1940

De Amerikaanse animo om mee te doen aan de Tweede Wereldoorlog was gering. Er bestond een sterke stroming van isolationisten, zelfs onder progressieven die normaliter president Roosevelt steunden. Roosevelt wilde ook niet direct de oorlog in stappen maar wel Engeland helpen om de aanval van Duitsland te weerstaan. Bovendien moest hij steun verwerven om de Amerikaanse militaire inspanningen te vergroten die op dat moment minimaal waren.


Met zijn herverkiezing uit de weg, zond hij op 29 december 1940 de volgende radio toespraak uit (zijn praatjes stonden bekend als ‘ fire side chats ', een franke conversatie met de Amerikaanse burger).


“Mijn vrienden:

Dit is geen praatje over oorlog. Het is een praatje over nationale veiligheid, want waar hebt u anders een president voor dan om u nu, en uw kinderen later, en uw kleinkinderen nog veel later, te behoeden voor een wanhopige oorlog om de Amerikaanse onafhankelijkheid te redden en alle dingen die Amerikaanse onafhankelijkheid betekent voor u en voor mij en voor ons.

Vanavond, in het bewustzijn van een wereldcrisis, moet ik acht jaar terugdenken aan een avond midden in een binnenlandse crisis. Het was de tijd dat de wielen van de Amerikaanse industrie krakend tot stilstand kwamen, toen het complete banksysteem van ons land had opgehouden te functioneren.

Ik weet nog goed dat terwijl ik in mijn studeerkamer zat, in het Witte Huis, om mijn gesprek met de Amerikanen voor te bereiden, ik voor mijn ogen een beeld had van al die Amerikanen met wie ik praatte. Ik zag de arbeiders in de hoogovens, de mijnen, de fabrieken; het meisje achter de toonbank; de kleine middenstander; de boer die bezig was met zijn voorjaarsploegen; de weduwen en de bejaarden die zich zorgen maakten over hun spaargeld.

Ik probeerde over te brengen aan het Amerikaanse volk wat de bankcrisis betekende voor hen in hun dagelijks leven.

Vanavond wil ik hetzelfde doen, met dezelfde mensen, in deze nieuwe crisis waarmee Amerika wordt geconfronteerd.

[…]

Gelooft iemand serieus dat we bang moeten zijn voor een aanval waar dan ook op het Amerikaanse continent zolang een vrij Engeland onze machtigste marine buur is in de Atlantische Oceaan? Gelooft iemand serieus, aan de andere kant, dat we rustig konden gaan slapen als de landen van de Axis daar onze buren waren?

Als Groot Brittannië valt, dan zullen de machten van de Axis de continenten controleren van Europa, Azië, Afrika, Australasia en de oceanen – en ze zullen in staat zijn om enorme militaire en maritieme krachten tegen ons in stelling te brengen op ons eigen halfrond. Het is niet overdreven te zeggen dat wij allen, in alle landen van de Amerikaanse continenten, zouden leven met een pistool op ons gericht – een pistool geladen met explosieve kogels, zowel economisch als militair.

We zouden een nieuw en verschrikkelijk tijdperk betreden waarin de hele wereld, ons halfrond ook, zou worden beheerst door dreigingen met brute kracht. Om in een dergelijke wereld te overleven, zouden we onszelf permanent moeten omvormen tot een militaristische macht, gebaseerd op een oorlogseconomie.

Er zijn er onder ons die geloven dat zelfs als Groot Brittannië valt, we veilig zullen zijn vanwege de grote uitgestrektheid van de Atlantische en de Stille Oceaan. Maar de breedte van die oceanen is niet meer wat hij was in de tijd van de zeilschepen.

[…]

De ervaringen van de afgelopen twee jaar hebben onmiskenbaar duidelijk gemaakt dat geen natie de Nazi's tot vrede kan manen. Geen mens kan van een tijger een katje maken door het te aaien. Er kan geen vrede gesloten worden met wreedheid. Je kunt niet redelijk praten met een bom waarvan de lont brandt. We weten nu dat een land alleen vrede kan sluiten met de Nazi's tegen de prijs van volledige overgave.

[…]

Het Britse volk en hun bondgenoten vechten vandaag een actieve oorlog tegen deze vreselijke alliantie. Onze eigen toekomstige veiligheid hangt in belangrijke mate af van de uitkomst van dat gevecht. Of we in staat zijn om ‘oorlog te voorkomen' zal worden beïnvloed door die uitkomst.

Denkend in termen van vandaag en morgen, durf ik hier direct aan het Amerikaanse volk te verklaren dat er veel minder kans is dat de Verenigde Staten in een oorlog betrokken raken als we nu alles doen wat we kunnen om de naties te steunen die zich verdedigen tegen de aanval van de Axis dan wanneer we ons neerleggen bij hun nederlaag, ons tam onderwerpen aan een overwinning van de Axis, en onze beurt afwachten om later te worden aangevallen.

[…]

De bevolking van Europa die zichzelf verdedigt vraag ons niet om voor hen te vechten. Ze vragen ons om de benodigdheden voor oorlog, de vliegtuigen, de tanks, de kanonnen, de schepen die hen in staat zullen stellen om te vechten voor hun vrijheid en voor onze veiligheid. Met overtuiging moeten we deze wapens bij hen krijgen in voldoende hoeveelheden en snel genoeg, zodat wij en onze kinderen zullen worden behoed voor de pijn en het lijden van oorlog die anderen nu al hebben moeten meemaken.

Laat de defaitisten ons niet vertellen dat het te laat is. Het zal nooit eerder zijn. Morgen is later dan vandaag.

Bepaalde feiten zijn overduidelijk.

In militaire zin zijn Groot Brittannië en het Britse Rijk vandaag de speerpunt van verzet tegen de wereldverovering. Ze leveren een gevecht dat voor altijd zal voortleven in de geschiedenis van menselijke dapperheid.

Er is geen verzoek om een Amerikaanse Expeditionaire Macht overzees te sturen. Er is geen bedoeling van wie dan ook in uw regering om een dergelijke macht te sturen. U kunt, daarom, alle gepraat over het sturen van troepen naar Europa als aperte leugens.

Ons nationaal beleid is niet gericht op oorlog. Het heeft als enig doel om oorlog ver te houden van ons land en ons volk.

[…]

Ik wil helder hebben dat het de doelstelling van het land is om nu met alle mogelijke snelheid iedere machine, elke wapenvoorraad, iedere fabriek te bouwen die we nodig hebben om ons defensie materiaal te produceren. We hebben de mensen – de kunde – de welvaart – en boven alles, de wil.

Ik vertrouw erop dat als de productie van consumenten- of luxe goederen in bepaalde industrieën machines en grondstoffen verlangt die essentieel zijn voor defensiedoeleinden, dat die productie dan voorrang zal geven en dat ruimhartig zal doen, ten behoeve van ons primaire en meest belangrijke doel.

Ik doe een appél op de eigenaars van fabrieken – de bestuurders – op de arbeiders – op onze eigen overheidswerknemers – om alle inspanning te stoppen in het produceren van die munitie zonder aarzeling en zonder beperking. Met dit appél komt van mijn kant de belofte dat ieder van ons die voor de overheid werkt zich zal toewijden, met dezelfde toewijding, aan de grote taak die voor ons ligt.

Naar gelang vliegtuigen en schepen en kanonnen en granaten worden geproduceerd kan uw overheid, met haar defensie experts, bepalen hoe ze het beste te gebruiken om dit halfrond te verdedigen. De beslissing over hoeveel overzees gezonden zal worden en hoeveel thuis moet blijven moet gemaakt worden op basis van onze totale militaire behoeften.

Wij moeten het grote arsenaal zijn van de democratie, de grote wapenopslag. Voor ons is dit een noodgeval dat net zo serieus is als oorlog zelf. We moeten ons aan onze taak wijden met dezelfde vasthoudendheid, hetzelfde gevoel van urgentie, dezelfde geest van patriottisme en opoffering die we zouden tonen als we werkelijk in oorlog zouden zijn.

We hebben de Britten grote materiële steun gegeven en we zullen dat in de toekomst niet minder doen.

[…]

Ik geloof niet de Axis machten deze oorlog gaan winnen. Ik baseer die overtuiging op de meest recente en de beste informatie.

We hebben geen excuus voor defaitisme. We hebben alle redenen voor hoop – hoop op vrede, hoop op de verdediging van onze beschaving en voor het opbouwen van een betere beschaving in de toekomst.

Ik heb de diepe overtuiging dat de Amerikaanse bevolking nu vastbesloten is om een grotere inspanning te leveren dat ze tot nu toe al heeft gedaan om onze productie van alle defensie materiaal te verhogen, om de dreiging voor ons democratisch geloof tegemoet te treden.

Als president van de Verenigde Staten roep ik op tot die nationale inspanning. Ik roep ertoe op in de naam van deze natie die we liefhebben en eren en die we het privilege hebben om trots te dienen. Ik doe een beroep op onze bevolking in het absolute vertrouwen dat onze gezamenlijke doelstelling een daverend succes zal zijn.”

Op 17 december had Roosevelt in een persconferentie al de contouren geschetst van de Lend-Lease wetgeving waarmee hij Engeland (en later ook Rusland en andere landen) wilde helpen. Voor journalisten had hij nog een ander beeld gebruikt dat zou beklijven. ‘Stel dat het huis van mijn buurman in brand staat,' zei de president, ‘en ik heb een flinke slang. Als hij dan mijn tuinslang kan lenen en die aan zijn brandstand kan koppelen, dat kan ik hem helpen zijn brand te bedwingen.' Het ‘ arsenal of democracy ' praatje bouwde daarop voort. In maart 1941 zou werd de Lend Lease Act aangenomen waarbij de president toestemming kreeg om militair materiaal te verschaffen aan wie hij wilde. De wet was een beslissende stap weg van het isolationisme.

Bron

National Archives. Fire side chat, December 29, 1940.