De ramp die Republikeinse Partij heet

Iets langere versie van het artikel dat op 29 september verscheen in De Groene

Journalisten worden geacht de balans te bewaren in politieke straatgevechten, in elk geval geen stelling te nemen. De Nederlandse correspondenten in de Verenigde Staten houden zich daar keurig aan. Mitt Romney krijgt evenveel aandacht als Obama, zowel Republikeinen als Democraten worden serieus genomen, de verkiezingen zullen spannend zijn – al was het maar omdat de journalisten daar baat bij hebben.

Fijn dat ze hun werk doen maar zoveel afstand kan ik niet bewaren. Sterker, ik laat alle pretentie van objectiviteit varen en verklaar zonder dralen: een Republikeinse overwinning op 6 november zou rampzalig zijn. Mocht Mitt Romney winnen dan betekent dat ook Republikeinse meerderheden in Senaat en Huis van Afgevaardigden. Daarmee zou alle macht in handen zijn van een partij die uitzonderlijk gevaarlijk is voor het welzijn van de Amerikaanse democratie en daarmee voor de wereld, de Republikeinse Partij.

Een boude stellingname? Het zou voldoende moeten zijn om te wijzen op de rokende puinhopen van acht jaar Bush en Cheney. Op het ontbreken van enig constructief Republikeins voorstel in de afgelopen vier jaar. Maar ik wil wel verder gaan. De Republikeinen zijn gevaarlijk omdat ze als ze aan de macht zijn ze de uitvoerende macht oprekken tot beangstigende proporties, de overheid misbruiken voor eigen gewin en steevast enorme tekorten scheppen. Als ze de macht niet hebben, maken de Republikeinen met een nihilistisch en destructieve benadering van president en overheid het regeren onmogelijk met als enig doel zelf weer aan de macht te komen.

Het is evident dat kleine Bush verantwoordelijk is voor de gigatekorten. Hij verkwanselde een begrotingsoverschot door belastingen te verlagen, twee grote oorlogen te voeren, het grootste bureaucratische gedrocht in Washington op te tuigen (Homeland Security: 240.000 ambtenaren and counting), bejaarden extra geld toe te stoppen en de financiële wereld ongecontroleerd te laten freewheelen waarna de burgers hun tentje moesten redden – kortom door veel uit te geven én bovendien nog de inkomsten te verlagen. Onder Bush voerde Amerika twee militaire oorlogen en één economische, en er was geen Republikein die de patriottische burger om een bijdrage vroeg.

Het was bewust beleid. Toen vice-president Dick Cheney, de cynicus-in-chief, zei ‘deficits don’t matter’ verwoordde hij een Republikeinse strategie: als wij regeren jagen we de tekorten en als de Democraten regeren maken we een evenwichtige begroting het belangrijkste onderwerp, schelden ze de huid vol en frustreren alle beleid. Cheney had er dertig jaar ervaring mee. Want dit is het Republikeinse recept: dwarsboom de overheid door hem zijn inkomsten te ontnemen. Starving the beast in de woorden van Grover Norquist, Washingtons meest invloedrijke antibelasting lobbyist. Hij is degene die Republikeinse politici de heilige eed afperst dat ze nooit en te nimmer belastingen zullen verhogen, al is het oorlog, crisis of wat dan ook, en 95 procent van de Republikeinse politici ging daar braaf mee akkoord.

Helaas, geheugens zijn kort en leugens zijn lang. Vier jaar na het Bush/Cheney-sloopteam lijkt het net alsof fiscale discipline Amerika’s grootste probleem is en alsof dat de schuld is van Obama. Persoonlijk had ik gehoopt dat Obama een serieus verhaal zou houden over nut en noodzaak van de overheid, maar misschien was hij even te druk met het redden van ondankbare bankiers, stelende hypotheekverschaffers, omvallende autobedrijven en het voorkomen van een depressie.

Dat excuus hebben de Republikeinen niet. Vier jaar lang pleegde de partij van Bush louter obstructie, met als hoogtepunt het riskeren van Amerika’s kredietwaardigheid in de opportunistische schuldenplafondcrisis in de zomer van 2011. Ook dat was bewust beleid met als enige doelstelling het beschadigen van Obama, een president die ze sowieso al vanaf de eerste dag hebben laten bekladden door birthers, racisten en theepartij zeloten. Veel Republikeinen, inclusief Romney zelf, oreren over het ‘onamerikaanse’ van Barack Obama, ‘die Amerikanen niet begrijpt’, een stelling met een onmiskenbaar racistische subtekst.

 

Hoe is het zo gekomen? Hoe zijn de Republikeinen van Eisenhower zo destructief geworden, zo nihilistisch, zo ingegraven in een anti-overheids en anti-belastingideologie? Richard Nixon en Watergate zijn hierin cruciale factoren. Nixon omdat hij in het cultureel verdeelde Amerika van de jaren zestig (over geloof, seks, ras, Vietnam) bewust polariseerde en groepen tegen elkaar opzette als verkiezingstechniek. We zijn er nooit meer vanaf gekomen.

Watergate maakte Nixons aftreden in 1974 onvermijdelijk maar het vergiftigde de Amerikaanse politiek. De Republikeinen hadden het gevoel dat ze genaaid waren, zeker toen de Democraten dat jaar grote overwinningen boekten in Huis en Senaat. Ze namen zich voor om wraak te nemen. In deze sfeer werden aanvallen op de persoon van de president normaal waardoor ook het ambt ondermijnd werd.

Jimmy Carter was het eerste slachtoffer. Carter had de pech dat hij regeerde in een periode van stagflatie, maar net als nu waren de Democraten van de fiscale discipline en de Republikeinen van het luchtfietsen. De door Carter benoemde Paul Volcker wrong als voorzitter van de Federal Reserve de mede door Nixon veroorzaakte inflatie uit het systeem, ten koste van een diepe recessie in een verkiezingsjaar.

Ronald Reagan versloeg hem in 1980 met de belofte van supply side economie en lagere belastingen maar feitelijk voerde hij Carters beleid uit. Dat leidde tot herstel in 1983, precies op tijd voor Reagans herverkiezing. Natuurlijk groeiden onder Reagan de overheidsuitgaven lekker door maar hij was nog wel zo verstandig en gematigd om vanaf 1982 belastingen te verhogen. Gemeten aan de ideologische standaarden van vandaag was Reagan een conservatief watje.

Significanter voor dit verhaal is het Iran-Contra schandaal in 1987, het leveren van wapens aan terroristen via een free lance operatie in het Witte Huis waarbij Reagan óf toestemming gaf óf genegeerd werd – u mag zelf beslissen wat erger is. De Republikeinen praatten het allemaal recht maar dat Reagan niet werd afgezet dankte hij aan de Democraten die zich realiseerden dat twee impeachments in vijftien jaar schadelijk zouden zijn voor het presidentschap en het publieke belang.

Dit soort van zelfbeheersing ontbrak toen de Republikeinen in 1998 Bill Clinton probeerden af te zetten. In de Monica Lewinsky affaire werden, afgezien van het gebrek aan discipline en de leugens van Bill Clinton, twee gerelateerde ontwikkelingen duidelijk. De eerste is dat Republikeinen geen terughoudendheid meer hebben in hun aanvallen op het ambt van president. Ze gaan politiek gezien over lijken ook als dat het staatshoofd in zijn verenigende rol ondermijnt, zij het dat ze dat alleen doen als er een Democraat zit. Het Republikeinse establishment liet een assortiment van malloten namens haar zijn gang gaan in het uitschelden van de president – enkel en alleen voor electoraal gewin.

De tweede ontwikkeling is dat de Republikeinen niet accepteren dat ze in de oppositie zitten. Ze zijn ideologisch nu zo diep verankerd dat ze het aan de regering komen van een politieke tegenstander zien als een gevaar dat elke vorm van verzet rechtvaardigt. Ze aanvaarden simpelweg niet dat iemand met andere ideeën of een andere culturele achtergrond dan de hunne het beste voor heeft met het land en zelfs succesvol beleid zou kunnen voeren, want elk ander beleid dan het hunne is onacceptabel. Deze houding sluit elke mogelijkheid tot compromissen uit en leidt in het Amerikaanse systeem tot dodelijke stilstand.

Natuurlijk is het legitiem om lage belastingen te willen, een kleine overheid, gecombineerd met weinig maatschappelijke voorzieningen. Gezien de rotte infrastructuur en de inkomens- en welzijnsverschillen lijkt me dat onverstandig maar als Amerikaanse kiezers dat wensen, dan heb ik daar natuurlijk vrede mee. Een land krijgt de regering die het verdient ook al wens je haar die niet toe.

Maar Paul Ryan, Romney’s rent-a-program kandidaat voor het vicepresidentschap, is meer dan een politicus met een extreem standpunt waarmee je het oneens kunt zijn. Paul Ryan is een Trojaans paard voor een kleine groep manipulerende rijken die het land hun keuzes opdringt onder de vlag van meer welvaart voor iedereen. Hun zogenaamde marktdenken gaat samen met totale ongebreideldheid, tot ze van de weg raken want dan melken ze de onnozele belastingbetalers uit. Belastingen omlaag, voorzieningen omlaag maar vooral niet voor de defensie-industrie en laten we ook de landbouw en oliesubsidies behouden, om niet te spreken over de lage belasting voor inkomen uit vermogen waardoor Romney minder betaalt dan de laagste inkomens. De doelstelling van de Republikeinse Partij is een overheid die hun belangen en ideologie dient. En het houdt niet op bij de grens: dit waren de politici die ons de Irak oorlog brachten en die nu staan te popelen om te investeren in een oorlog in Iran.

 

Het Republikeins nihilisme blijkt in de dagelijks praktijk. Natuurlijk mogen politici van mening veranderen. Zoals Keynes zei: wat doet u als de feiten veranderen? Het probleem met de Republikeinen is dat ze van mening veranderen als hun initiatieven worden overgenomen door de Democraten, waarna ze die bestrijden alsof het einde van de wereld nabij is.

Neem het individual health mandate, de verplichting voor burgers om zich te verzekeren die het hart is van Obamacare. Die dook voor het eerst op in 1989 in een beleidsdocument van de Heritage Foundation, een uiterst conservatieve denktank. Republikeinen kwamen met een wetsvoorstel op die basis. Helaas sloeg de regering Clinton in 1993 een andere weg in met een collectieve verzekering, zeg maar een ziekenfonds. De Republikeinen claimden toen een alternatief te hebben en ze hielden dat vol tot 2007. Als gouverneur voerde Mitt Romney het in Massachusetts in en was er machtig trots op.

Toen gebeurde iets opmerkelijks. Als president omarmde Obama de Republikeinse vorm van verzekeren via een individueel mandaat omdat hij, naïef misschien, dacht dat hij zo een brede steun voor zijn wetgeving kon krijgen. Opeens waren Republikeinen tegen. Individual mandate was in strijd met de grondwet, een schoffering van de individuele vrijheid van Amerikanen en ga zo maar door. Inmiddels is verzet tegen Obamacare een heilige graal van de Republikeinen geworden, ook al heeft het Supreme Court beslist dat het helemaal niet tegen de grondwet is. Alternatief beleid heeft de Republikeinse Partij niet, ze is alleen maar tegen Obama.

Er zijn meer voorbeelden. Vijftien jaar lang waren Republikeinen voor cap-and-trade om milieuvervuiling te beperken, een marktgerichte oplossing voor een serieus probleem. Sinds 2009 zijn ze mordicus tegen want Obama dreigde het uit te voeren. Hetzelfde verhaal voor het immigratiebeleid dat president Bush voorstelde in 2002. Dat is nu door Obama omarmd en wordt daarom afgewezen door de Republikeinen.

Deze ontwikkeling belooft weinig goeds voor mogelijke compromissen in de toekomst. De steeds partijdiger media schieten simpelweg alles af wat de andere partij voorstelt, maakt niet uit wat oorspronkelijke standpunten waren. Je bent voor of tegen, als het maar een ander standpunt is dan de andere partij. De Republikeinen doen dit meer dan de Democraten, aanzienlijk meer, vooral omdat ze het liefst de overheid torpederen, liever dan een probleem oplossen.

 

Ik heb niet de pretentie om hier een afgewogen, gebalanceerd oordeel te geven over wie wat fout doet in Amerika. Democraten zijn niet zonder fouten en kunnen mateloos irriteren maar ik houd de Republikeinen verantwoordelijk voor veel slechts in de Amerikaanse samenleving en zeker voor de destructieve obstructie in de politiek. Misschien denkt u dat ik overdrijf, maar luister naar de gerespecteerde oud nationale veiligheidsadviseur onder de oude Bush, de Republikein Brent Scowcroft. Hij adviseerde kleine Bush in 2002 om niet aan het Irak avontuur te beginnen. Zijn loon was een lastercampagne. Toen Obama in 2009 een interessant START verdrag met de Russen voorlegde aan de Senaat kon Scowcroft de dwarsheid van de meeste Republikeinen om de aantallen kernwapens te reduceren alleen maar verklaren uit politieke partijdigheid. ‘Ik moet wel denken dat het de toegenomen partijdigheid [is] en de wens om de president een buitenlandse politiek resultaat te onthouden’, zei Scowcroft.

Of neem senator Olympia Snowe van Maine, 28 jaar in Washington en een van de laatste gematigde Republikeinen. Ze vertrekt in januari. Ze kan niet meer tegen het onwerkbare klimaat. Zo zijn er wel meer denkende conservatieven die de ontwikkeling op zijn best zorgelijk vinden, op zijn slechtst rampzalig. Ze zijn niet welkom.

Deze Republikeinse Partij ziet politiek als een zero sum spel. Het is een veldslag tussen ‘het establishment en de hervormers’. De enige acceptabele conservatief is iemand die de gedachte alleen al verwerpt dat tweepartijen overeenstemming, coalitievorming en debat nodig is om de regering te laten functioneren. Volgens de ware conservatief was de schuldencrisis het gevolg van deal making. Echte patriotten zijn bereid ‘om de republiek te redden’ door business as usual’ te weigeren.

Bangmakerij hoort bij dit Republikeinse spel. Ze jagen angst aan voor het socialisme, communisme of fascisme, voor het einde der tijden, voor een ‘niet-Amerikaan’, voor Europeanen, voor mensen die Amerika niet ‘uitzonderlijk’ vinden. In hun visie is het land al bijna verloren. Dat conservatieven het al honderd keer fout voorspelden doet er niet toe. De New Deal leidde niet tot rampen maar tot de jaren vijftig waarnaar nu zoveel nostalgie is. Medicare leidde niet tot socialized medicin zoals Ronald Reagan in 1963 voorspelde maar tot een spectaculaire daling van de armoede onder ouderen. Milieuwetgeving veroorzaakte niet de ondergang van de Amerikaanse bedrijven. De invoering van inkomstenbelasting was niet het einde van de Amerikaanse vrijheid. Opheffing van de rassenscheiding maakte de zuidelijke samenleving niet kapot.

Denkende mensen zijn daar allemaal niet bang voor en niemand beschuldigt de leidinggevende Republikeinen van domheid of gebrek aan denken. Integendeel, ze zijn verdraaid slim. Er is maar één reden waarom ze dit soort nonsens uitkramen en waarom ze vier jaar lang gedaan hebben wat ze deden (of weigerden te doen) en dat is het doel bereiken dat senator McConnel en radioterrorist Rush Limbaugh zo duidelijk stelden: van Obama een één termijn president maken. Niets meer, niets minder. Het gaat niet om ideologie, het gaat niet om visie. Het gaat om macht.

 

De ervaring leert dat Republikeinen met macht slecht zijn voor de samenleving. Laten we daarom niet net doen alsof het een mooie politieke strijd is, een eerlijk gevecht over welke kant het op moet met Amerika. B.S., zouden Amerikanen zeggen, bullshit. Het is een veldslag tussen cynische belangenbehartigers en mensen die er een wat breder perspectief op na houden, geen engelen of naïeve do gooders maar mensen met een idee van civic society. Zo gezien is de keuze is eenvoudig.

Maar zult u zeggen, is de steun van minstens 45 procent van de kiezers niet een teken van hun kracht en van de steun die de Republikeinen breed ondervinden? Inderdaad stemt dat percentage vast op de Republikeinen. Weten ze wat ze doen? Ik wil de eenvoudige kiezer niet afkammen, maar wel weet ik dat Republikeinse politici en operators cynischer zijn dan hun Democratische collega’s. Republikeinen kennen geen grenzen, schamen zich nergens voor. Republikeinen zijn uitzonderlijk goed in het uitspelen van social issues als abortus, guns, geloof, homo’s en andere marginale maatschappelijke onderwerpen.

De meeste Republikeinse bobo’s interesseren zich daar helemaal niet voor maar veel diep gelovige kiezers laten zich ermee overhalen, ook al is de partij in de meeste andere opzichten niet de hunne. George W. Bush, Dick Cheney en Karl Rove gaven niets om die onderwerpen. Maar ze hadden er geen probleem mee om de onderwerpen op te blazen tot gigantische proporties om te winnen. De verkiezingen van 2004 werden beslist in Ohio en gingen over homohuwelijk. De karaktermoord op Vietnam veteraan John Kerry deed denken aan de spotjes die de oude Bush liet maken over een zwarte misdadiger, Willie Horton. Democraten zin geen engelen maar zover gaan ze zelden.

Je zou het soms niet zeggen maar de politici staan veel verder van elkaar af dan de kiezers. Anders gezegd, de ideologische polarisatie is een elitezaak en onder die elite is het centrum aanzienlijk naar rechts opgeschoven. Volgens de politicologen Jacob Hacker en Paul Pierson in hun Winner-Take-All Politics is dat niet het geval bij de kiezers. In een grote disconnect zijn de kiezers juist wat naar links opgeschoven, zegt Hacker. Op wie reageren die politici dan? Als ze niet de woordvoerders van de middenklasse zijn, namens wie spreken ze dan? Hacker en Pierson noemen het de ‘politics of organized combat’, politiek gaat niet meer over onderwerpen die de burgers of de samenleving aangaan, het gaat over organisaties en belangengroepen. De honderden miljoenen die nu de politiek in stromen en de dagelijks lobbypraktijken van de financiële instellingen zijn de tip van een ijsberg.

Natuurlijk zijn Democraten niet minder ongelukkig dan Republikeinen als ze verkiezingen verliezen. Het verschil is dat ze niet de samenleving kapot maken. Kijk naar de verkiezingen van 2000, de relatieve gelijkmoedigheid waarmee Democraten de interventie van een politiek gestoken Supreme Court accepteerden en het daarop volgende desastreuze presidentschap van kleine Bush. Het gebrek aan terughoudendheid van de Republikeinen tegenover Obama, ook hun president, steekt daar schril bij af.

 

Het kan natuurlijk zijn dat ik in de valkuil terecht kom van het toedelen van goede intenties aan de mensen met wie ik het eens ben, slechte aan mensen wier ideeën ik verwerp. Maar dan zeg ik: kijk naar de resultaten, de feiten. Kijk gewoon naar wat de Republikeinen doen en wat ze plan van zijn te doen, wat Paul Ryan wil en de leugens die hij gebruikt. De samenleving die deze Republikeinse zelfzuchtige elite construeert is er een van ommuurde eilandjes met rijke burgers drijvend in een zee van private en publieke armoede. Republikeinen ontnemen vrouwen hun recht om zelf over hun lichaam te beslissen, installeren opperste domheid in de scholen, benoemen rechters die onder een valse vlag van original intent de grondwet naar zich toe interpreteren, houden 45 miljoen Amerikanen onverzekerd en, last but not least, zullen aan de hand van Israël een nieuwe, nog desastreuzere oorlog in het Midden Oosten veroorzaken.

Republikeinse scherpslijpers hebben verkondigd dat de verkiezingen van 2012 de belangrijkste zijn in decennia. Ze hebben gelijk. Als ze winnen dan gaan ze Amerika ombouwen tot een onherkenbaar en onaantrekkelijk land met nog minder samenhang en nog minder maatschappelijke voorzieningen dan nu. Een Amerikaanse nachtmerrie.

Mag je concluderen dat een overwinning van de Republikeinen een ramp zou zijn voor Amerika en de wereld? Ja, dat mag je. De feiten spreken voor zich. Mag je hopen dat de partij van Cheney en Bush, van de tekorten en Irak, de partij van Nixon en van Irancontra, de partij van Paul Ryan en Rush Limbaugh niet wint op 6 november? Dat een Republikeinse overwinning het land bespaard blijft? Ik hoop het.