Weg met de cultuuroorlogen, leve de klassenoorlog

NRC, 20 maart 2016

Zelfs als hen de nominatie zou ontgaan, geven de successen van Donald Trump en Bernie Sanders aan dat we staan aan de vooravond van een grote herordening van de Amerikaanse politiek. Beide kandidaten slaagden erin blanke arbeiders en laag opgeleide gedesillusioneerde kiezers te bereiken. De een bij de Republikeinen, de ander bij de Democraten. Hun toon mocht verschillen, maar hun boodschap klonk ongeveer gelijk en dat suggereert dat er meer aan de hand is dan een opstand van ontevreden kiezers. Onder de boosheid en de opstand is een herordening te onderkennen die de Amerikaanse politiek van de komende tien, twintig jaar gaat veranderen.

Kort samengevat: de cultuuroorlogen zijn voorbij, de klassenoorlog is begonnen. Decennia lang konden de Republikeinen kiezers aan zich binden die geen enkel economisch belang hadden bij de vaste riedel van vrijhandel, globalisering, lage belastingen voor de rijken, een kleine overheid en een spierballenpolitiek op buitenlands gebied. De bindende kracht voor het Republikeinse electoraat waren wat in Amerika ‘social issues’ heten: onderwerpen als abortus, euthanasie, homohuwelijk, schoolgebed en verzet tegen wetgeving om wapens te beperken. Het was de basis voor het succes van Ronald Reagan. Het bezorgde kleine Bush de verkiezingswinst in 2004: de Republikeinen zetten in talloze staten referenda op over het homohuwelijk, zo de sociaal conservatieve opkomst garanderend die de economisch profiterende elite de macht bezorgde.

Bij de Democraten had de elite zich in de jaren tachtig, na de McGovern en Mondale nederlagen gehergroepeerd. Sociaal waren ze niet erg conservatief. Ze konden de vrouwvijandige agenda natuurlijk niet zomaar overnemen, maar Bill Clinton maakte duidelijk dat hij geen probleem had met bijvoorbeeld de doodstraf of zware gevangenisstraffen, en economisch toonde hij zich derde-weg-meegaand met het geldende verhaal van de neoliberale toonzetters. Binnenlands een agenda hanterend die in weinig meer deed denken aan de Great Society van Lyndon Johnson, buitenlands de softe retoriek laten vallend en meegaand met de spierballenideeën die na de val van de muur bon ton waren. Het leverde Bill Clinton het presidentschap op. Gematigd optreden, meebewegen was de boodschap, het resultaat was economische groei en verder heel weinig. De Democraten haalden de meerderheid op in vijf van de laatste zes presidentsverkiezingen. Beide partijen dienden de heersende orde, althans de regerende klasse ervan.

 

De huidige voorverkiezingen laten zien dat deze modellen in 2016 aan diggelen gaan. De kandidaten van de elite, Jeb Bush, Marco Rubio en Hillary Clinton, liggen onder vuur als te fantasieloos, te veel gevangen in het systeem van de heersende machten. Donald Trump blaast de GOP van binnen uit op door duidelijk te maken dat er een grote groep Republikeinse kiezers is die de boodschap van het Republikeinse establishment niet meer accepteert. Ze laten zich niet meer ringeloren door bijbelgooiende kandidaten of de elite die belastingverlagingen voor de rijken bepleit. Ze zijn voor protectionisme om de goede banen terug te krijgen, ze zijn voor een behoorlijke gezondheidszorg, sociaal gezien interesseren niet onderwerpen als abortus en schoolgebed deze kiezers, maar de zorg over een etnisch veranderend Amerika.

Bij de Democraten vertelt het succes van Bernie Sanders een gelijksoortig verhaal. De kandidaat van het establishment, Hillary Clinton, met haar gevoel van entitlement, haar speeches op Wall Street, haar meer op interventie gerichte buitenlandse politiek, wordt door hem weggezet als elitair, deel van de leiding die nu al decennia zich niets aantrekt van de belangen van de lage middenklasse. Clinton kan zich er moeilijk aan onttrekken. De kiezers die Bernie Sanders tot nog toe aan zich wist te binden waren opmerkelijk gelijksoortig aan die van Donald Trump, aangevuld met studenten die tot over hun oren in de schulden zitten en wier kansen op de arbeidsmarkt beperkt zijn. Zijn programma heeft nogal wat elementen gemeen met dat van Donald Trump.

Het is inmiddels een afgezaagd cliché geworden om te verwijzen naar ‘it’s the economy stupid’ waarmee de campagne van Bill Clinton zichzelf in 1992 op het juiste pad hield. Maar Trump en Sanders bewijzen dat er nog leven zit in deze wijsheid. Economische onzekerheid is de diepste bron van ongenoegen in de veel beschreven ‘woede van de kiezer’. Die woede is minder gericht tegen Washington dan dat het een machteloze woede is over de verloren gegane illusies van het Amerikaanse dagelijks leven.

Inderdaad, deze kiezers zijn kwaad. Ja, ook op de elites van beide partijen die hen sinds jaar en dag voor het lapje houden, maar vooral zijn ze woedend over hun eigen stagnatie. Er zit geen leven meer in de Amerikaanse droom, zelfs de illusie dat die droom ooit werkelijkheid was, is nu verdwenen. Sociale mobiliteit in Amerika is abominabel. De kiezers van Trump en Sanders kunnen niet meer hopen dat ze een beter leven krijgen op eigen kracht, vechtend tegen de alles overspoelende golven van de vrije markt. Ze zitten vast in banen met lage lonen, hebben niet de opleiding om zich te verbeteren en het gat met de echte middenklasse wordt zo langzamerhand zo groot dat het niet meer weg te redenen valt. Ze zijn kwaad, kwaad vooral op hun eigen rottige bestaan. Als goede Amerikanen verwijten ze dat zichzelf en ze realiseren zich dat ze zelf steeds op de verkeerde mensen met de verkeerde motieven gestemd hebben. De vaste riedel van de Clintons: ‘you work hard and you play by the rules’ en dan heb je vanzelf succes, is zo overduidelijk onwaar dat het uiten ervan alleen al mensen woedend kan maken. Het is niet waar. Ze weten het. Ze ervaren het dagelijks.

Ruim veertig jaar geleden vond de laatste grote herordening plaats. Richard Nixon overtuigde de blanke racisten in het Diepe Zuiden ervan om op de Republikeinen te gaan stemmen. Ronald Reagan haalde daar in de jaren tachtig de economisch desperate arbeiders in het Midden Westen bij, de zogenoemde Reagan Democrats. Het was altijd een ongemakkelijke combinatie van deze lage inkomensgroepen, gekoppeld aan klassiek Republikeinse establishmentwaardes. Het is voorbij. Deze kiezers zijn op drift, ze liggen voor het oprapen.

Er ligt nog een afgrond van verschil tussen waar Bernie Sanders voor staat en de sentimenten die Donald Trump heeft aangeboord en heeft aangewakkerd. Maar wie kijkt naar de basismotivaties van beider kiezers, ziet dat de Amerikaanse politiek revolutionair aan het veranderen is. De klassenoorlog die Mitt Romney in 2012 ontketende en die toen nog als onbetamelijk voor Amerikanen opzij werd gezet, is nu in volle kracht losgebarsten. Vergeet alle geneuzel over de sociaal conservatieve evangelische agenda, vergeet Ted Cruz en zijn gepreek. Laat opgelucht het doek vallen over die onderwerpen die jarenlang de politiek vervuilden, de social issues, god, guns and guts. Weg ermee.

Donald Trump, Bernie Sanders: president zullen ze niet worden. Maar ooit, over vier of acht of twaalf jaar zullen ze gezien worden als wegbereiders van een nieuwe coalitie van Amerikanen met lage inkomens die eindelijk opkomen voor hun sociaal economische belangen. Kijk naar de opiniepeilingen en de overgrote meerderheid van Amerikanen is veel minder conservatief dan de elites denken. Mensen zijn voor een hoger minimumloon, voor gun control, tegen interventies, voor protectionisme. Tegen de elites. Een nieuwe ordening is mogelijk.

Het is een ontwikkeling die iedere Amerikaan zou moeten toejuichen. Een land dat al decennia in politieke verlamming verkeert, dat in zijn anti-overheidskramp veel te weinig heeft besteed aan infrastructuur, onderwijs, woningbouw en de meest eenvoudige maatschappelijke voorzieningen heeft laten verslonzen, een land dat zich liet meeslepen in buitenlandse avonturen, dat land gaat zich weer concentreren op wat er binnenlands moet gebeuren. De laatste jaren kreeg je steeds meer het gevoel dat het deel ‘samen’ in samenleven in Amerika was verdwenen. Credit waar credit is due: Trump en Sanders zorgen ervoor dat de prioriteiten de juiste kant op gaan. Noem het maar een revolutie.
Frans Verhagen