Amerikanen zijn oppervlakkig

   Helemaal waar

   Zit wel wat in, maar ….

X Onzin

Van alle clichés over Amerika is dit wel het populairste. Ik heb nooit goed begrepen hoe het komt dat Nederlanders zo heel zeker weten dat Amerikanen oppervlakkig zijn. Zouden ze geprobeerd hebben innige relaties aan te gaan met ontelbare Amerikanen, enkel om te ontdekken dat die daar geen interesse in hadden? Zijn ze diep in de Amerikaanse samenleving gedoken, om daar een grote leegte aan te treffen? Hoe weten mensen na drie weken in de camper dat dit de meest kenmerkende Amerikaanse eigenschap is?

Vraag het ze en het is antwoord is steeds hetzelfde. Amerikanen zeggen ‘How are you?’ en ‘Nice to meet you’, maar dat menen ze helemaal niet. Nog veel erger is het obligate ‘Have a nice day’, dat iedere vriendelijke dienstverlener je toevoegt. Waar bemoeien ze zich mee, zie je onze knorrige landgenoten denken. We zullen zelf wel uitmaken of het een leuke dag wordt. En of het leuk is je te ontmoeten, daar moeten we nog eens over denken.

Inderdaad, de meeste Amerikanen menen dit allemaal niet. Ze willen alleen maar vriendelijk, beleefd en aardig zijn. Dat is even wennen. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat je vertelt hoe beroerd het gaat of hoe goed, en natuurlijk zijn ze lang niet altijd blij je te ontmoeten. Maar voor een kort moment doen ze alsof. Ze zijn vriendelijk. Inderdaad, heel on-Nederlands.

De meeste klagers hebben het ook helemaal niet over vriendschappen. Meestal zijn ze te kort in Amerika om daar aan toe te komen. Ze hebben het over de omgangsvormen. Maar wat is er eigenlijk tegen op die vriendelijkheid? Ik klaag niet als een serveerster zich gedraagt alsof het haar levensvervulling is om vanavond ‘my waitress’ te zijn. ‘Dat doet ze alleen maar voor de fooi,’ klaagt de Nederlander. ‘Het is niet oprecht.’ Onzin, het is een bepaalde instelling. Je wordt welkom geheten. Uit de vele mogelijkheden heb je voor dit restaurant gekozen. Nou, dan zullen we je ook een prettige avond bezorgen.

Het is gewoon omgangstaal, smeerolie voor het sociale leven, een kapstok voor een gesprek of een manier om dat beleefd af te wimpelen. In Nederland doen we niet zo ruimhartig tegen vreemden. Ga in Amsterdam alleen aan de bar zitten in een populair café en u zit er om middernacht nog steeds alleen. Doe dat in houthakkersdorp Forks, in de staat Washington, en u hoort het verhaal van een depressieve Vietnam-veteraan die zijn donkerste dagen doorbrengt in de mistroostige bossen van het Noordwesten. Doe het in San Francisco en voor je het weet legt iemand zijn ziel en zaligheid bloot.

In Asheville, Oregon, ben ik eens een avond doorgezakt met een verkoper die ook nieuw was in de stad. Ik weet niet meer wat hij me allemaal vertelde, of wat ik hem heb ontboezemd, maar we hadden een geweldige avond. Je neemt afscheid met een welgemeend ‘Let’s get together soon.’ Meestal zie je elkaar nooit meer.

Soms wel. In augustus 1981 kreeg ik in Noord-Californië een lift van een overjarige hippie nou ja, hij was net even wat ouder dan ik. We raakten aan de praat en zetten die conversatie bij hem thuis voort, in de heuvels van Humboldt County waar hij marihuana telende drop-outs als buren had. We zijn nog steeds vrienden. Zoals dat gaat met Amerikanen: we zien elkaar misschien eens in de drie of vier jaar. We mailen af en toe. Maar als we langskomen, heeft de tijd stilgestaan.

Een van mijn beste herinneringen is een reis die ik maakte als beginnende journalist. Ik trok een week of zeven door het Midden-Westen en Noordoosten en overnachtte bij kennissen van vrienden en vrienden van kennissen, ouders van vrienden, hun familieleden. Ik was altijd welkom, de deur stond altijd openen, ik vond er altijd vertrouwen. En ik hield er nieuwe vrienden aan over. In al die jaren in Amerika heb ik nooit een Thanksgiving alleen doorgebracht.

Ik geef toe, je wordt al gauw ‘friend’ genoemd. Amerikanen hebben nu eenmaal geen woord voor ‘kennis’. Ze nemen je meteen op in hun wereld, naderhand zal wel blijken of dat blijvend is. Nederlanders doen het omgekeerd. Hun gedrag is veel geslotener. Nederlanders kijken de kat uit de boom, testen wat en besluiten dan om iemand al of niet in hun groep te accepteren.

Amerikanen zijn gul met hun lach, hun gebabbel en aanstekelijk enthousiasme, soms op het overdrevene af. Iedereen is in principe interessant. En waarom ook niet? Alleen denken nieuwkomers al gauw dat ze een sloot nieuwe vrienden hebben opgedaan. Dat valt dan tegen. Soms kleeft aan die klacht over oppervlakkigheid een wat teleurgestelde ondertoon.

De meeste van mijn vrienden zijn Amerikaans, en oppervlakkig is een woord dat ik niet met hen associeer. Vrienden zijn trouw, ook als je elkaar weinig ziet daar zijn Amerikanen wel aan gewend. De mensen met wie ik indertijd in Amerika dagelijks of wekelijks omging, blijven contact houden vooral via de onvermijdelijke kerstkaart met foto’s van de kinderen en een soort jaarverslag. Het kan jaren duren, maar als we elkaar weer ontmoeten, dan ga je gewoon verder waar je was gebleven.

Rituele omgangsvormen

Ik houd wel van de Amerikaanse rituelen. Zie ze maar als een middel om de eerste contacten te vergemakkelijken. Het begin van een gesprek in een samenleving waar iedereen andere roots heeft, vreemd is en dus wel wat vriendelijkheid kan gebruiken. ‘Where are you from?’ is een vraag die in Amerika niet alleen beleefd is maar ook puur informatief. Het is echt waar: Amerikanen hebben oprechte belangstelling voor mensen uit andere landen en andere culturen. Tien tegen één dat ze vervolgens zeggen dat alles een stuk beter is in Amerika, maar gebrek aan interesse kunt u ze niet ontzeggen.

Nederlanders die een tijdje in Amerika hebben gewoond, krijgen bij terugkeer in eigen land een cultuurshock te verwerken. Zo verging het mij althans. Je ervaart Nederlanders als bot en direct, en de Nederlandse samenleving als gesloten en onvriendelijk. Je realiseert je ineens hoe opmerkelijk sociaal die Amerikanen zijn. Ze helpen elkaar als het nodig is, ze houden rekening met elkaar. Amerikaanse bouwvakkers folteren omwonenden niet met hun luidruchtige radio’s. Amerikanen parkeren niet op de stoep. Ze lopen achter hun hond aan om de poep op te ruimen met een speciale pooper scooper of een plastic handschoen. Ze staan zelf in een soepkeuken in plaats van sociale zorg aan de overheid uit te besteden. Ze dringen niet voor. Kijk bij de subway: zelfs in New York geven ze de ruimte om iedereen uit te laten stappen, dan keurig in de rij naar binnen.

Het summum van beschaafdheid: de kruising met vier stopborden. Europeanen kunnen het haast niet geloven bij hun eerste bezoek. Het is een wonder van sociaal gedrag: iedereen staat stil, wie het eerst gestopt is, rijdt het eerst op, dan de volgende en zo verder. Iedereen komt aan de beurt, iedereen wacht.

Ik geef toe dat al die beleefdheid en vriendelijkheid ook nadelen heeft. De code is er immers op gericht de omgang plezierig te houden. Dit betekent dat harde waarheden niet verteld hoeven te worden. ‘Nee’ zeggen, is onaangenaam. Negatief is zo… negatief.

Als een Amerikaan een voorstelling, een boek of een concert slecht vindt dan zegt hij: ‘It was interesting.’ Vrij vertaald: het was waardeloos maar ik wil degene die er tijd in gestoken heeft, het voordeel van de twijfel geven. Bovendien, misschien vond u het wel leuk en ik wil u niet voor het hoofd stoten. Als oordeel heb je daar natuurlijk niets aan.

Soms hebben zelfs Amerikanen daar genoeg van. Zo werd ik verrassend vaak door goede vriendinnen meegesleept naar de bruidswinkel om een ongezouten oordeel te geven over de jurk. Die botte Hollander zei tenminste wat hij ervan vond. Daar had je wat aan. Waar Amerikanen alleen maar murmelden: ‘It’s an option,’ ‘It’s fascinating,’ ‘It’s, uhmmm, interesting,’ kregen ze van mij een uitgesproken mening. Zelden zulke mooie bruidjes gezien!

Alleen stijl, geen inhoud

Een andere klacht is dat Amerikanen bij de dag leven. Ze zouden enkel schaatsen op het dunne ijslaagje van het heden en niet geïnteresseerd zijn in wat daaronder zit. Alleen maar oppervlakte, geen diepte. Kijk maar naar de bordkartonnen politici die het land voortbrengt, de verkiezingen die alleen maar over stijl gaan en niet over inhoud. En doen die Amerikanen eigenljk wel wat anders dan alleen maar consumeren?

Deze nogal beperkte visie wordt gevoed door de media. We zien snel nieuws, weinig diepgang, krijgen veel symboliek voorgeschoteld. Max Westerman weet altijd wel weer een maffe Amerikaan te vinden die onze vooroordelen kan bevestigen. Zie je nou wel? We weten het allemaal heel zeker, de Amerikaan is oppervlakkig. Maar het is toch echt onze eigen kortzichtigheid om te denken dat we de Amerikaanse samenleving kennen. Is het niet wat oppervlakkig om zo tot een oordeel te komen? Willen we wel meer horen dan alleen clichés? We verdiepen ons niet echt in Amerika. We denken dat we het land en de mensen kennen. We hebben de film al gezien, waarom zouden we het boek nog lezen? We weten alles al.

Er zijn maar twee dingen van te zeggen. Het is een fout beeld van Amerika en het is een fout beeld van onszelf. Ons beeld van Amerika is zo oppervlakkig dat we ons van een oordeel zouden moeten onthouden zoals de meeste Amerikanen geen oordeel hebben over andere landen. En het beeld van onszelf is zo geborneerd, zo vol arrogantie dat we gestraft zouden moeten worden met vooral heel veel Amerikaanse toestanden. Bij ons zou het allemaal zoveel beter, zoveel substantiëler, zoveel subtieler zijn. Ach wat, het hoofd van Jan Peter, het kontje van Wouter? Goede Tijden, Slechte Tijden? Gedoogbeleid? Voetbalidiotie? Gidsland? Corruptie? Politieke moord?

Oppervlakkige waarnemingen? Wat u zegt.