Andrew Johnson

1865-1869

Historische erkenning 41

De arme Andrew Johnson moet wel de meest beschimpte president zijn die de Verenigde Staten ooit hebben gehad. Als één iemand de schuld kreeg van de onaangename afwikkeling van de Burgeroorlog dan was het wel Lincolns opvolger. Bovendien droeg Johnson de last als enige president ooit een volledig impeachment proces te hebben ondergaan, totdat Bill Clinton in 1998 zo vriendelijk was hem daarin gezelschap te houden.

Het proces om Johnson af te zetten wordt meestal direct verbonden met de Reconstructie, de poging om na de Burgeroorlog het Zuiden anders in elkaar te zetten. Indirect was dat ook zo, en Johnson verdient zeker enige blaam voor het mislukken dan die poging, maar hij was vooral het slachtoffer van de wraakzucht en het egoïsme van het Republikeinse Congres. Wat dat betreft zou Clinton met Johnson mee kunnen voelen. Abraham Lincoln had verzoening en snelle heling als uitgangspunt genomen, en Johnson mocht daarmee verder gaan maar het congres hanteerde een enger perspectief. Sowieso waren de Republikeinen bang dat het Zuiden weer razendsnel een dominante rol zou gaan spelen. Belangrijker nog waren de gebruikelijke economische tegenstellingen. Het Noorden was nog steeds uit op hoge importheffingen om noordelijke industrieën te beschermen en tegelijkertijd het congres flinke inkomsten te verschaffen. Het Zuiden had, als altijd, belang bij lage importheffingen.

Tijdens de Burgeroorlog was de macht van de federale overheid enorm gegroeid en de Republikeinen waren niet van zins om de federale macht die ze ten koste van de staten hadden verworven in te perken. Als zuidelijke staten nog steeds praten over staatsrechten en zich verzetten tegen de federale overheid dan ligt hier een wortel.

Hoe konden ze die macht behouden? Als het Zuiden weer zijn traditionele afgevaardigden zou sturen, politici die hingen aan staatsrechten, dan was het daarmee snel afgelopen. Vandaar de snelheid waarmee het Veertiende (geratificeerd in 1868) en het Vijftiende Amendement (geratificeerd in 1870) werden aangenomen waarbij alle burgers, zwart en blank, onbeperkt kiesrecht kregen. Die nieuwe kiezers, zo redeneerden de Republikeinen, zouden er ongetwijfeld voor zorgen dat de slavenbelangen en de voorstanders van staatsrechten een toontje lager zouden zingen.

Goede reputatie

Toen Andrew Johnson op 15 april de eed aflegde, had hij een redelijk goede reputatie. Als senator van Tennessee was hij in 1861 de enige zuidelijke politicus die koos voor de Unie. Andrew Johnson had goede redenen om de Unie te prefereren boven de Confederatie. Als arme ongeletterde kleermaker die in zijn jeugd was ontsnapt aan de feitelijke slavernij van een leerlingenpositie, had Johnson zich op eigen kracht opgewerkt. Hij haatte de arrogantie en het dédain waarmee zuidelijke politici gewone mensen behandelden. De afscheiding, vond hij, was een poging van de aristocraten om de massa’s te misleiden. Als man van het volk zag Johnson dat hun belang heel wat beter gediend in het egalitaire Noorden dan in het achterlijke en aristocratische Zuiden.

Toen de oorlog begon, had Johnson ook nog eens het lef om terug te gaan naar Tennessee om te proberen haar bij de Unie te houden. Dat mislukte en hij moest hals over kop vertrekken. Toen de noordelijke troepen in 1862 het grootste deel van de staat hadden veroverd, benoemde president Lincoln hem tot militaire gouverneur. Johnson haalde de wetgevers over de afscheiding te beëindigen, slavernij af te schaffen en rebellen uit officiële functies te verwijderen.

Lincoln koos Johnson als running mate in juni 1864, toen het er slecht voorstond met zijn presidentschap: het was een manier om noordelijke Democraten voor zich te winnen. Dat bleek niet nodig maar zo was Johnson wel vice-president geworden. Helaas gaf zijn inauguratie op 6 maart 1865 een voorproefje van het slechte gesternte waaronder zijn politieke loopbaan zich zou ontrollen. Op de dag van de plechtigheid voelde Johnson zich niet lekker en eigenlijk wilde hij liever thuis blijven. Lincoln haalde hem over om toch te spreken en om moed te vergaren dronk Johnson een paar glazen whisky. Zijn rede klonk ietwat beneveld en sindsdien ging hij door het leven als de ‘drunken tailor’.

Vertrouwen

In eerste instantie kon Johnson rekenen op steun van de Republikeinen. Zijn afkeer van de zuidelijke aristocraten boezemde vertrouwen in en er waren zelfs mensen die meenden dat hij een ‘sterker’ president zou zijn dan Lincoln, die ze altijd verdachten van overdreven bereidheid tot compromissen. ‘Sterker’ betekende in dit geval eigenlijk ‘zwakker’, want het congres hoopte dat het Johnson naar zijn pijpen kon laten dansen. ‘Bij de goden!, nu zullen we geen problemen hebben om de regering te runnen,’ riep senator Wade van Ohio uit.

Dat zou niet lang duren. Als goed zuiderling was Johnson voorstander van staatsrechten en een beperkte rol van de federale overheid. Bovendien meende hij, net als Lincoln, dat de zuidelijke staten nooit de Unie hadden verlaten omdat die grondwettelijk gezien onverbreekbaar was. Johnson hief de blokkades op en probeerde het Zuiden gerust te stellen door amnestie te geven aan confederalen.

Nog voor de zomer van 1865 had hij proclamaties uitgegeven die het mogelijk maakten om weer een normale volksvertegenwoordiging op te zetten. De radicale Republikeinen waren er ziedend over maar eind 1865 hadden de meeste zuidelijke staten weer gouverneurs, wetgevende vergaderingen en afgevaardigden. Johnson kon dit allemaal op eigen houtje doen omdat het congres tot december 1865 met reces was. Al snel waren de confederale leiders terug in de politiek en het werd duidelijk dat zij in de herfst de verkiezingen zouden domineren. De staatsconventies begonnen de negro question op hun eigen manier te regelen.

Zo gebeurde precies waar de radicale Republikeinen bang voor waren. Hoewel de zuidelijke staten formeel instemden met de Dertiende Amendement dat slavernij verbood, namen ze wel ‘Black Codes’ aan die de ex-slaven verplichtten op het land te blijven waar ze altijd slaaf waren geweest, waardoor nu wettelijk was vastgelegd wat de slavenmeesters vroeger vanzelfsprekend vonden. De zuiderlingen realiseerden zich niet of wilden zich niet realiseren, hoe beledigend deze codes waren voor het Noorden. Johnson onderkende het probleem en hij protesteerde niet toen zijn militaire commandanten deze regelingen ongeldig verklaarden. In zijn eerste jaarlijkse rapport verklaarde Johnson trots dat het herstel van een onsplitsbare Unie van onvernietigbare staten een feit was. Het was het hoogtepunt van zijn presidentschap.

Onwrikbare meerderheid

Toen het congres weer bijeenkwam bleek hoe weinig steun Johnson daarin kreeg. Het congres stelde gewoon zijn eigen reconstructie op. Om beginnen lieten ze niet de afgevaardigden en senatoren van de zuidelijke staten toe met het argument dat hun zetels gebaseerd waren op dubieuze grondwetten. Het congres nam wetten aan om een militair regime op te leggen in het hele Zuiden en richtte het Freedmen’s Bureau op om de vier miljoen vrijgelaten slaven te helpen. Johnson sprak zijn veto uit over het Bureau en ook over de Civil Rights Act die burgerschap gaf aan de slaven, een wet die de president niet nodig achtte. Daarmee waren de lijnen getrokken.

De verkiezingen van 1866 leidden tot onwrikbare Republikeinse meerderheden, die alle veto’s van Johnson konden verwerpen. Deze uitkomst was deels te wijten aan Johnson zelf. Hij besloot het land rond te trekken om zijn visie toe te lichten. Hoewel Johnson een goed spreker was, bleek hij ongedisciplineerd en liet hij zich uitlokken tot scheldpartijen met zijn luisteraars waarmee hij zichzelf en het ambt onderuit haalde. Daardoor werd niet zijn beleid, of Lincolns erfenis waarop hij een beroep had kunnen doen, de inzet, maar Johnson zelf. Omdat hij geen invloed had op de partij, waren alle Republikeinse kandidaten de radicale vleugel toegedaan, zodat de kiezers ook weinig keuze hadden: ze konden stemmen op meegaande Democraten of radicale Republikeinen. Het eindresultaat was geen verrassing.

De Republikeinen konden nu Johnsons veto’s negeren. Ze namen een reeks Reconstruction Acts aan die het Zuiden onder een strikt regime plaatsten. Militaire regeringen namen de plaats in van de gekozen vertegenwoordigers. Carpet baggers, noordelijke profiteurs die naar het Zuiden kwamen (met hun spullen in een tas van tapijtmateriaal, vandaar de naam) en scalawags, zuiderlingen die met de militairen samenwerkten, werkten samen met de vrije zwarten om de macht in handen te krijgen. Hoewel een deel van reconstructie goed bedoeld en zelfs verlicht was, zoals gratis openbaar onderwijs, leidde het tot fraude, corruptie en vooral weerzin bij zuiderlingen. Johnson waarschuwde voor de tweespalt.

Maar hij was al haast irrelevant geworden. In een opzettelijke provocatie nam het congres een wet aan die het de president onder meer verbood om kabinetsleden te ontslaan. Johnson van zijn kant stelde dat de Tenure of Office Act ongrondwettelijk was, iets wat het Supreme Court 59 jaar later bevestigde, en in augustus ontsloeg hij minister van Oorlog Stanton. In diens plaats wilde hij Ulysses Grant benoemen, maar die liet Johnson in de kou staan door de baan terug te geven aan Stanton. Toen president Johnson in februari 1868 Stanton nogmaals ontsloeg, antwoordde het congres per kerende post met een impeachment.

Op 13 maart 1868 begon in de senaat het twee maanden durende proces tegen de president. Duidelijk was dat de radicale Republikeinen een president kwijt wilden die hun plannen frustreerde. Ze hoopten met senaatsleider Wade een hen meer welgezind persoon in het Witte Huis te zetten – als president pro tempore was Wade onder de toen geldende regels de opvolger. Als dit was gelukt, had het Amerikaanse politieke systeem een fundamentele verandering ondergaan, meer in de richting van de vervangbare minister president die in Europa gebruikelijk is. Met één stem ontsnapte Johnson aan afzetting en Amerika aan een serieuze ondermijning van het systeem van machtenscheiding.

Sewards ijskast

Het grote succes van Johnsons regering, de verwerving van Alaska, werd pas veel later als zodanig erkend. Op de avond van 3 maart 1867 kwam de Russische ambassadeur op bezoek bij Seward, de minister van Buitenlandse Zaken. Hij had een verrassing: de tsaar was geïnteresseerd in de verkoop van Russisch Amerika, het huidige Alaska. De prijs was 7,2 miljoen dollar. Seward brak zijn kaartspel af en stelde voor, analoog aan Jeffersons snelle aankoop van het Louisiana Territory in 1803, om de deal meteen maar te sluiten. ‘Maar uw ministerie is gesloten’, zei de Rus. ‘Doet er niet toe’, antwoordde Seward. ‘Voor middernacht zult u me in het ministerie treffen, klaar om zaken te doen.’ Dit buitenkansje zou Seward zich niet laten ontgaan: nog voor zonsopgang hadden de Amerikanen 375 miljoen acres erbij gekregen voor minder dan twee cent per acre.

Sewards aankoop werd niet overal goed ontvangen. Toen Harper’s Magazine tekeningen publiceerde van Fort Yukon, de belangrijkste nederzetting, dachten veel Amerikanen dat hij bij de neus was genomen. Seward’s Folly heette het lange tijd. De geschiedenis heeft geleerd hoe verstandig Sewards daadkracht was.

Dat Andrew Johnson in 1868 niet de Republikeinse kandidaat zou zijn sprak voor zich. Nog tijdens het impeachment proces schoof de partij generaal Grant naar voren, die werd genomineerd op een radicaal programma dat weinig rekening hield met gevoeligheden in het Zuiden. De Democraten waren verdeeld en onzeker. Ze speelden nog wel even met de gedachte om Andrew Johnson als kandidaat te nemen, al was het maar om de Republikeinen dwars te zitten, maar ze kwamen na een lange, besluiteloze conventie uit bij de ex-gouverneur van New York, Horatio Seymour, die eigenlijk niet wilde.

Weinig krediet

Andrew Johnson geldt als een mislukt president. Het is waar dat zijn eigen reconstructiebeleid te veel de oren liet hangen naar het Zuiden en te lauw was voor het Noorden. Maar het beleid dat uiteindelijk tot stand kwam, gedreven door het congres, zou op termijn evengoed een mislukking blijken. Was een tussenweg mogelijk geweest? Niet met Johnson als president, daarvoor ontbraken hem de karaktereigenschappen en de politieke vaardigheden. Het is mogelijk dat ook Abraham Lincoln zijn tanden zou hebben stukgebeten op de reconstructie maar nu kreeg Johnson de schuld.

Voor het moeilijke en moeizame werk dat hij wel had gedaan als president, kreeg Johnson weinig krediet. In elk geval voorkwam hij een totale uitholling van het presidentschap door zich tot het einde toe te verzetten tegen de rechten die congres claimde. Hij behield de machtenscheiding.

Johnson was niet aanwezig bij de inauguratie van zijn opvolger maar vertrok meteen naar Tennessee waar hij werd ingehaald als een patriottische held. Johnson bleef campagne voeren voor Democratische kandidaten. Zelf werd hij in 1875 als enige ex-president tot senator gekozen. Een vriend die later zijn appartement aan Pennsylvania Avenue bezocht, merkte op dat hij daar heel wat bescheidener moest leven dan in het huis verderop aan de straat. ‘Dat is waar’, zei Johnson, ‘maar het is hier heel wat comfortabeler.’ Bij zijn enige optreden in de Senaat voer Johnson in maart 1875 uit tegen het reconstructie beleid van president Grant. Hij stierf in juli van dat jaar.

 

Verder lezen

Andrew Johnson. A Biography door Hans Trefousse, New York, 1989. Complete, niet onvriendelijke biografie van Johnson, met aandacht voor zijn afkomst als straatarme jongen met felle klassensentimenten.

Reconstruction. America’s unfinished Revolution, 1863-1877 door Eric Froner, New York, 2001. De beste beschrijving en analyse van het moeilijke en moeizame proces dat als ‘reconstructie’ de geschiedenis in is gegaan.

Impeached: The Trial of President Andrew Johnson and the Fight for Lincolns Legacy door David Stewart, New York, 2009. Het verhaal over hoe het congres probeerde impeachment om te vormen tot politiek vertrouwensvotum.