Ronald Reagan, 1911-2004

Lagere inflatie, lagere belasting, meer geld voor defensie en een begroting in evenwicht: presidentskandidaat Ronald Reagan beloofde nogal wat in 1980. Dat deze doelstellingen onverenigbaar waren, stoorde hem niet. Dat hij aan het eind van zijn ambtstermijn drie van de vier had bereikt (de begroting vertoonde recordtekorten) beschouwde deze eeuwige optimist als een enorm succes. In zijn regeringsperiode zag hij ook de Sovjet Unie ineenzakken, niet in het minst omdat Reagan zijn afkeer van het communistische regime een sterke morele toon gaf. Hij noemde de Sovjet Unie een evil empire en ging er als zodanig mee om.

De man die voortdurend werd onderschat, bleek de belangrijkste president van de tweede helft van de twintigste eeuw. Reagan gaf een gedemoraliseerd Amerika het zelfvertrouwen terug dat het land nodig heeft om te kunnen functioneren. Hij straalde een onbezorgd leiderschap uit waaraan de Amerikanen behoefte hadden na presidenten als Nixon, Ford en Carter. Veel mensen verbaasden zich over het succes van deze voormalig acteur, maar dat was niet nodig geweest als ze Reagans carrière als vakbondsleider en gouverneur van Californië serieus hadden genomen. In de jaren vijftig was Ronald Reagan nadrukkelijk actief in de politiek van Hollywood en aan het begin van de jaren zestig genoot hij bekendheid als spreker over steeds conservatievere onderwerpen. Daarmee leek hij out of step met de tijdsgeest maar achteraf kan worden vastgesteld dat Reagan juist voorop liep in zijn kritiek op de verzorgingsstaat, op het cultuurrelativisme en de al te vrijblijvende tijdsgeest.

Reagan maakte zijn nationale debuut onder de meest onwaarschijnlijke omstandigheden. Eén week voordat Republikein Barry Goldwater de presidentsverkiezingen van 1964 hopeloos verloor van Lyndon Johnson, verzorgde Reagan een gepassioneerde dertig minuten durende commercial ten bate van Goldwater. Het bracht hem onder aandacht van het Republikeinse establishment. Twee jaar later werd Reagan gekozen tot gouverneur van Californië, en de rest, zoals men zegt, is geschiedenis. Het loont de moeite om die toespraak uit 1964 nog eens terug te lezen. Reagan was uitzonderlijk effectief (al leverde het Goldwater waarschijnlijk weinig stemmen op) omdat hij erin slaagde big-government aan te vallen in de terminologie van Franklin Roosevelt. Hij hield een fire side chat en gebruikte zelfs de term ‘rendez vous with history' en gaf het conservatisme dat met de harde en starre Barry Goldwater op doorbreken stond, een menselijk gezicht. Het is nu aanvaard denken dat Goldwater de basis legde voor de conservatieve opstand in de jaren tachtig, maar het was de soepele persoonlijkheid van Ronald Reagan die daarvan gebruik kon maken.

Dat bleek meteen al in 1966 toen Reagan, midden in de woelige jaren zestig, Pat Brown versloeg, de progressieve gouverneur van de meest progressieve staat van de natie, Californië. Het was een teken dat slechts weinigen op waarde wisten te schatten. Als gouverneur toonde Reagan zich een manager op grote lijnen, maar die lijnen waren veel gematigder dan zijn conservatieve reputatie had doen verwachten. Hij bleek meer een man van compromissen dan van confrontatie en wist Californië redelijk ongeschonden door deze jaren te slepen.

Hoewel Reagan al snel werd getipt voor de nationale politiek, kwam succes op dat niveau kwam niet uit de lucht vallen. In 1973 stond hij prominent op de lijst van Richard Nixon om als vice-president de afgetreden Agnew op te volgen. Eén van de problemen was dat Nixon zelf een Californiër was, een ander dat de twee elkaar niet mochten. De sluwe Nixon had geen behoefte aan een vice president die hem zou kunnen overvleugelen.

Reagan moest wachten tot 1976, maar door het aftreden van Nixon was er dat jaar geen open zetel in het Witte Huis. Reagan besloot niet te wachten. In de voorverkiezingen van 1976 probeerde hij, als vertegenwoordiger van de groeiende conservatieve vleugel van de partij, president Ford de Republikeinse nominatie afhandig te maken. Dat lukte net niet, maar zijn aanval op Ford droeg er mede toe bij dat Jimmy Carter in 1976 werd gekozen. Hoewel hij in 1980 al bijna 70 was, ging Reagan nog één keer vol de strijd aan. Dit keer met een zittende Democraat. In de malaisesfeer van dat jaar met een ineffectieve president, voortdurende uitdagingen aan supermacht Amerika en stagflatie in de economie (gebrek aan economische groei en serieus uit de hand gelopen inflatie), kon Reagan uiteindelijk met verrassend gemak president Carter verslaan.

Hoewel Reagans presidentschap achteraf tamelijk succesvol wordt geacht, leek het daar in de eerste jaren zeker niet op uit te draaien. Vier maanden na de inauguratie werd Reagan, de oudste president in de geschiedenis, in april 1981 bijna het slachtoffer van een moordaanslag door een geestelijk gestoorde. De president overleefde het en maakte van de verworven goodwill knap gebruik om belangrijke delen van zijn programma te realiseren. Het Congres verlaagde de belastingen, vooral de hoogste schijven van de inkomstenbelasting. De sputterende economie deed het weinig goed, want de diepste recessie sinds de jaren dertig duurde tot ver in 1983.

De onder president Carter al verhoogde defensie-uitgaven gingen radicaal omhoog, mede gestimuleerd door Sovjet avonturisme in Afghanistan en de Derde Wereld. Al doende werden miljarden dollars over de balk gesmeten, leidend tot verhalen over 6000 dollar kostende toiletbrillen, niet functionerende vliegtuigen en dubieuze investeringen in een rakettenschild, dat als snel Star Wars werd genoemd. Onderhandelingen over wapenbeheersing met de Sovjet Unie werden opgeschort, ook die over de plaatsing van middellange afstandsraketten in West Europa die binnen de NAVO voor veel onrust had gezorgd.

Reagans beleid werkte in zoverre dat de boodschap volstrekt duidelijk was: in een wapenwedloop met de Sovjet Unie zullen de Verenigde Staten het altijd winnen. Dat gaf de Amerikanen een goed gevoel en het demoraliseerde de Russen. Bovendien bleek hij gelijk te hebben. Een opeenvolging van zieke en overlijdende Sovjetleiders maakten het bovendien acceptabel om niet verder te gaan met de onderhandeling over strategische wapenbeheersing.

Een mislukte en kostbare interventie in Libanon leidde in 1983 tot de eerste grote terroristische aanval op Amerikaanse soldaten. In Beirut werd een barak opgeblazen waarbij 200 Mariniers om het leven kwamen. Dezelfde dag viel Amerika het piepkleine Caribische eilandje Grenada binnen, onder het mom van het ontzetten van medische studenten. In werkelijkheid werd een linksig maar ongevaarlijk regime afgezet en leverde de gemakkelijke overwinning een mooie opsteker op.

In het licht van zijn latere succes wordt meestal vergeten dat president Reagan bij de tussentijdse verkiezingen van 1982 immens onpopulair was. Hij leed toen stevige nederlagen in Huis en Senaat en leek op weg naar een mislukt presidentschap. Reagan moest belastingen verhogen om de gigantische tekorten aan te vullen.

Maar in de politiek kan het snel verkeren en toen de verkiezingen van 1984 nabij kwamen, kon president Reagan profiteren van het herwonnen zelfvertrouwen, een snel opklauterende economie die met veel nieuw ondernemerschap en een stroomversnelling in de technologie (high tech was het toverwoord van die jaren) ongekende groeicijfers bereikte. Over de mate waarin zijn beleid daarvoor verantwoordelijk was, worden tot op de dag van vandaag discussies gevoerd. De Olympische Spelen die in de zomer van 1984 in Los Angeles werden gehouden ontaardden, mede dank zij het afzeggen van de Sovjet Unie, in een orgie van Amerikaans nationalisme. De kiezers vonden het prachtig.

Ontegenzeggelijk had Reagan zich tijdens zijn eerste termijn een leider op grote lijnen getoond – wat al te groot volgens degenen die meenden dat hij geen benul had van wat er omging in zijn regering. Dat verwijt was onterecht. Reagan was inderdaad geen man van details, maar hij wist wat hij wilde, benoemde de juiste mensen en verkocht het beleid aan bevolking en Congres. Het was een bravourestukje dat de herinnering aan de stuntelende Ford en de klunzige en moraliserende Carter deed vervagen. In 1984 beloonden de kiezers Reagan met een flonkerende herverkiezing, mede geholpen door een falende Democratische oppositie. Walter Mondale, Carters vice-president, ging roemloos ten onder, ondanks vragen over Reagans hoge leeftijd en gezondheidsproblemen.

In zijn tweede termijn opende Reagan wel degelijk onderhandelingen met de Sovjet Unie, daarbij geholpen door het aantreden van een nieuwe leider, Michael Gorbatchov, die zich bewust was van de zwakke positie van zijn land. Tamelijk vergaande wapenbeheersing werd overeengekomen, topontmoetingen liepen uit op een ‘Gorby and Ronnie show' en er ontstond een klimaat van geclausuleerd vertrouwen waartoe weinigen Reagan in staat hadden geacht. Reagan had de druk opgevoerd door miljarden dollars toe te zeggen voor een programma dat Amerika bescherming moest bieden tegen raketaanvallen. Dit plan bedreigde de wederzijdse afschrikking maar appelleerde ook aan Reagans vertrouwen in de technologie. Star Wars, zoals het al snel werd gedoopt, bezorgde de Russen slapeloze nachten. Ze wisten dat ze die uitgaven nooit konden evenaren en geloofden, meer dan Amerikaanse critici, dat de VS werkelijk tot zo'n schild in staat was. Bijna kwamen Reagan en Gorbatchov in Reykjavik zelfs tot het afschaffen van alle kernwapens, maar dat plan liep stuk op Reagans weigering om Star Wars in te leveren. De rest van de wereld (en zijn eigen regering) slaakte een zucht van verlichting, want dat soort radicalisme was nu ook weer niet de bedoeling.

Geleidelijk aan begonnen Reagans gebrek aan prioriteiten en aan concentratie, gecombineerd met zwakkere staf en regering tijdens zijn tweede termijn de president parten te spelen. Iran, Amerikanen die in Libanon werden gegijzeld en Russische invloed in Midden-Amerika, met name in landen als El Salvador, Honduras en Nicaragua waar de VS zich aan de minder frisse kant van de lokale machtsstrijd bevonden, werden dagelijkse obsessies. Uiteindelijk kwamen al deze problemen samen toen bleek dat de Amerikaanse regering via duistere stromannen wapens leverde aan Iran om gijzelaars in Libanon vrij te krijgen en vervolgens met het verkregen geld anti-communistische guerrilla's in Midden-Amerika financierde. Deze omweg was nodig omdat het Congres expliciet had verboden om nog geld te geven aan die guerrilla's.

Toen het uitlekte, stelde president Reagan van niets te weten. Het is inderdaad waarschijnlijk dat een aantal wilde figuren in zijn regering, geholpen door de lafheid van een aantal kabinetsleden die liever de andere kant opkeken, zoals ministers als Caspar Weinberger (Defensie) en George Schultz (Buitenlandse Zaken), tot dit wanbeleid voerden. Reagan ondertekende de relevante documenten toen hij half versuft in het ziekenhuis lag na een zware darmoperatie. De zaak werd Iran-Contra gedoopt, naar de Contra's, de militairen waren die met steun van Amerika de legitieme maar het westen onvriendelijke regering van Nicaragua probeerden te ondermijnen. Iran-Contra was ernstig genoeg om een impeachment van de president te rechtvaardigen, maar verstandige politici meenden dat het zo kort na Watergate geen zinnig doel diende om andermaal een president af te zetten.

Het schandaal wierp een smet op Reagans tweede termijn. Omdat de economie op volle toeren bleef draaien en de vrede gehandhaafd bleef, kon de president echter uitdrijven in de gloed van hoge populariteitscijfers. Voor het eerst sinds Eisenhower maakte een president twee ambtstermijnen vol en Amerikanen genoten van de stabiliteit die dat meebracht. Bovendien waren ze in toenemende mate ook overtuigd door Reagans conservatieve en vrije markt filosofie, althans op grote lijnen. Reagan vertrok met zeer populariteitscijfers en liet een brede schare aan politieke volgelingen na die door zijn optreden geïnspireerd waren geraakt. Tot onbegrip van veel dertigers en veertigers waren dat juist jongere, ambitieuze en de publieke zaak toegedane lieden – een hele generatie van jonge, assertieve en slimme conservatieven was onder Reagan opgebloeid. Binnen de Verenigde Staten begon zich een culturele scheidslijn af te tekenen die bij de verkiezingen van 2000 pas ten volle duidelijk zou worden.

Terugkijkend ziet de periode Reagan er beter uit dan veel mensen toentertijd konden appreciëren. Reagan leidde een complete omwenteling in het denken van big government naar marktgericht beleid, waarna de vitaliteit van het Amerikaanse economische klimaat ongekende krachten losmaakte. Misschien dat dit anders ook wel was gebeurd, maar feit is dat het plaats vond onder Reagan en hij er het volle krediet voor mag opeisen. Het leverde in elk geval een politieke en ideologische schoonmaak op die verfrissend werkte.

Bovendien heeft Reagan ontegenzeggelijk het grootste deel van zijn politieke agenda verwezenlijkt. Er zal wel altijd verschil van mening blijven over de mate waarin Reagan heeft bijgedragen aan de ondergang van de Sovjet Unie. Zeker is wel dat Reagan luid en duidelijk zijn overtuiging beleed dat de Sovjet Unie een onmenselijk systeem had en dat hij, door het wankele bouwwerk onder nog grote druk te zetten, misschien de definitieve zet gaf. Curieus blijft dat juist daardoor bleek dat de Sovjet Unie veel zwakker was dan Reagan in zijn koude oorlogsretoriek had verkondigd. Van de Westeuropese voorspellingen van rampspoed en oorlogsdreiging door Reagans beleid, kwam uiteindelijk niets uit. Integendeel.

Na zijn terugtreden in januari 1989 verdween Ronald Reagan uit het publieke domein. Hij werd in toenemende mate gekweld door de gevolgen van een voortschrijdende Altzheimer die zijn geheugen ondermijnde (en hem waarschijnlijk ook al in de laatste jaren van zijn presidentschap, zij het ongediagnosticeerd, al parten speelde). In 1994 nam Reagan afscheid van zijn publieke loopbaan met een typerende mooie brief die zijn kwaliteiten als Great Communicator nog eens onderstreepte. Als een filmheld reed hij naar de ondergaande zon, een poor and lonesome cowboy, gevangen in de netten van zijn ziekte en inderdaad alleen, slechts gesteund door zijn onvoorwaardelijk toegewijde vrouw Nancy.

Tot het exclusieve genootschap van Great Presidents zal Ronald Reagan nooit toetreden, hoezeer zijn volgelingen dat ook mogen wensen. Daarvoor was de uitvoering van zijn presidentschap toch te wisselvallig. Maar gemeten aan de presidenten die hem voorgingen en opvolgden ziet Reagans presidentschap er toch behoorlijk succesvol uit. Hij bereikte een groot aantal van zijn doelstellingen en versterkte de statuur en het gezag van het presidentschap in een tijdperk van ongekende en ongenadige media-aandacht. Hij speelde zijn rol met verve, en was zowel speler als bespeler van het presidentschap. Voor succes zijn beide vaardigheden nodig en Ronald Reagan had ze in ruime mate.

Frans Verhagen is hoofdredacteur www.amerika.nl Hij was correspondent in de Verenigde Staten tijdens de regering Reagan.