Powwows

De ceremoniële bijeenkomsten van Indianenstammen zijn de laatste jaren steeds populairder geworden, zowel bij de Indianen zelf als bij buitenstaanders. Terwijl het voor de Indianen een manier is om hun erfgoed te vieren, mensen te ontmoeten en te dansen, is het voor niet-Indianen een viering van het spirituele dat ze in hun eigen leven missen.

Tekst Michael Parfit

'Wij gaan naar Powwows om ons gelukkig te voelen', zegt Gloria Matthews, een Cherokee onderwijzer uit Oklahoma. Nu hoor je geluk en Native Americans zelden in één zin, maar tijdens het jaar dat ik Indianen volgde van de ene Powwow naar de andere, dook de combinatie geregeld op. 'Als je naar de powwow gaat en de trommels hoort, dan voel je je gelukkig', stelde Bernard Bob, een zanger. Toch horen we al jaren treurige verhalen over Indianen, verloren gegane levenswijzen, juridische problemen, drank en ziekte. Is er dan iets om gelukkig over te zijn?

In de taal van de stammen van de Algonquian was Pau wau de term voor medicijnman of spiritueel leider maar voor de Europeanen die de medicijnmannen bezig zagen, sloeg het op de hele bijeenkomst. Wat die Europeanen voorgeschoteld kregen, was echter heel wat anders dan je tegenwoordig ziet. De Indiaanse traditie van dansen is eeuwenoud, maar in zijn huidige vorm bestaat de powwow pas zo'n honderd jaar. Powwows zijn bijeenkomsten, meestal een weekend lang, waar Indianen van veel verschillende stammen van heinde en verre komen om te dansen, te zingen, te gokken en vrienden en familie te ontmoeten. Het draait allemaal om het dansen, een serie open sociale dansen, de Intertribals genaamd, met tussendoor wedstrijden in verscheidene andere categorieën. Deze laatste, zoals de Men's Fancy en de Women's Jingle Dress zijn gebaseerd op traditionele dansen die ooit deel uitmaakten van spirituele ceremonies, voorbereidingen voor oorlogen, genezingsrituelen of vreugdefeesten.

Powwows zijn populair. Een jaar of vijfentwintig geleden vonden ze meestal plaats op afgelegen reservaten, tegenwoordig spelen de grootste bijeenkomsten zich af in conventiecentra of sporthallen in steden. Het aantal powwows kan wel oplopen tot zo'n duizend per jaar. Een heropleving van de Indiaanse identiteit is misschien de reden voor die populariteit. Mogelijk speelt ook mee dat powwows tegenwoordig bijna helemaal alcoholvrij zijn, en wellicht ook dat de prijzen nu serieus genoeg zijn dat een goede danser ervan kan leven. De allerbesten, zoals danser en zanger Jonathan Wind Boy, verdienen meer dan 50.000 dollar per jaar door vrijwel ieder weekend aan wedstrijden deel te nemen.

De powwows zijn meer dan een eerbetoon aan het verleden. Het zijn geen shows. Het is niet puur vermaak. De meeste Indianen noemen ze 'celebrations'. Aanvankelijk begreep ik niets van deze luidruchtige, opwindende bijeenkomsten. Maar als volger van de Powwow Trail, zoals de Indianen het noemen, kon ik geleidelijk aan alle lagen er vanaf pellen en zo ontdekken dat er wel degelijk iets te vieren valt.

Diep in je hart

Op een zaterdag in juni zit ik op het Red Earth Festival in Oklahoma City, Oklahoma. In het conventiecentrum kijk ik samen met Gloria Matthews naar een drumgroep die No Shame heet en naar de Men's Traditional Dance wedstrijd. 'Fancy Dance is spannend', zegt ze, 'maar Traditional raakt je in je hart, daar waar je Indiaans bent.'

Red Earth is een van de grote bijeenkomsten van het jaar, voor een deel aangepast om ook niet-Indianen aan te spreken. 'Het is niet weer zo'n Indiaans gebeuren, vol stof en zand', zegt een van de oprichters. Voor mij is het voornamelijk nog lawaai, kleur en beweging, maar ik begin een idee te krijgen van de flitsende eerste laag van elke powwow: de dans.

De dansen zijn gecompliceerd en divers. Vrouwen in hertenhuiden met rafels dansen langzaam – de Women's Traditional Buckskin Dance. Mannen met bont-en-veren hoofdtooien dansen een jachtverhaal of het verkennen voor een slag – de Mens Traditional. De Men's Grass Dance is beweeglijk en vloeiend; het lijkt of de wind blaast over een prairie van mannen gekleed in vloeiende stromen van kleurige stroken stof. In de Jingle Dress Dance (een Ojibwa-dans voor genezing) zijn de jurken van de vrouwen voorzien van honderden belletjes ('jingles') gemaakt van de deksels van kaarsendovers. In de Flamboyant Dance dragen de mannen dubbele gewaden en linten. De brede lappen stof dansen wild, kleuren om zich heen strooiend alsof ze in vuur en vlam staan. Als de laatste slag van de trom klinkt, is de zaal die zo juist nog vlamde opeens zo rustig als een rozentuin en de toeschouwers barsten los in applaus.

Trommelen om te overleven

Dan is het tijd voor de Grand Entry. Dit is een belangrijk onderdeel van het festival en van elke powwow: een processie van kleur en geluid, die meestal twee keer op een dag wordt opgevoerd. De spreker is Dale Old Horn, een Crow uit Montana. Hij draagt een zwart vest en een zwarte hoed. Zijn zwarte haar komt tot halverwege zijn rug: tegenwoordig is lang haar een symbool van Indiaanse trots. Hij is lang en slank. Zijn stem is diep. 'We bezingen de overwinningen van onze grootvaders, van onze vaders', roept hij in de microfoon. 'We zingen van overwinning. We zijn er nog steeds!'

Ik zit bij een drumgroep die Whitefish Bay heet, achter Andy White, de lead singer. Whitefish Bay bestaat uit vijftien man, afkomstig uit Ontario, Canada, en een trommel voorzien van elandenhuid. Leden van de drumgroep spelen op trommels maar hun specialiteit is zingen.

Andy slaat de drum en het lied begint. Het geluid is overweldigend. Allemaal tegelijk slaan de mannen de drum en zingen ze op vol volume. Wat ik hoor heeft geen wortels in de westerse tonale muziek. Mij klinkt het in de oren als wolvengehuil, sommige Indianen zeggen dat het een gift is van de wind. Het is tegelijkertijd een gehuil en een overwinningsschreeuw. De vloer loopt vol met dansers, er komen nu bij de muziek van de trommels ook bellen en jingles, en samen zorgen ze voor een hoog en ritmisch rumoer.

'De trommel hebben we gekregen om te kunnen overleven', zegt Andy White naderhand. 'Om gezond te zijn, om je gezond te voelen.' Andy vertelt met dat hij al zeventien jaar werkt als een drugs- en alcoholraadsman. Vandaar de bumpersticker die ik zag met 'Drums, not Drugs'.

Hoe belangrijk is de powwow in het dagelijks leven van de Indianen? Naar schatting negentig procent van de Amerikaanse Indianen gaat wel eens naar een powwow maar in het begin vraag ik me af of de dans en de muziek niet gewoon spelletjes zijn met het verleden. Naast Andy zit een antwoord. Het is de negentienjarige Cheyenne Comache Jimmy Galey. Andy White heeft hem gevraagd als zanger bij de Whitefish Bay te komen. 'Voor mij is dat alsof ik de hoofdprijs heb gewonnen', zegt Jimmy. Maar nu moet hij besluiten of hij dat doet of liever als tweede honkman gaat spelen in een minor-league team dat hem een plaats aan heeft geboden. Hij weet het nog niet.

Een van de beste boeken over het leven van Native Americans heet The Business of Fancydancing. Het is een pittig en eerlijk boek vol verhalen en poëzie, over basketbal, drank, dromen, familie en powwows, geschreven door Sherman Alexie, een Spokane Coeur d'Alene Indiaan. Ik denk aan hem als ik op een zondagmiddag in juli op het gras zit in de buurt van Elmo, Montana. Ik kijk naar de kleine Standing Arrow Powwow. Dit is nog eens wat anders dan de conventiehal in Oklahoma, het andere uiteinde van het spectrum. Hier zie je niet veel meer dan een veld vol auto's, campers, tenten en teepees, een ronde arena met een metalen dak waar de deelnemers dansen, een paar schuren waar mensen gokken en een cluster van gebouwtjes van spaanplaat en trailers met allerlei koopwaar: koffie, juwelen, Indiaanse taco's, kralen, elandentanden of de jingles voor de danskostuums.

Het is een mooie, heldere dag, aan de oever van Flathead Lake, en de geluiden van bellen en jingles op de maat van het drummen klinken klein maar vol hoop op tegen deze torenhoge lucht, de wolken en de bergen. Ik ben maar naar een paar powwows geweest, maar dit geluid klinkt nu bekend. Het bergt herinneringen van schoonheid, opwinding en vriendschap. Het moet een ongelooflijke kracht hebben voor iemand die daarmee is opgegroeid. 'Iedere Indiaan', schrijft Alexie, 'voelt het bloed van de stamherinneringen door zijn hart stromen. De Indiaan moet terugkeren, de omgekeerde exodus volgen.' En inderdaad komen er steeds meer Indianen terug, niet naar de wanhoop die het leven op het reservaat zolang heeft gekenmerkt maar naar het krachtige geluid van de drum.

In een gedicht dat Powwow heet, schrijft Alexie:

today, nothing has died, nothing

changed beyond recognition

dancers still move in circles

old women are wrapped in shawls.

still, Indians have a way of forgiving anything

a little but more and more it's memory lasting longer.

Ik zit op het gras bij Elmo, luister naar de muziek en vraag me af wat hij precies voor ogen heeft. Misschien maakt de powwow mensen gelukkig omdat het die blijvende herinnering terugplaatst in het dagelijkse leven van nu.

Born again Indian

Op een woensdagnacht in augustus, voor het begin van de Crow Fair op de Crow Agency, Montana, luister ik naar Gilbert Bird in Ground. Hij noemt zichzelf een born-again Indiaan. Crow noemen hem Popcorn, naar een diskjockey die populair was toen hij als jongen in Los Angeles woonde. Gilbert is de manager van de Crow Fair, een van de grootste powwows van het jaar. Hij is zelf een mengeling van oud en nieuw. Jarenlang zat hij op een enorme dragline in een kolenmijn hier in de buurt, met kort haar. Nu heeft hij de mijn vaarwel gezegd en die omgekeerde exodus gemaakt. Een van de symbolen van die verandering is zijn lang zwart haar. 'De stam leeft van de ene Crow Fair naar de volgende', zegt Gilbert. 'Ieder jaar bidden we dat we het volhouden tot de volgende.'

Gilbert is verantwoordelijk voor alles van het leegpompen van de honderdvijftig toiletten tot het aansteken van het vuurwerk en het aankondigen van de Grand Entry, en zo op het oog bidt hij vooral om deze Fair te overleven. Toch is hij de meest vredige bezorgde man die ik ooit heb gezien. Ik hoef me maar om te draaien of hij heeft een kind op schoot, troost en droogt tranen.

Crow Fair is een pragmatisch geheel. Om de oude herinneringen en cultuur in hun dagelijks leven terug te brengen, aarzelen Indianen niet om gebruik te maken van moderne middelen. Dat past in een traditie, uiteindelijk verwierpen ze evenmin paarden of geweren. Crow Fair is een stad van duizend teepees en honderden pick-up trucks, campers en tenten. Crow jongens scheuren op hun zadelloze paarden door het kamp, maar iedere ochtend bij zonsopgang komt er een kampomroeper in een pick-up truck, om in Crow wake up calls te maken via de speakers op zijn truck.

De zangers hebben met de handgemaakte drums met eland- of hertenhuid, maar ze gebruiken ook versterkers. Dansers dragen lichtbruine hertenhuiden die ze schoonmaken met wit maïsmeel, kralencombinaties die maanden werk vergen, adelaarsvleugels die moeilijk zijn te krijgen en niet zonder vergunning – maar ook grote nummers op hun kleding, voor de wedstrijd. Indianen zijn praktische mensen: ze gebruiken wat van pas komt. Voordat ik het weet ben ik daar ook deel van: Gilbert vraagt me de scores bij te houden op mijn laptop.

Pragmatisch en praktisch

Dit ís een stoffige aangelegenheid, fijn bruin zand dringt overal in door. 'Het is maar goed dat wij Indianen niet zweten', blaft Dale Old Horne in zijn microfoon. 'Anders zouden we allemaal moddernekken hebben.'

Ik zit achter de omroeper en houdt de scores bij. Het zijn de bekende namen die bovenaan eindigen. Terry Fiddler ligt ver voor bij de Men's Traditional en Jonathan Windy Boy zal duizend dollar mee kunnen nemen voor de Men's Grass.

Hij danst alsof zijn hele lichaam uit zenuwen bestaat. Aan het eind van elk segment loopt hij bij al zijn concurrenten langs, schudt hen de hand, alsof hij ze oppompt met al zijn energie. Zoals veel dansers was hij op school een topsporter. Jonathan speelde basketbal en liep de 100 meter, 400 meter, 800 meter en de mijl.

Voor het eerst zie ik nu de powwow als een geheel. Het is een familiereünie, een groot feest, een plaats waar de kinderen heengaan om te flirten – 'snagging' heet dat hier. Hier kun je een beetje wild zijn. 'Als je huwelijk de Crow Fair overleeft', zegt Gilbert met een glimlach, 'dan kun je er weer een jaar tegen.' Een speaker op een andere powwow verkondigde dat het powwow-committee 'niet verantwoordelijk is voor scheidingen, ruzies of baby's.'

Indianen vieren hier ook gebeurtenissen die ze belangrijk vinden. Ze komen naar de powwow om hun atleten te eren, hun studenten, hun vrienden, hun gepensioneerden, hun doden. Wedstrijden worden regelmatig onderbroken door Specials of Giveaways van een minuut of twintig, dertig. Een persoon wordt geëerd, dan zingt een drumgroep, een stel familieleden danst in een cirkel, mensen komen uit de menigte om hen de hand te schudden en mee te dansen, de familie geeft dekens weg en takken met aan de twijgen geplakte dollarbiljetten.

Veel bezoekers zijn teleurgesteld over de moderne middelen op een powwow. Het ziet er niet authentiek uit. Maar terwijl ik kijk naar een lange Giveaway om een tiener te eren die is verongelukt, realiseer ik me dat Indianen geen spelletje spelen van 'zo was het toen'. Ze proberen een lange geschiedenis naar het heden te vertalen. Dit is niet wat het was. Dit is wat het is.

Eén grote familie

September brengt me naar de United Tribes International Powwow in Bismarck, North Dakota, waar een stofduivel door het tentenkamp raast. Ik heb nog nooit zoiets gezien. Een tent gaat de lucht in en komt tien meter verder weer neer.

Bij de arena hoor ik een bekende stem, het is Dale Old Horn. Alles komt me nu bekend voor. Het is net een grote familie. Terry Fiddler en Jonathan Windy Boy zijn er, leiders in respectievelijk de Traditional Dance en de Grass Dance. Jonathan heeft ook een zanggroep bij zich: Haystack.

Ik vraag hem of we kunnen praten over zingen en dansen. Hij zat te lachen met andere dansers, schuine grappen vertellend. Als ik mijn verzoek doe, wordt hij heel plechtig en zet dat stenen gezicht op dat niet-Indianen karakteristiek vinden. Ik denk aan wat Alexie schreef: '.vroeger verwachtten alleen blanken dat Skins monosyllabische gezichten hadden, maar nu verwachten we het zelfs van elkaar.'

'Heb je sigaretten', vraag Jonathan. 'Nee'. 'Zodra ik tabak zie', zegt hij, 'zal ik verhalen vertellen.'

Tabak is een traditioneel voorwerp van eerbetoon. Ik zag dat bij een powwow tabak op de grond werd gestrooid als deel van een zegeningceremonie, ik zag het achtergelaten als een offer op de heilige steen op de vlaktes van Montana. Ik breng een slof sigaretten mee en schuif die onder de drum en Johathan vertelt me verhalen – off the record – over bizons, coyotes en de schepping.

Ik heb vaak gehoord dat de powwows geen spirituele gebeurtenis zijn. 'Powwows zijn traditie, maar ze hebben niets met geloof te maken', heeft Gloria Matthews gezegd. 'Je wilt gewoon samen een goeie tijd hebben'. Maar in het Indianenbestaan is er geen scheiding van kerk en staat en zo nu en dan herinnert bijvoorbeeld zo'n verzoek om tabak me eraan dat de dansen, de liederen, de regalia, zelfs de gesprekken op de powwow verbonden zijn met fundamentele ideeën over het leven en de wereld die heel anders zijn dan de culturen die uit Europa kwamen. Deze ideeën zijn niet publiek. Indianen zijn wel bereid om dingen als Fancy Dancing uit te leggen, maar ze vinden het niet gepast om meer spirituele ceremonies te verklaren.

Tijdens een Intertribal Dance blaast zo nu en dan een danser op een fluit van adelaarsbot. De dansers komen dan rond de zingende trommelgroep staan terwijl de man met de fluit hoge, ijle muziek speelt. Ik mocht daar geen foto's van maken, het was een ceremonie. Mijn vraag waar het om ging werd ontlopen. Elke keer als ik de fluit hoorde, realiseerde ik me dat ze ergens heen gingen waar ik niet kon komen. Ik kreeg er kippenvel van.

Bij de United Tribes Powwow vroeg ik een Indiaanse schrijver wat hij dacht van een recente film over blanken en Indianen. 'Ik zag twee heel verschillende benaderingen van geloof', zei hij. 'Een priester die de bijbel volgde en Indianen die hun dromen volgden.' Een Lakota danser die ik vroeg naar de ongebruikelijke kleding die hij droeg, antwoordde: 'Ik zag het in een visioen.'

Plotseling had ik een beeld van een manier van leven die minder vast is dan die van mijzelf, een leven waarin je door het oppervlak van de aarde en tijd heenkijkt naar de vorm van het verleden en de visies daarachter. Indianen gooien van alles en nog wat op dat oppervlak, alsof ze er niet om geven, maar besteden veel aandacht aan de lagen die ze aan de andere kant zien. Geen wonder dat muziek en dans, instrumenten die we gebruiken als woorden tekortschieten, zo belangrijk zijn.

Als de dansers deze avond de arena binnenkomen staat een van de juryleden bij de met rommel bezaaide ingang met een brandende vlecht van een kruid dat ze 'zoet gras' noemen. Veel Indianen geloven dat de rook ervan schoonmaakt. Als de dansers erlangs komen reiken ze in de rook met hun hand en wassen het over hun gezicht.

De ideale mens is een Indiaan

In de straten van downtown Hartford, Connecticut, hoor ik belletjes. Ik kijk uit het raam en zie bakstenen, beton en glas. Maar op het trottoir loopt iemand in een Fancy Dance uitrusting naar het hotel. De Powwow Trail wordt steeds vreemder.

De hele zomer heb ik over Connecticut gehoord. 'Hoe komen we in Connecticut?' 'Die dansers in Connecticut. Met al dat geld zullen ze wel een show maken.' De Mashantucket Pequot stam in Connecticut, wier casino dat van Atlantic City evenaart, heeft inderdaad meer dan genoeg geld. De stam heeft 32 drum groepen en honderden dansers uitgenodigd naar het Hartford Civic Center te komen en bij sommige dansen hebben ze 2500 dollar beschikbaar gesteld als eerste prijs.

Terry Fiddler is uit South Dakota komen vliegen. Jonathan Windy Boy reed via Minneapolis. Andy White en Whitefish Bay kwamen uit Ontario in hun '78 Chevy Van. Jimmy, de jonge zanger bij Red Earth, is er niet bij. Hij koos noch voor de sport, noch voor het zingen maar voor een derde optie en ging naar de universiteit. Indianen vullen de straten. Ze overnachten in de Sheraton, de Ramada, de Holiday Inn.

Dit is de eerste grote powwow in het Noordoosten. Geen zand hier. Wel overal TV camera's, verslaggevers van de New York Times en USA Today. Heel wat niet-Indianen zijn tegenwoordig gefascineerd door de Indiaanse manier van leven. Sommigen zijn op zoek naar een nieuw geloof, sommigen geloven dat de Indianen een betere relatie hebben met onze bedreigde aarde. 'Veel mensen zijn spiritueel verarmd tegenwoordig', zegt Floyd Hand, een Lakota die een gaarkeuken runt op Pine Ridge Reservation in South Dakota en optreedt als 'spiritual consultant' voor beroemdheden.

Ik ontmoet de blanke redacteur van een milieunieuwsbrief. 'De cirkel is rond', roept hij enthousiast. 'We komen bij het punt waar de planeet niet meer kan verdragen en deze lui gaan ons redden.'

Ik denk aan Alexie's meer cynische observatie in zijn boek: '..the only time Indian men/ get close to the earth any more/ is when Indian men/ pass out and hit the ground.'

Een kraampje van de Native American Rights Fund vraagt om donaties om juridische gevechten te leveren over vrijheid van geloof en over land. Ik praat met Marilyn Pourier, van het fonds. Ze doet er niet romantisch over. We hebben het over de theorie van een professor dat in de loop van de jaren de Amerikaanse beleid altijd is geweest om Indianen te herscheppen als ideale mensen. Eind negentiende eeuw was de boer de ideale mens, dus gaven ze de Indianen stukken land om te bewerken. In de jaren zeventig was het ideaal de zakenman, dus gaven we door de landclaims in Alaska te regelen de Indianen een netwerk van ondernemingen. En wie wordt er nu weer gezien als de ideale mens, nu zoveel mensen op zoek zijn naar oude spirituele wortels of een milieuethiek? Marilyn lacht. 'Ja, de ideale mens is een Indiaan.'

Levend op hun dromen

Die zaterdagavond is het inderdaad een Grand Entry. De dansers staan opeengepakt in de ondergrondse ruimte achter de arena, wachtend tot ze op het blauwe tapijt kunnen optreden. Het is donker. Zes jonge Indiaanse mannen spelen basketbal met een ring boven een nooduitgang. De Fancy Dancers schudden hun spieren los en strekken zich, als de topsporters die ze zijn. Kinderen rennen rond. Johnathan Windy Boy gaat met zijn vingers door de stoffen en vertelt sterke verhalen. De Traditional Dancers wachten stoïcijns in het gedimde licht, transpirerend in hun verf en veren.

'Deze bijeenkomsten zijn de manier waarop we continuïteit houden, geconfronteerd als we worden met ongelooflijke veranderingen', zegt een vriend. Na al die pogingen om de Indianen te vormen, weigeren de Indianen nog steeds zich aan te passen aan ons beeld van de perfecte mens. Ze nemen wat ze kunnen krijgen en gebruiken het om te overleven. De blanke samenleving mag proberen hen om te vormen tot boeren of zakenlui, ze doen nog steeds wat ze het liefst doen. Of ze nu gokmagnaten zijn, spirituele adviseurs of Fancy Dancers, ze blijven pragmaten die leven op hun dromen.

Een schijnwerper in de arena gaat aan. Hij richt zich op de entree en toont de kleuren, de veteranen, de vele stammen. Adelaarsveren lijken van achter belicht met goud, alsof de zon erop staat. Een drum klinkt. Voeten pakken het ritme op. Ik hoor belletjes en gezang. Ik hoor Dale Old Horn in zijn microfoon schreeuwen. 'We zingen de overwinning. We zijn er nog steeds!' Dansend komen de Indianen uit de donkerte.