Hoe Dick Cheney president werd

Lessen in machtsgebruik

Door Frans Verhagen

Days of Fire: Bush and Cheney in the White House door Peter Baker. Doubleday, $35. Kindle editie $18,50. (Gelezen als eboek)

 

U zult zich afvragen waarom u het hele verhaal van de regering Bush/Cheney nog eens zou willen lezen. Nog een keer die deprimerende periode doormaken? Zijn we daar niet vanaf? Days of Fire geeft het antwoord. Het is een boek over macht en gebruik van macht. En we zijn er nog lang niet vanaf.

De auteur laat zien hoe een machtszieke en cynische vice president, Dick Cheney, zo dicht bij een democratische staatsgreep kwam als er ooit in de Amerikaanse geschiedenis heeft plaatsgevonden. Cheney, mogelijk onder invloed van medicijnen voor zijn hartconditie of gewoon, de slechtheid zelve, zette een parallelle regering op en zorgde dat hij of zijn pionnen overal bij waren. Zelf was hij degene die op cruciale momenten Bush overhaalde te doen wat Cheney wilde. We danken er een oorlog in Irak aan. Onder meer.

Het boek verklaart ook waarom de Republikeinse Partij, sinds Watergate in de Cheney-modus, zo fel anti-overheid is en tegelijkertijd, als ze aan de macht is, de overheid gebruikt om haar deels ideologische en deels zelfzuchtige belangen te bereiken. De regering Bush liet dat zien en was een ongekende ramp voor Amerika. Als je presidenten afmeet aan de lengte van de periode dat hun beleid invloed heeft, dan was Bush/Cheney de meest invloedrijke sinds Richard Nixon wiens perfide erfenis direct valt door te trekken naar de 21ste eeuw.

Voor Dick Cheney was het een succes want hij bereikte wat hij wilde: een uitvoerende macht die deed wat zij wilde, ter uitvoering van een conceptie van het algemeen belang die niet anders kan worden omschreven dan een bijzonder belang van een kleine groep. Het laagje ideologische rechtvaardiging ervan, vrije markten en andere sprookjes, kan niet verhullen dat hier een grootscheepse manipulatie plaatsvond te beginnen met de manier waarop Cheney zichzelf tot vicepresident liet kiezen. U herinnert zich misschien hoe Cheney door de naïeve Bush werd gevraagd te helpen bij het selecteren van een vicepresident en dat hij het zelf werd.

Cheney is cynisch genoeg om nu vanuit zijn leunstoel zijn dubieuze reputatie op waarde te kunnen inschatten. Het interesseert hem niets hoe de kiezers of de journalisten over hem denken, hij heeft bereikt wat hij wilde. Zeker op de korte termijn. Mogelijk heeft hij zelfs blijvend succes als de regering Obama mede dankzij zijn Republikeinse Partij en de onnozelheid van Democraten een mislukking wordt.

Voor de Democraten is de overheid het vehikel om iets te veranderen in de samenleving, meestal ten bate van het algemeen goed, ook al is het aan de marges. Maar de overheid is ook het vehikel van die andere partij die onder de vlag van een anti-overheidsfilosofie dat algemene goed uitkleedt, ondermijnt en die zichzelf verrijkt via die overheid. Republikeinen zijn destructief en gericht op obstructie als ze niet aan de macht zijn, cynisch rigoureus en zelfzuchtig als ze wel aan de touwtjes trekken. Softe Democraten als Barack Obama zijn geen partij voor deze lui.

Days of Fire is formeel een analyse van de regering Bush. De facto is het een analyse van Dick Cheney. Vandaar dat het begint in het midden van de jaren zeventig, als een jonge Cheney chef staf wordt van president Ford. Niet alleen zijn Republikeinen van het type Cheney ziedend dat Nixon sneuvelde, ze zijn zich ook dagelijks bewust van de beperkingen van de uitvoerende macht die de opeenvolging van wanbeleid (Vietnam, Nixon, goudstandaard, olie, inflatie) heeft opgelegd. En omdat ze op dat moment de uitvoerende macht zijn, willen ze die ketenen breken. Cheney wordt door Donald Rumsfeld de regering ingehaald en de ongemakkelijke want door ambities verteerde verhouding tussen beide heren zal dertig jaar later zijn apotheose vinden als Cheney Rumsfeld de regering Bush in haalt om als minister van Defensie zijn neoconservatieve agenda uit te voeren.

George W. Bush is in die jaren nog een tamelijk mislukt zoontje van George H.W., grote Bush, een Republikeinse man for all seasons die in 1981 zal opduiken als vicepresident en in 1989 na een ongekend cynische campagne president wordt. Kleine Bush zoog het allemaal op en werd, onder een laagje van bruggenbouwen – hij was degene die zei ‘I am a uniter, not a divider’ – een intens partijgerichte politicus, aanvankelijk in Texas.

Dit is het verhaal van een regering die aan de macht kwam dankzij een minuscule winst in Florida, 537 stemmen, die een meerderheid aan kiesmannen opleverde van welgeteld één stem. De overgrote meerderheid van de Amerikanen die de moeite hadden genomen om te stemmen had voor de Democraten gestemd. Het deed er niet toe: de toon van Bush werd gezet op dag 1 van zijn regering. De overweging dat ideologische rechtlijnigheid misschien wat getemperd zou moeten worden door deze krappe overwinning werd door Cheney onmiddellijk overboord gezet. We hebben gewonnen en we gaan het gebruiken, was zijn typerende analyse. Bush, die in Texas samen met de Democraten had geregeerd en daar mede zijn overwinning aan dankte, ging daarin mee. Scherpslijpers, vaak door Cheney de regering binnen gehaald, bepaalden het beleid. Laten we zeggen dat als Barack Obama in 2009 dezelfde afweging had gemaakt – we hebben eerlijk gewonnen en gaan er nu op los – het land er nu anders zou uitzien. Niet minder gepolariseerd maar een stuk socialer want dan zou hij werkelijk iets bereikt hebben. En dat is precies de reden dat mensen die in macht en de uitoefening van macht zijn geïnteresseerd Days of Fire moeten lezen: het laat zien dat degenen die een idee hebben over die tweeslag, macht en het gebruik ervan, altijd de zachtmoedigen zullen verslaan die proberen zo breed mogelijk te opereren.

Zo gezien is het een klassiek verhaal, het verhaal waarom de keiharde, meedogenloze operators, bankiers, olieboeren en diverse ondernemerslobbies, altijd winnen. Ze spelen het spel op het scherp van de snede. Ze kunnen het zich permitteren omdat ze al beginnen met macht. En omdat ze weten dat ze op de lange termijn nooit verliezen. Degenen die denken dat ze met gematigdheid ver zullen komen zullen altijd worden afgetroefd door deze cynici.

Days of Fire is een verhaal van Amerika en de disfunctionele en desastreuze politiek van een natie niet zozeer in verval als wel in ontbinding. Maar het is een les die op elk land, Nederland incluis, van toepassing is. Daarom moet u zich, tandenknarsend, soms woedend, ontmoedigd en soms bewonderend voor zoveel cynisme en sluwheid door het verontrustende verhaal van de regering Bush/Cheney worstelen. Gelukkig is het fantastisch geschreven. Zoals elke een goede moraalvertelling is het meeslepend en vooral overtuigend en daarom slecht voor uw nachtrust.