Abortus

Onderwerp van eindeloze verdeeldheid. Je kunt er nu eenmaal geen compromissen over sluiten: je bent voor het recht op vrije keuze voor abortus of er mordicus tegen. In 1973 formuleerde het Supreme Court in de zaak Roe versus Wade de voorwaarden waaronder een abortus in de Verenigde Staten legaal was. Voordien was het per staat geregeld. Soms betekende dat grote vrijheid, veel vaker betekende het een absoluut verbod, ongeacht de omstandigheden. In Roe versus Wade nam het Supreme Court de positie in dat het beslissen over een abortus behoort tot de inherente rechten van de vrouw en dat zij, tot de foetus buiten de baarmoeder kan overleven, vrij over dat recht kan beschikken. In de praktijk werd drie maanden het kantelpunt: vóór de driemaandengrens was abortus geen probleem, daarna wel.

De uitspraak van het Supreme Court werd door de vrouwenbeweging en progressief Amerika gevierd als een enorm succes. In de praktijk bleek de uitspraak echter een enorme stimulans voor de principiële tegenstanders van elke vorm van abortus. Dit was nu precies zo’n onderwerp dat mensen activeerde die zich voordien nooit met politiek hadden beziggehouden. Ook creëerde het dwarsverbanden tussen evangelisch-christelijke groepen en conservatieve katholieken, die op basis van hun kerkelijke doctrine principieel tegen abortus waren. Ongetwijfeld zal in de campagne alle kandidaten over dit onderwerp de maat genomen worden. Democraten zijn over het algemeen voor het behoud van Roe versus Wade; als ze al een voorbehoud maken, dan in de trant van: ‘Persoonlijk ben ik ertegen maar ik wil het recht behouden.’

Republikeinen verschillen onderling meer van mening. Politici met een grote evangelisch-christelijke achterban zijn meestal fel tegen abortus, anderen hebben een genuanceerd standpunt. Echt opportunistisch wordt het als politici hun mening aanpassen aan de eisen van hun electoraat. Presidentskandidaten John McCain en Mitt Romney zijn nu veel stelliger in hun afkeuring van abortus dan pakweg tien jaar geleden. Rudolph Giuliani, een liberale New Yorker, is altijd voor het recht op abortus geweest. Dat zal hij niet kunnen veranderen zonder te boek te staan als een flip-flopper. Voor hem is het het verstandigst om gewoon aan zijn mening vast te houden en zich met andere onderwerpen te profileren.

Ondertusssen is het goed om in het achterhoofd te houden dat de VS van alle westerse landen het land is met het hoogste aantal ongewenste zwangerschappen, onwil om over seks te praten, én het land met het hoogste aantal abortussen. Zou er een verband zijn? Republikeinen en katholieke oude mannen in bisschopspaleizen denken van niet. Go figure.

De anti-abortus lobby is er de laatste jaren wel in geslaagd om het moeilijk te maken een abortus te ondergaan (dat wil zeggen, zoals vroeger, moeilijk voor mensen die niet het geld hebben om te reizen). In Texas hebben de Republikeinen de meeste abortusklinieken gedwongen te sluiten door absurde, ziekenhuisachtige eisen te stellen aan de faciliteiten. In bijna alle Republikeinse staten is abortus na twintig weken nu moeilijk of onmogelijk gemaakt. Dat zou allemaal relatief onbelangrijk zijn als voorbehoedsmiddelen geen issue waren. Maar sinds het Supreme Court het vorig jaar mogelijk maakte voor bedrijven die een geloofsovertuiging hebben (wat dat ook moge betekenen) om de financiering van voorbehoedsmiddelen onder Obamacare te verbieden, is ook dat weer een probleem.

Het zal niet een onderwerp zijn dat in de campagne ter sprake komt. Abortus is een onderwerp waarover weinig meningen meer veranderd kunnen worden. Voor Hillary kan het wel een onderwerp zijn dat meer vrouwen naar de stembus trekt. In die context zullen we erover horen, en wellicht als het gaat over de samenstelling van het Supreme Court en de invloed van de volgende president daarop, maar daar gaat het zelden over.