Mijn leeslijst

Weer bijgehouden sinds begin 2017.

 

 

The 42nd Parellel door John dos Passos

Klassieker herlezen. Dos Passos gebruikt allerlei stijlmiddelen. Blijft prachtig, mooi beeld van Amerika rond de eeuwwisseling vanuit het perspectief van arbeiders, arbeidersbeweging. Ik had me voorgenomen om de drie delen van Dos Passos, tegenwoordig weinig gelezen, weer eens tot me te nemen. Had daar geen spijt van.

Transatlantic Column McCann

Prachtig boek over mensen die de link tussen Ierland en Amerika legden, heen en weer gingen. Van de twee vliegeniers die als eersten overstaken, via Frederik Douglass die Ierland bezocht tijdens de hongersnood, tot senator Mitchell en de Goede Vrijdag akkoorden. McCann weet ze te verbinden. Mooie stijl. Leesgenot.

De bekeerlinge door Stefan Hertmans

Moest ik lezen, vond een aantal mensen. Ik was er ambigu over. Deels spannend verhaal, deels erg goed verbeeld hoe het leven in de vroege middeleeuwen (eerste kruistochten) geweest moet zijn. Deels flauwekul waar de auteur de paden van de hoofdpersoon nareist en probeert te laten zien wat er waar is van wat hij bij elkaar fantaseert. Die fantasie is uitstekend, zou een mooie historische roman opgeleverd hebben. Ik kon wel zonder Hertmans zelf, maar ik geloof dat dit zijn stijlmiddel is geworden. Ik moet Terpentijn nog lezen.

December 2016

Ik heb voor de verkiezingen een groot aantal achtergond boeken gelezen over de VS. Het resultaat daarvan staat onder meer in mijn Groene verhaal over Chaos. Daar laat ik het maar even bij voor wat terugkijken betreft.

Boeken 2012

November 2012

Pier en Oceaan door Oek de Jong

Sinds opwaaiende zomerjurken ben ik een fan van Oek de Jong. Leeftijdgenoot met weliswaar een totaal andere achtergrond (dit boek speelt in Friesland en Zeeland) maar met de pre occupaties die we allemaal hadden opgroeiend in de jaren vijftig en zestig. De Jong is een verhalenverteller, zijn stijl is niet wat me trekt. Het eerste deel van dit te lange boek in twee delen is het best uitgewerkt en meest geconcentreerd. In het tweede deel komt hoofdpersoon Abel dichter bij ons maar het lijkt alsof de editor er niet aan te pas is gekomen.

De Jong herhaalt woorden, zelfs zinnen en constructies, soms vlak bij elkaar. Hij gebruikt rare woorden in de spreektaal (wie zegt nou ‘weliswaar’?) en er komen karakters in voor met een eigen innerlijk leven die maar een paar pagina’s optreden – zoals de zakenman met wie Abel en zijn vader naar Gent gaan, een homofiel met een geschiedenis die weliswaar iets parallels heeft met de enige gelukkige relatie van zijn moeder (een lesbische relatie) maar die ook via de al figurerende personen had kunnen worden verteld. Het kan zijn dat De Jong dit allemaal zo bedoelde, dan is hij een minder goede schrijver dan ik dacht. Ik denk echter dat zijn editor hem in de steek heeft gelaten.

Dat is ook meteen de reden dat het boek te dik is. Kill your darlings is en blijft vuistregel 1, maar voorkomen van word processor diarree hoort daar meteen achteraan te komen.

Jack 1939 door Francine Matthews

Prachtig fictieboek over de jonge John F. Kennedy die door Europa reist als spion voor FDR terwijl zijn vader probeert FDR te ondermijnen met zijn voorkeur voor isolationisme. Fictie maar wel onderbouwd met ruime kennis van de geschiedenis en een goed inzicht in de diverse karakters. Een van de leukste boeken van het jaar.

 

Augustus 2012

Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika. door Geert Mak.

Uh, ik wil niet de enige dwarsligger zijn in het koor van Mak aanbidders maar dit is geen goed boek. Reizen met Mak betekent een beperkte route, namelijk die van Steinbeck in 1960, en wijsheden die schoolmeester Mak oplepelt uit zijn omgevallen boekenkast, plus een te lang boek. Inzicht in het Amerika van nu? Nulkommanul. Het is moeilijk, misschien zelfs onmogelijk om ‘een boek over Amerika’ te schrijven. Alleen Tocqueville is het gelukt. Mak faalt.

Juni/juli

The hare with the amber eyes door Edmund de Waal

Verrassend mooie contemplaties over Parijs, Wenen en de geschiedenis van een joodse bankiersfamilie aan de hand van Japanse kleine beeldjes. Aanrader.

On China door Henry Kissinger

Interessante gedachten over diplomatie in het algemeen (ook al in zijn standdaardwerk) en de manier waarop Chinezen naar hun positie in de wereld kijken en dat anders hanteren dan het westen. Verplicht leesvoer voor iedereen die serieus met China als wereldmacht in de slag wil, ook als je het niet altijd met Kissinger eens bent of hem te arrogant vindt (valt hier nogal mee).

A visit from the goon squad door Jennifer Egan

Lekker gelezen, goed boek met licht onbevredigend gevoel aan het einde.

Arcadia door Lauren Goff

Het beste boek, in fictievorm, over de jaren zestig en die rare collectivistische en idealistische impuls die leidde tot communes en gemeenschapszin en vervolgens gigantisch uit de rails liep. Beter dan het ook goede Drop City van T.C. Boyle

Moederkerk door Jos Palm

Niet helemaal mijn jeugd in de katholieke kerk. Die was minder dogmatisch wat mijn ouders betreft en minder SP wat mij betreft. Maar herkenbaar en goed geschreven.

Boze geesten door Dostojevski

In al het geweld van Amerikaanse en Engelse romans is Dostojevski traag. Wel interessant hoe hij steeds morele vraagstukken in een verhaal weet te pakken, ook al staan de hoofdpersonen ver van je af.

Burry the bodies door Hillary Mantal

Meer van de beste historische schrijfster (Wolf Hall). Zelfverzekerd, geen zin staat verkeerd, grijpt je mee.

Bonita Avenue door Peter Buwalda

In één ruk uitgelezen. Wat al te veel gedetailleerd geweld aan het einde maar uitstekend geschreven en fenomenaal ge-edit. Erg goed hoe hij flashbacks weet te integreren. Ik moest bij de hoofdpersoon steeds aan Henk Bleeker denken.

The passage to power door Robert Caro

Deel 4 van de veel te lange biografie van Lyndon Johnson heeft zijn momenten. Klik hier voor een bespreking.

April/mei 2012

Triumph of the city: how our greatest invention makes us richer, smarter, greener healthier and happier door Edward Glaser

Lofzang over de stad als generator van ontwikkeling. Als Amsterdammer hoef ik daar geen lezing over te krijgen maar interessant boek.

Burr door Gore Vidal

Herlezing van de historische roman van Gore Vidal over Aaron Burr, Jeffersons vicepresident die Alexander Hamilton doodschoot in een duel. Blijft top of the bill voor historische romans. Inspirerend.

Time to start thinking: America in the Age of Descent door Edward Luce

Bedachtzame en verontrustende analyse van de problemen van de VS door de correspondent van de Financial Times. Wie toch al pessimistisch was over de mate waarin Amerika als samenleving zichzelf opblaast zal hier weinig vrolijk van worden. Er is ruimte voor een meer optimistische uitkomst, maar niet als het zo doorgaat.

Eclipse: Living in the shadow of China’s Economic Dominance door Arvind Subramanian

Economische analyse over waarom China binnen vijftien jaar de wereldeconomie zal domineren. Wat is domineren? Kan een niet-rijk land dat doen? Uitdagende vragen en prikkelende antwoorden.

When China rules the world, The rise of the Middle Kingom and the end of the western world door Martin Jacques

Laat het aan een maxist (ex hoofdredacteur Marxism today) om uit te leggen waarom het alternatieve model van China het westen zal overvleugelen. Ik kon het in veel opzichten eens zijn met Jacques’ analyse van een ander waardesysteem (Bolkenstein zou er zenuwachtig van worden). Hij noemt het een civilization state in plaats van een nation state en verklaart een deel van de kracht daaruit. Het boek herhaalt zichzelf wel wat en wordt op een gegeven moment te veel van het goede. Maar voor een interessante, uitdagende analyse kan het nauwelijks beter.

Reagan and Tatcher: the difficult relationship door Richard Aldous

Uitstekend boek over de twee hoofdpersonen van de jaren tachtig die lang niet altijd zo gezellig met elkaar omgingen als de mythe wilde. Reagan was een dromer van het afschaffen van kernwapens, wat Tatcher gevaarlijk vond. Reagan wilde niet onderhandelen met de Russen, tot Tatcher hem verzekerde dat Gorbatchov de moeite waard was en toen ontwikkelden Reagan en Gorby zo’n intense relatie dat Tatcher er zenuwachtig van werd. De neoconservatieve kluit in Washington (toen al, Jeane Kirkpatrick e.a.) was stevig bevriend met de moorddadige dictators in Zuid en Midden Amerika. Toen de Falklands een probleem werden, kozen de hardliners voor de Argentijnse generaals en Reagan schipperde, terwijl zijn minister van defensie de Britten hielp. Mooi boek, mooie inzichten ook in de psyche van beide politici, vooral van Reagan.

Maart 2012

Lang leve de linkse kerk door Rob Hartmans

Verzameling uitdagende en prikkelende essays waarin ik veel herkende.

Londen. Multiculutureel Mekka aan de Theems door Floris van Straaten

Portret van Londen in vele schakeringen. Vergelijking van multicultureel Londen met andere grote steden, reportage elementen, portret van Londen. Grotendeels geslaagd. Goede voorbereiding op de Olympische Spelen waarop je van Londen verder weinig zult zien.

De grote Amerika-show door Tom-Jan Meeus

Somber stemmend boek over zes jaar correspondentschap in het steeds meer gepolariseerde Amerika. Voedt mijn toenemene desillusie met het land. Meeus probeerde, terecht, te ontsnappen aan de werktafel in Washington waar de redactie steeds maar aan je zit te trekken. Goed geschreven, uitstekend boek.

 

Reis naar het einde van de nacht door Louis Ferdinand Celine

Na dertig jaar is het er dan toch van gekomen. Meesterwerk van de grote Franse schrijver, had ik moeten lezen toen mijn mede studenten me er op wezen. Maar beter laat dan nooit. Fantastisch. Je kunt zien hoe het een generatie schrijvers als voorbeeld heeft gediend.

 

The sense of an ending door Julian Barnes

Goed geconstrueerd, uitstekend geschreven winnaar van de Brooker Prize. Mooie contemplatie over geschiedenis, herinnering en het herschrijven van beide in de loop van een leven.

The European Economy since 1945. Coordinated capitalism and beyond door Barry Eichengreen

Magistraal werk dat probeert de enorme groeispurt tot 1970 te verklaren en de mindere groei daarna. De destructie van de Tweede Wereldoorlog was de inleiding tot de groei, geholpen door het Marshall Plan dat West Europa naar de markt toe haalde maar wel het ijzeren gordijn versterkte. Te veel om in een samenvatting recht aan te doen maar Eichengreens observaties over neocorporatisme en de mate waarin dat de groei mogelijk maakte, zijn de moeite waard.

 

Februari

Colonel Roosevelt door Edmund Morris

Derde deel in de biografie van Theodore Roosevelt. Aanmerkelijk minder interessant dan de eerste twee delen van Morris, komt vooral omdat Theodore zich vooral bezig houdt met expedities, uitdagingen en het ondermijnen van zijn opvolger. Vreemd genoeg kan ook de campagne van de Bull Moose partij die uiteindelijk Taft de nek omdraait en Wilson in het Witte Huis brengt, ook niet voldoende leven in het boek brengen.

Het meisje met de mooiste heupen door Ad Franssen

Ik had de auteur bij Kunststof gehoord maar het boek viel me daarna wat tegen. Een gezochte, wat Jay McInnery achtige stijl die zich tegen ‘je’, de lezer, richt. Begon me te vervelen. Heupen is eigenlijk kont, want daar gaat het over, maar, laat me raden, dat vond de uitgever geen goed idee. Hoewel bij vlagen onderhoudend kon ik er weinig mee. Jammer ook dat de auteur aan het einde aan ‘padding’ doet, het verhaal wat opdikt door een uitstapje in te lassen naar Cadaques (of zoiets, in elk geval de geboorteplaats van Salvator Dali). Minstens tien pagina’s over de Dali gekte laten zien dat Franssen een journalist is die goed kan observeren (is ook elders mooi te zien) maar ze hebben geen functie in het verhaal. 

The call of the wild en White Fang door Jack London

De twee ‘wolven/honden’ romans van London zijn meer voor jongens. Ik had het overgeslagen in mijn jonge jaren en bewonder het journalistieke werk en de korte verhalen. Daarom nu eindelijk gelezen. The Call of the Wild is erg goed, geschreven van uit het perspectief van een hond die in de poolcirkel zijn roots terugvindt, zogezegd. White Fang is het omgekeerde geval, een wolfhond die terug gaat naar de beschaving (wat flauw van London om hem terug te laten gaan naar dezelfde rechter in Californië waar de eerste hond is gestolen). Dit deel van de American Library bevat ook de Klondike Short Stories waarin is opgenomen een van de beste korte verhalen ooit geschreven, To build a fire. Dat zou iedereen die in schrijven is geïnteresseerd moeten lezen.

Vietnam. The necessary war door Michael Lind

Had ik al lang liggen. Ik wilde wel een alternatieve visie op de oorlog horen. Lind daagt uit, soms op het obsessieve en vooringenomen af, maar zet aan het denken. Hij rechtvaardigt voor mij de oorlog niet en zijn verwijt aan Nixon dat hij een nuttige oorlog (als je dat zo mag noemen) door liet gaan en nog eens 22.000 Amerikanen en ontelbare Vietnamezen en Cambodjanen de dood in joeg, is terecht. Maar Lind ziet de oorlog als een manier – de enige manier – om prestige van de VS in de wereld te handhaven. Daar ben ik niet zo van onder de indruk. Ook de manier waarop de oorlog werd gevoerd wordt kritisch benaderd, terecht, maar ik blijf zelf toch kritisch over het feit dat het überhaupt tot een oorlog kwam.

 

Januari

De drama democratie door Mark Elchardus

Belgische socioloog doet interessante observaties over populisme, democratie en de neiging om politiek te behandelen als een markt waarop de kiezers verlangens uitspreken en de politici aanbiedingen plaatsen. Natuurlijk met Belgische voorbeelden maar daarom niet minder interessant. Legt naar mijn smaak iets te veel nadruk over de meedeinende rol van de media maar niet over de eigen verantwoordelijkheid van politici. 

Keeping the Republic Saving America by Trusting Americans door Mitch Daniels

Bevestig mijn indruk dat Daniels, een populaire policy wonk die nu gouverneur is van Indiana, de meest formidabele tegenstander van Obama zou zijn. Dit is een campagne gericht boek – hij heeft wel over een kandidatuur nagedacht – maar het heeft meer diepgang en is concreter dan veel vergelijkbaar materiaal. Iets teveel het gemak gezocht van Republikeinse oplossingen. Zou die president die Daniels diende als begrotingsdirecteur (kleine Bush) niet iets met die grote tekorten te maken hebben? En hoe los je de 40 miljoen onverzekerden op als je Obama’s plan meteen terzijde schuift. Maar hij deinst niet terug voor harde oplossing voor AOW en pensioenleeftijd. Citeert veel boeken waarmee hij laat zien er meer gelezen te hebben dan de gemiddelde Republikeinse kandidaat. Al met al, goed dat Obama wordt herkozen.

Paradise door A. L. Kennedy

Moeilijk om in te komen maar als je er eenmaal inzet fascinerende zelfdestructieve trip van alcoholiste. Meer dan je ooit zou willen weten over de dagelijkse drinker. Wordt gered door de hoofdpersoon en de lichtvoetigheid van de schrijfster. 

If nobody speaks of remarkable things door John McGregor

Net als Kennedy moeilijk om in te komen maar met prachtige stukjes proza. Mooi filmisch geschreven, vanuit verscheidene perspectieven.

Boeken 2011

December

 

Room door Emma Donoghue

Jonge vrouw gekidnapt, opgesloten in een kerkerachtige structuur in een Amerikaanse achtertuin, regelmatig verkracht, overleeft door haar kind, in gevangenschap geboren een toekomst te geven van optimisme en opgewektheid. Fascinerend boek, knap verteld door de ogen van het vijfjarige kind – bijna helemaal consequent volgehouden en maar op een paar punten ongeloofwaardig. Het stelt de schrijfster in staat om niet alleen de liefdevolle moeder te portretteren in al haar ellende en tegelijk doorzettingsvermogen, maar ook om het kind, na hun bevrijding met de ogen van een onbevangen vijfjarige onze soms absurde dagelijkse wereld te laten zien.

 

The Origins of Political Order door Francis Fukuyama

Ik had me veel voorgesteld van dit boek, een analyse van de mechanismes waarom mensen hun samenleving ordenen. De eerste helft, waarin ongeordende samenlevingen aan de orde komen en vooral China dat natuurlijk al orde kende voordat bij ons de Grieken over het leven nadachten, voldeed aan de verwachtingen. Daarna verdwaalt Fukuyama in India. Daar verloor hij mij. Ik ben verderop verder gegaan richting Europese statenvorming. Interessant maar wijdlopig boek, ik ben wel benieuwd naar deel twee.

Een heer in een volkspartij. Theodoor Heemskerk 1852-1932 door H. Bornebroek

Biografie van een van de minder bekende minister presidenten van de twintigste eeuw (Heemskerk was premier tussen 1908 en 1913). Wat plichtmatig opgeschreven maar wel leuk door de bekering van de flierefluitende Heemskerk tot het ware calvinisme (hij is daarna nooit meer echt gelukkig geworden, lijkt het) en zijn conflicten met de scherpslijpende egotripper Abraham Kuyper. Wraak volgt als Heemskerk de premier wordt en niet meer Kuyper.

Vader en zoon. Zoon en Vader. door H.L. Wesseling

Mooie herinneringen van de historicus Wesseling aan zijn vader C. Wesseling, actief in progressieve katholieke kringen in de jaren twintig en dertig, ook journalist. Gekoppeld aan herinneringen van Wesseling aan zijn eigen leven. Had wat strakker geëdit mogen worden (sommige stukken staan er drie keer in) maar een mooi verhaal.

 

Arguably. Essays door Christopher Hitchens

Dikke bundel met voornamelijk boekbesprekingen en wat reisreportages uit Irak. De besprekingen zijn soms briljant, altijd erudiet en met een frisse, dwarse stijl geschreven. De reportages konden me minde boeien.

 

November

A place of greater safety door Hillary Mantel

Ik was gegrepen door Wolf Hall, het meest recente boek van Mantel. Deze roman over de Franse revolutie is duidelijk een voorstudie, dat wil zeggen, Mantel heeft ook hier een enorm canvas genomen maar verzuipt in de enorme hoeveelheid personages en de ontwikkelingen. Mislukt boek dat zijn momenten heeft maar nooit aangrijpt zoals Wolf Hall dat deed.

Zomerhuis met zwembad door Herman Koch

Eigenlijk mag ik er niets over zeggen want ik heb het boek na een paar hoofdstukken weggelegd. Wat een platte schrijverij, hoe oninteressant zijn de dagelijkse levens van deze mensen. Ik had hetzelfde probleem met Het Diner, misschien ligt het aan mij. Dit soort boeken is de Tirza categorie, beschrijvingen van het leven van mensen in de Frederik van Eedenstraat of daaromtrent, een soort pastiche of sketch van de werkelijkheid. Doet Koch ook. Sorry, niets voor mij.

Oktober

Bittere bloemen door Jeroen Brouwers

Ouderwetse Brouwers, obsessies van een oude man, zoals altijd fantastisch opgeschreven maar ingetogener dan ik me Brouwers van vroeger herinnerde. Mooi boek.

Augustus

The Penguin History of Modern China. The fall and rise of a great power, 1850-2009 door Jonathan Fenby

Uitstekende geschiedschrijving van het interessantste land van het moment. Maar wat een geschiedenis. Op een gegeven moment gaat het je duizelen van de honderdduizenden, miljoenen doden die de revue passeren. Geen jaar zonder grote oorlogen, rampen en schrijnende verhalen over hongersnood, moordpartijen en ander leed. Geen wonder dat Chinezen stabiliteit hoog waarderen, geen wonder dat ze rücksichtloos voor hun eigen belang gaan (het verkeer in Shanghai is er een voorbeeld van: automobilisten doen gewoon net of ze niemand zien en het werkt! De niemanden die ze niet zien stoppen en gaan opzij). Het moet ook een samenleving zijn van verraders, je bent nooit zeker van iemands loyaliteit. Hoe dat allemaal uitwerkt in de stabiliteit die sinds pak weg 1975 heerst, met Tianamin als incident, staat nog te bezien. Maar dit verhaal is een uitstekende basis om daarover na te denken. Veel evenwichtiger dan de Mao biografie van Chang en Halliday. Een onvoorzichtige suggestie misschien: gegeven de miljoenen moorden die Mao’s voorgangers op hun collectieve geweten hebben zijn die 40 miljoen van hem run of the mill. Of is dat al te frivool? In elk geval hebben de Chinezen nog nooit zo lang geen bloedvergieten gekend.

The Lady in the Lake; Little Sister; The Long Goodbye door Raymond Chandler

Mijn keuze als vakantieboek, de eens in de zoveel jaar herlezing van Chandlers verzameld werk. Fantastische stylist, mooie beschrijving van Los Angeles tijdens en net na de oorlog. Niet allemaal zijn beste werk maar beter dan de meeste noir schrijvers. Met name Little Sister had wel een koele editor kunnen gebruiken. Maar zoals altijd geweldig om te lezen.

 

Caribou Island door David Vann

Mooi boek over pig headedness en teleurgestelde levens. iets te veel schrijfschool, maar niet irritant. 

Juli

Cleopatra door Stacy Schiff

Hoe schrijf je een biografie van iemand waarvan je betrekkelijk weinig weet? Wat bekend is over Cleopatra is vooral veel later opgeschreven door historici, of door een onbetrouwbare tijdgenoot als Cicero. Ons beeld is bezoedeld door mystificering, door Hollywood. Maar Stacy Schiff weet er een prachtig boek van te maken. Een belangrijk deel ervan is goed vertelde ‘potted history’, het verhaal van Ceasar, Marcus Antonius en Augustus met goed onderbouwde speculatie over Cleopatra. De Egyptische koningin wordt mooi geportretteerd als een overlever die als laatste Egypte een belangrijke, onafhankelijke rol gaf. Over de menselijke kant van Cleopatra weten we weinig maar Schiff bouwt het mooi in. Prachtig boek.

Juni

Congo. Een geschiedenis. door David van Reybrouck

Ik durf het haast niet te zeggen, maar ik kan dit boek niet uitgelezen krijgen. Overladen met prijzen, goed verkocht: wat is van Reybroucks geheim? Zeker, het is goed geschreven, over het geheel genomen, al had het wat strakker ge-edit mogen worden. Maar waarom kon het me niet grijpen? Ik denk omdat Congo me nauwelijks interesseert en het boek te dik en te ver weg van mijn bed is om die horde te overbruggen. Zou ik zo’n boek over Indonesië wel helemaal uitgelezen hebben? Misschien. Maar dat verklaart nog niet waarom dit boek op honderden, duizenden koffietafels in Nederland ligt. Ik heb wel gemerkt dat er een modieuze liefde is ontstaan voor Afrika, vooral zwart Afrika. De muziek, kunst, whatever. Mogelijk. Mij heeft die liefde niet geraakt en dan is het moeilijk om zo’n dikke pil te lezen.

In België, okay, begrijpelijk, onverwerkt koloniaal verleden, nog smeriger dan het onze. Maar dat is België. Ik ga het nog proberen, het boek uit te lezen. Maar voorlopig ben ik halverwege blijven steken. Ik moest me er te veel toe zetten en er zijn te veel andere boeken die roepen om gelezen te worden.

Taming the Gods. Religion and democracy on three continents door Ian Buruma

Puntgave essays door Ian Buruma. Over drie grote wereldgodsdiensten. Vooral het eerste deel, over christendom en de westerse wereld, biedt interessante inzichten.

Mei

Geert Wilders. De tovenaarsleerling door Meindert Fennema

Het (te) vlot geschreven boekje van Meindert Fennema heeft zijn interessante momenten, vooral in de aanvang van Wilders carrière. Het probleem met Fennema is dat hij selectief winkelt in zijn bronnen, dingen en mensen kwalificeert zoals het in zijn eigen politieke kraam te pas komt, soms geen bronnen geeft, soms dingen weglaat. Enig slordig editen doet ook vermoeden dat niet alles wat hij te berde brengt even serieus genomen moet worden.

Aan het beeld van Wilders voegt het niet veel toe. Dat hij al decennia in Den Haag bivakkeert, wisten we al. Ook dat hij een narcist is, beledigd toen hij werd gepasseerd voor een staatssecretariaat, onzeker over zijn politieke carrière, een afkeer heeft van het establishment dat hem niet zag zitten en geleidelijk aan een ziekelijke islamafkeer ontwikkelde: het is bekend. Zijn voorkeur voor het versimpelen van onderwerpen, graag in de grove vorm die in Nederland de norm is voor de omgang, zie je geleidelijk aan sterker worden. Zijn luidruchtigheid neemt recht evenredig toe met het gebrek aan acceptatie in zijn partij.

Fennema is een provocateur die het als ex communist leuk vindt om iedereen om hem heen te stangen. Ik vermoed dat hij de onberedeneerde afkeer van de vermeend islamitische hordes die de grachtengordel elite zo en nu en dan bevangt, deelt. Dat hij in zijn ‘begrip’ voor populisme en het gebruik ervan niet ver af staat van wat twintig, dertig jaar geleden zijn eigen partijdoctrine was of moet ik strategie zeggen? Maar helemaal zeker weet je het niet. Op zowat iedere pagina van het boek schemert iets door van een opinie van Fennema, niet alleen over Wilders maar over van alles en nog wat. Het is een politiek pamflet.

Naarmate we dichter bij de bovengrondse rol van Wilders komen, na de verkiezingen van 2006 toen hij tot veler verrassing de nette populisten Pastors en Eerdmans uitschakelde, en de leidende evangelische cultuurconservatief en Sarah Palin fan Bart Jan Spruijt van zich had vervreemd, wordt het verhaal zo bekend dat Fennema geen suggesties heeft toe te voegen. Negen zetels, vijf EU zetels en 24 bij de laatste verkiezingen, het is een gevestigd verhaal geworden. Wat ik ervan opstak is dat de kwaliteiten die Wilders succes hebben meegebracht, zijn single minded ness, zijn ziekte, zijn narcisme en zijn kijk-mij-eens-recht-voor-zijn-raap-zijn toon, uiteindelijk ook zijn ondergang worden. De controle die hij nodig heeft, is niet vol te houden met uitwaaierende afvaardigingen, zelfs niet als hij zijn discipelen dubbel en tripel rollen laat vervullen. Wilders werkt zichzelf wel over de kop, zijn ziekte zal hem opbreken. Zijn eenzaamheid (altijd maar weer het gezelschap van Hans Janssen, met wie niemand meer wel eten), zijn foute vrienden in de VS en Israël: het zal leiden tot een spagaat in zijn hoofd die zo wijd wordt dat hij eraan ten onder zal gaan.

Aan te raden? Je moet erover mee kunnen praten, zoals de baksteen over Congo die bij iedereen op tafel ligt, maar je kunt ook heel best zonder. Fennema verdient een pluim dat hij zich vermomd heeft als journalist en dit voor de hand liggende boek dat niemand anders maakte, heeft geschreven. Maar hij is geen journalist, hij is een politieke professor. Met die kanttekening, lees het uit de bibliotheek – de eerste paar hoofdstukken.

Office Hours door Lucy Kellaway

Leuk boek dat in de vorm van twee binnenkantoorse affaires de sociologie van de moderne kantoorbureaucratie bloot legt. Kellaway schrijft wekelijks over haar indringende en amusante observaties in het management wereldje, in dit boek heeft ze een paar jaar daarvan in een leuk verhaal verwerkt. Ook een good read.

The memoires of U.S. Grant

Elegant geschreven herinneringen van de generaal die Abraham Lincoln aan de overwinning hielp. Opmerkelijk hoe goed en hoe inzichtrijk de man kon schrijven. Als generaal was hij een succes, na vele mislukkingen in zijn persoonlijke leven. Als president kon hij geen grip krijgen op de complexiteit om hem heen. Maar een genot om te lezen.

Letters of Daniel Patrick Moynihan

De brieven van een intellectueel in de politiek. Net als de memoires van Arthur Schlesinger geven de brieven van Moynihan een fascinerend inzicht in naoorlogse Amerika.

The Dean Curse, Red Harvest en The Glass Key door Dashiel Hammett

Meesterwerken van de meester van de crime novel. Ook bij herlezing (voor de zoveelste keer) nog steeds boeiend. Ik heb nog steeds niet besloten wie de ware koning van de crime novel is, Hammett of Raymond Chandler. Maar wat doet het ertoe? Je kunt beide lezen.

Afscheid van Indië door H.W. van den Doel

De Indologen. Ambtenaren voor de Oost, 1825-1950

In mijn voorbereiding op een reis naar Indonesië las ik een boek van Cees Fasseur over de manier waarop ambtenaren van 1815 tot 1960 werden voorbereid op dienst in Indonesië. Hoewel veel te lang en te gedetailleerd, een eye opener voor wat betreft het denken over de kolonie. Dat geldt ook voor het boek van Fasseurs student, H. van den Doel, Afscheid van Indië. De val van het Nederlands Imperium in Azië. Een handboek meer dan een snel overzicht. Maar beide boeken boden interessante inzichten in de Nederlandse tijd in Indonesië, vooral gecombineerd met mijn eigen observaties daar. Om met Multatuli te beginnen, de mensen die voor de resident klusjes op moesten knappen, zoals het knippen van zijn gazon (ik geloof dat dit beeld uit de film komt), zijn er nog steeds. Bij de Burabodur en de Pramadan werken honderden jongeren die niets anders doen dan mos losborstelen en met stokjes verwijderen van de panelen en bouwwerken. Het onaangename gevoel dat deze diensten nu betaald door Unicef of de VN toch wel erg lijken op de herendiensten uit Multatuli’s tijd kon ik niet losschudden. Veel Indonesiërs werken voor de overheid. Het is in een gigantisch en dicht bevolkt land de meest veilige baan. Niet vreselijk goed betaald maar veilig en zeker.
Een hele beroepsgroep van de vulkaniseerders. Fiets- en motorfietsbanden worden niet met een simpel plakkertje bewerkt, zoals wij die kennen maar met een ouderwetse verhit en brandt operatie, aan de kant van de weg. Dat verkeer trouwens is indrukwekkend. Duizenden motoren zoemen om je heen, komen op je af. Maar het frapperende is dat iedereen zich aan de regels houdt – nou ja, ze stoppen voor rode lichten – en dat er geen ongelukken van komen. In dat opzicht lijkt het op het Amsterdamse fietsverkeer. Dat heeft zijn eigen regels en eigen dynamiek waardoor er alleen problemen ontstaan als provincialen of andere toeristen zich in de stad of op de fiets wagen.
In het algemeen, en ik zal niet de eerste zijn die dat observeert, heeft Indonesië iets van een wajong samenleving, je ziet de schaduwen van de samenleving aan de randen van de weg, van de straten van Yokja. Maar je moet de desa of de kampung in om er iets echt van te zien. En dan nog mis je het meeste.
De Nederlandse erfenis is het meest oppervlakkig en het meest opzichtig in de woorden: knalpot, notaris e.d. De dagelijkse bezigheid is ‘hustlen’, wat niet zo vreemd is in een land met zoveel mensen en zo weinig banen. ‘Taxi’ is wat tientallen jongens je in Ubud, Bali, toeroepen, op zo’n toon dat ze uiterst verbaasd zouden zijn als je er op in ging. In Yokja is het fietstaxi wat de klok slaat, in Bali heb ik er geeneen gezien. Het verschil tussen moslim Java en hindu Bali is zo enorm dat je je in een andere wereld waant.
De boeken die ik om mijn reis heen gelezen heb, gaven een aardige voorbereiding. Maakte ook duidelijker waarom zoveel mensen die tempo doeloe en die sfeer en het klimaat misten, om niet te spreken van de persoonlijke dienstverlening door koks, tuinmannen en dergelijke, die in deze arbeidsmarkt heel normaal zijn.

April

Max Havelaar door Eduard Douwes Dekker

Inmiddels ook de Max Havelaar gelezen. Opnieuw ademloos en in één ruk, maar ik begrijp heel goed waarom de gemiddelde middelbare scholier hier niet voor warm loopt. Het is een literair politiek pamflet en vooral in de latere hoofdstukken wat al te veel in de vorm van brieven en zelfrechtvaardiging. Wel blijft het een fantastische lange observatie over hoe Nederland om ging met zijn koloniën. Ik had indertijd een goede leraar Nederlands die er wat van maakte, het verhaal er om heen vertelde. Douwes Dekker is natuurlijk een fascinerende persoon – de recente biografie is erg goed. Voor mijn voorbereiding van mijn reis schakel ik nu over naar contemporaine (min of meer) schrijvers uit Indonesië zelf. Ananta Toer is de eerste op mijn lijstje.

Maart

All the Devils are Here. The Hidden History of the Financial Crisis door Bethany McLean en Joe Nocera

Ik had dit boek gekocht omdat ik Nocera een uitstekende schrijver vindt, die in de NYT goed uitlegt en zijn vijanden met zorg kiest. Ik hoopte ook wat meer te begrijpen van de diepere achtergronden van de financiële crisis. Ik ben een heel eind gekomen maar uiteindelijk begrijp ik toch te weinig van dit soort financiële producten om het hele verhaal te snappen. De synthetic CDO, hoe je die samenstelt, wat hij doet en waarom hij zoveel schade aanrichtte: ik heb wel een idee maar het fijne, nee, dat is me toch ontgaan.

Wat ik wel van dit boek overhoudt is dat het allemaal draait om mensen. Vooral mannen met gigantische inkomens maar kleingeestige lieden. Ze doen mee omdat ze groter willen zijn dan hun collega. Ze doen mee omdat ze simpelweg snel miljoenen willen verdienen, zoals de jonge Turks/Britse Osman Semerci, onthoudt die naam, die bij Meryll Lynch bewust risico’s nam die het bedrijf ten gronde richtte. Nu runt hij een hedge fund in Londen. Misschien heeft hij wat miljoenen minder opgestreken dan hij had gehoopt maar toch nog altijd meer dan u en ik ooit zullen zien.

Het gaat over bazen van hypotheekbedrijven wier ambitie vooral is veel te verdienen en groter te zijn dan de ander, liefst allebei. Ze gaan daarbij over lijken. De hoofdstukken over Roland Arnall die later wegens grote bijdragen aan de verkiezingskas door Bush tot ambassadeur in Nederland werd benoemd, zijn wat dat betreft interessant. Vriendelijke, sociaal bewogen man, zoals iedereen kan beamen die hem hier ontmoette (met een social climber tweede echtgenote, dat ook). Maar zijn twee hypotheekbedrijven en vooral Ameriquest, hebben honderdduizenden Amerikanen opgezadeld met hypotheken die hoger zijn dan de waarde van huis, die ze niet kunnen betalen, die na twee jaar lage rentes dodelijk zijn, die hoge kosten up front mee brengen. Kortom, die niets met sociale bewogenheid te maken hebben van Arnall die mooi kon vertellen hoe hij begon als bloemenverkoper in Los Angeles, maar alles met graaien en zelfverrijking.

All the devils are there is een hele kluif maar voor wie in elk geval wil proberen meer inzicht te krijgen in dat hele financiële spektakel en wil begrijpen waarom alle voorwaarden voor de volgende crash alweer gecreëerd zijn – en niemand van de oude club is gestraft, behalve met ontslag voorzien van 161 miljoen dollar in oprotpremies, zoals de baas van Meryll Lynch die werkelijk geen idee had van wat er in zijn bedrijf gebeurde – die kan zich geen beter boek wensen.

 

Het land van herkomst door Eduard du Perron

Ter voorbereiding van een trip naar Indonesië nam ik Du Perrons meesterwerk weer eens ter hand. Ik had het voor het laatst gelezen in de laatste jaren van de middelbare school, toen we als pretentieuze jongens wel eens babbelden over ‘vorm of vent’, du Perron en Ter Braak. Het land van herkomst is en blijft een curieuze mengvorm van Du Perrons leven in intellectueel Parijs, nadat zijn moeder het vermogen heeft opgemaakt, met vrienden als André Malraux. Dat deel bevat toegankelijke discussies over eeuwige onderwerpen.

Er tussenin vertelt Du Perron over het opgroeien in Indonesië, over zijn seksueel ontwaken en zijn terugkeer naar Europa. Geleidelijk aan komen die twee bij elkaar, onder de dreiging van de schaduwen die in 1934 al over Europa hangen.

Ik moest er even aan wennen. Het leek een beetje kinderlijk, soms, maar uiteindelijk moet ik toch weer concluderen dat het een meesterwerk is in de Nederlandse literatuur. Een leraar Nederlands die ik er onlangs naar vroeg, dacht niet dat het nog veel gelezen werd. Dat is jammer en de goedkope herdruk die Van Oorschot onlangs uitgaf, zou daar wat aan moeten doen. Du Perron als man van letteren is een fenomeen dat verdwenen lijkt, of althans in mijn omgeving niet zo te vinden is (kan aan mij liggen).

Volgens critici was Het land van herkomst het beste boek over Nederland en Indonesië sinds Max Havelaar – sinds jaar en dag een van mijn favoriete boeken uit de Nederlandse literatuur. Ik kan het daar wel meer eens zijn. Maar ik heb toch de Haverlaar zelf weer uit de kast gehaald – niet die hertaalde versie, daar heb je niets aan, dan is het enkel een verhaal, maar deel 1 van de verzamelde werken.

De drang naar de zee. Zeilverhalen door Geert van der Kolk

Mijn goede vriend Geert van der Kolk is een van de betere schrijvers in Nederland en ik zeg dat zonder die vriendschap daarbij mee te nemen. Zijn boeken, vooral de laatste twee, De smokkelaars van Exuma en Noordtij, zijn juweeltjes. Vooral Van der Kolks stijl spreekt me aan. Crisp, zouden Amerikanen zeggen, en dat is meer dan kort en bondig. Hij schrijft beelden en zonder tierelantijnen.

In deze zeilverhalen is hij goed op dreef en zoals dat gaat met een goede schrijver, hij sleept je mee, zelfs als je van zeilen niet veel weet of er niet veel mee hebt. Het zijn verhalen over dagelijks leven, observaties die het verhaal overstijgen.

Van der Kolk heeft nooit een bestseller gehad maar ik vind hem een stuk beter te verteren dan Grunberg en Koch, laat staan het fenomeen Kluun. Ik gun het hem maar deze zeilverhalen zullen het niet doen. Maar als u de kans krijgt, lees ze. Gewoon, om een goed boek te lezen. Niet meer, niet minder.

Stormy weather door Carl Hiaasen

Hiaasen is een van die ateurs die schrijven over een bepaalde regio of stad. Hij doet het over Miami en Zuid Florida, zoals Dennis Leheane over Boston schrijft, Raymond Chandler over Los Angeles, Dashiell Hammet over San Francisco en Laura Lippman over Baltimore (het is geen toeval dat ze allemaal crime novels schrijven). Ik had Stormy weather meegenomen naar Miami en heb er geen spijt van gehad.

Het boek is luchtig en vrolijk en tegelijkertijd somber stemmend. Het gaat over de naweeën van Hurricane Andrew die in 1992 de stadjes Florida City en vooral Homestead met de grond gelijk maakte. Om te beginnen geeft Hiaasen een prachtig beeld van de manier waarop bouwverordeningen, inspecties en verzekeringswezen samenspannen om de regels te ontduiken. Het gevolg is dat alles wegwaait waarvan gegarandeerd was dat het orkaanveilig zou zijn. Maar vooral gaat Stormy Weather over de chaos en de Hobbesiaanse wereld die ontstaat als de basisordening wegvalt. We zagen het ook in New Orleans na Hurricane Katrina, in New York toen in 1968 de elektriciteit uitviel. In de VS is het laagje beschaving finterdun en dat is niet verwonderlijk in een samenleving waar de verschillen zo groot zijn en de desinteresse voor wat andere burgers overkomt, zo groot. Als die verschillen genivelleerd worden door een natuurramp, dan blijkt er geen beschaving te zijn. Kijk naar Japan voor hoe het anders kan, maar iedereen die langere tijd in de VS heeft gewoond, maakt zich zorgen over wat er gebeurd als de controle verloren raakt.

Hiaasen beschrijft het op een vrolijk stemmende manier. Hij is ironisch en voegt de meest bizarre maar niet onrealistische karakters in om het verhaal te vertellen. Leuk boek. Alleen niet lezen als u in het orkaanseizoen in Miami zit.

 

Februari

How the light gets in door M.J. Hyland

Verhaal van een exchange student uit belabberd milieu in Australië. Komt terecht in een stad in het midden westen. Dwaalt, zoekt en vindt niet. Coming of age roman, of meer, coming to terms met een jaar overzees. Hoe een tiener (de hoofdpersoon, de ik) leert mee te bewegen, te liegen en gevoelens opzij te zetten om te kunnen overleven. Sterke combinatie van tienerverwarring en tegelijkertijd scherp inzicht van de hoofdpersoon wat in haar belang is met de wens om te ontsnappen aan haar rotleven in Australië. Een grote vluchtroute. Intens en mooi. Carry me down van dezelfde schrijfster kwam op de shortlist voor de Brooker.

The rest is noise. Listening to the twentieth century door Alex Ross

Doorlopende bundeling van stukken van de muziekcriticus van de New Yorker, neerkomend op een heldere en fascinerende geschiedenis van de klassieke muziek van de twintigste eeuw. Alles begint met de opera van Richard Strauss, Salome, op 16 mei 1906 opgevoerd in Graz. Alle hotemetoten waren er aanwezig en praatten erover (er is zelfs speculatie dat een gewoon mannetje, ene Adolf Hitler, er ook is geweest). Hier begint de twintigste eeuw, al in gang gezet in de late symponieën van Mahler. Ross vertelt het als een doorlopend verhaal, in de context van de tijd en andere muziek, van Strauss tot en met Richard Nixon van John Adams. Als voor u de muziek zo’n beetje ophoudt met Bruckner en Mahler, niets voor u. Als u net als in de meeste twintigste eeuwse muziek steeds meer ontdekt, dan is Ross een ideale gids.

 

Januari

A World on Fire. An Epic History of Two Nations Divided door Amanda Foreman

Een dik boek over de burgeroorlog. Goed geschreven, soms meeslepend. Maar vooral een verhaal over de Engelse reactie op de oorlog. Vanuit dat perspectief interessant maar soms ook meanderend en vastlopend in de debatten in het lagerhuis en de Engelse regering, plus de reacties van de Engelse journalisten in het veld. Tegelijkertijd mooi om te zien hoe de katoendroogte direct de Engelse economie beïnvloedde. Hoe veel aristocraten sympahtiseerden met het zuiden. Hoe het zuiden probeerde zijn zaak te bepleiten (erkenning van de Confederatie had wel degelijk verschil gemaakt). Een mixed bag, kortom. Niet een boek om te lezen als je niet al heel veel weet van die burgeroorlog – en dan is het voor een deel weer dubbelop.

Death comes for the Arch bishop door Willa Cather (1927)

Klassieker over het leven van katholieke missionarissen in Arizona en New Mexico rond 1840. De Spanjaarden zijn er niet meer maar hun erfenis wel, deels in de vorm van vrij levende priesters die hun indiaanse gemeenschappen runnen als potentaten. Mooie portretten van eenzame mannen in een vreemde omgeving. Mooie natuurbeschrijvingen. Terecht klassiek.

De honden jagen niet meer door A. Alberts

Herlezing van een van die prachtige korte boeken van Alberts, de meester van dit soort compacte verhalen. Over varen, gezinnen van zeelui, wel of niet aan de wal en wat dat betekent.

Wereldrijk voor een dag. Over de opkomst en ondergang van hypermachten door Amy Chua

Ik was verrast hoe leuk dit boek was – gekregen van mijn uitgever – tot ongeveer halverwege. Chua’s stelling is dat wereldrijken op hun krachtigst zijn en het sterkst worden als ze tolerant en open zijn. Ze snelt door de geschiedenis van de perzen, de romeinen, de vroege chinezen, de mongolen. En maakt haar punt. Interessante verhalen, ook al omdat we ze niet kennen of Chua er een mooie draai aan geeft. Ik wist niets van de Mongolen en weinig van de vroege Chinezen.

Het tweede deel gaat over Spanje en de ondergang van dat land met de opkomst van de inquisitie, de Gouden Eeuw van Holland, het Ottomaanse rijk en ten slotte het Britse rijk en de onmacht daarvan om om te gaan met liberalisme en tolerantie buiten de eigen grenzen. Allemaal aardig en leuk. Maar Chua’s hoofdstukken over de Amerikanen, de As mogendheden en de uitdagers van Amerika (EU, China en India) overtuigen een stuk minder. Daar wordt het verhaal snel en oppervlakkig. Jammer. Maar evenzo goed, een half boek ademloos gelezen: dat gebeurt niet zo vaak.

Amy Chua heeft overigens net een nieuw boek uit dat een sensatie veroorzaakt heeft: over de methodes van een Chinees Amerikaanse moeder. Een voorpublicatie in de Wall Street Journal onder de vlag: waarom Aziatische kinderen het zo goed doen, leverde een karrevracht van ingezonden brieven op. Het was ook geen lekker verhaal. Een bitch van een moeder die haar kinderen dwingt en forceert vanuit de filosofie dat je iets pas leuk gaat vinden als je er goed in bent. Misschien werkt het soms, misschien zelfs vaak, maar even vaak levert het miserabele mensen op, rijp voor de bank van de psychiater. Mijn chinees Amerikaanse vrouw herkende in elk geval beide aspecten van deze stijl van opvoeden. Zij had er weinig plezier aan beleefd – en was er toch wel gekomen.

 

Boeken najaar/winter

Parrot and Olivier in America door Peter Carey

Alexis de Tocqueville, de schrijver van Democracy in America, leent zich best voor een fictieverhaal. Een aristocraat die rondreist in de nieuwe wereld om de democratie te verkennen die het voorland is van Europa. Peter Carey maakt er een mooi verhaal van door Tocqueville niet te laten reizen met Gustave de Beaumont, zijn echte reisgezelschap, maar een Engelse bediende die in de VS zijn plek vindt. Het is altijd lastig om je los te maken van de echte personen zoals Tocqueville, waarvan nog niet zo lang geleden een mooie, zij het te dikke biografie verscheen van Hugh Brogan (die Carey vrij gebruikt heeft), maar al lezend gaan deze Olivier en zijn knecht Parrot (de titel is niet voor niets omgekeerd – Parrot is de hoofdpersoon) voor je leven.

Carey zadelt Olivier op met een liefdesaffaire voor een Amerikaanse vrouw en zij wordt degene via wie hij het nieuwe, democratische Amerika ervaart. Het einde van het boek laat Parrot zien als degene die aardt in Amerika, zijn voormalige baas als een afhankelijke die er niet kan aarden maar een beroep op Parrot moet doen. Die, op zijn beurt, kan toch niet afstand nemen van zijn rol als bediende.

Mooi boek, bij vlagen fantastische geschreven.

Innocent door Scott Turow

Dit is het vervolg op Presumed Innocent, de bestseller van Turow in de jaren tachtig. Jammer dat hij het geschreven heeft. Het verhaal is spannend en interessant genoeg, al kun je een aantal wendingen zien aankomen, maar het is rommelig opgeschreven en heeft teveel educatieve momenten en psychologische portretjes van de figuranten om echt te boeien. Je racet er doorheen.

Turow kent als jurist het systeem van strafvervolging en rechtspraak als geen ander. In Presumed Innocent had dat nog charme. Hij legde uit hoe het ging in zo’n rechtszaak en dat werd extra interessant omdat de hoofdpersoon een ervaren jurist was die wist hoe het systeem moest spelen. Je bleef achter met de vraag of hij het nu had gedaan of niet. Innocent is snel vakantievoer. Licht en weinig voedzaam. Je slaat soms stukken over omdat je het verhaal wil weten niet wat Turow er omheen schrijft. Mij irriteerde ook de vorm. Het perspectief wisselt voortdurend. Er zijn vier hoofdpersonen die per hoofdstuk het woord voeren. Maar soms is dat in de ik vorm en soms descriptief. Dat is allemaal te slordig of te gemakkelijk om te waarderen. Overigens is hij in zijn karakters stukken beter dan de bordplaten figuren die Grisham tevoorschijn tovert. Maar die heeft weer een beter verhaal. Dit is court room drama maar teveel court.

Teleurstellend kortom. Terug naar zijn eerste boek of gewoon naar de echte page turners: Dashall Hammet en Raymond Chandler.

’Moet kunnen’ Een kleine mentaliteitsgeschiedenis van de Nederlander door Herman Pleij

Bijzonder leuk boekje over de Nederlandse volksaard. Waarom Sinterklaas en gezelligheid zo Nederlands zijn; we overal over klagen en toch gelukkig zijn; geen leiders erkennen en roepen om een sterk hand … En nog zowat zaken, leuk opgeschreven door Pleij. Rare jongens die Hollanders. Moet je immigranten maar eens kwalijk nemen dat ze daar niets van begrijpen.

Vinex Vrouwen door Naima El Bezaz

Vlot geschreven, soms scherpe observaties van een columniste. Allemaal achter elkaar gezet leveren ze nog niet een boek op. Sterker, het gaat vervelen. El Bezaz schrijft in korte, soms superkorte zinnen. Veel ‘volgens mij’. Veel clichés die voor iedereen in elke Vinex wijk gelden, soms met clichés over Marokkanen die zo clichématig zijn dat ze irriteren. Maar de titel is terecht. Ze claimt geen exotisch gebeuren, gewoon Vinex vrouwen. En die zijn in Limburg net zo clichématig als in Nieuwegein of Hoofddorp, vermoed ik. Moet je on Hollands zijn om deze dagelijkse beslommeringen te kunnen observeren en beschrijven? Ik betwijfel het. Maar voor je verkopen helpt het. Aardig niemendalletje.

Travels with Herodotus door Ryszard Kapuscinski

Ik heb veel te lang gewacht om dit laatste, posthume boek van de grote reisverslaggever Kapuscinski te lezen. Het is een heerlijke, mooi gecomponeerde overpeinzing over reizen, geschiedenis, journalistiek, culturen en de wanderlust van sommigen van ons, voor de schrijver steeds gerelateerd aan de eerste die dat allemaal combineerde, Herodotus. Diens ‘Historiën’ moeten volgen Kapuscinski meer gezien worden als ‘onderzoekingen’, als verslagen van wat mensen vertelden over wat zij en hun voorgangers hadden meegemaakt. Want geschiedenis, zelfs verslaggeving van het heden, is altijd gemodereerd. Daarom is het zo onzinnig om te denken dat we een beter beeld van ons dagelijks leven krijgen nu iedereen erover kan twitteren en bloggen. Beter een professionele bemiddelaar erbij dan net te doen alsof de participanten een eerlijk en echt beeld geven. Herodotus was de eerste die dat vaststelde en in zijn beschouwingen meenam, zegt Kapuscinski. Maar dat terzijde.

Herodotus was, in deze visie, niet simpelweg een historicus. Hij was een verslaggever, gedreven door datgene wat journalisten overal beweegt: nieuwsgierigheid. Waar komen de schepen aan de horizon vandaan? Herodotus was ook een psycholoog avant la lettre, een literair genie. Hij realiseerde zich dat verhalen verhalen zijn, de culturen, jazeker, het mag wel weer eens gezegd worden, relatief zijn. Alleen provincialen, zowel naar plaats als naar tijd, denken dat hun cultuur en hun tijd beter, hoogstaander en waardevoller zijn dan die van anderen. Journalisten weten wel beter.

Wat is Herodotus’ zijn belangrijkste ontdekking? ‘Dat er vele werelden zijn. En dat elke wereld anders is. Dat elke wereld belangrijk is. En dat je er wijzer van moet worden omdat deze andere werelden, deze andere culturen, spiegels zijn waarin we onszelf kunnen zien, waardoor we onszelf beter kunnen begrijpen – want we kunnen onze eigen identiteit niet vaststellen todat we hem met andere vergeleken hebben.’ Je zou zo’n quote in het gezicht willen gooien van de nieuwe provincialen die Nederland regeren of gedogen.

Op zijn leven van reizen vanuit de benauwdheid van het Koude Oorlogs Polen, eerst naar India, dan naar China en later naar Afrika, relateert Kapuscinski zijn ervaringen steeds aan wat hij leest in zijn permanente gezelschap, het boek van Herodotus. Het is een eenzaam bestaan, erkent hij aan het einde van dit prachtige boekje. Altijd op zoek, altijd verslag doen van wat anderen vertellen, altijd gefascineerd door, zoals het heet in het oude Amerikaanse liedje: ‘the bear went over the mountain, to see what he could see’. Niet zozeer dat het gras altijd groener is aan de andere kant, maar wat voor gras er groeit, dat is interessant.

Gelaten stelt Kapuscinski vast dat de gemiddelde persoon niet bijzonder nieuwsgierig is naar de wereld. Hij leeft, moet met zijn omstandigheden van de dag omgaan, en gelooft dat, hoe minder moeite dat kost, des te beter het is. Gelukkig dat er mensen zijn die daarmee niet tevreden zijn, die willen onderzoeken, zichzelf willen testen. Zoals Herodotus, zoals Kapuscinski. Ten slotte een mooie quote voor onze multiculturele kortzichtigheid. ‘In de wereld van Herodotus, een waarin vele culturen en beschavingen naast elkaar bestonden, waren de verhoudingen tussen hen nogal gevarieerd en fluide; we kennen voorbeelden waarin de ene civilisatie in conflict was met de andere, maar er waren ook andere voorbeelden waarin er werd uitgewisseld en waarin ze aan elkaar schatplichtig waren, elkaar politiek verrijkend. Sterker, er waren civilisaties die ooit hadden gevochten maar daarna samenwerkten, enkel om zich later weer in oorlog te ervaren.

Kortom, voor Herodotus, was het multiculturele van de wereld een levend, kloppend orgaan waarin niet permanent was vastgelegd of gedefinieerd, maar dat zich voortuderend omvormde, muteerde, aanleiding was voor nieuwe verhoudingen en contexten.’ In onze westerse wereld hoeven we niet arrogant te zijn over wat zogenaamd de ‘beste cultuur’ is. We hebben grotere slachtingen meegemaakt binnen die cultuur dan in de botsing met die andere culturen. We hebben geen reden voor arrogantie.

Een schitterend boek. Ter overpeinzing. Na een jaar van uitverkoop en multiculturele kortzichtigheid van de zogenaamde elite van ons land.

Geschiedenis van Amsterdam, vijf delen door diverse auteurs

Als ik boekenbonnen krijg voor lezingen (of bij de NRC voor artikelen) dan bewaar ik graag om dikke en dure boeken te kopen die ik anders zou laten liggen. Ik had al een tijdje de Geschiedenis van Amsterdam, gepubliceerd door Sun Uitgeverij, in de kast staan – zo’n vijf delen. Ik heb inmiddels de eerste drie boeken gelezen. Dat brengt het verhaal tot aan, pak weg, 1690. Het hoogtepunt is daar.

Schitterende boeken. Veel medewerkers waardoor er onvermijdelijk wat overlap is tussen de diverse hoofdstukken, maar het zijn spannende verhalen. Vooral deel 2-II dat ik net uit heb, was razend interessant. Hoe Amsterdam zijn succes dankte aan nieuwkomers. Uit het zuiden, uit Duitsland, uit Scandinavië. Hoe katholieken en lutheranen mochten blijven maar zich koest moesten houden (en hoe de Duitstalige lutheranen in de tweede generatie gewoon Nederlands gingen gebruiken in hun diensten omdat de kinderen anders niet luisterden). Hoe nieuwkomers uit het stadsbestuur werden geweerd. Matrozen werden geronseld. De eerste investeerders in de VOC zuiderlingen waren – die al snel werden weggewerkt. Kortom, een voorbeeldige geschiedenis waar we veel van kunnen leren over ons twintigste eeuwse Nederland.

Thorbecke. Een filosoof in de politiek van Jan Drentje.

De titel zegt het al, het gaat vooral over de filosofische achtergrond van Thorbecke. Niet gemakkelijk te lezen maar essentieel voor een goed begrip van de man en zijn omgeving. Wat mij nog frappeerde was de Duitse achtergrond van de familie Thorbecke, de links met Duitsland. Voor onze multiculturele liberalen misschien goed om zich te herinneren dat hun grootste leidsman half Duits was, of in zijn hart, misschien wel helemaal Duits. We zijn een product van dit soort mengelingen, of we het nu willen of niet. Ik moet bekennen dat ik sommige hoofdstukken licht behandeld heb. Ging me te ver.

Richard Hofstadter. An intellectual biography door David Brown

De eerste boeken die ik over Amerikaanse geschiedenis las waren beduimelde pockets. The American Political Tradition en The Age of Reform, beide te krijgen bij de Slegte in Groningen en de American Book Store in Amsterdam. Ik wist toen nog niet dat het ook zowat de best verkopende historische boeken zijn in de uitgeefgeschiedenis. Inmiddels heb ik al het werk van historicus Hofstadter in mijn kast staan en nog gelezen ook. Deze goed geschreven biografie is nuttig om de context van Hofstadters werk te laten doordringen. Zeker nu The Paranoid Style of American Politics weer overal voor gebruikt wordt, van de Bush excessen tot de Tea Party nonsens. Fascinerende man, uitstekend boek.

Freedom door Jonathan Franzen

Wel, sorry. Ik heb het boek gelezen, soms in hoog tempo omdat de dialoog maar door meanderde. Vond er weinig aan, eerlijk gezegd. Ik begrijp niet waar alle opwinding over gaat. Een portret van Amerika van de afgelopen dertig jaar? Nou, in zekere zin. Een onge-edite, overdreven, veel te lange en saaie navelstaarderige excercitie. Ja, dat heeft wel iets van Amerika. Het proza is niet overweldigend interessant.

De roman heeft wel dat waar veel Amerikaanse literatuurcritici blijkbaar nog steeds naar zoeken, the great American novel. Het is een verhaal, jazeker. Er zit leuke snap shots in. Een pastiche voor het leveren van niet werkende trucks aan de troepen in Irak. Leuk gevonden maar sorry, de werkelijkheid is veel interessanter. Combinatie van idealistische natuurbescherming en het grote geld? Dagelijks is de werkelijkheid interessanter. Misschien ligt het aan mij. Ik heb The Corrections ook weggelegd na halverwege te zijn vastgelopen in de weinig interessante levens van weinig interessante mensen. Jazeker, misschien is dat het dagelijks leven voor de meesten van ons, maar waarom moet ik daar nog eens over lezen? John Updike deed dat met zijn Rabbit boeken op een veel leukere manier en had niet het pretentieuze dat Franzen lijkt aan te kleven.

Freedom zou een overpeinzing zijn, een hele lange dan, over vrijheid, de essentie van de Amerikaanse manier van leven. In zekere zin is het heel Amerikaans. Een lang boek, een uitgestrekte sitcom met scènes uit het dagelijks leven van gewone, saaie mensen. Veel te lang, te veel vrijheid. Een goede editor zou hem aan banden gelegd hebben. Een goede schrijver zou het zelf gedaan hebben.

Boeken augustus

Ill Fares the Land door Tony Judt
Ik had de eerste versie van Judt analyse in de New York Review gelezen en zoals het vaak gaat met uitgedijde artikelen, die versie was beter. Judt verwijt aan de generatie van zestig dat die narcistisch is geworden en grotendeels ongeïnteresseerd in sociale rechtvaardigheid. Individualisme nam het over van een gevoel van samenleving en solidariteit dat in de jaren vijftig de boventoon voerde. Natuurlijk heeft Judt gelijk dat het neoliberale denken sinds de jaren tachtig de politieke markt veroverd heeft. Maar hij geeft mij niet voldoende redenen om dat te verklaren.
Jazeker, incentives zijn de orde van de dag geworden, maar de critici van de verzorgingsstaat die het over disincentives hadden, de perverse negatieve effecten van te veel voorzieningen komen bij hem niet voldoende aan bod. Jazeker, we hebben weinig aansprekende leiders op het moment en Obama stelt teleur. Judt is nostaligisch naar een eerdere klasse van staatslieden die een politieke klasse vertegenwoordigden die zich diep bewust was van zijn sociale en morele verantwoordelijkheid.
Dat is inderdaad een van de dingen die we zijn kwijtgeraakt – omdat mijn generatie van zestig juist de professionele politici kwijt wilde. Wat we terug hebben gekregen zijn … professionele politici, of mensen met een carrièreambitie. Echte volksvertegenwoordigers zijn met een lampje te zoeken en dat is precies wat de kiezer voelt, denk ik. Daarom gaan discussies ook over de meest onzinnige onderwerpen en veel te weinig over de grote lijnen, zijn er bijzonder weinig behoorlijke sprekers en al heel weinig geloofwaardige leiders. Judt is nostalgisch, misschien naar iets dat nooit echt zo heeft bestaan, maar hij legt wel een vinger op de zere plek. Het meest interessant vond ik zijn observaties over de rol van ‘government’. Zelf heb ik ook maar steeds het idee dat het moet gaan over de rol van de overheid. Waar wel, waar niet, hoe en onder welke voorwaarden. Een nostalgie naar een eerdere variant is niet voldoende. Judt boek valt uiteindelijk tegen. Ik begrijp dat het baby boomers aanspreekt in zijn analyse – zij zijn nu degenen die intellectueel de toon zouden moeten zetten en doen dat niet. Het is een vorm van zelfkastijding om Judt te lezen en te prijzen. Maar het verandert niets.

John Calhoun door Irving Bartlett
Werkend aan een biografie van Lincoln kwam ik er eindelijk toe om de biografie van John Calhoun in zijn geheel te lezen. Calhoun was een van de groten in de Amerikaanse politiek, deel van de opvolgersgeneratie na de Founding Fathers. Hij was afgevaardigde, minister van oorlog, vice president, minister van buitenlandse zaken en senator. Altijd op het vinkentouw om het presidentschap te betwisten, wist hij nooit genoeg steun te krijgen voor zelfs maar de nominatie – de Democratische partij werd gerund door de Jacksonians en de sluwe Van Buren was beter dan Calhoun in het masseren van de politieke ego’s.
Calhoun als politieke denker heeft door de burgeroorlog een reputatie opgelopen als de ultieme verdediger van de slavernij (hij stierf in 1850, dagen nadat zijn laatste speech in de senaat werd voorgelezen, als openingssalvo voor het decennium dat tot oorlog zou leiden). Hoewel niet onverdiend doet die reputatie Calhoun onrecht. Hij was een van de weinige serieuze denkers in het Amerika van de eerste helft van de negentiende eeuw. Hij probeerde de balans te zoeken tussen de rechten van minderheden in een democratische samenleving en het risico dat een numerieke meerderheid die rechten met voeten zou treden. Dat is een interessantere problematiek, met hedendaagse ondertonen (Calhoun, conservatief als hij was, zou de impulsen van de multiculturalisten – ik bedoel hier de theoretici, niet de theedrinkers van onze Grote Leider – herkennen). Met Henry Clay en Daniel Webster hoorde Calhoun tot de grote drie, de politici die vanuit het congres de politiek domineerden. In een tijd van zwakke presidenten (alleen Andrew Jackson was een krachtpatser) waren zij degenen die de toekomst van Amerika bepaalden. Dat het uitliep op een burgeroorlog laat zien dat ze uiteindelijk faalden, waardoor niet deze drie maar de grote Abraham Lincoln de belangrijkste poiticus van die tijd, misschien van die eeuw werd. Maar Calhoun is het bestuderen waard en deze biografie is uitstekend. 
The thousand autums of Jacob de Zoete door David Mitchell

Briljant boek, zowel in de opzet, de ambitie als de uitvoering. Speelt zich af rondom Dejima, een Hollandse handelspost aan de rand van het voor buitenlanders gesloten Japan. De VOC loopt op zijn laatste benen en zal verdwijnen. De Zoet is de betrouwbare, eerlijke administrateur die klem komt te zitten tussen allerlei morele keuzes en eigenbelang. Het decor is ook vol botsingen, tussen culturen, tussen overzeese rijken. Mitchell biedt mooie beschrijvingen van de gestratificeerde kleine samenleving van Hollanders op Dejima en de Japanners die hen daar vastpinnen. Dat er een liefdesverhaal doorheen loopt geeft verder schwung aan het verhaal, zeker als het uitloopt op een thriller met ongewisse afloop. Een van die boeken die zorgvuldig en over langere tijd geconstrueerd zijn, zonder dat ze hun dynamiek verliezen. Betoverend. Je moet boeken niet zonder meer vergelijken maar Mitchells meesterwerk staat naast Wolf Hall van Hillary Mantel (zie hieronder). Ik denk dat het geen toeval is dat beide boeken een historische achtergrond nemen. Misschien biedt dat de romanschrijver meer mogelijkheden.

The collected stories of Lorie Moore

Volledige werkenvan een korte verhalen schrijfster op de top van haar capaciteiten. Moore kan als geen andere contemperaine gebeurtenissen inweven in haar verhalen. De eerste drie verhalen van de bundel, toegevoegd aan haar verzameld werk, gaan gewoon over 2008, 2009. Knap.

Lustrum door Robert Harris

Nieuwe romeinse roman van een door mij bewonderde auteur (zie Pompei, Ghostwriter etc). Valt wat tegen. De avonturen van Cicero, Ceasar en Crassus en hun strijd om de macht konden minder bekoren dan in vorige afleveringen. Ondertussen zet Harris wel mooi vlees op de botten van de Romeinse geschiedenis zoals we die kennen (onder meer door Salustius over de Catelina samenzwering). Maar het leest weer als een trein, dat wel. 

Both ways is the only way I want it door Maile Meloy

Half in Love, Meloy’s eerste bundel van korte verhalen is nog steeds een van mijn favoriete bundels. Laat zich zelfs herlezen. Deze bundel korte verhalen is op gelijk niveau. De eeste twee verhalen spelen zich af in Montana en je loopt het risico te denken dat je een volgende Anie Proulx tegenkomt. Gelukkig heeft Meloy haar bundel goed gecomponeerd (op zich al een kunst in korte verhalen bundels), zodat de thematiek en karakters variëren en op de juiste plek in het boek staan. Meloy’s roman Liars and Saints over een katholiek gezin in het Amerika van de jaren vijftig kon me indertijd minder bekoren. Maloy is gewoon op haar best als korte verhalen schrijfster.

Boeken juli

What hath God wrought. The transformation of America, 1815-1849 door Daniel Howe

Dit boek is deel van de Oxford History of the United States, een onvolprezen reeks boeken die uiteindelijk de hele Amerikaanse geschiedenis moeten samenvatten. Een belangrijke periode van transitie, van een landbouweconomie in een dunbevolkte strip land aan de oostkust, naar een continentale VS, meer gericht op de wereldmarkten en meer democratisch dan welk land dan ook ter wereld. Howe’s boek is ook interessant omdat het een deel in deze reeks is waarvoor oorspronkelijk een ander boek was bedoeld, The Market Revolution door Charles Sellers Dat boek, dat ik indertijd ademloos las, werd verworpen voor de reeks door de inmiddels overleden editor, de historicus C. Vann Woodward.

Howe neemt een andere stelling in dan Sellers dat zal duidelijk zijn. Terwijl Sellers de overgang van een landbouweconomie naar een kapitalistische samenleving als de revolutie van de negentiende eeuw beschouwde, de overgang van een interne overlevingseconomie naar een productiewijze die de familie en de directe omgeving oversteeg, richt Howe zich op de communicatie revolutie van die jaren – kanalen, spoorwegen, de telegraaf, het postsysteem, de kranten en culturele ontwikkeling (waaronder een eigen literatuur voor de VS). Hij besteedt ook veel aandacht aan geloof en de rol die dat aspect speelde in de inrichting van de Amerikaanse samenleving – profiterend van de markt. Howe meent dat de marktrevolutie al in de achttiende eeuw plaatsvond en dat het niet zo’n ramp was voor de gewone Amerikaan als Sellers meende. Hij besteedt dan ook veel aandacht aan de gevolgen van de beter communicatie in de vorm van de verspreiding van niet alleen democratie maar ook evangelisch geloof – de Second Great Awakening, die inderdaad alleen maar plaats kon vinden omdat het achterland bereikbaar werd. Sellers en ook Sean Wilentz (zie eerder) waren fans van Andrew Jackson, de autoritaire, eigengereide president die Amerika definitief veranderde.

Howe is meer een fan van John Quincy Adams, die in zijn boek naar voren komt als een visionaire denker en stoutmoedig politicus, zij het niet altijd even effectief. Sellers meent dat kapitalisme een strop legde om amerikaanse ingenieuze basisdemocratie en dat Jackson daar een laatste bolwerk tegen opwierp, Howe meent dat kapitalisme juist leidde tot meer democratie, de samenleving opende. Een ouderwets conflict tussen historici met wortels in de jaren zestig (Howe studeerde kort bij Sellers, en Sellers boek werd wel door Oxford University Press uitgebracht, in 1991). Howe verdedigt de burgerlijke samenleving die ontstond, Sellers betreurt de natuurlijke aard van de Amerikaanse gewone man die daarin verloren ging. Niet voor niets eindigt Howe zijn boek met de Seneca Falls bijeenkomst van Amerikaanse vrouwen, waar de grondslagen werden gelegd voor de emancipatie, en niet met de Oorlog tegen Mexico. Ik heb beide boeken met genoegen gelezen, Howe het meest recent. Sellers is doctrinairder en ik moet zeggen dat ik in de loop der jaren ook minder gecharmeerd ben geraakt van president Andrew Jackson dan ik ooit was – beïnvloed door de heroïsche verhalen van onder ander Arthur Schlesinger, die Jackson, net als de ook geleidelijk aan allure verliezende Jefferson, wilde arresteren voor de progessieve Democraten van de New Deal. Beide boeken even een fascinerend inzicht in een periode van wel degelijk revolutionaire ontwikkelingen in de Amerikaanse samenleving die door mensen die in de VS geïnteresseerd zijn vaak wordt genegeerd (en waar zelfs studenten Amerikanistiek weinig vanaf weten, helaas).

Jane Eyre door Charlotte Brontë

Ik moet bekennen dat ik deze klassieker nu pas voor het eerst lees. Indrukwekkend. De ontwikkeling van een meisje in een ongelukkig pleeggezin tot een volwassen, zelfstandige vrouw is nog steeds meeslepend en mooi geschreven. Hoe Jane Eyre zich niet de wet voor laat schrijven, gevat is en scherp, zelf morele oordelen velt en zich niets laat opdringen. Meteen ook een prachtig melodrama met wel degelijk mooie observaties over liefde en wat dat betekent. Mooi, zelfs poëtisch geschreven. Gepubliceerd in 1847 en toen waarschijnlijk opruiend, voor wie daar gevoelig voor was. Maar nog steeds een geweldig boek. Ware klassieker.

Intimacy door Hanif Kureishi

Ik las een korte versie van dit verhaal voor het eerst in de New Yorker. Om de een of andere reden is het me altijd bijgebleven. Het korte boek van Kureishi is nog beter, voller. Het verhaal van een man aan de vooravond van zijn vertrek uit zijn gezin. Een onthutsend eerlijk beeld van wat daartoe geleid heeft, misschien wel erg van uit een mannelijk oogpunt beschouwd, zoals sommige critici meenden,  maar daarom niet minder fascinerend.

Juni 2010

The Wilding door Maria McCann

Dit is het tweede boek van Maria McCann – haar eerste When Meat loves Salt kon me matig bekoren. Op aanraden van The Economist, die net als de FT een uitstekende boekbesprekings afdeling heeft, las ik The Wilding. Nu ben ik wel gewonnen voor deze schrijfster. Het boek speelt zich opnieuw af in de zeventiende eeuw, een generatie na de Engelse burgeroorlog. De hoofdpersoon is Jonathan Dymond, een half volwassen man van 26 die de harde waarheden in het leven ontdekt. Hij maakt cider in opdracht van de eigenaars van boomgaarden en reist zo rond, van alles ontdekkend en in zichzelf pratend. Het verhaal begint met een klein mysterie en McCann weet het een heel boek lang fris en interessant te houden. Mooi boek.

Mei 2010

The Rise of American Democracy door Sean Wilentz

Massief boek dat via een hervertelling van de Amerikaanse geschiedenis van 1789 tot en met 1861 laat zien hoe de ontwikkeling van een brede volksdemocratie in de VS niet vanzelfsprekend maar wel onvermijdelijk was. De aristocratische tendenzen, toen nog heel gewoon in Europa, waren minstens even sterk. Wilentz is magistraal in het beschrijven en analyseren van de ontwikkeling en ook nog aangenaam polemisch als hij collega historici verwijt dat ze een verwrongen beeld van de geschiedenis koesteren of in stand houden (hij is vooral goed in de aanloop naar de Burgeroorlog, waarin de later mystificatie van de Lost Cause van het zuiden als een betere samenlevingsvorm tot grote hoogte is gestegen). Wilentz moet er niets van hebben en traceert de ontwikkeling van Jefferson via Andrew Jackson naar de grote kaldderatsj, de burgeroorlog. Met ruim 1000 pagina’s is dit boek niet direct een werkje dat de gewone lezer ter hand zal nemen. De meer dan gemiddeld geïnteresseerde lezer kan er zijn hart aan ophalen.

De helaasheid der dingen door Dimitri Verhulst

Ik las dit boek pas nu, 22e druk of zoiets, nadat ik er veel goeds van had gehoord. Het viel me erg tegen. Een boertig, kluchtig relaas van het dagelijks leven van een disfunctionele familie in een Vlaams gat. Af en toe een leuke vondst, zowel qua verhaal als qua taalgebruik maar het geheel kon me niet bekoren. Geen Claus of Boon en dan blijft enkel de klucht over. Het schijnt verfilmd te gaan worden. Ik moet zeggen dat ik me daar weinig bij voor kan stellen. Het drankgeweld wordt in geschreven vorm al geleidelijk aan vervelend, hoe moet dat zijn als je er naar kijkt?  

Wolf Hall door Hillary Mantel

Werkelijk prachtige historische roman over het leven aan het hof van Hendrik VIII in de periode dat die van zijn eerste vrouw afwilde en uiteindelijk de Church of England stichtte om met Anne Boleyn te kunnen trouwen. Gezien door de ogen van Thomas Cromwell (niet dé Cromwell, dat was Oliver). Het verhaal loopt van pak weg 1527 als Cromwell in dienst is van kardinaal Wolsey, de belangrijkste adviseur van Henry, tot en met de executie van Thomas More in 1535. Cromwell deed voor Henry wat More niet wilde doen en wat Wolsey niet lukte, namelijk zijn eerste huwelijk nietig laten verklaren. Het kostte More zijn hoofd, en later, in 1540, Cromwell ook nadat hij Henry had gekoppeld aan Anna van Kleef, als vierde echtgenote. Er rollen veel hoofden, er zijn veel executies op de brandstapel; het waren onzekere tijden, ook in andere opzichten. Uitbraken van koorts, slachtpartijen, vechten. Prachtig in scène gezet door Mantel die voor dit boek de Man Booker Prize kreeg. Cromwell was altijd de bad guy in de geschiedenisboeken maar onder More werden meer mensen gemarteld en geëxecuteerd dan onder Cromwell. Mantel maakt van Cromwell een wijs en bedachtzaam staatsman, af en toe Nicolo (Machiavelli) citerend die hij op zijn Italiaanse reizen als jongeling had gelezen. Het boek gaat over macht en hoe die te gebruiken. Mantel is een superieure schrijfster. Een van de middelen die ze met succes gebruikt is ‘hij’ als Cromwell aan het woord is, zodat zijn woorden de toon zetten. Het maakt dat het Cromwells boek is. Ze ziet af van zestiende eeuws Engels en dat is een prima keuze. Het boek eindigt met de dood van More en het schijnt dat het verhaal van Cromwells conflict met More voor Mantel een eigen leven ging leiden. Ze had het tot de dood van Cromwell willen voeren, maar nu is zelfs Anna Boleyn nog in leven, al heeft Cromwell al een trip voor de koning geplanned naar Wolf Hall, waar Jane Seymour woonde, de derde vrouw nadat Anne ook geëxecuteerd is. Er komt een tweede deel. Het is het wachten waard. Klik hier voor een uitgebreide recensie in de Newyorker  

Brieven aan Olga door Jan Wolkers, Bezorgd en ingeleid door Onno Blom

Zoals voor alle tieners in de jaren zestig was Turks Fruit van Jan Wolkers voor mij een openbaring. Het ging over echte liefde en echte seks, door Wolkers geschreven in gewone mensen taal. Niet het moeizame geknutsel van de grote drie van de Nederlandse letteren (Mulish, Reve en Hermans) maar gewoon iemand die opschreef waar het in het leven om draaide. Er is veel veranderd sindsdien, maar niet de aantrekkelijkheid van Turks Fruit voor tieners – als ik tenminste mijn zoon mag geloven die ervan genoot en het op zijn lijst zette. Hoe dicht Wolkers met zijn boek bij zijn echte dagelijks leven zat blijkt mooi uit dit prachtige boekje met liefdesbrieven (want daar komt het op neer). Olga is Annemarie Nauta aan wie Wolkers vanuit Parijs de brieven schreef toen hij zes maanden mocht studeren bij de grote beeldhouwer Ossip Zadkine (die één keer per week kwam opdraven om de leerlingen te kritiseren). De afstand en de traagheid van het leven – het ging over weken vooruit kijken terwijl we dat in de tijd van email en internet en alles moet vandaag, zeer beperkt houden – maakten dat mensen daadwerkelijk nog brieven aan elkaar schreven. En dat wij die nu nog kunnen lezen. Wolkers had zijn schrijftalent nog niet ontdekt maar voor wie de brieven leest is het onmiskenbaar. En even onmiskenbaar is hoe het verhaal van Annemarie in Turks Fruit werd verteld. Sprankelend, tintelend, creatief en overlopend van liefde. Een prachtig boek en ook nog heerlijk geïllustreerd met tekeningen en foto’s door Wolkers. Ook de minder aantrekkelijke kanten van de persoon Wolkers worden duidelijk. Een bezitterig type dat slaat als hij kwaad is – en hard, zoals Annemarie zegt, omdat hij als beeldhouwer oersterk was (ze schrijft ook ergens dat ze het vreselijk vond maar dat het haar wel opwond). In 1960 scheidden ze alweer – nadat Wolkers haar gezicht behoorlijk had toegetakeld, zoals beschreven in Turks Fruit.

April 2010

Game Change. Obama and the Clintons, McCain and Palin, and the Race of a Lifetime door John Heilemann and Mark Halperin

Voortreffelijk verslag van de presidentscampagne van 2008. Misschien wat te weinig aandacht voor de strijd om de Republikeinse nominatie (de eerste helft van het boek gaat over Obama, Clinton en Edwards) maar die was uiteindelijk vrij snel beslist. Ik miste informatie over Mike Huckabee en hoe die door in de strijd actief te blijven Romney neutraliseerde en McCain in het zadel hielp. Wel prachtig is de analyse van de keuze voor een vp kandidaat door de hopeloze klungelaar McCain. Lieberman had het moeten worden – ik ben ervan overtuigd dat het geen verschil in de uitslag had gemaakt. Het werd Sarah Palin en als je leest hoe dat in zijn werk ging en hoe fundamenteel ongeschikt zij is, dan rijzen de haren je te berge. Een geval rijp voor de psychiater. Dat geldt overigens in het algemeen voor deze campagne. Hij liet genadeloos zien dat letterlijk alle kandidaten met uitzondering van Obama ongeschikt waren om president te worden (wat meteen de stelling in mijn boek De beste wint nooit ondermijnt). Hillary Clinton kon zich niet losmaken van Billy en het levert pijnlijke scènes op van de ex president die zichzelf overschreeuwd en bewust of onbewust zijn vrouw ondermijnt. Heerlijk om te lezen, maar je tenenkrommend over wat er gebeurd zou zijn als Hillary de genomineerde was geweest. Haar campagne was fenomenaal slecht georganiseerd, met de destructieve poller Mark Penn als middelpunt en de Hillaryworld van loyale Clinton volgers (ik denk aan de ex-journalist, inmiddels slippendrager, Sidney Blumenthal) die haar allemaal het verkeerde advies geven. Maar vooral aan het ontslag per email van haar meest vertrouwde assistente Patti Solis Doyle toen die wel vertrouw maar niet erg effectief bleek. En Hillary’s verklaring van onvermogen om haar echtgenoot in te tomen en haar zwaktebod om uiteindelijk toch op hem terug te vallen. Heerlijk leesmateriaal maar bevestigend wat ik altijd het zwakste punt van Hillary vond: haar meeliften met Bill. Ook fantastisch maar pijnlijk ontluisterend het narcisme en de onverantwoordelijkheid van John Edwards. Dat die man ooit op 300.000 stemmen van het vice presidentschap is gekomen! Het was de National Enquirer, een roddelblaadje, die hem echt bij de ballen pakte over zijn relatie met een new age dame maar als je ook de rest leest over zijn dictatoriale echtgenote (die ieders sympathie had vanwege haar kanker, maar een bitch was tegen iedereen, inclusief haar man) en de manier waarop Edwards zijn staf behandelde, dan realiseer je je hoe ongeschikt deze man was. Dat is het thema van dit boek: de ongeschiktheid van de mensen die zich kandideerden. McCain had het nooit zover moeten laten komen (en hij dacht in de zomer van 2007 ook al dat het voorbij was – maar als bejaarde ex-straigth talker had hij niet mee moeten doen). Romney zegt wat hij denkt dat nodig is, zoals hij dat nu ook doet als Republikeinse front runner. Huckabee? Senatoren Dodd en Biden die meedoen … om? Ja, waarom eigenlijk? Een desolaat landschap van ego’s en superego’s zonder de juiste kwaliteiten. De enige die er goed vanaf komt is Barack Obama (hoewel ook niets menselijks hem vreemd is en we een beter inkijkje krijgen in zijn ruzies met Michelle dan bijvoorbeeld David Remnick geeft in zijn Obama bio). Voor liefhebbers van Amerikaanse politiek een onmisbaar boek. Geen mitsen en maren. Lezen!  

A Death in Tuscany door Michele Giuttari

Ik kocht deze politiethriller in Londen waar hij een van de best sellers was. Er zijn veel schrijvers die iets doen met moorden en kunstdiefstallen in Italië – ik heb het werk van Iain Pears altijd met plezier gelezen. Deze Giuttari is geen geweldig auteur. Als een echte beginner vertelt hij de lezer steeds wat die moet vinden, ook al vind je dat al omdat de karakters het uitstralen of gezegd hebben. Een mooi voorbeeld is als op de laatste pagina het leven van de hoofdpersoon wordt gered door zijn trouwe assistent, die hem opzij trekt als de kogel langskomt. De één na laatste regel vertelt dat hij na afloop van de actie opstaat en zijn assistent omhelst. Mooi einde. Maar dan de laatste zin: ‘He had saved his life’. Totaal overbodig en doodmakend. Het bevestigt wat een van de schrijvers voor mijn blad indertijd altijd zei (en ik nooit heb vergeten): schrap die laatste zin. A Death in Tuscany heeft een mooi plot en leest verder als een trein – als je je niet ergert aan die overbodige uitweidingen van de auteur. Goed vakantievoer maar waarom het zo’n bestseller is, ontgaat me.  

De brug. Leven en opkoms van Barack Obama door David Remnick

Goed geschreven maar overbodig boek over de het leven van Obama tot 8 november 2008. Kenden we al. Remnick voegt niet veel toe en de brandende vragen beantwoordt hij niet. Lees mijn uitgebreide bespreking in de Groene van 6 mei.  

The Ghost door Robert Harris Mooie politieke thriller met nauwelijks verhulde verwijzingen naar de sfeer van Tony Blair. De avonturen van een ghost writer voor diens memoires. Leuk. Spannend.  

The Post-Birthday World door Lionel Shriver

Sinds ik het onvolprezen meesterwerk We Need to Talk about Kevin las, over hoe een kind een massamoordenaar wordt (was het de moeder die hem geen liefde gaf of was hij evil van aard?), is Lionel Shriver een van mijn favoriete schrijfsters. The Post Birthday World stelt niet teleur. Dit is een ‘what if’ boek. De hoofdpersoon, de gelukkig getrouwde Irina die geleidelijk aan zich afvraagt of en wat ze mist in haar huwelijk, komt op een avond in de verleiding een man die ze kent en aardig vindt, te kussen (de verjaardag uit de titel). De keuze om dat al of niet te doen leidt tot verschillende levens. Lionel Shriver wisselt de hoofdstukken om en om met als gegeven dat Irina in de ene reeks wel kiest voor de kus en in de andere niet. Het stelt Shriver in staat alle facetten van relaties te exploreren. Ze heeft de hoofdpersonen nogal verschillend van elkaar gemaakt – de echtgenoot saai, betrouwbaar, intelligent, de nieuwkomer opwindend, impulsief, onopgeleid – met als impliciete boodschap dat je al die elementen nooit in één persoon vindt. Mijn enige kanttekening bij dit prima boek is dat de emotionele relatie – met een beroeps snooker speler – misschien wat al te moeilijk voorstelbaar is (het levert ook wel erg veel snookerinformatie op). Het was misschien uitdagender geweest om twee gelijksoortige relaties te laten vechten met elkaar. Maar Shriver bewijst eens te meer een fantastische schrijver te zijn die kan spelen met grote thema’s.   

What becomes door A.L. Kennedy

Korte verhalen die ik niet altijd kan plaatsen. Er zitten juweeltjes bij, andere verhalen begrijp ik eenvoudigweg niet. Kennedy is een tovenaar met taal en wil de lezer op een bepaald pad zetten. Dat lukt niet altijd. Een bespreking in de London Review of Books stelde: ‘not always easy to read’. En zo is het.  

Embracing defeat. Japan in the wake of World War II door John Dower

Fascinerend boek over het Japan van de jaren na het einde van de oorlog. Had ik al een tijd liggen, op basis van een goede recensie. Die blijkt helemaal terecht. Ik weet niet hoe het andere Nederlanders is vergaan, maar er was natuurlijk weinig interesse voor het lijden van de Japanners na de oorlog (en tijdens de oorlog want we vergeten dat die voor hen al in 1931 begon en ze er al vijftien jaar oorlogsregime op hadden zitten). Hongersnood, vernietiging van zestig procent van de stedelijke omgeving, collectieve wanhoop, en een conservatieve elite die probeerde het radicale Amerikaanse hervormingsprogramma te ondermijnen. Het geeft ook nieuw denkvoer over de beslissing van Truman om de atoombom te gooien. Niet alleen bespaarde het vele duizenden Amerikaanse en misschien honderdduizenden Japanse doden, het gaf ook de schok die nodig was. De oorlog sputterde niet uit maar was in één keer voorbij, van de ene op de andere dag. Dat veranderde niet direct de leefomstandigheden maar wel de collectieve mentaliteit dat iedereen zich voorbereidde op de dood. Het was een stemming die alleen hard doorbroken kon worden. Truman zal daar weinig tijd aan besteed hebben maar als je dit boek leest, realiseer je je de onbedoelde bijeffecten van zijn nog steeds omstreden actie. Vooral de eerste helft is spannend. Een goed geschreven beeld van een land na een verloren oorlog. Overigens bekroop me de gedachte dat de chaos na de nederlaag een les zou hebben moeten inhouden voor de Amerikanen in Irak. In plaats daarvan werd in 2003 steeds betoogd dat het allemaal snel goed zou komen, net als met Duitsland. Wie dit verhaal leest, realiseert zich dat ze beter hadden moeten weten. De tweede helft houdt zich meer bezig met MacArthur, politiek en hoe de Amerikanen de nieuwe grondwet erdoor duwden. Ook interessant maar niet zo meeslepend.  

wee geheimen door Geert van der Kolk Een mooi boek over een man die liefde ontdekt in zijn saaie dagelijkse leven. Liefde in twee vormen en hij beseft waarvoor hij moet kiezen. Liefde moet je doen, je moet er geen theorieën over hebben. Van der Kolk (full disclosure: een vriend) schrijft compact en to the point. Dit is een wat ouder boek dat ik herlas omdat mijn zoon het voor zijn lijst las en enthousiast werd. Van der Kolks twee recente boeken, Noordtij en De smokkelaar van de Exuma’s laten hem op zijn best zien. Lezen! Noordtij is net uit in een goedkope paperback editie.

Maart 2010

Verzamelde werken deel 5, Anton Tsjechov

Nieuwe vertaling van de meester van het korte verhaal. Ik heb de andere vier delen verhalen en deel zes, het toneel, in de oude vertaling. Ik lees die met evenveel plezier maar de nieuwe poging is geslaagd. In dit deel ook het meesterwerk De dame met het hondje over een affaire waarin een man (een versierder) zich ineens realiseert wat er met hem gebeurt – hij ontdekt echte liefde. Klinkt cliché maar is erg mooi. En het mooiste is dat Tsjechov, zoals zo vaak, het einde open laat.
‘Daarna zaten ze nog lang te praten, te overleggen hoe ze konden ontsnappen aan de noodzaak om zicht te verschuilen, te bedriegen, in verschillende steden te wonen, elkaar lange tijd niet te zien. Hoe konden ze zich van deze ondraaglijke kluisters bevrijden? ‘Hoe? Hoe?’ vroeg hij almaar terwijl hij naar zijn hoofd greep. ‘Hoe?’ En het kwam hem voor dat heel binnenkort de oplossing gevonden zou zijn, en dat er dan een nieuw, prachtig leven zou aanbreken; en beiden was het duidelijk dat het einde nog lang niet in zicht was en dat het allermoeilijkste en lastigste nog maar net begon.’

Collected stories door John Cheever Ook Cheever is een meester van het korte verhaal maar dit speelt zich allemaal af in Amerika’s suburbia (of New York City) in de jaren veertig en vijftig. Prachtige vervreemding, vooral veel affaires en suburb broeierigheid. Toen ik reseach deed voor mijn Ooggetuigen van de Amerikaanse geschiedenis zocht ik naar niet fictieve artikelen die dit leven vastlegden. Viel niet mee, hoewel ik een mooi portret van zo’n nieuwe suburb vond in The New York Times. Cheever geeft een vrij volledig beeld (John Updike schrijft over hetzelfde, maar heel anders). Maar bij Cheever is het wel precies het omgekeerde als bij Tsjechov: Cheever heeft vaak een witregel in een verhaal waar dan een subplot of een uitbreiding begint. Vaak mag hij van mij daar ophouden.  

Oek de Jong
Ik herlas de afgelopen weken het schrijversdagboek van Oek de Jong, De wonderen van de heilbot. Erg leuk, meer schrijvers zouden deze overpeinzingen bij het schrijven van een boek moeten publiceren. Ik heb De Jong altijd met plezier gelezen – een leeftijdsgenoot die in Opwaaiende Zomerjurken op een aantal punten onze tijd en leeftijd mooi wist te verwoorden. Ik vond het spannend om te lezen hoe hij in de jaren waarin hij Hokwerda’s Kind schreef, ploeterde en componeerde. De volgende stap was om Hokwerda’s Kind te herlezen. Ik herinner me dat ik het indertijd een goed boek vond maar op een heel andere manier dan zijn andere boeken. Het was veel meer doorgecomponeerd, herinnerde ik me. Herlezing na het lezen van de dagboeken geeft een gemengd gevoel. Ik zie nu beter hoe hij het verhaal opbouwt. Maar wat me nu meer irriteert zijn de verschuivende stemmen in het boek. Nu eens spreekt het innerlijk van Lin, de hoofdpersoon, dan weer vertelt Henri, de man, wat hij voelt en waarom. Compositorisch vind ik dat raar en ook onaangenaam, als lezer. Ik kom er nog op terug.

F.C. Terborgh Het was Oek de Jong die me met zijn opdracht in Opwaaiende Zomerjurken ooit op het spoort zette van F.C. Terborgh, een van de meest onbekende bekende Nederlandse schrijvers. Een meester van de kleine observatie, de vraagstelling, de contemplatie. Ik herlees zijn werk (vier delen verzameld werk, meestens korte verhalen) minstens één keer per jaar, soms vaker als ik behoefte heb aan troost of fatalistische overpeinzingen.

As meat loves salt door Maria McCann Ik bestelde As meat loves salt van Maria McCann op aanbeveling van The Economist die het lovend noemde in zijn bespreking van The Wilding, haar nieuwe boek. As meat loves salt gaat over de Engelse burgeroorlog rond 1645. De tijd en de sfeer van zo’n oorlog is mooi neergezet maar ik verloor mijn interesse in de hoofdpersoon.

What becomes door A.L. Kennedy

De korte verhalen van A.L. Kennedy geven me een gemengd gevoel. Soms pakken ze je meteen, soms kan ik er niets mee, snap ik niet eens wat ze wil. Haar nieuwe bundel What becomes (haar eerdere verhalen zijn vertaald uitgebracht door De Geus) heeft dat ook. Twee prachtige verhalen, een paar die ik niet doorgrond. De rest heb ik nog niet gelezen.

Rites of Peace, The fall of Napoleon & the Congress of Vienna door Adam Zamoyski

Zonder bijzondere aanleiding las ik deze week Rites of Peace, The fall of Napoleon & the congress of Vienna van Adam Zamoyski. Eerder las ik van hem 1812 over de Mars op Moskou van Napoleon. Populaire geschiedschrijving op zijn best. Maar het boek over het congres van Wenen daagde ook uit. Zoals veel studenten ben ik opgegroeid met de interpretatie van het Congres van Wenen als de basis voor ‘honderd jaar vrede’. De regelingen die daar getroffen waren zouden ertoe geleid hebben dat de negentiende eeuw bijzonder rustig was qua oorlogen, zeker vergeleken met de twintigste eeuw en zijn twee wereldoorlogen. Die interpretatie vond een sterke verdediger in Henry Kissinger die indertijd zijn dissertatie schreef over Metternich en het Congres van Wenen. Zamoyeski opent een stevige aanval op deze visie. Om te beginnen legt hij neer wat voor iedereen al duidelijk zou moeten zijn: je kunt de negentiende eeuw alleen maar als vreedzaam beschouwen als je het grootste deel van de conflicten negeert. De vrede duurde misschien twintig, dertig jaar. Daarna gebeurde er van alles, van burgeroorlogen tot de Krim oorlog, van koloniale oorlogen tot revolutionaire opstanden die werden onderdrukt, met vele miljoenen doden, te veel conflicten om hier op te sommen, die de stelling van honderd jaar vrede behoorlijk ondermijnen (we hebben het niet eens over 1848, de oorlog van 1870, de Russisch-Japanse oorlog etc. etc.). Ook Kissinger krijgt een veeg uit de pan die het opnieuw doordenken van de standaardinterpretatie die we op de universiteit kregen interessant maakt. Volgens Zamoyski zijn er drie redenen waarom Kissingers visie dat de arrangementen van Wenen orde en stabiliteit schiepen (ten koste van recht en andere overwegingen – u herkent Kissinger) niet juist is. Volgens Kissinger hadden de Franse revolutie en de Napoleontische oorlogen de ‘legitimiteit’ van het oude systeem ondermijnd en waren ze er niet in geslaagd een nieuw systeem op te zetten. Volgens hem deed Wenen dat. Volgens Kissingers critici helemaal niet en Rites op Peace geeft een verslag van hoe dat helemaal niet gebeurde. Het boek is een aaneenschakeling van onderhandelingen (gelardeerd met feesten en partijen, minnaressen en gefrustreerde diplomaten) tussen potentaten, waarin vrolijk met stukjes Europa werd geschoven, zonder enige ruggespraak met de mensen die er woonden. Nationalisme werd niet herkend. De karaktertekortkomingen van lui als Alexander, Metternich en Castlereagh en, niet te vergeten, Napoleon zelf, spelen de hoofdrol. Van een legitimiteit lijkt geen sprake. De eerste reden die Zamoyski geeft is dat er helemaal geen honderd jaar vrede was, zie hierboven. De tweede is dat de Weense afspraak nooit helemaal is uitgevoerd en al vrij snel weer werd gebroken. Het Concert of Great Powers die alles stabiliseerden overleefde het congres van Verona van 1822 niet. Een nieuwe status quo werd in 1830 weer ondersteboven gegooid met revolutie in Frankrijk en oorlog in de Nederlanden – waarbij Alexander op een haar na intervenieerde en alleen werd weerhouden omdat Polen zich tegelijkertijd onafhankelijk verklaarde. Het derde probleem met Kissingers stelling is dat het congres helemaal geen nieuwe legitimiteit installeerde maar, integendeel, een systeem van onderlinge uitruil dat niet houdbaar was. Alle verandering moest van boven komen en de eeuw zou leren dat verandering van onderen daardoor in revoluties moest eindigen. Het was, met andere woorden, een soort restauratie van een oud systeem dat wel moest falen (en zou leiden tot politiestaten). Het argument dat de leiders van toen het nationalisme van de negentiende eeuw niet hadden kunnen onderkennen, verwerpt Zamoyski als absurd. Ze wisten heel goed welke veranderingen er sinds 1790 hadden plaatsgevonden. Een mooi boek en ook nog uitdagend omdat het laat zien dat een visie op de wereld zoals die door leidende politici als Kissinger ons isopgedrongen, helemaal niet zo vanzelfsprekend is als we denken. Het boek zet je aan het denken en dat is wat boeken moeten doen.  

The Women door T.C. Boyle

The Women gaat over Frank Lloyd Wright, de architect. Althans, daar lijkt het op. Boyle houdt van gefictionaliseerde levens van bekende personen. Hij schreef ook een roman over Kellog en over McKinsey (van de seksonderzoeken). Zijn andere fictiewerk, zoals Drop City en zijn korte verhalen bevallen me meestal beter. The Women viel me tegen maar ik was gefascineerd door de constructie die veelschrijver Boyle gekozen heeft. De drie vrouwen die aan de orde komen (Wright had vier lange relaties maar de oorspronkelijke, de moeder van zijn kinderen, was het minst interessant, blijkbaar) laat Boyle optreden in omgekeerde volgorde. Hij begint met de laatste en eindigt met de eerste affaire. En hij heeft een verteller bedacht die een van Wrights leerlingen was en ieder deel van een inleiding voorziet, waardoor Boyle dingen kan vertellen over het leven in Taliesin (het huis dat Wright bouwde in Wisconsin). Wat steeds terugkomt is dat Wright zijn vrouw dumpt (in het geval van de tweede is dat niet zo, die komt om bij een brandstichting in Taliesin) en met de media en advocaten moet omgaan. Dat is dan het excuus voor Boyle om Wright te portretteren als geobsedeerd met geld en roem, media en egocentrisme. De laatste vrouw begint dus waar de derde nog stennis maakt en dan wordt het verhaal verteld tot het einde van die vierde vrouw. Vervolgens wordt teruggeschaald naar de derde vrouw, vanaf het begin tot het einde – waar die vierde opduikt. En dan de tweede, tot aan haar dood en het punt waarop de derde over de brand leest en contact zoekt met Wright. Je wordt iedere keer in een lopend verhaal gezet en dan in het volgende deel teruggezet in een lopend verhaal van tien, vijftien jaar eerder. Ik kan me voorstellen waarom hij het deed. Het maakte het boek op zich interessanter dan één vloeiende lijn maar het werkte niet echt voor mij. Kwam ook omdat Boyle me niet voldoende over Wright wist te vertellen via die vrouwen. Ja, hij een egoïstisch narcist en zoals de boekcover zegt, het leven met een genie valt niet mee. Poeh. Het boek viel ook niet mee.

Februari 2010

The story of a marriage door Andrew Sean Greer

  Erg mooi boek. Het gaat over keuzes, over de afwegingen die partners soms moeten maken binnen en buiten hun huwelijk. Ik zal het plot niet verraden, maar de overpeinzingen en observaties over relaties en mensen en hun keuzes zetten aan het denken. Wat wil je nog meer van een boek?  

The Hidden door Tobias Hill

Deze een roman speelt zich af in Griekenland, rondom een opgraving in de buurt van Sparta. Het gaat ogenschijnlijk over de archeologen en de vraag van de hoofdpersoon hoe hij bij hun groep kan behoren, en of hij dat wel wil, maar er gebeurt veel meer. Schitterend geschreven, mooi geschiedenis erin verwerkt, spannend verhaal. Zeer aanbevolen.  

Where the God of Love hangs out van Amy Bloom Korte verhalen die opent met vier verbonden verhalen over cross relaties tussen vijftigers in wat moet doorgaan voor open huwelijken. Mooie verhalen. Het boek is net vertaald en uitgebracht door Nieuw Amsterdam. De andere verhalen spraken me minder aan.  

D-Day, The battle for Normandy van Anthony Beevan

  Dit boek had fantastische besprekingen en ik las Beevans eerdere werk over de Russische opmars naar Berlijn met genoegen. Uiteindelijk kreeg ik er genoeg van toen de invasie een week of wat oud was. De beschrijvingen van de gevechten in de heggenlandschappen van Normandië eisen te veel en op een gegeven moment heb je er geen zin meer in. De eerste helft, over de invasie, de voorbereidingen en de uitvoering, is magistraal.  

Super Freakonomics van Levitt en Dubner Dit boek was een teleurstelling. Meer van hetzelfde na Freakonomics. Ik had het kunnen weten natuurlijk, maar het kon me niet bekoren.  

Last night in twisted River van John Irving Irving stond hoog op mijn leeslijstje. The world according to garp is nog steeds een boek dat me enorm beïnvloedde, al durf ik het nu niet meer te herlezen (iets dergelijks heb ik met Zen and the art of Motorcycle Maintenance). Dit boek viel tegen. Het is een geconstrueerd verhaal, creative writing school maar dan schools. Alles zie je mijlenver aankomen. Het verhaal meandert ook te veel, over verscheidene generaties. Nee, geen succes. Pompei en Imperium, Deze beide romans over Rome door Robert Harris waren een genot om te lezen. Mooie beschrijvingen van het dagelijks leven rond het begin van de jaartelling, goed plot, goed geschreven, spannend en interessant.
Voor 2010 The Worst Hard Time door Timothy Egan
Boek over de dust bowl. Viel tegen. Veel herhaling. Matig geschreven, uiteindelijk niet overtuigend. E.H. Kossmann, Geschiedenis is als een olifant Essays over vooral Nederlandse geschiedenis, ontstaan Nederlanden. Thorbecke en conservatisme. Kon er niet voor warmlopen. 9/11 report.
Als thriller geschreven rapport. Helemaal uitgeplozen wat er op en rond 9/11 gebeurde. Enige niet interessante deel over de respons van de hulpdiensten in New York. Fascinerend.  

Sebastian Reyn, Allies or Aliens?
Prima boek over geschiedenis Amerikaanse buitenlandse politiek en de Atlantische gemeenschap daarin. Uitstekend opgeschreven, misschien wat al te Atlantisch gericht. Hans Wansink, Proefschrift Fortuyn Adekwaat journalistiek verslag van het ‘lange jaar’ 2002. Niets minder maar ook niets meer. Aangekleed met wat geneuzel over populisme en kiezersgedrag. Prima parlementair boek, onvoldoende als proefschrift. Everyday Life in America, David Freeman Hawke Goed geschreven, veel informatie over zeventiende en achttiende eeuw. The Mind and the Market, Jerry Muller
Economen, sociologen en filosofen over de markt. Van Adam Smith tot Hayek etc. Tough going, wel interessant. Philippe Roger, L’Ennemi Americain. Genealogie de l’antiamericansme francais Betoogt ddat het een gegeven is van de Franse samenleving en altijd was. Een raadsel omdat er nooit oorlog is geweest en omdat het geen echte gronden lijkt te hebben. Volgens Roger gaat het niet om een kritiek op de VS. Het is geen ideologie, geen doctrine, niet links en niet rechts maar soms door beide gebruikt. Hij noemt het een statifaction de discours negatifs, een franse traditie van de ene op de andere generatie en die band vormt tussen de ideologische verdeeldheid in Frankrijk. Hij beschrijft ahw de geschiedenis. Zeer uitgebreid, zeer frans. Van de ‘ondankbaarheid’ van de VS tijdens de Franse revolutie. Meest interessante deel tussen de twee wereldoorlogen, de haat tegen Wilson, het gevoel dat de Duitsers ontzien werden en dat de Franse problemen aan anderen waren te wijten. Prodigal Summer door Barbara Kingsolver Prachtige door biologie en natuur geïnspireerde roman over drie vrouwen. In één ruk uitgelezen. Hermetisch Zwart door Margerite Yourcenar.
Vroeger ook gelezen. Speelt rond 1550 in Brugge. Weet niet waarom het toen zo’n indruk maakte. Goed boek maar niet overweldigend. The Second World War Liddle. Standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog, vooral de militaire kanten. Geef vooral veel inzicht in hoe het allemaal anders had kunnen lopen als er net iets veranderd was aan de omstandigheden. Bijvoorbeeld de Duitse inval in België en Frankrijk was kantje boord in mei 1940. Legt ook de nadruk op fouten die gemaakt zijn bij de inval in Normandië die die evengoed helemaal mis had kunnen gaan. Bij het trekken door Frankrijk werd zoveel tijd gespeeld dat een overwinning in 1944 niet meer mogelijk was, met onvoorziene gevolgen voor de hele naoorlogse toestand. Fantastisch boek. De biografie van Eisenhower. Deel een Standaardbiografie waarvan ik tot nu toe alleen het tweede deel had gelezen, zijn ervaring als president. Ik wilde nu ook weten hoe het in de Tweede Wereldoorlog is gelopen en de meest interessante punten daaruit zijn de moeite die het kostte om de verdenking dat de flesjes te op de Conservatieven in Europa door Amerikanen geholpen werden de kop in te drukken, iets waarin Eisenhower niet helemaal geslaagde. Zowel aan de Franse kant in Noord Afrika als bij de trage acties in Duitsland en de beperkte denazificatie, als bij de militairen zelf die het liefst meteen tegen de Sovjetunie ten strijde zouden willen trekken, bleek een geweldige voorkeur voor de conservatieve krachten die ze kenden. Los daarvan blijkt Eisenhower wel een capabele leider, maar vooral in het bij elkaar houden van de boel, een stuk minder in het snel en adequaat op de regels krijgen van de invasie. De vraag is natuurlijk of iemand het beter had gekund. Aantekeningen Postwar: A History of Europe Since 1945 door Tony Judt Pagina vier: stelt dat omdat Duitsland zijn schulden van de Eerste Wereldoorlog niet betaalde de kosten van de overwinning van de geallieerden hoger waren dan de kosten voor de nederlaag van Duitsland zodat Duitsland dus eigenlijk selectief en steken er uitkwam dan in 1913. Tegelijkertijd bleef het “Duitse probleem” dat in Europa was opgedoken met de opkomst van Pruisen, een generatie eerder, onopgelost. Noemt de jaren 30 een soort indianenstammen van het 19e eeuwse de radicale denken. Citeert Koestler: wat een enorm verlangen naar een nieuwe menselijke orde was het te vinden in het tijdperk tussen de oorlogen, en wat was er een miserabele mislukken om daaraan te voldoen aan haar steken openen. Pagina zes: zowel de Amerikanen als de Russen probeerde in Europa na de oorlog de erfenis van de 20e eeuw te controleren. In die zin bleef de oorlog nog vele decennialang een schaduw werpen. Dat is een van de ervaringen die de Europeanen van de naoorlogse generatie gemeenschappelijk hebben en die hen onderscheidt van de Amerikanen. Pagina zeven: stel dat hij een geschiedenis schrijft van de beperking van Europa. Na 1945 was Europa geen meester meer over zijn eigen lot, nog tevergeefs te, een nog de communisten konden zonder hulp van buiten bedwongen worden. Behalve dit thema van beperking heeft het boek een tweede thema namelijk dat de grote ideologieën in de Europese geschiedens verdwenen. Een derde onderwerp is het opkomen van het Europese model. Niet erg gestructureerd en min of meer toevallig, maar uiteindelijk wel een voorbeeld geworden een vierde thema is de relatie met de Verenigde Staten. Ondanks de aanwezigheid van de Verenigde Staten in Europa, bestond het beste uit twee heel verschillende delen. De koude Oorlog werd bepaald anders gezien in West-Europa dan in de Verenigde Staten. Aan de ene kant was er in Europa minder alarmisme, aan de andere kant is de Amerika regering van Europa zoals die wordt voorgesteld een enorm overdreven. Een vijfde thema is dat van iets wat verdwenen is. Het is de enorme variatie en verscheidenheid binnen Europa, de multiculturele samenleving voordat dat woord was uitgevonden. Tussen 1914 en 1945 is dat Europa, dat overigens niet verheerlijkt moet worden, verdwijnen. Dit boek gaat in feite, zegt de schrijver, over het einde van het naoorlogse Europa. De oorlog heeft tot 60 jaar na Hitlers dood geduurd, maar het is nu eindelijk afgelopen. Pagina 27 En het eind van de Eerste Wereldoorlog waren de grenzen die werden uitgevonden en aangepast terwijl de mensen op een plaats gelaten werden over het algemeen. Naar 1945 gebeurde precies het omgekeerde: met een grote uitzondering beleefde grenzen hetzelfde in grote lijnen en werden in plaaster van de mensen en weer geschoven. Westerse beleidsmakers meenden dat het beleid van de Volkerenbond en de minderheid clausules in het verdrag van Versailles in niet hebben gewerkt.

Restless Giant. Deel in de Oxford History of the United States. Niet zo interessant, althans niet na Nixon, omdat het vooral op Time en dat soort bronnen is gebaseerd. Voegt weinig toe.

Cold War John Lewis Gaddis Magistraal verhaal over de Koude Oorlog. Veel inzichten, herwaardering Reagan. Nuttig.

Richard Yates, Short Stories. Prachtige korte verhalen door de auteur die nu bekendheid krijgt met Revolutionary Road

Auke van der Woud, Het lege land. De ruimtelijke orde van Nederland, 1798-1848. Interessant inkijkje in het Nederland van die tijd. Bijvoorbeeld hoe donker het was, hoe weinig drinkwater. Leefwijze etc. De wilde landen. Wat al te dik voor gewoon leesgebruik.

George Masden, Fundamentalism and American Culture. The Shaping of Twentieth Century Evangeliscalism. 1870-1925. Over fundamentalisme maar op zo’n gecompliceerde manier (wat de theologie betreft) dat je er niet al te veel aan hebt. Wel goed voor de context van de fundamentalistische oprispingen en de situatie tussen 1915 en 1925.

Richard Hofstadter, Social Darwism, Vergelijkbaar me Masden. Te diepgravend voor nu.

Louise Richardson, What terrorists want. Prima boek over de motivatie van terroristen. Beter dan Stern.

A Godley Hero door Michael Kazin Mooie biografie van William Jennings Bryan. Plaatst hem in het brede historische perspectief van de omslag van de Democraten van een anti-overheidspartij naar de partij van de New Deal.

Een tijd van onbehagen door Ad Verbruggen Vond ik nogal tegenvallen in zijn focus op moslims. Neocon op geloofsgebied. Rare oplossingen soms en ook geen perspectief op de veranderingen sinds jaren zestig. Vroeg steeds: zijn we er beter mee geworden? God weet, zou ik zeggen.

Richard Dawkins, The God Delusion. Valt tegen. Besteedt heel veel energie en tijd aan het bewijzen dat mensen die willen bewijzen dat god bestaat gek zijn. Heb ik het boek niet voor nodig.

Barack Obama, The Audacity of Hope. Uitstekend politiek boek. Lionel Shriver.

We need to talk about Kevin. F antastisch boek. Een van de beste die ik in tijden heb gelezen.

Geschiedenis D66, Menno van der Land. Het is allemaal al eens eerder gebeurd. Echt. Alles.

Kagan, Dangerous Nation Eigenlijk een geschiedenis van Amerika, veel meer dan een buitenlandse politiek verhaal.