegingen zouden iedere twintig à dertig jaar de kop opsteken, zonder politiek succes. Anti-katholicisme bleef sterk genoeg om tot 1960 alle landelijke politieke carrières te breken.

Bron

The Know Nothings door Dr. Thomas M. Bond in The Wide-awake Gift. A Know-Nothing Token for 1855, edited by “one of ‘em” (1855)