Irvin Child, vernieuwende psycholoog.

Totaal vernieuwend is de studie die de psycholoog Irvin Child in 1943 publiceert: Italian or American? The Second Generation in Conflict . Hoewel enigszins gedateerd, vertelt Child een verhaal dat verrassend bekend voorkomt. Zijn analyse en beschrijving van de cultuurbotsing tussen enerzijds de eerste en tweede generatie, en anderzijds de tweede generatie en Amerika is nog steeds interessant om te lezen.

Het boek was gebaseerd op onderzoek, eind jaren dertig, van de Italiaanse gemeenschap in New Haven, Connecticut. In die jaren was New Haven een industriële stad van 160.000 inwoners, ‘vooral bestaand uit immigranten en hun kinderen'. Slechts een kwart van de bevolking bestaat uit ‘lokale blanken met een blanke bloedlijn'. De Italianen van de eerste en tweede generatie maken een ander kwart uit, de meeste van hen afkomstig uit Zuid Italië. In grootte is de volgende etnische groep Iers, maar er zijn ook Russen en Polen, Duitsers, Britten, Scandinaviërs en Litouwers. De Italianen zijn de meest recente nieuwkomers. Tegen 1930 is de tweede generatie zowat dubbel de omvang van de eerste generatie, in totaal dus goed voor ongeveer zeventien procent van de totale bevolking van New Haven.

Het beeld dat Child schetst van Zuid Italië met zijn gewoonten en gebruiken doet denken aan wat we horen over Marokkanen en arme Turken. We kennen dat beeld ook uit andere boeken, zoals Mount Allegro dat ik eerder noemde. Heel andere leefgewoonten dan de Amerikanen, vrouwen ondergeschikt, vaders autoritair, mannen vooral onder elkaar. Sterke familiebanden en een sterk groepsbewustzijn, veel meer dan Amerikanen gewend waren.

Traditionele seksuele gewoonten. Mannen staat het vrij naar prostitués te gaan, vrouwen moeten maagdelijk het huwelijk in. Het Amerikaanse patroon van vrije jongens en meisjes, zij het allemaal besmuikt, is nadrukkelijk anders en wordt door de immigranten afgewezen.

De meeste Italiaanse immigranten hadden in Italië marginale eigen bedrijfjes gehad of waren landarbeiders geweest. In New Haven hebben ze dat uiteraard niet, maar wel hebben ze in Amerika direct een gevoel van grotere rijkdom. ‘Niemand ontkent dat de standaard van leven hoger is dan in Italië', schrijft Child.

Als de kinderen Italiaans blijven spreken is dat niet zo zozeer opgelegd door de Italiaanse cultuur op zich maar vooral omdat het praktisch is. Het is de enige manier om met grootmoeder te communiceren en vaak ook met de ouders, die weigeren met hen te praten tenzij ze Italiaans spreken.

Evenmin, schrijft Child, is het de Amerikaanse cultuur (zijn nadruk) die verlangt dat kinderen Engels spreken. Child benadrukt dat het individu zelf bepaalt wat hij doet, in relatie tot zijn omgeving. De sociale organisatie van de gemeenschap wordt dan relevant.

Afgezien van zwarten, hebben de Italianen in New Haven de laagste sociale status. Ze zijn arbeiders zonder vaardigheden, de discriminatie is aanzienlijk. Dat komt tot uiting in de manier waarop Amerikanen over Italianen spreken, als ‘Wop' of ‘guinea'. Terwijl zwarten in hun gesegegreerde staat wel degelijk een heel spectrum aan status en klasse hebben, reikt van de Italianen niemand hoger dan de middenklasse. Child stelt vast dat in termen van sociale klasse, de Italianen onevenredig veel in de laagste klasse zitten, dat ze binnen klassen als lage status worden gezien, dat een individu uit die klasse als laag behandeld wordt.

De scholen werken wel mee aan Amerikanisering, dat wil zeggen, stelt Child vast, scholen proberen niet het ‘behoren tot de Italiaanse groep' te bewerkstelligen. De grootste confrontatie van Italiaanse kinderen is die met niet-Italianen. In het algemeen stelt Child vast dat de tweede generatie in Yale ‘in voldoende mate' in contact komt met de rest van de samenleving.

Child onderscheidt drie reacties op spanningen bij integratie: rebel, in group en apathic. De eerste vorm heet rebel reaction omdat je je afzet tegen je Italiaanse afkomst en je aanpast om Amerikaan te worden. De rebellie is strikt tegen de etnische aanduiding.

De in group doet het omgekeerde en koppelt zich nadrukkelijk aan de Italiaanse groep. Ook daaraan zijn kosten verbonden, want het betekent dat je je mate van aanpassing aan de Amerikaanse groep moet beperken. In de praktijk betekent het een versterking van de Italiaanse identiteit.

De apatische reactie betekent niet actief kiezen. In de praktijk moet je dan zowel de symboliek van de ene als die van de andere groep low key spelen, vandaar de term apatisch. Het wil niet zeggen dat je niets hoeft te doen, want gemakkelijk is zo'n ‘straddling' positie niet. Alle drie de reacties leveren enige mate van frustratie op.

Duidelijk is dat de tweede generatie meer conflicterende culturele normen tegenkomt dan de eerste. Child waarschuwt Amerikanen dat ze beter moeten nadenken over de gevolgen van hun weigering om afstammelingen van recente immigratiegroepen het gevoel van Amerikaan zijn te laten delen. De laatste zin van zijn boek is typerend. Wie nationale eenheid een lovenswaardig doel vindt en tegelijkertijd een vooroordeel houdt tegen mensen met buitenlands klinkende namen, zou de mogelijke gevolgen moeten overzien van een groepsreactie. Bovendien, vindt Child, zou hij te rade moeten gaan bij zijn geweten.