The good and the bad McCain

Er is ironie, of  zo u wilt, wrekende gerechtigheid, dat een van de redenen dat Trumpcare dood is te maken heeft met de afwezigheid van senator McCain, van wie we nu weten dat hij een hersentumor heeft. In 2010 was het Ted Kennedy die aan een hersentumor overleed waardoor de zestigste stem die de Democraten in de senaat nodig hadden voor Obamacare in eens was verdwenen. 

De Republikeinen volgden met Trumpcare een procedure die hen toestond om met slechts vijftig stemmen wetgeving erdoor te jassen (aangevend dat ze vanaf het begin geen Democraten erbij wilden betrekken) en de afwezigheid van McCain werd vorige week een probleem. Obamacare kwam er ook zonder Ted Kennedy, Trumpcare zal er niet komen.

McCain is een interessante vent, hoewel hij twintig jaar geleden een stuk interessanter was dan nu. In die jaren, toen hij in 2000 presidentskandidaat was, gold hij als  de ‘maverick’, een dwarsligger, dwarsdenker zo u wilt, die bereid was het establishment, ook dat van zijn eigen partij, op de korrel te nemen. Hij werd in 2000 door kleine Bush en de Cheney/Rove bende afgemaakt, onder meer door robocalls dat zijn aangenomen dochter, ik meen uit Bangla Desh, een buitenechtelijk zwart kind was.

In 2008 pakte McCain het anders aan. Hij probeerde de Republikeinse bloedgroepen te lijmen met conservatieve evangelische standpunten. Het leverde hem de nominatie op (maar net, want als Huckabee niet zo lang had doorgeakkerd, had Romney gewonnen), omdat hij ‘aan de beurt was’. Tijdens de campagne betoonde hij zich een oude man en dat was hij ook. De belangrijkste erfenis van die campagne was dat McCain ons opzadelde met Sarah Palin, de slechtste kandidaat voor een landelijk ambt ooit (inclusief Trump), ook al wist McCain dat ze niet geschikt was. Hij hield totale morele uitverkoop.

In de grote campagne verloor hij van Obama, onder meer omdat hij zich kleingeestig gedroeg. Hij vond die jonge upstart het ambt niet waardig, zeker niet vergeleken met hemzelf. Tijdens de economische crisis die in het najaar losbarstte, bleek McCain daar geen kaas van gegeten te hebben. Maar, ere wie ere toekomt, toen een supporter liep te roepen dat Obama een onbetrouwbare moslim was, riep hij die man tot de orde. Helaas was hij niet zo daadkrachtig toen de psycho en zijn eigen Republikeinse Partij het birther verhaal pushte. Evenmin stond hij met enige kracht op tegen de vulgaire, de democratie bedreigende campagne van Trump, laat staan diens treurige presidentschap.

Net als Ted Kennedy was McCain het beste als senator, al moeten we dat niet overdrijven. Met zijn havikmaatje Lyndsey Graham van South Carolina, wilde McCain overal in de wereld militair ingrijpen. Als het aan hem had gelegen was er al oorlog geweest met de Russen over Georgia, in 2008, en zeker over Oekraïne in 2014. Hij zou in Syrië Amerikaanse militairen hebben ingezet. Kortom, een havik van he meest agressieve soort. Hij was echter niet dom en roekeloos zoals de Bush/Cheney bende en had zijn twijfels over  de oorlog in Irak.

We zullen heel wat lofzangen op McCain horen, als een representant van de oude garde in de Senaat. Toen er Republikeinen waren die nog wilden samenwerken met Democraten. Dat is niet helemaal onjuist maar door zijn gemakzuchtig meebewegen met de immorele aspecten van zijn eigen partij, was McCain wel degelijk mede verantwoordelijk voor de verdergaande polarisatie. 

Hij had beter vorig jaar met pensioen kunnen gaan. Meestal blijken politieke carrières te lang te duren en verdwijnt een politicus als het moet, niet als hij zelf de keuze heeft. Maar McCain zal geloofd en geprezen worden, deels terecht, deels onterecht. En als u denkt dat het hier een grafschrift betreft, ja, ik zie hem niet meer terugkomen.