1789

Op 30 april 1789 legde George Washington de eed af als de eerste president van de Verenigde Staten. Omdat hij de eerste was – volgens de Amerikaanse mythologie was hij de ‘eerste in alles’ – moest Washington alles zelf invullen. Hoe hij moest worden aangesproken, hoe hij zich kleedde, hoe hij werd rondgereden. Hoewel wij neigde naar pompeus vertoon, maakte hij in de meeste gevallen verstandige keuzes, waarvan die voor Mr. President als aanspreektitel wel de meest gelukkige was.

Rudolph Von Dorsten was Secretaris van de Hollandse Vertegenwoordiging in New York City. Hij beschrijft de aankomst van Washington.

“President George Washington arriveerde in New York op donderdag 23 april. De dag tevoren had een sloep de stad verlaten. Hij was speciaal voor dit doel gebouwd door de burgers van New York en werd geroeid door dertien zeelieden, allen gekleed in wit. Een commissie van drie senatoren en vijf afgevaardigden vertegenwoordigden het Congres, vergezeld van drie vertegenwoordigers van New York, voeren naar Elizabethtown in New Jersey om de president te verwelkomen en zijn aankomst af te wachten. Zijn excellentie werd ook vergezeld door een aantal goed uitgeruste sloepen en een aantal kleine vaartuigen vol met burgers uit New Jersey en New York. Een Spaanse koninklijke pakketboot die toevallig in de haven geankerd lag, schoot bij het zien van de schuit een signaalschot af, waarna dat schip werd getooid met de vlaggen van alle naties. Toen de presidentiële sloep langs kwam, vuurde het Spaanse schip een saluut af van dertien kanonschoten, die door de Battery werden herhaald en toen de president aan land kwam bij het fort, werden nog eens dertien schoten afgevuurd.

Zijne excellentie werd ontvangen door gouverneur George Clinton, de burgemeester van de stad en andere officials, en nadat ze een optocht hadden opgesteld die bestond uit een aantal compagnieën van geüniformeerde burgers en de kooplieden en andere burgers van de stad, wandelde de president met zijn gezelschap samen met gouverneur Clinton naar het huis dat het congres voor zijn gebruik had geregeld.”

 

De senaat en het huis hadden nog een week nodig om de details over de eedaflegging te regelen, maar op 30 april werd Washington dan toch eindelijk geëscorteerd naar de Federal Hall op Wall Street, de senaatskamer in.

William Maclay, een van de senatoren van Pennsylvania, hield een dagboek bij.

“De president liep tussen de senatoren en afgevaardigden door, buigend naar ieder. Hij nam plaats in de stoel naast de vice-president [John Adams]. De senaat met zijn president zat aan zijn rechterzijde, de Speaker en de afgevaardigden aan zijn linkerzijde. De vice-president stond op en sprak hem kort toe. De essentie ervan was dat hij nu de eed moest afleggen als president. Hij leek half te hebben vergeten wat hij zou gaan zeggen, want hij stond dodelijk stil en pauzeerde enige tijd, ogenschijnlijk de draad kwijt. Hij eindigde met een formele buiging. De president werd daarna naar het middenraam van het balkon geleid en de eed werd door de Chancellor afgenomen. Een aankondiging dat de daad was voltrokken werd medegedeeld aan de menigte door middel van een proclamatie, waarna zij drie keer juichten en dat nogmaals deden toen de president naar hen boog.

Nadat het gezelschap was teruggekeerd naar de senaatskamer, nam de president zijn zetel in en de senators en afgevaardigden hun stoelen. Hij stond op, waarna allen dat deden, en hij sprak hen toe. De grote man was meer opgewonden en zenuwachtig dan hij ooit was geweest met een kanon of een musket op hem gericht. Hij beefde, en een paar keer kon hij nauwelijks zien wat hij moest lezen, al mag je veronderstellen dat hij het een aantal keren tevoren had gezien.

Toen hij bij de woorden kwam die de hele wereld wilde horen, maakte hij een draaibeweging met zijn rechterhand, wat een tamelijk onelegante indruk maakte. In elk geval had ik gewenst dat de hele ceremonie in handen was geweest van een dansmeester en dat de belangrijkste man zijn voordracht op de meest simpele manier had voorgelezen, zonder ooit zijn ogen van het papier te nemen, want het kwelde me dat hij niet de eerste in alles was.”

George Washington zette de standaard voor het Amerikaanse presidentsschap, al zou hij zich niet hebben kunnen voorstellen hoe het zich uiteindelijk ontwikkelde. In 1792 liet hij zich overhalen een tweede termijn te dienen, maar in 1797 trad hij terug, daarmee de republikeinse traditie in gang zettend van vreedzaam en vrijwillig terugtreden.

Bron

Van Dorstens verhaal werd voor het eerst gepubliceerd in The History of the Centennial Celebration of the Inauguration of George Washington as First President of the United States (1892) geredigeerd door Clarence Bowen; Senator Maclay’s verhaal staat in The Diary of William Maclay, geredigeerd door Kenneth Bowling en Helen Vent (1988).