De ware wildernis

De ware wildernis

Reisverslag trip van Anchorage naar Anchorage, langs Denali National Park

Geen staat heeft meer nationale parken dan Alaska. Veel ervan zijn moeilijk te bereiken en vaak alleen te voet te exploreren. Maar vanuit Anchorage kunt u een mooie tocht maken waarin een van de meest populaire kampen wordt aangedaan en een goede indruk kan worden gekregen van wat de staat te bieden heeft aan natuurschoon. En dat is nogal wat.

Joe Horne

In Glacier National Park of Yellowstone had ik nog niet eens bereshit gezien, laat staan een echte grizzly. Maar nu was ik in Denali National Park en daar was ze, een berin van bijna driehonderd kilo met haar twee welpen, zo dichtbij dat ik haar kon horen brommen en snuiven terwijl ze bosbessen in haar muil stopte met klauwen zo groot als de honkbalhandschoenen. Net als je eerste blik op een gigantische redwood-boom of je eerste Afrikaanse zonsondergang, was deze eerste ontmoeting met een volgroeide grizzly in het wild ongelooflijk imponerend.

Dat maakt Alaska zo aantrekkelijk: als het op natuurwonderen aankomt, heeft de negenenveertigste staat zijn gelijke niet. Texanen pochen dat hun staat het grootste en beste van alles heeft, en dat is misschien ook wel zo – als je het hebt over sterke verhalen of cowboyhoeden. Maar als het aankomt op het beste van Moeder Natuur – bergen, gletsjers, fjorden, rivieren, wilde dieren en wijdse-wijdse-ruimte – dan heeft Alaske het alleenrecht op opschepperij. Waar anders kun je je auto stilzetten en vanaf hetzelfde punt grizzlies, wolven, kariboes en elanden gadeslaan, of een zalm van 25 kilo aan de haak slaan? Alleen hier kun je het noorderlicht zien of je verbeelding de vrije loop laten bij het zicht op Amerika’s hoogste piek, de ruim 6.000 meter hoge Mount McKinley, die spectaculairder is dan de Everest vanwege de grotere steilheid.

Neem de volgende superlatieven: Alaska heeft zeventien van de twintig hoogste pieken van het land. U vindt er 75.000 km2 ijsveld en vijfduizend gletsjers Р̩̩n groter dan de staat Rhode Island. Alaska is met zijn 1,5 miljoen km2 even groot als een vijfde van lower 48. Minder dan ̩̩n procent van dit land is ontgonnen en er wonen maar 545.000 mensen, voor de helft in Anchorage. Dit mag een groot land zijn maar er lopen maar 6.700 kilometer verharde weg, minder dan in Vermont. Wie houdt van eenzaamheid, zal het hier geweldig vinden. Er is een uitgebreid netwerk van goede maar onverharde wegen voor hen die in de wildernis willen ronddwalen.

Alaska is een barre staat, bevolkt met een overvloed aan kleurrijke figuren die zo van de pagina’s van Robert Service’s onsterfelijke Yukon poëzie zijn gestapt. Betreedt elk willekeurig café of restaurantje met een stel elandengeweien boven de deur, en je treft een moderne incarnatie van Dangerous Dan McGrew, Gum-Boot Ben, One-Eyed Mike, Blasphemous Bill, Pious Pete of Hard Luck Henry. Alleen in Alaska kun je herinneringen ophalen met goudzoekers, over slede-honden praten met menners en een boom opzetten met Eskimo’s. De plaatselijke bevolking eet nog steeds muktuk en draagt mukluks, en alleen cheechakos (vreemdelingen, dat bent u dus) weten niet het verschil tussen walvisvet en laarzen van zeehondenvel. (Ik probeerde muktuk. Het is…wat zal ik zeggen, interessant, zo ongeveer als het eten van een klont plakkerig niervet).

Het kleine netwerk van highways geeft de reiziger betrekkelijk weinig keus, en onze rondrit van ruwweg 1.330 kilometer, inclusief een zijsprong naar het Kenai-schiereiland, biedt een mooie introductie tot het binnenland van Alaska. De rit voert door enkele van de mooiste landschappen van de staat en bevat ook een spectaculaire veertocht door de Prince William Sound.

Deze rondreis vormt een schitterende afronding voor hen die de populaire eilanden-cruise maken vanuit Washington State of Vancouver, naar Anchorage. Hij biedt ook een goede introductie tot de negenenveertigste staat, zeker als u maar een week de tijd hebt. Zelfs tijdens een relatief kort zomerverblijf dient u echter goed voorbereid te zijn op alle weersoorten. Gedurende de juni-september-piek in het toeristenseizoen, kan het nogal wisselvallige klimaat in zuidelijk Alaska zorgen voor dagen met graad of twintig, koele nachten en stevige regenbuien. Reizigers kunnen het beste maar alles meebrengen, van korte broek tot trui en regenkleding.

De meeste reizen door Alaska beginnen in Anchorage, een stad die die oprees uit het puin van de zware aardbeving op Goede Vrijdag in 1964. Het gemiddeld motel hier minstens $100. Wij overnachten in het centrum aan het eind van elke reis, eerst in het Holiday Inn voor $130 en later in de Days Inn $110. Beide hotels waren verlopen, met dito eten en service. Het alternatief: Alaska is goed voorzien van bed-and-breakfast voorzieningen, zowel in de steden als langs de afgelegen wegen, en men kan van te voren boeken.

Sleehondenrace

De ochtend na onze late aankomst, maakten we voor het ontbijt een wandelingetje over Fourth Avenue in het centrum. Alaska was anders, dat bleek meteen. Deze straat had een kleurenpracht aan bloemen die je eigenlijk in Zuid Californië verwachtte en dat hadden we, zover naar het noorden, niet verwacht. Lantarenpalen waren opgesierd met hangmanden vol lobelia’s en goudsbloemen. De bloembedden bevatten palmkolen zo groot als basketballen, een van de bijeffecten van de meer dan zestien uur daglicht in de zomers van Alaska.

In Blondie’s Caf´´© op de hoek van Fourth Avenue en D Street kozen we direct voor de plaatselijke kost – zuurdesem pannenkoeken en rendier-worstjes met twee eieren – en hingen wat rond om de vezameling Alaskaanse prullen te bestuderen. De veelbezongen 1.760 kilometer lange sledehondenrace van Anchorage naar Nome begint elk jaar voor Blondie’s; foto’s en race herinneringen, inclusief de slee van de starter, hangen aan de muur. Zwart-wit foto’s roepen het Alaska uit het begin van de eeuw op: kolonisten met dikke bontjassen en druipsnorren en in geen velden of wegen een vrouw te bekennen.

De paar uur in het vrij-toegankelijke Public Lands Information Center in het overheidsgebouw pal naast Blondie’s waren goedbesteed. Het center is een schatkamer aan informatie voor de reiziger: tentoonstellingen over wilde dieren, topografische kaarten, geschiedenis, indianencultuur, parken, trekkerspaden, een telefonische hot-line voor vissers. Eén onderdeel in het bijzonder trok mijn aandacht: dat gewijd aan veilig rijden. Naast de voor de hand liggende basisvoorwaarden als een reservewiel, een jas en flitslicht, wordt lange-afstandrijders aangeraden voedsel, water, een slaapzak en een sleepkabel mee te nemen. De wegen van Alaska zijn over het algemeen goed, maar de wildernis, het weer en het terrein kunnen gevaarlijk zijn bij onervarenheid.

Tussen de middag zette ik mij op een heuveltje tegenover het overheidsgebouw voor de dagelijkse downtown frontier shootout‘. Ik ben een van die gekken die kickt op goedkope Wild-West-effecten. Helaas was de versie in Anchorage redelijk tam. Een knappe cowboy met witte hoed die het opneemt voor de hoertjes van de danszaal en een morsige bergbewoner met een gemene mond neerschiet. Het duurde niet meer dan twee minuten, weinig meer dan Slam, bang, howdy ma’am.’

De charme van modderstraten

De volgende dag begonnen we aan de vier uur durende tocht naar Denali Park over de Highways 1 en 3. We stopten in Talkeetna voor de lunch. Deze pleisterplaats voor de mijnwerkers en trappers uit het begin van de eeuw was de inspiratie voor de televisie-serie Northern Exposure en koestert zijn charme van modderstraten, houten hutten en planken huizen. Vandaag de dag is het de plaats om je voor te bereiden op beklimmingen van Mount McKinley. Elke zomer wagen zo’n duizend klimmers de moeilijke trek, waarvan maar de helft de top haalt, vooral door de snelle veranderingen van extreem weer. McKinley is niet voor amateurs: op de berg liggen nog 42 niet geborgen lichamen.

Als het een heldere dag is, kunt u in Talkeetna een rondvlucht boeken. Afhankelijk van de tijdsduur kost deze vlucht u tussen de $75 en $125. Check voordat u een kaartje koopt wel even de plaatselijke weersvoorspellingen of zorg dat u zeker weet dat het zicht helder of op zijn slechts deels bewolkt is. In de vier maanden van juni tot september registreren de parkwachters van Denali gemiddeld zeven onbewolkte en vijftig zonnig tot lichtbewolkte dagen rond de berg.

Bij de ingang van het park boekten we de McKinley Chalet Resort. De comfortable slaapkamer annex zitkamer in blokhut stijl kost $150 per nacht, maar dat is een koopje in vergelijking met onze pijpelaatjes in Anchorage. De McKinley is een typisch voorbeeld van de keuken van franchise hotels in de nationale parken: pretentieuze eetzalen en menu’s die onveranderlijk meer ambitie hebben dan de keukenstaf talent heeft. De volgende avond aten we heel wat beter in het Stake and Salmon Bake Restaurant, een rustiek zelfbedieningsrestaurant aan de overkant van de weg. We deelden Alaskaans Amberbier en maakten lol met de plaatselijke bevolking en schransden van gegrilde zalm die Neptunus zelf zijn vingers zou doen aflikken.

In tegenstelling tot de andere, autovriendelijke top-parken van Amerika is Denali een wilderness preserve. Eén enkele 150 kilometer lange weg doorsnijdt het oostelijke deel van het park, en auto’s van particulieren mogen alleen de eerste 23 verharde kilometers gebruiken. Om de rest van de grindweg af te leggen – noodzakelijk voor een goed zicht op Mount McKinley en de beste plekken om wilde dieren te zien – moeten bezoekers de pendelbussen gebruiken die elk half uur vertrekken vanaf het hoofdkwartier van het park, vlak bij de ingang. U heeft reserveringen nodig die tot twee dagen tevoren gemaakt kunnen worden, en de prijs van de bus is inbegrepen in de toegangsprijs tot het park. In plaats van de in totaal elf uur durende rit naar het eindpunt bij Wonder Lake, kunt u ook de kortere acht uur durende excursie naar het Eielson Visitor Center proberen. Deze rit voert door het mooiste stukken en de beste plekken voor dieren, en slaat minder interessante delen van het park over.

Tot onze verrassing hadden we de mooiste ontmoeting met wilde dieren in Denali pal naast de verharde openbare weg, zo’n twintig kilometer voorbij de ingang. Op de middag dat we aankwamen, had een wolf een kariboe neergehaald op een grindbank middenin de Savage rivier. Een parkwachter vertelde ons dat we net een half uur te laat waren. Maar we bleven de ontwikkelingen te volgen. Een grizzly deed zich te goed aan het kadaver, terwijl de van zijn prooi verdreven wolf troosteloos op veilige afstand wachtte. Toen de behaarde bullebak even uitrustte van zijn feestmaal, moest de wolf zich ook nog eens meten met een troep vossen en een groep raven die brutaal aan de prooi knabbelden zodra de wolf zich even omdraaide.

Vanuit Denali gaan de meeste bezoekers door naar het noorden, naar Fairbanks. Maar de tweede stad van Alaska heeft niet veel te bieden en het landschap – na de pracht van Denali – is niet bijzonder. Daarom reden we vijftig kilometer terug over de George Parks Highway en namen we in Cantwell de Denali Highway naar het oosten, die uitkomt op de Richardson Highway bij Paxton. Het grootste deel van de 215 kilometer gaat over grint, maar het wegdek is goed genoeg om een gemiddelde snelheid van 55 tot 65 kilometer per uur te halen, en landschap rechtvaardigt een langzame, luidruchtige rit.

Spaarzame, in hun groei geremde evergreens van een taiga-bos maakten plaats voor een toendra die glinsterde van de honderden vennen en de met bevernesten bezaaide meren. Het uitzicht werd op de voorgrond bepaald door robijnrode wilgeroos en in de verte door met sneeuw bedekte bergen en gletsjers. Ongeveer halverwege stopten we om langs de weg bosbessen te plukken. Als lunch in de eenvoudige Maclaren River Lodge kregen we zelfgemaakte runder stew en chili met maisbrood. Als toetje bedekten we onze versgeplukte bessen met vanille-ijs.

We bereikten de Richardson Highway laat in de middag, en bediscussieerden of we in de vlakbij gelegen eenvoudige Paxson Lodge zouden nemen maar kozen uiteindelijk voor de Summit Lake Lodge, veertig kilometer naar het noorden. Dat bleek zeer onverstandig. De zestig jaar oude, gerestaureerde herberg aan het meer ligt prachtig maar heeft een waardeloze bediening. De receptionisten en kelners waren kortaf en onattent. Ondanks een met zalm, vlagzalm en forel gevuld meer, bood het dure menu alleen diepvriesvis. Het enige aan te bevelen aspect van het eten hier was het uitzicht op de nabij gelegen Gulkana gletsjer.

Exxon Valdez

We waren van plan geweest om direct door te rijden over de Richardson Highway naar Valdez, het eindpunt van de trans-Alaska oliepijpleiding, maar er waren te veel interessante dingen te zien. In Gakona Junction stopten we bij het grote wegrestaurant van Alan LeMaster voor de lunch, en bleven we lange tijd hangen, vermaakt door zijn varkens, Beethoven en Pickles. Ter hoogte van mijlpaal 82 (langs alle belangrijke wegen staan afstandsborden), kochten we oorbellen met bont en veertjes, plaatselijke kruidenthee en uniek rood-wit Alaskaans aardewerk bij Ruthe Rasmussen’s Quilts ’n Things. Na een achtbaan-achtige rit over de spectaculaire Thompson Pass parkeerden we en waagden ons te voet bovenop de Worthington Glacier, die vanuit de bergen rolt tot zowat in de berm van de snelweg.

Valdez heeft behoorlijk wat gelegenheden om te eten en drinken, maar ik wilde maar naar ̩̩n plek toe Рde nu beroemde Pipeline Club. Het was hier dat kapitein Jospeh Hazelwood van de Exxon Valdez zijn alcohol consumeerde voordat hij zijn tanker op Bligh Reef parkeerde, waardoor meer dan 42 miljoen liter ruwe North Slope olie in de Prince William Sound terecht kwam. Nadat we kamers hadden genomen in de Village Inn, wandelden we richting Pipeline. Het is een okay-restaurant, met een verrassende wijnlijst (een prima Washington State Hogue Cellars fum̩ blanc voor de spotprijs van $13). Tijdens het wachten ontdekten we dank zij de place-mat een aantal feiten over de naamgever van het restaurant. De pijpleiding is 1200 kilometer lang, doorsnijdt drie bergketens en werd in twee jaar door 22.000 arbeiders voltooid. De stranden die zwart zagen na de Exxon Valdez, zijn nu schoongemaakt en er is geen zichtbaar spoor meer van de olie.

De volgende ochtend om zeven uur gingen we aan boord van de MV Bartlett, een Alaska Marina Highway veerboot, voor een zeven uur durende tocht door de Prince William Sound naar Whittier op de oostkust van het Kenai schiereiland. Over de snelweg kunt U sneller terug naar Anchorage, maar dan mist u dit hoogtepunt van zicht op de kust van Alaska. De veerboot maakt op zijn gemak een omweg naar de Columbia gletsjer, die zo’n zeventig kilometer door de bergen schuift en die gigantische klompen ijs in de baai deponeert.

Enigzins benauwd zagen we hoe de kapitein het schip stapvoets door het ijsveld heen stuurde. Duizenden ijsbergen, in alle maten, dreven in het water. De meesten hadden een prachtige en verrassende bleekblauwe kleur. IJs absorbeert alle kleuren van het spectrum behalve blauw, dat teruggekaatst wordt en ze een aquamarijn aanzien geeft.

Er zijn geen snelwegen naar Whittier, en van het schip reden we op de aansluitende pendeltrein van de Alaska Railroad. Ik vond de rit onverwacht interessant, maar wie claustrofobisch is aangelegd moet gewaarschuwd zijn. We zaten in onze, bovenop een platte wagon geparkeerde auto toen de locomotief puffend Whittier uitreed. Een paar minuten later reden we een tunnel binnen. Bijna een half uur lang denderden we dwars door de bergen in totale duisternis. Uiteindelijk schoten we weer in het zonlicht tevoorschijn en rolden we naar een halte naast Highway 1 bij het bezoekerscentrum van één van Alaska’s publiekstrekkers: de Portage Glaicer. Van hieruit zijn er twee mogelijkheden: noordwaarts richting Anchorage en naar huis, of een 145 kilometer lang uitstapje naar het zuidelijk gelegen Sterling, waar de Kenai River wemelt van de zalm. Driemaal raden waar wij heen gingen.

Extra informatie

Vissen in de Kenai rivier

Ik ving mijn eerste vis toen ik zeven was. Het was een stekelbaarsje van ongeveer een ons, dat ik uit het plaatselijke kanaal sleurde met behulp van een bamboe-hengel, vier meter versleten lijn, een veiligheidsspeld en een beetje mufgeworden cheddar kaas. Ik ben verslingerd geraakt aan het vissen en ik beschouw mezelf als een enthousiaste en ervaren hengelaar. Mijn vrouw daarentegen had vóór onze reis naar Alaska nog nooit gevist en zag nog niet het verschil tussen levend aas en kunstaas. Hoe is het dan mogelijk dat zij aan de lopende band zilveren zalmen uit het water haalde, terwijl ik was gedegradeerd tot schepnet-hulpje? Zij had haar limiet van drie vissen per dag binnen een paar uur bereikt – een magnifieke mannetje van bijna dertien pond, dat ons twintig slopende minuten bezighield voor hij op het droge lag, en twee vrouwtjes, tjokvol kuit, van negen pond elk.

We waren vanuit het Portage Glacier Visitor Center naar Sterling in het zuiden gegaan, naar de Fish On Inn aan de Kenai rivier. Het is een rustige vriendelijke herberg, gerund door Jo en Ray Geerin, die dolgraag nieuwkomers inwijden in de wonderen van het zalmvissen. Zelfs als je niets vangt, zal Jo je naar huis sturen met een voorraadje ingevroren of ingeblikte zalm.

We waren van plan om maar één nacht bij de Geerins te blijven en de volgende dag te gaan vissen, voor ons vertrek naar Anchorage. We bleven drie nachten. De inn voorziet u van alle benodigdheden, inclusief kaarten met de beste stekken en boten om de beste plekjes te bereiken. Ze hebben geen gidsvergunning, maar Jo en Ray namen ons de eerste dag mee om ons de rivier te laten zien en tips te geven, wat ze graag doen bij alle nieuwkomers.

We verlieten het haventje voor zonsopgang en voeren stroomopwaarts naar Thompsons Hole. De Kenai, een rivier van gletsjer-smeltwater, stroomt snel en koud uit de Chugach bergen en we moesten goed uitkijken voor drijvende boomstammen of de rivier overzwemmende elanden. Bij het ochtendgloren ankerden we in een wijde bocht aan de rand van de hoofdstroom en begonnen we kleine rode bewegende kunstaas-visjes uit te zetten in het ondiepe groen-grijze water.

Stoom sloeg van het oppervlak toen een verwarmende zonsopkomst de rivier verlichtte tegen een achtergrond van met sneeuw bedekte bergen. De zalm, die vanuit de oceaan stroomopwaarts trekt om kuit te schieten, begon al snel te springen. Je zou zo denken dat ze het voor de lol deden, maar volgens Ray probeerden ze de aan hun flanken klevende zeeluizen af te schudden.

Ojee, ik denk dat ik er één heb’, mompelde mijn vrouw toen haar lijn zich plotseling afwikkelde, de haspel begon te janken en de top van haar hengel op en neer sloeg. Houd je lijn strak en zet de rem erop’, riep ik, maar het leek wel of ik Chinees schreeuwde: ze begreep er niets van. Plotseling schoot er een zilveren raket uit het water, draaide en tuimelde in de lucht in een vergeefse poging om de haak uit te spugen, en plonsde weer neer. Twintig minuten later, na een uitputtende en lachwekkende worsteling, trok ze een dertien pond wegende zalm in de boot. Het was het begin van onze drie dagen durende hengel-extravaganza, waarin de nieuwkoomster elke dag haar limiet ving en de jaloers expert’ er vier in de boot kreeg.

Jo en Ray toonden ons hoe je de vis schoonmaakt en vilt tot moten of fillets. Ze hielpen ons ook met het marineren en het boven elzeboom-snippers roken van de fillets in een electrische rookmachine. We hielden rond de 70 pond gerookte en ingevroren zalm over, verpakt in een overal in Alaska verkrijgbare wegwerpdoos voor vis die je gemakkelijk als bagage in het vliegtuig mee kunt nemen. Uiteindelijk kreeg ik aardig genoeg van al dat zalm-eten, maar al veel eerder van de verhalen van Zij-die-het-meeste-ving.

Reisinformatie

Informatie over Alaska kunt u in Nederland verkrijgen bij Alaska Promotions,

Onderdak in Anchorage (en Alaska in het algemeen) is niet goedkoop.

McKinley Chalet Resort, vlak bij de ingang van Denali National Park, tel. (907)683-2215.

Mount McKinley is het middelpuntvan Denali National Park and Preserve. Denali is het meest populair van de parken in Alaska, deels vanwege McKinley en deels vanwege de fauna. De berg schept zijn eigen weer en de kans om hem tegen een onbewolkte hemel te zien schitteren, is klein. De bezoeker kan er echter zeker van zijn dat hij grizzlies, Dall schapen, elanden en cariboe zal zien.

De bussen rijden de gehele dag vanuit Riley Creek Visitor Access Center. Neem wel eten, drinken en warme kleding mee. De zes kampeerplaatsen die per auto bereikbaar zijn, lopen ’s zomers al vroeg vol. In het seizoen zijn reserveringen voor hotel, kampeerplaatsen en de bussen aan te raden.

Algemene informatie en reserveringen:

Denali National Park and Preserve, PO Box 9, Denali Park, AK 99755, tel. (907)683-2294.