1941

Hoewel de Japanse vloot al een paar dagen ‘kwijt' was en de situatie dreigend, was de aanval op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor een complete verrassing. De Japanse vliegtuigen kwamen in twee golven. De eerste bereikte Hawaii om 7.53 in de ochtend, de tweede om 8.55. Om één uur die middag waren de Japanse vliegdekschepen op weg terug naar huis.

Op Hawaii was de Amerikaanse Pacific Fleet zwaar gehavend. Acht slagschepen waren vernietigd of beschadigd, 188 vliegtuigen waren vernietigd en ruim 2400 Amerikanen hadden dood gevonden. Marinier Eerste Klasse James Evans stond te wachten tot een truck hem naar zijn wachtpost kwam brengen toen elf Zero's van de eerste aanvalsgolf kwamen aanvliegen.


“Plotseling rende iemand de barakken binnen en schreeuwde: ‘We worden aangevallen door de Japanners!' De paniek sloeg toe. We grepen haastig naar onze geweren; maar waar haalden we munitie vandaan? De wapenkamer was afgesloten en het kostte een paar minuten om de bevoorradingssergeant te vinden en hem te overreden munitie te verstrekken zonder dat hij daartoe de juiste machtiging had gekregen.

Een paar van ons namen een watergekoeld machinegeweer mee naar het tweede dek [de tweede verdieping] van de kazerne; we waren van plan het geweer op het dak te zetten, omdat we dan een vrij schootsveld zouden hebben ten opzichte van de toestellen die in zijdelingse vlucht rondom de kazerne scheerden. Een van de maten duwde mij de ladder op die naar het dak voerde; toen ik het luik opende en mijn hoofd erdoor stak, kwam een Japans vliegtuig zo dichtbij langs dat ik de vlieger z'n tanden zag terwijl hij naar me grijnsde. Dat vergeet ik nooit. We hadden oogcontact.

Toen het tot me doordrong dat er alleen maar oefenmunitie was voor het machinegeweer, laadde ik mijn eigen geweer en zette me schrap op de ladder, met mijn ellebogen op het dak. Ik vuurde vijf salvo's af. Vanaf mijn hoge plek op het dak zag ik goed wat er bij de hangars en het talud voor de watervliegtuigen gebeurde – Japanse Zero's beschoten de PBY's die in de baai gemeerd lagen of die zich op het talud bevonden. Ik kon de lichtspoorkogels zien, die niet alleen door de vliegtuigen werden afgeschoten, maar ook vanaf de grond, aangezien het marinepersoneel inmiddels terugvuurde. Daar beneden leek alles in brand te staan.

Ik verliet mijn post op de ladder zodra ik besefte dat ik met een geweer toch geen vliegtuig zou raken dat met een snelheid van enkele honderden kilometers per uur voorbijvloog. Ik ging naar beneden naar het tweede dek en voegde me bij de rest van de mariniers die uit de ramen naar de vliegtuigen stonden te schieten; we hadden een goed schootsveld naar de toestellen die zijdelings vliegend langs de rij kazernegebouwen kwamen, nadat zij het talud van de watervliegtuigen en het terrein van de hangars onder vuur hadden genomen.”

Assistent-monteur eerste klas George Phramer bevond zich aan boord van het slagschip Arizona .

“Ik moest – voor op het schip – een 5-inch kanon bedienen. Daar we dan, zonder munitie, terwijl de Japanners ons met hun bommen bestookten. Hadden we een heel jaar lang getraind en geoefend, en toen het erop aankwam, hadden we geen munitie. Hoe ongelukkig dat misschien ook was, ik heb er wel mijn leven aan te danken. Want de stukscommandant wees mij aan en zei: ‘Jij gaat naar achteren en brengt vanuit het magazijn munitie hierheen.'

Ik was net begonnen met het laden van 90-ponds granaten in de lift, toen er een oorverdovende klap weerklonk en het hele schip schokte. Het was het voorste magazijn. Vijftig ton kruit explodeerde met een enorme vuurbal en het hele voorste deel van het schip klapte uit elkaar. Luttele ogenblikken daarvoor had ik samen met de stuksbemanning op een paar meter afstand van de explosiehaard gestaan.

De lichten gingen uit en het was pikkedonker; een dikke, bijtende rook vulde het magazijn en de metalen wanden begonnen heet te worden. Op de een of andere manier lukte het ons om het luik open te krijgen en de ladder op te klauteren. Ik werd misselijk van de stank van verbrand vlees die ik zelf bleek te verspreiden terwijl ik de gloeiend hete ladder beklom. Het was afschuwelijk om door die verstikkende rook heen te moeten. Ik voelde weldra mijn krachten afnemen en werd licht in mijn hoofd. Ik besefte dat ik de strijd om het leven begon te verliezen. Op dat moment keek ik omhoog en zag een klein lichtpunt door de rook heen. Dat gaf me de kracht om door te gaan. Het leek een eeuwigheid te duren voordat ik naar adem snakkend en kokhalzend het dek bereikte. Ik moest er even bij gaan liggen. De warme lucht van Hawaii vulde mijn longen en maakte mijn hoofd weer helder. Ik wierp een blik op het voorste gedeelte van het schip en zag daar enkel een reusachtige muur van vlammen en rook.

Achter me lag een matroos dood op het dek, zijn lichaam in tweeën gespleten. Ik begon te beseffen dat er overal doden om me heen lagen. Sommige kerels stonden in brand terwijl ze doelloos rond strompelden. Het was duidelijk dat het schip reddeloos verloren was. Ik ging naar de reling van het schip, dat inmiddels snel zonk, en sprong er aan de achterkant vanaf. De kust van Ford [het eiland in de basis] was dichtbij. Rondom het schip dreef brandende olie, maar bij het achterschip was er nog een uitweg.”

George Phraner overleefde de ontploffing van de Arizona , 1175 anderen waren niet zo gelukkig. Het slagschip, nog steeds onder water, is nu het hart van het Pearl Harbor oorlogsmonument.

Twee dagen later vroeg en kreeg president Roosevelt een formele oorlogsverklaring aan het congres. Daarmee kwam een einde aan de onwil van de Amerikaanse bevolking om zich te bemoeien met de oorlog in Europa – omdat Nazi Duitsland volgens afspraak met Japan ook de Verenigde Staten de oorlog verklaarde, was de teerling geworpen.

Hoewel de aanval grote schade aanrichtte bleven de vliegdekschepen, onderzeeërs en de faciliteiten om olie op te slaan onbeschadigd. Op die basis konden de Verenigde Staten snel de Pacific Fleet herstellen en in juni 1942 de Japanners bij Midway verslaan.

Bron

Ooggetuigenverslagen opgenomen in o.a. Pearl Harbor. Dag der schande. Door Dan van der Vat. Bataafsche Leeuw. 2001.