X Klopt helemaal
Zit wel wat in, maar…
Onzin
Nogal wat Amerikanen zijn veel te dik. Van de volwassen Amerikanen is 61 procent overweight, van alle kinderen is een kwart al te zwaar. In 1980 was dat nog 25 procent. Last van ziekelijk vetzucht obesity heeft 27 procent van alle mannen en 34 procent van alle vrouwen. Deze cijfers bevestigen een oppervlakkige waarneming: getverderrie, wat veel vette mensen. Niet zomaar een beetje gezet, niet zomaar een paar rolletjes van veertig plussers of een bierbuik, maar ongelooflijk, afzichtelijk vet. In pretparken, in shopping malls, overal waar Amerikanen elkaar ontmoeten, zie je wel van die families waggelen. Pa, ma en de kinderen in hun gemakkelijk zittende felgekleurde ‘sport’-kleding: allemaal even vet.
Volgens de Centers for Disease Control, het onderzoeksinstituut van de overheid, is vetzucht nu de tweede doodsoorzaak in de Verenigde Staten. Volgens hun studie leiden ‘slecht dieet en geringe lichamelijke activiteit’ jaarlijks tot 400.000 doden. Alleen tabak maakt meer slachtoffers. Vijfmaal zoveel Amerikanen gaan dood aan vetzucht als aan infectieziekten.
Vreemd is dat niet. Volgens een onderzoek dat werd gepresenteerd op een conferentie van Amerikaanse diëtisten is patat het meest gegeten voedsel van Amerikaanse kinderen tussen de anderhalf en twee jaar oud laat vooral de leeftijd even tot u doordringen. De conclusie van de onderzoekers is dat het dieet van kinderen al heel vroeg heel erg gaat lijken op dat van hun ouders: veel frisdrank, snoep en junkfood en weinig groenten en fruit. De gevolgen zijn desastreus.
Hoe armer, hoe dikker
Slecht en ongezond eten, zittend werk en een omgeving waarin veel reclame gemaakt wordt voor voedsel, dragen daar allemaal toe bij. Fastfood-restaurants zijn overal te vinden, zijn handig en spotgoedkoop. De afgelopen jaren hadden de porties er garguantueske vormen aangenomen. Pas nu er verscheidene rechtszaken tegen de voedselindustrie lopen, wordt daar wat aan gedaan.
Volgens een onderzoek van Purdue University uit 1998 bestaat er een sterk verband tussen overgewicht en geloof. De onderzoekers stelden vast dat Southern Baptists gemiddeld de hoogste body-mass index hadden, dat katholieken in het midden zaten en joden en andere gelovigen het minst dik zijn. Daar kun je leuke grappen over maken, maar het is natuurlijk een klassieke valstrik. De interveniërende variabele is inkomen: vetzucht is een armeluisziekte. Ieder onderzoek bewijst dat vetzucht meer voorkomt onder mensen met een lagere sociale positie, en binnen die groep meer bij vrouwen. Ook ras speelt een rol: zwarte vrouwen zijn tweemaal zo vaak te dik als blanke vrouwen.
Een Europese schrijver legt een ander verband. Hij constateert dat mensen echt niet dik worden omdat ze zo fantastisch eten krijgen voorgeschoteld en daardoor van geen ophouden weten. Integendeel, zegt deze auteur, er is een direct verband tussen de kwaliteit van de keuken van een land en de omvang van zijn burgers: hoe slechter de keuken, hoe dikker de mensen. De landen met het beste eten, laten we zeggen Italië, Zwitserland en Frankrijk, hebben de minste dikke mensen. Maar neem Griekenland, Finland en Engeland, en je komt heel veel dikke mensen tegen. Ik weet niet of hij gelijk heeft, maar het is een aardige observatie die mogelijk verklaart wat het probleem is van Amerikanen.
In zijn boek Fat Land: How Americans became the fattest people in the world, beweert Greg Critser dat het allemaal de schuld is van de regering-Ford. Diens landbouwbeleid zorgde ervoor dat de prijs van industriële vetten en maïssiroop kelderden, waardoor fastfoodbedrijven zonder kosten de porties konden vergroten. Ze vonden supersizing uit: was een bestelling french fries in 1960 nog goed voor 200 calorieën, nu zijn dat er 610. De klant wordt doodgeslagen met advertenties voor double cheeseburgers, chicken buckets, extra-large pizza’s en supersized fries, met een supersize soda natuurlijk. De supersizing beperkt zich niet tot fastfood joints: de bakken koffie die Starbucks verkoopt, worden ook steeds groter.
Eetlust volgt de porties. Ieder onderzoek bevestigt dat mensen meer eten als je ze meer voorzet. Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar wie mensen ziet omgaan met all you can eat- buffetten, kan deze conclusie onderschrijven. Het lijkt wel of er een hongerwinter aan komt, zo wordt er opgetast. Zelfs al wordt de helft van het eten weggegooid wat meestal gebeurt dan nog hebben deze eters meer naar binnen gewerkt dan nodig is en zeker meer dan goed voor ze is. Misschien komt het juist omdát ze nooit een hongerwinter hebben meegemaakt, suggereerde een familielid eens.
De Amerikaanse samenleving lijkt zich in te stellen op meer dikke mensen. Gewichtsnormen worden aangepast, kledingmaten groter (meer XL), vliegtuig- en bioscoopstoelen wijder. Natuurlijk is er ook een belangenbehartigingsorganisatie voor fatso’s: de National Association to Advance Fat Acceptance. De naam zegt het al: niet dunner worden is het motto maar de aanvaarding door anderen dat dikke mensen ook maar gewone burgers zijn. Respect!
Niet de hele samenleving kan zich aanpassen. Schuttersputters blijven nogal klein en een tank is ook niet erg ruim. Daarom heeft het Pentagon een probleem: hoe vind je voldoende gezonde soldaten? Voor een vrijwilligersleger zullen dikke, inactieve mensen niet gauw solliciteren maar stel dat het weer eens tot een dienstplicht zou komen, dan heeft Amerika een probleem.
Wereldwijd consumentengedrag
Het basisprobleem is de vaststelling dat slecht voedsel goedkoper is dan gezond voedsel. Dat is geen uniek Amerikaans verschijnsel, zoals ook het fatso-syndroom een globaal fenomeen lijkt te worden. In Engeland is één op de vijf kinderen onder de vijftien te dik, onder de zes ook al één op de tien. In Zuid-Italië kwam men op 36 procent ‘te zwaar’, in Spanje was het 27 procent.
Is er sprake van amerikanisering? Dat hangt af van je definitie. Grote voedingsbedrijven gebruiken hun ervaring op de Amerikaanse markt en proberen natuurlijk gewoon zoveel mogelijk te verkopen. Ook als de consumenten Europees zijn. ‘We’re all Americans now,’ zou je kunnen zeggen. Consumentengedragingen wereldwijd lijken elkaar niet veel te ontlopen. Amerika loopt enkel voorop in het exploreren en uitbuiten van voedseltrends, en wij volgen gedwee.
Parallel aan het aantal dikkerds is ook de markt voor dieet- en laag-calorievoedsel enorm gegroeid. Diet Coke (Cola Light in Europa) was het eerste gigantische succes. De markt wordt nu overspoeld met diet en light, goed voor 21 miljard dollar aan consumentenuitgaven per jaar. In dezelfde periode is het gewicht van de gemiddelde Amerikaan met bijna drie kilo gestegen. Het schijnt dat eten zonder vet minder vullend is, zodat fabrikanten nu om hetzelfde effect te bereiken er extra zetmeel en suiker aan toevoegen. Zo kan het gebeuren dat een vetarm product meer calorieën bevat dan een gewoon product. Ook zijn er mensen die een Diet Coke nemen om meer koekjes te kunnen eten.
Ook de dieetindustrie groeit als kool. De laatste gekheid was het Dr. Atkins-Dieet, maar ook oudere instellingen als Weight Watchers zijn bijzonder succesvol. De boeken maken vooral de auteurs rijk en een enkele dikzak normaal. Maar het is vechten tegen de bierkaai. Een gemiddeld Amerikaans kind ziet per jaar 10.000 voedselcommercials langskomen. Voor 95 procent producten met veel calorieën en vet: fastfood, gesuikerde ontbijtgranen, frisdranken en snoep. Vooral drankjes, soda’s, zijn een belangrijke bron van suiker. Frisdrank is verantwoordelijk voor zo’n tien procent van alle calorieën die Amerikaanse tieners consumeren.
Een gemiddeld maal in een Amerikaans restaurant bevat duizend calorieën als we voorgerechten en dessert niet meerekenen tenminste. Schoollunches bestaan tegenwoordig uit fastfood; op alle scholen staan nu frisdrankautomaten en als er veel geconsumeerd wordt, krijgen de scholen extra geld. Het geeft extra kracht aan de stelling van een Coca Cola-directeur: ‘Zolang er nog ergens in de wereld de dorst gelest wordt met water, zolang is er groei mogelijk.’
Je zou kunnen betogen dat de obsessie van veel Amerikanen met hun lichaam gezond eten, joggen, rennen, massage zus, sauna zo het vanzelfsprekende complement is van de vetzucht die het land in zijn greep heeft. Zo zijn twee clichés tegelijk waar: Amerikanen zijn dikzakken én Amerikanen zijn health nuts. Het zijn alleen niet dezelfde Amerikanen.