Hoezo, Trump valt wel mee?

Tot mijn verrassing wordt het rampzalige presidentschap van Donald Trump, dat precies een jaar geleden begon met ‘de grootste menigte ooit’ op de Mall, over het geheel genomen mild beoordeeld (in de Nederlandse pers tenminste). Van de Groene tot de Volkskrant, van de Telegraaf tot de NRC wordt opgemerkt dat er meer gebruld is dan gedaan. Ik ben verrast en licht geïrriteerd door de gemakzucht waarmee de puinhoop die afgelopen jaar is aangericht wordt beoordeeld.

Het begon vorige week in de NRC met een stuk van Charles Groenhuijsen dat concludeerde dat Trump zonder tweets niet zoveel afweek van Obama. Hieronder mijn respons daarop. Vandaag in Opinie en Debat van de NRC.

Charles Groenhuijsen heeft optimisme en goed nieuws tot zijn werkterrein gemaakt. Zeker, dat Donald Trump de wereld nog niet heeft opgeblazen is welkom nieuws, iedere dag weer. Maar met zijn conclusie dat er afgezien van de tweets weinig verschil is tussen Obama en Trump maakt Groenhuijsen een karikatuur van beide presidenten en miskent hij het gevaar van Trumps presidentschap.

Inderdaad heeft Trump zijn meest krasse dreigingen niet uitgevoerd. Er rollen geen treinen met illegalen richting concentratiekamp. De handelsoorlog met China is (nog) niet begonnen. NAFTA is (nog) niet opgezegd, de NAVO bestaat nog. De Iran-deal leeft en Trumps Poetin-liefde is gefnuikt. De economie bloeit, met als grootste risico oververhitting door de onnodige stimulans via de belastingwet.

Ondertussen richt Trump echter grote schade aan. Zijn regering zit vol met cynische opposanten van hun eigen departement of bureau. Op Milieu zit een industrielobbyist, op Binnenlandse Zaken een natuurhater, op Onderwijs een vijand van openbaar onderwijs en op Wetenschap zit niemand. Trumps minister van Justitie heeft burgerrechten op een laag pitje gezet en treedt niet meer op tegen pogingen om kiezers uit te sluiten. De minister van Buitenlandse Zaken jaagt professionele diplomaten weg. Trump schrapte honderden regels die de Amerikaanse economische jungle nog enigszins in toom hielden. Benoemingen blijven uit, de overheid is een half bemand spookschip.

De wreedheid van deze regering, nu innig omarmd door Republikeinse Partij, is onthutsend. Wat zijn dit voor mensen die burgers hun ziektekostenverzekering afnemen, zieke kinderen in de steek laten, dreigen 800.000 in Amerika opgegroeide Dreamers het land uit te gooien, het water vervuilen, natuurgebieden kapotmaken en de drugscrisis negeren maar wel de belastingen voor de rijken verlagen en de zakken vullen van de president, zijn familie en een groot aantal senatoren? Je associeert het eerder met een van de landen die Trump vorige week zo gratuit beledigde. Deze president speelt met de levens van de meest kwetsbare burgers.

Voorbij het praktische is de uitholling van het ambt van president adembenemend gevaarlijk. De stelling dat Trump verfrissend recht voor zijn raap is en zegt wat menigeen bij de borrel debiteert, miskent de rol van presidenten. De prijs voor elk gebrek aan elementaire beschaving is dat het ambt zijn aanzien verliest. Zonder gezag heeft een president niets te betekenen. Trumps racisme splijt het land. Hij claimt geen racist te zijn, maar zijn beleid en zijn uitingen weerspreken dat en van Charlottesville tot de Daily Stormer, Amerika’s neonazi-orgaan, zien de xenofoben, racisten en white supremacy-promoters een bondgenoot. Trump geeft hen legitimiteit. ‘Ik ben geen racist’ heeft de waarde van Nixons ‘I am not a crook’.

Groenhuijsen rept niet over Trumps tirades tegen de rechtelijke macht, de ondermijning van de vrije pers en de vergiftiging van het publieke debat. Niet over Trumps autoritaire aanvechtingen, niet over het tegen elkaar opzetten van bevolkingsgroepen. Hij noemt het welverdiende verlies van Clinton maar negeert de schandelijke aard van Trumps campagne. Niets over Trumps weigering legitieme oppositie te accepteren, niets over zijn obsessie met Hillary Clinton en Barack Obama.

Dit is allemaal geen ‘politieke malligheid’ en Trump is geen ‘jokkenbrok’, zoals Groenhuijsen vergoelijkend schrijft. Trump is een gewetenloze leugenaar, een manipuleerder eerste klas. Een machtig man kan de verantwoordelijkheid voor zijn publieke uitingen niet ontlopen. Trump tweet niet gewoon, hij verspreidt haatzaaiende oplichterij, een voorbeeld dat zijn ambassadeur in Nederland braaf volgt.

Ah, zegt Groenhuijsen, maar de checks and balances werkten. Rechters blokkeerden Trumps slechtste initiatieven. Het Congres deed niet wat hij wilde. Zeker, rechters verdienen bewondering. Maar het Congres als tegenmacht? Drie senatoren hielden de afschaffing van Obamacare tegen, maar ze gingen alsnog door de pomp met belastingwetgeving die het fundament onder Obamacare wegsloeg. We zagen een jaar waarin de van een moreel kompas verstoken Republikeinse politici zich voegden naar de grillen van hun president en het voorzichtige tut-tut bij zijn grootste excessen fluks inslikten. De controlerende taak van het Congres wordt niet uitgevoerd. Ministers tonen zich beschamende vleiers, een koor van kruipers gedirigeerd door de vicepresident.

Er is geen sprake van een progressieve oppositie, meent Groenhuijsen. Dat lijkt me een misvatting. In dit stadium, met Washington in Republikeinse handen, drie jaar voor presidentsverkiezingen, is het ontbreken van een antwoord op Trump op federaal niveau niet zo vreemd. Laat hem eerst maar zijn eigen mislukkingen creëren.

Curieus genoeg is Groenhuijsen in dit deel van zijn verhaal onnodig pessimistisch, hier ligt het goede nieuws een paar lagen dieper. Er zijn staten die hun eigen beleid voeren, Californië, New York en New Jersey voorop. Er zijn talloze organisaties actief op lokaal en staatsniveau, talloze kiezers zijn gemotiveerd om de erosie van de rechtsstaat en de morele uitholling van het presidentschap te keren. Trump heeft hen wakker geschud.

Het slagveld overziend, begrijp ik niet goed wat de mensen bezielt die Trumps presidentschap bagataliseren. Zij boden ons zomer 2016 het vooruitzicht op een keurige kandidaat en een jaar geleden voorzagen ze een presidentiële president. Het vereist echter hogere evenwichtskunst om de idealen die Amerika vertegenwoordigt te balanceren met de harde werkelijkheid van Trumps presidentschap. De democratie en de rechtsstaat zijn geen geintjes, ze zijn kwetsbare goederen en de olifant die Donald Trump is, richt grote schade aan. We raken gewend aan Trumps lage niveau, onze verwachtingen van de Verenigde Staten zijn ernaar bijgesteld. De schade is blijvend en de gevaren daarvan kunnen niet vaak genoeg benoemd worden.