De typologie van de aangeklaagden

Het is wel leuk om te lezen hoe Manafort, Gates en Papadopoulos in de problemen raakten. Het zijn klassieke gevallen, zou ik denken.

Manafort deed werk voor Gerald Ford in de Nixon traditie van verdeeldheid zaaien. Dat deed hij goed maar het echte grote geld verdiende hij met het helpen van louche types. Van Ferdinand Marcos, de dictator van de Filipijnen die tot het niet meer kon door Reagan gesteund werd, tot Mobutu, de moordenaar van Zaïre. Ik kwam dit soort types wel vaker tegen toen ik correspondent was in Washington. Ik herinner me een bijeenkomst bij de Heritage Foundation waar Jonas Savimbi, een onguur type dat met zijn Unita de burgeroorlog in Angola op gang hield (moest volgens Reagan om de commies tegen te houden), werd ontvangen als een held van de democratie.

Geen wonder dat Manafort zich helemaal thuis voelde bij Yanakovitch, de kleptocraat die Oekraïne runde met zijn hulp. Nou ja, toen het omviel was er weinig hulp. Maar Manafort is een type omdat zijn enige motivatie geld was. Hoe meer hoe beter.

Gates is een eenvoudiger geval. Begonnen als  onderknuppel van Manafort raakte hij ook verslingerd aan het grote geld. Nu wacht een mogelijke gevangenisstraf.

Die Papadopoulos is pas echt een type. Het hele verhaal zoals het opduikt uit de aanklacht is er een van een klein mannetje, aan de marge, dat zichzelf belangrijk wilde maken. Russische spionnen hadden goed gezien dat ze hem konden gebruiken. Papadopoulos blaatte over zijn contacten in de Trump campagne (direct contact tussen Poetin en Trump in het vooruitzicht) en al die tijd werd hij gestuurd door zijn Russische handlers. Uiteraard, want slim is hij niet, zonder dat hij het door had.

De eerste aanklachten van Mueller geven zo heel menselijke impulsen weer. Als Flynn aangeklaagd wordt – en daar is weinig twijfel over – dan zal opnieuw de kleinheid van zijn type blijken. En uiteindelijk komt het allemaal terecht bij de zieke man die het Witte Huis nu bevolkt en in machteloze woede tegen zijn televisie schreeuwt (Washington Post)