Slimme kreet van de Bush-campagne in 2000 die suggereerde dat conservatisme en sociaal beleid best konden samengaan. Het idee was dat conservatieve oplossingen voor sociale problemen beter werken omdat ze rekening houden met sociale structuren en eisen stellen aan mensen. Bovendien wilde Bush veel sociaal beleid door kerken en kerkelijke organisaties laten doen en niet door de overheid.
In dit kader moeten plannen voor vouchers worden gezien: de checks voor schoolgeld die ouders naar eigen inzicht mogen besteden en die scholen zouden dwingen om kwaliteit te leveren. De onderwijswet die Bush afleverde in het voorjaar van 2001, de Leave No Child Behind Act, waarin voorwaarden en standaarden voor onderwijs en onderwijzers werden afgesproken in ruil voor een degelijke financiering van het onderwijs, is een voorbeeld van compassionate conservatism. De kritiek was dat er veel te weinig geld voor werd vrijgemaakt om het een succes te maken.
Alle mooie woorden ten spijt gaf de regering-Bush meer prioriteit aan belastingverlagingen voor de hogere inkomens en zeker na de aanslagen van 9/11 had binnenlands beleid een lage prioriteit. Van de faith based organisaties die overheidstaken zouden overnemen (met publiek geld) is ook niet al te veel meer gehoord. Compassionate conservatism wordt nu vooral gezien als een cynische misleiding van de kiezers. U zult er in 2008 niet veel van horen.
De kreet zal de geschiedenisboeken ingaan als een van de vele leugens die George Bush de Amerikanen verteld heeft.