Don’t mess with Texas.

Sinds een paar dagen ben ik in Texas, Austin en de Hill Country, om meer precies te zijn. Ik moet het eens zijn met mijn gastheer Al dat het een verademing is vergeleken met Los Angeles – dat hij als zakenman een jaar of vijf geleden ontvluchtte. Het is groen, oogt niet zo vol als Zuid Californië, het verkeer is acceptabel, de mensen zijn aardig en Austin is een heerlijke stad. Al heeft gelijk: Texas heeft de ruimte. En ja, de belastingen zijn er veel lager – benzine is hier een volle dollar per gallon goedkoper dan in LA.

In een aantal opzichten niets nieuws. Ik ben vaker in Austin geweest, begin jaren tachtig voor het eerst. Toen was het ook aantrekkelijk maar ietwat dorps, op een Texas manier. Nu heeft de stad een veel mondainere uitstraling en cultureel meer te bieden dan alleen de music scene op 4th en 6th Street. Die oogt overigens vooral als uit de hand gelopen drinkfestijn, lijkt meer op New Orleans dan ik me herinnerde. Maar het Pecan Festival met gisteren een fantastische Hispanic-funk groep, de Superfonicos, die een geweldig concert gaven.

Texas is Texas en alles is dus groter. We zitten in een lake house van Al van enorme omvang, zijn woonhuis een kwartier hier vandaan, is van een in Nederland onvoorstelbare grootte. Een succesvol ondernemer met 300 werknemers leeft op deze manier, en zonder schaamte of terughoudendheid. Gelukkig hebben ze goede smaak en doen ze veel aan community affairs, maar Al is, niet onverwacht natuurlijk, een Republikein.

Interessant om de verdediging van de psycho te horen. Al weerspiegelt niet wat er op Fox News aan onzin wordt verkondigd maar de Wall Street Journal, die een meer sophisticated versie heeft van afkeer van Democraten. Obama is in deze visie de schuld van alle polarisatie, een interessante versie die Republikeinse haatzaaierij sinds eind jaren tachtig door Newt Gingrich en zijn kornuiten, Clinton haat, Bush incompetentie en allerlei andere zaken gemakshalve negeert.

Hier rondhangend (en de campagne van Beto O’Rourke tegen Ted Cruz volgend) kan ik een paar nieuw observaties toevoegen. Inderdaad, vergeleken met Los Angeles en de San Francisco regio, is Texas een paradijs. Verbaast me niets dat mensen Californië verruilen voor Texas: mijn verhaal over de volheid van de kusten, de trek naar het Midden Westen en Zuiden wordt hier versterkt door lekker weer.

Oh ja, die electrische scooters (stepjes met een motor) zijn een ware pest. Ze scheuren op de stoep, midden op straat, tussen tafeltjes door, en de meeste berijders kunnen er niets van. Ik zag in de WP net een bericht over een verdubbeling van het aantal ongelukken met die kregnen. Verbaast me niets. Italianen op fietsen zijn in het Vondelpark al een ramp, moet je je voorstellen dat ze twee keer zo hard kunnen op een nog instabieler stepje. Tijd voor preventieve maatregelen, zou ik zeggen. Daarvoor is het hier te laat. Texanen houden niet van regulering.

Ander observatie: bekend maar opnieuw licht onthutsend, is het gebrekkig Amerikaanse vakmanschap. Er wordt gebouwd bij het leven maar de afwerking is slecht. Deuren klemmen, dingen zijn niet afgemaakt, voegen niet gekit, hout niet afgewerkt. Toen ik in Washington woonde viel me dat al op, in Los Angeles vond ik het huis van mijn schoonouders altijd al slecht gebouwd. Maar goed, dertig jaar later staat het er nog, al vallen de gebreken wat meer op. Hier in dure, net opgeleverde huizen is dit gebrek opvallender. Verbaast me dat mensen ermee akkoord gaan.

We horen ook dat er op de middelbare scholen (private schools) een tamelijk virulente drugcultuur heerst (coke) en dat juuling, e-roken inderdaad epidemische proporties heeft aangenomen. Nicotine verslaafde kinderen moeten van de toilet getrokken worden waar ze in de niet-roken scholen hun kick opdoen.

Texaanse politiek begint te kantelen. Austin is misleidend want overweldigend Democratisch. We keken naar het O’Rourke-Cruz debat in een restaurant vol Beto-aanhangers (een politicus die enkel met zijn voornaam werkt heeft iets gaande). Maar daarover later meer, waarschijnlijk in de Groene.