Amerikanen zijn nog steeds Puriteinen

X Klopt helemaal

   Zit wel wat in, maar…

   Onzin

Rond de eeuwwisseling zond Saab de volgende commercial uit op de radio. ‘De zeventiende-eeuwse puriteinen in New England waren mensen die hun hele leven wijdden aan werk en gebed. Ze zouden de sensuele schoonheid van de nieuwe Saab 500 coupé niet hebben goedgekeurd. De puriteinen geloofden dat het zondig was om plezier te hebben. Voor de puriteinen was de enige reden van het leven de voorbereiding voor de eeuwigheid door plezier te vermijden en hard te werken. Bent u niet blij dat u geen puritein bent? Bezoek uw Saab-dealer.’

Ik ben dol op dit stukje handwerk. Er zit van alles in. Het idee dat Amerika gebouwd is op de puriteinse erfenis van de eerste kolonisten in New England. Hun puriteinse afkeer van wereldse genoegens. De confrontatie van die erfenis met het huidige consumentisme. Diep in ons hart mogen we puritein zijn, maar daarom laten we ons de genoegens van het leven nog niet ontzeggen.

Zo kun je puriteinen ook gebruiken. De strikte lieden die als pelgrims in het latere Massachusetts aan land kwamen, hebben ondertussen geen erg aantrekkelijke reputatie meer. De Amerikaanse schrijver en journalist H.L. Mencken definieerde in 1925 het puriteinse denken als ‘de verdenking dat iemand ergens plezier aan zou beleven’. Dat was ongetwijfeld een bron van inspiratie voor het reclamebureau van Saab. Maar er zit meer achter. Alle Amerikanen hebben iets puriteins, zoals alle Nederlanders iets calvinistisch hebben. Het puriteinse gedachtegoed is overal terug te vinden.

De vraag is of je met die vaststelling veel opschiet. Het is waar dat een zekere mate van terughoudendheid om in het openbaar over seks en andere privé-zaken te praten, deel uitmaakt van de Amerikaanse mores (zie cliché 13). Aan de andere kant, bekende talkshows als die van Jerry Springer doen niet anders dan hier schaamteloos over doorzeuren. Puriteins in de zin van preuts is dus geen verhelderend begrip.

Zo lijkt voor sommige Amerikanen het elimineren van zonde zo ongeveer op hetzelfde niveau te staan als de pursuit of hapiness uit de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring. Voor een volk dat vrijheid koestert, is de neiging naar wetgeving om kleine wandaden, zoals roken en drinken of het eten van ongezonde rommel, te reguleren of uit te bannen, ietwat paradoxaal. Dat komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Als de puriteinen iets serieus namen, dan was het zonde.

Geleidelijk aan is het Amerikaanse geloof heel wat losser geworden, mede dankzij de revivals die bepaalde aspecten versoepelden. Iedereen heeft inmiddels zijn eigen verlosser, zijn eigen invulling van het geloof. Ik wil er ook niet teveel van maken, maar volgens mensen die er proefschriften over schrijven, blijkt die puriteinse erfenis zo diep geïntegreerd in de Amerikaanse aard dat opeenvolgende generaties zich daar niet eens meer bewust van zijn. Ze wijzen op Disney-films met hun heroïsche verhalen van moed, opoffering en beloning voor zelfdiscipline die de puriteinen al predikten. En natuurlijk zat dat puriteinse ook in de boeken van Horatio Alger waarin goudeerlijke, keurige jongens altijd goed terechtkwamen (zie cliché 18).

Dit puriteinse moralisme blijft natuurlijk een van de grote verschillen met Europa. Zoals ex-minister van Onderwijs William Bennett in zijn boek over Bill Clinton, treffend getiteld The Death of Outrage, Bill Clinton and the Assault on American Ideals schreef: ‘Moralisme staat centraal in onze politiek en in onze levenswijze op een manier waarvan in Europa geen sprake is.’ En verderop: ‘Onze moralistische inslag is het beste aan ons.’ Nou ja, Bennet blijkt een paar miljoen dollar in de casino’s van Las Vegas vergokt te hebben. Hij praatte meer als een puritein dan dat hij ernaar handelde, maar misschien is dat wel typerend.

Het contrast tussen Amerikaanse deugdzaamheid en Europese voosheid is een sleutelbegrip in de Amerikaanse retoriek waarmee het land zich al sinds het begin van de republiek op de schouders klopt. William Bennett was enkel de meest recente in een lange rij van zelfgenoegzame predikanten die meenden de wijsheid en de moraliteit in pacht te hebben.

Maar het blijft niet zonder gevolgen. Amerikanen zijn zo tevreden met zichzelf en hun traditie dat ze ook in de buitenlandse politiek een mythe hebben geschapen van Amerikaanse onschuld en morele oprechtheid in een corrupte wereld. Binnenlands worden alle grote politieke veldslagen gevoed door een gepassioneerde verontwaardiging.

Zoals Saab de puriteinse wortels in brede zin gebruikt, zo doet Planned Parenthood, dat in enge zin. Volgens deze organisatie, die voorlichting geeft over geboortebeperking, worden Amerikanen nog steeds gedomineerd door hun puriteinse erfenis. Volgens hen is in Europa seksuele ontwikkeling een normaal onderdeel van het menselijk leven, maar wordt ze in de Verenigde Staten onderdrukt. In het openbaar praten Amerikanen er niet over. Maar ze gedragen zich alsof ze haar niet onderdrukken.

Dat Amerika een belofte is die altijd nog moet worden vervuld, dat begrepen de puriteinen beter dan wie ook. Het was altijd een droom, of die nu over geloofsvrijheid of economisch welvaren ging. Die droom was het in ieder geval waard de risico’s te nemen om naar Amerika te komen. Hoewel er genoeg teleurstelling is, vertellen ook nieuwe immigranten nog steeds hun kinderen over de mogelijkheden om hard te werken en optimistisch te blijven, want de droom kan voor hen vervuld worden. Vandaar dat presidenten graag zeggen dat Amerika zijn beste dagen nog voor zich heeft.

Ook het voor Europeanen irritante verdedigen van de Amerikaanse buitenlandse politiek als een goddelijke missie heeft zijn wortels in de geschiedenis. Uiteindelijk kwamen de puriteinen wel degelijk naar Amerika met een missie. Met alle onzekerheid van Amerika’s rol in de wereld, is het nog steeds geruststellend als je je kunt beroepen op je morele opdracht. Het kost weinig moeite om de puritein in de Amerikanen en hun president te herkennen.