Simone de Beauvoir

Simone de Beauvoir vloog op 24 januari 1947 naar New York. Eindelijk, moet ze hebben gedacht, want het had haar heel wat meer moeite gekost dan haar partner Jean Paul Sartre om een tour van lezingen en colleges op te zetten. De Beauvoir was niet alleen in de Verenigde Staten op zich geïnteresseerd, maar wilde ook een ontmoeting met de serieuze (en door haar als bedreigend ervaren) vriendin die de onverbeterlijke Sartre aan zijn bezoek aan Amerika had overgehouden. Haar eerste maal nuttigde De Beauvoir in een drugstore aan Times Square. Ze bestelde een BLT (Bacon Lettuce Tomato) club sandwich, verse sinaasappelsap en een kop ‘witte’ koffie. ‘That’s regular over here, Sweetie’, wees de serveerster haar terecht. De Beauvoir wachtte vergeefs op bestek, maar toen ze andere klanten gewoon met hun handen zag eten, begreep ze wat de bedoeling was. De Beauvoir raakte al snel verzot op de sfeer in drugstores en dime stores – ‘veel poëzie’, schreef ze later.

De Beauvoir liep enorme afstanden. Ze vroeg haar upper class kennissen voortdurend waar de werkende klasse woonde, maar die hadden geen idee, en stonden versteld dat ze een vervallen wijk van Brooklyn wilde bezoeken. Op weg naar een lezing aan Columbia University aan de Upper West Side, maakte ze een omweg via Harlem en wandelde vandaar naar de universiteit. Ze werd gewaarschuwd nooit meer zo gevaarlijk te doen.

De Beauvoir trof weinig aan van de passieve gelatenheid, van het tamelijk lusteloos uitleven van hun jaren dat ze de Franse petit bourgeoisie verweet. Integendeel: ‘Amerikanen leven in het perspectief van het leven, niet van de dood. Ze zijn niet tevreden met inertie. Men beoordeelt iemand op zijn daden. Om te zijn moet men handelen. De grote metalen bruggen, de gebouwen, Central Station, Park Avenue, en de vliegvelden, de autowegen, de mijnen zijn de bevestiging van dat geloof.’

In Chicago werd De Beauvoir voorgesteld aan de schrijver Nelson Algren. Hij toonde haar iets van ‘het echte Amerika’. Ter afsluiting van de tocht langs kanslozen en criminelen, bezochten ze de County Jail, met de elektrische stoel. De Beauvoir was er zo van ondersteboven dat ze niet terugging naar haar hotel, maar meeging naar Algrens appartement. Het was het begin van een langdurige relatie. Ondanks haar vijftien jaar met Jean Paul Sartre, ervoer ze voor het eerst ‘wat echt gepassioneerde liefde tussen man en vrouw betekent’.

Gevraagd en ongevraagd uitte De Beauvoir overal haar mening. Niet tot ieders genoegen. De schrijfster Mary McCarthy vergeleek haar opinies over de VS met die ‘van een inwoner van Lilliput of Brobdingnag die in een vreemde taal zijn eigen gebruiken en gewoonten terugziet, vastgelegd door een verslaggever van een andere soort: alles is tegelijk bekend en uit het lood’.

Van zo’n typisch Amerikaans instituut als de dinner party begreep De Beauvoir niets. Hoe konden vrouwen daar zoveel tijd en energie aan besteden als je ook naar een bar of restaurant kon gaan? In het algemeen ervoer zij dat Amerikaanse vrouwen een rol speelden die zij in haar Parijse kringetje niet kende. De zorg voor kinderen, het huishouden, de dagelijkse besognes: het kwam allemaal op de vrouw neer. ‘Hoe kunnen ze zo gewillig hun eigen ambities opgeven en wat voor bevrediging halen ze eruit?’ Zelf vond ze dat deze eerste reis naar Amerika haar de ogen opende voor het dagelijks leven van vrouwen. ‘Ik zag hoe intelligente vrouwen werden vernederd of genegeerd als ze wilden deelnemen aan de conversatie van mannen’, herinnerde ze zich later. ‘Amerikaanse vrouwen hadden toen een heel lage status. Mannen wilden hen voor seks, baby’s en een schoon huis, en dat was eigenlijk ook wat ze voor zichzelf wilden.’

Tijdens deze reis ontstond het plan om een boek te schrijven ‘over de toestand van vrouwen’, naar het voorbeeld van Alva Myrdals An American Dilemma over de Amerikaanse zwarten. De Beauvoir ondervroeg tientallen vrouwen, ‘van Mary Guggenheim en Mary McCarthy, tot de vele anonieme Mary’s’ die ze op de universiteiten en colleges tegenkwam. Veel van deze eerste gesprekken beschreef ze in L’Amérique au jour le jour, haar reisverslag. Daarin was ze echter zo negatief en zo onnauwkeurig dat veel van haar bronnen razend waren, en zich later verbaasden over haar begrip in La Deuxiëme Sexe, haar grote werk over vrouwen.

Aan het eind van haar verblijf in de VS, haalde ze Algren over haar in New York te bezoeken, waar ze hem, in haar eigen woorden, ‘net zo behandelde als al de Amerikaanse vrouwen die ik belachelijk had gemaakt vanwege de manier waarop ze voor hun man sloofden. Ik was verbaasd hoeveel plezier ik eraan ontleende.’
Haar afscheid van Amerika was weemoedig, vanwege Algren, maar ook omdat ze wist wat ze achterliet. ‘Vaak werd me gevraagd: hield u van Amerika? Ik heb me aangewend om te antwoorden: “gedeeltelijk”. Dat betekent niet veel en het geeft alleen mijn aarzeling weer. Er is geen dag dat Amerika me niet heeft gefascineerd, en nauwelijks een dag dat het me niet heeft teleurgesteld. Ik weet niet of ik hier gelukkig zou zijn, maar ik weet zeker dat ik het ontzettend zal missen.’

Bij terugkeer deed Parijs grijs, armoedig, vlak en ongepassioneerd aan. ‘Ik zou Frankrijk opnieuw moeten leren kennen en het terugkrijgen onder mijn huid’, was de laatste zin van L’Amérique au jour le jour, dat De Beauvoir in 1948 publiceerde.

L’Amerique au jour le jour werd in 1948 gepubliceerd door Gallimard.