Richard Gambino

Misschien wel het boek dat het meest doet denken: hé, dat gebeurt hier ook. Italianen uit het zuiden hadden in hun gewoonten, hun manier van leven in een nieuw land, hetzelfde soort problemen als Marokkanen.

Gambino beschrijft hoe de tweede generatie het isolement waarin de eerste leefde, meestal bewust, niet kon volhouden. Ze moesten omgaan met de Amerikaanse instellingen als school, leger en culturele omgeving. Terwijl hun ouders gemakkelijk een strategie van het dorpsplein konden aanhouden, moesten zij hun persoonlijkheden opsplitsen.

De ouders van tweede generatie kinderen spotten vaak met Amerikaanse instellingen en Amerikaanse leven en probeerden hun kinderen in de familiesfeer op te voeden. Vaders stimuleerden in hun zonen een gevoel van wantrouwen en cynisme tegenover de buitenwereld. Moeders probeerden hun kinderen aan huis te binden door ambities om daaruit te treden af te schilderen als disloyaal en beschamend.
Als grootste verschil tussen de Amerikaanse en de Italiaanse manier van optreden zag Gambino de dichotomie van de kinderen in hun jeugd. Bekende tussen twee culturen in vallen.

Gambino’s grootouders, de oorspronkelijke immigranten, leerden nooit Engels. Ze woonden veertig jaar in de VS maar hadden het nooit nodig. Als de buitenwereld zich opdrong, en Engels nodig was, dan vertaalden de kinderen. Toen Gambino’s grootvader studeerde voor zijn naturalisatie deed hij het met in het Italiaans vertaald materiaal. Een rechter stond toe dat de kinderen voor hun ouders vertaalden bij het examen voor de papieren. ‘Zo kon mijn grootvader uitgebreid praten over George Washington’, zegt Gambino, ‘maar alleen in het dialect van Sicilië’.