1776

In 1775 was open oorlog uitgebroken tussen de Amerikaanse kolonies en het moederland. Op 19 april waren de eerste schoten gewisseld in Lexington, Massachusetts, nadat Paul Revere zijn beroemde nachtrit had gemaakt om te waarschuwen voor de komst van de Engelse troepen. Een slag bij Bunker Hill, op 16 juni, verloren de opstandelingen maar ze brachten grote schade toe aan de Engelse troepen. De onzekerheid in de kolonies was groot. In een gespannen klimaat kwam het Continental Congress, de vertegenwoordigers van de dertien kolonies, in Philadelphia bijeen om zich te beraden over een breuk met Engeland. Een commissie bestaande uit Thomas Jefferson, John Adams, Benjamin Franklin, Robert R. Livingston en Roger Sherman, vroeg aan Jefferson om een eerste versie te schrijven van een onafhankelijkheidsverklaring. De commissie herzag Jeffersons werk voordat ze het op 28 juni aan het congres voorlegde. In een brief die John Adams schreef in 1822 vertelt deze Founding Father hoe het schrijven in zijn werk ging.

“U vraagt me waarom een zo jonge man als Mr. Jefferson werd geplaatst aan het hoofd van de commissie die de Onafhankelijkheidsverklaring moest opstellen? Ik antwoord: we dachten er goed aan te doen om Virginia het voortouw te geven in de hele procedure. Mr. Richard Henry Lee [de politicus die op 7 juni de motie tot onafhankelijkheid had ingediend] mocht dan naar Virginia zijn teruggereisd, wegens ziekte in zijn gezin, maar voor zover ik weet was dát niet de reden om Mr. Jefferson te benoemen. Er waren tegelijkertijd drie commissies benoemd, een voor de onafhankelijkheidsverklaring, een voor het opstellen van artikelen van confederatie en nog een om een verdrag met Frankrijk op te stellen. Mr. Lee was gekozen voor de Commissie voor Confederatie [die de regels voor samenwerking tussen de dertien moest opstellen] en het werd niet verstandig geacht om dezelfde persoon in beide te laten zitten. Mr. Jefferson werd in juni 1775 afgevaardigd naar het Congres en bracht een reputatie mee van geletterdheid, wetenschap en schrijftalent. Zijn geschriften werden uitgedeeld en die waren opmerkelijk omdat ze zo mooi geschreven waren. Hoewel hij in het Congres niet veel van zich liet horen, was hij zo direct, eerlijk, expliciet en beslissend in commissies en in gesprekken – meer nog dan Samuel Adams – dat hij al snel mijn hart had gestolen. Bij deze gelegenheid gaf ik hem mijn stem en deed alles in mijn macht om de stemmen van anderen te werven. Ik geloof dat hij één stem meer had dan alle anderen en daarmee werd hij het hoofd van de commissie. Ik had het op één na hoogste aantal en dat maakte mij de tweede persoon. De commissie kwam bij elkaar, discussieerde over het onderwerp, en benoemde toen Mr. Jefferson en mijzelf om een eerste versie te maken, naar ik veronderstel om dat we de eerste twee op de lijst waren.

De subcommissie kwam bijeen. Jefferson stelde voor dat ik deze versie zou maken.

Ik zei, ‘dat zal ik niet doen, U zou het moeten doen.’

‘Oh! No.’

‘Waarom wilt u niet. U zou het moeten doen.’

‘Ik zal het niet doen.’

‘Waarom niet?’

‘Redenen genoeg.’

‘Wat kunnen uw redenen zijn?’

‘De eerste reden is dat u uit Virginia komt en iemand uit Virginia hoort aan het hoofd te staan van deze onderneming. De tweede reden is dat ik gehaat wordt, verdacht ben en onpopulair. Voor u geldt het omgekeerde. De derde reden is dat u tien keer beter kunt schrijven dan ik het kan.’

‘Well,’ zei Jefferson, ‘als u vastbesloten bent, dan zal ik mijn uiterste best doen.’

‘Heel goed. Als u klaar bent, dan zullen we een bijeenkomst beleggen.’

En zo kwamen we bij elkaar om te zien wat hij had geschreven. Ik was erg verheugd over de hoogstaande toon en de oratorische vlucht die het document soms nam, vooral over de slavernij, dat ik zeker nooit zou tegenhouden, al zouden zijn zuidelijke broederen het nooit accepteren. Er waren andere uitdrukkingen die ik niet had toegevoegd als ik het had opgesteld, in het bijzonder de omschrijving van de koning als een tiran. Ik vond dit te persoonlijk want ik heb nooit geloofd dat George een tiran is in zijn instelling en zijn aard; ik geloofde altijd dat hij werd bedrogen door zijn hofhouding aan beide zijden van de oceaan en alleen wreed was in zijn officiële hoedanigheid. Ik vond de uitdrukking te gepassioneerd en te veel een scheldwoord, niet passend in een dergelijk zwaarwegend en plechtig document. Maar omdat Franklin en Sherman er naderhand nog naar zouden kijken, vond ik het niet verstandig het te verwijderen. Ik gaf mijn instemming met het doorsturen en ik herinner me niet dat ik ook maar een enkele wijziging maakte of voorstelde.

We rapporteerden aan de commissie van vijf. Zij lazen het en ik herinner me niet dat Franklin of Sherman kritiek hadden. We hadden allemaal haast. Het Congres was ongeduldig en het verhaal werd doorgegeven, geloof ik, in Jeffersons handschrift, zoals hij het had opgeschreven. Het Congres haalde er ongeveer een kwart vanaf, precies zoals ik had verwacht; maar ze haalden een paar van de beste dingen eruit en lieten staan waar je verzet tegen kon aanteken, als dat al ergens gold. Ik veronderstel dat de reden lag in de heftige uitval tegen slavernij. Zoals u heel correct opmerkt, er stond geen idee in dat niet al tot vervelens toe was herhaald in het Congres van twee jaar tevoren. Sterker nog, de essentie ervan stond in een pamflet dat werd aangenomen en gedrukt in Boston, voordat het eerste Congres bijeen kwam.”

Op 2 juli 1776 stemde het Congres voor onafhankelijkheid. De verklaring zelf werd pas op 4 juli openbaar gemaakt, vandaar dat die dag geldt als Independence Day. Het document is vooral bekend geworden door zijn openingspagina, maar het grootste deel ervan was een opsomming van de argumenten om de Engelse koning te verwerpen. Want dat was voor die tijd de echte revolutie: het je losmaken van het gezag van de koning. Slavernij zou niet geregeld worden, niet in de verklaring en niet in de Grondwet van 1787. Pas de Burgeroorlog zou deze erfzonde van de Verenigde Staten definitief regelen.

Bron

The Works of John Adams, vol II, The Diary door John Adams, redactie Charles Francis Adams (1850).