De Januskop van Amerika

Vaak denken Europeanen dat er een geweldig contrast bestaat tussen het Amerika onder de oude George Bush, president van 1989 tot 1993 en dat van zijn zoon, George Bush de jongere, president sinds 2001. Nog groter zou het verschil zijn tussen het Amerika van Bill Clinton, alom geliefd in Europa, en dat van zijn opvolger. Mijn idee is dat dit nogal meevalt. Of tegenvalt, zo u wilt. Het zijn allemaal facetten van hetzelfde Amerika.

Want de Verenigde Staten hebben altijd twee gezichten gehad, op twee gedachten gehinkt en de innerlijke demonen met elkaar zien strijden – ongeveer zoals de hel en verdoemenis en anti-homo wetgeving predikende televisiedominee die zich door een mannelijke prostituee liet verwennen en daarover stelde dat hij altijd die innerlijke strijd had gevoerd. Misschien is het heel menselijk om deze verschillende kanten binnen één persoon, binnen één natie, binnen één volk te hebben. In elk geval is het vanaf het begin af aan het geval geweest met Amerika.

De Puriteinen, de Pilgrim Fathers, kwamen naar Amerika om in vrijheid hun geloof te beleven. Maar toen anderen dat wilden, werden ze vriendelijk verzocht weg te gaan – of weggejaagd. De Indianen, de oorspronkelijke bewoners, werden gewaardeerd vanwege hun hulp bij het overleven, maar vervolgens zonder pardon over de kling gejaagd. De Amerikaanse grondwet staat vol met mooie uitspraken over gelijkheid, vrijheid en basisrechten. Maar hij werd geschreven door en voor een samenleving die met slavernij geen moeite had. Amerika is een samenleving van immigranten die zijn nieuwkomers nou niet direct altijd even enthousiast verwelkomde. Een samenleving waar tot een jaar of vijftig geleden zwarten werden gediscrimineerd en waar Aziaten in Californië geen onroerend goed mochten bezitten. Maar mooi dat ze Europa wel hadden gered van hun eigen dictators en demonen.

Het is niet moeilijk om de voorbeelden in de loop van de geschiedenis opeen te stapelen. En de Verenigde Staten zijn daar niet uniek in. Misschien dat de tweezijdigheid, de Januskop van het land ons meer stoort, of bezighoudt, juist omdat het zo'n belangrijk, groot en dominant land is. Misschien stoort het ons omdat het een land is dat altijd een enorme zendingsdrang gehad heeft gehad, altijd zijn waarden en normen aan de wereld wilde verkondigen, zoal niet opdringen. En eigenlijk ook verwachtte dat de rest van de wereld niets liever deed dan Amerikaans worden. Maar ja, tegelijkertijd was dit Amerika ook weer een land dat zich met enige regelmaat terugtrok in een provinciaals isolationisme.

Het is het land van achterlijke geneuzel over voorbehoedsmiddelen, hevige emoties over abortus. Tegelijk is er geen ontwikkeld land dat meer abortussen kent. En land dat in de woorden van president Bush a culture of life in stand houdt en tegelijkertijd de doodstraf kwistig hanteert. Een land dat preuts en puriteins is en er een geweldige porno industrie op na houdt. Afkerig van allerlei kwade eigenschappen, maar goklustig op het bizarre af. Streng over alcohol maar vrolijk erop los drinkend.

Mijn punt is dat zowel de oude als de jonge Bush én Bill Clinton representanten zijn van dezelfde samenleving. Het is een samenleving die nu eens zijn ene kant benadrukt, dan weer zijn andere. Welke kant domineert is min of meer toeval, deels afhankelijk van wat eraan vooraf ging. Actie roept reactie op en zo maar door, daarin onderscheidt Amerika zich niet. Maar de grote, brede massa is niet zo extreem. Zelfs de grote politieke gevechten van de afgelopen dertig jaar vinden plaats in dat grote brede midden, waar nu eens de een met kleine meerderheid wint, dan weer de ander. De middenweg, de brede bedding van Amerika's radicale conservatisme of conservatieve radicalisme, of hoe u het maar noemen wilt, is zo ongeveer wat de gemiddelde Amerikaan wel prima vindt. Het geluid dat u er over hoort, dat verandert inderdaad voortdurend in volume en modulatie. De ander is altijd de duivel zelve, terwijl hij toch verdomt veel lijkt op de vervloeker. Amerika is een land dat geweldig zwabbert, in alle opzichten, maar binnen die brede bedding, zodat de grote stroom gedurig voortkabbelt. Revolutie is Amerika vreemd.

Ook de zendingsdrang van Bush de Jongere is een aspect van de Amerikaanse missie, die op zich breed wordt gedeeld maar over de uitvoering waarvan verschillend wordt gedacht. Woodrow Wilson was een vroege vertegenwoordiger van deze opdracht om de wereld te verbeteren en in meerdere of mindere mate is het deel van de Amerikaanse aard. Wie wil er nou niet Amerikaan zijn als hij de kans krijgt? U herinnert het zich: de Irakezen zullen met banieren en vlaggen langs de weg staan om de Amerikanen te verwelkomen. Ze geloofden het echt.

Maar hetzelfde geldt voor isolationisme en weigering om te gaan met de slechte buitenwereld. In de jaren twintig en dertig was dit de dominante trend, net als in de jaren vijftig in Republikeinse kring. De hand op de portemonnee houden is een Amerikaanse eigenschap maar van politici wordt verwacht dat ze het thuisdistrict van alles en nog wat bezorgen. Begrotingstekorten waren ooit taboe, toen weer niet, dan weer wel en later, ach, Cheney zei het al: deficits don't matter. Dat hoorden we van Republikeinen wel eens anders en Democraten stonden decennia lang bekend als big spenders. Nu is het omgekeerd. Amerikanen haten de overheid en verwachten er wonderen van. Ze zijn bang van de markt en willen die alles laten beslissen. Ze hebben respect voor de natuur en gaan voortdurend daar zitten waar ze de meeste risico's lopen. Ze willen intelligente presidenten maar die moeten dan niet denken dat ze ook wat te betekenen hebben. Amerikanen zijn dom en slim tegelijk. Bang en ondernemend. Preuts en hedonistisch. Puriteins en hypocriet. Luidruchtig en zwijgend. Ach, het zijn net gewone mensen, moet u maar denken.

Uiteindelijk is dat wat Amerika zo aantrekkelijk maakt. Mensen haten het, mensen zijn er gek op, maar de meesten van ons doen dat allebei een beetje. Ik denk omdat het land toch altijd een voorbeeld functie vervult, altijd blijft fascineren met precies die eigenschappen die het een uitzonderlijk te haten en een uitzonderlijk lief te hebben land maken. Amerika vertegenwoordigt de Dr. Jeckyl en de Dr. Hyde in ons. Die Januskop, die hebben we allemaal. Maar zoals alles in Amerika is het er zoveel groter en zoveel complexer dat je er niet anders dan geïnteresseerd naar kunt kijken. Like it or not.