Pechtold heeft D66 niet gered. Het is nog steeds de jo-jo partij die Van Mierlo maakte.

Trouwe lezers zal het niet verbazen dat ik Alexander Pechtold met genoegen zie verdwijnen.

Daar zijn meerdere redenen voor, de belangrijkste is dat hij toen hij de kans had D66 niet omvormde tot een partij met een beginselprogramma en een herkenbaar gezicht. Er was ruimte voor liberale partij, ruimte die de belangenbehartigerspartij, de VVD, had laten vallen. Zij noemen zich nog steeds liberaal – een gotspe. En vraag iemand op straat waar D66 voor staat en je krijgt een zoekende blik.

Als kamerlid gaf Pechtold onverwachte energie aan de kleine fractie (met twee andere kamerleden die niet tot zijn kliek behoorden: Fatma Koser Kaya en Boris van den Ham)., die overigens enkel drie leden had omdat Turkse kiezers op Koser Kaya stemden. Hij wist hen weg te werken en de partij te hervormen tot hulptroepen voor de Pechtold Partij. Pechtolds veel te lange gekift met de haatzaaier diende geen enkel doel meer en gaf Wilders enkel onverdiende aandacht.

De Pechtold Partij redde Rutte zowel in Kunduz (het uitzenden van troepen naar Afghanistan) als in het voorjaarsakkoord – toen Rutte (toen al) in zijn hemd stond omdat zijn goede vriend de haatzaaier hem had verneukt. Pechtold hielp Rutte – ‘nam zijn verantwoordelijkheid’, noemde hij dat – zonder discussie in de partij (gold ook voor Kunduz).  Dat Pechtold niet eerder kon regeren en niet zelf minister kon worden (om zijn mislukte eerste ministerschap goed te maken) had hij aan zichzelf te wijten.

Door zijn dominantie en rupsje-nooit-genoeg houding over publiciteit, kon de afgelopen vijftien jaar niemand anders zich profileren in D66. De loopjongensbrigade die nu klaar staat in de fractie zal jaren nodig hebben om zich uit te kristalliseren. Kaag en Ollengron zijn geen geschikte kandidaten, laten we dat voorop stellen.

Parallel hierin loopt de gebrekkige democratie binnen D66. Het partijbestuur stuurde vorige week nog de dividendmotie bij. Congressen worden al sinds jaar en dag gemanipuleerd, te beginnen met het eerste congres na de verkiezingsnederlaag in 2006 dat uitgesteld werd totdat Pechtold en zijn Van Mierlo adepten de zaak onder controle hadden. Full disclosure: mijn eigen poging om die richting bij te sturen en een meer open partij te krijgen mislukte (ik had mij kandidaat gesteld als voorzitter – kansloos in het gemanipuleer van toen, en misschien wel sowieso kansloos).

Er zal komende week veel worden georeerd over Pechtold die D66 redde na 2006. Volgens mij is dat onzin. D66 is nog steeds een volatiele club van mensen die het goed voor elkaar hebben voor mensen die het goed voor elkaar hebben. Ze zullen de samenwerking met de man die ze zelf groot maakten – Marc Rutte – niet goed verteren en door gebrek aan coherentie, boodschap en interne discussiekracht weer wegzinken tot de plek waar ze toen zaten. Pechtold was een van Mierlo aanbidder. Net als zijn voorman heeft hij een ballon opgeblazen die nu zal leeglopen.