Column: We moeten het debat terugpakken van Wilders

De discussie met Geert Wilders is nogal eenzijdig. Wilders geniet van zijn hoofdrol maar weigert debat. In zijn artikelen geeft hij geen argumenten maar poneert hij stellingen. Zijn acolieten, zoals de lijsttrekker bij de Europese verkiezingen, geven niet thuis. De Grote Leider is hun zegsman. Toch wint Wilders de discussie – of wat daar voor door moet gaan. Dat komt omdat hij erin slaagt om de toon te zetten. De anti-islam brigades krijgen vrij baan in diverse media. De bange politici proberen de door Wilders verleide kiezer terug te halen door tegen hem op te bieden in populisme. Nog gevaarlijker is het gelaten ‘laat hem maar zien dat hij het niet kan’ van iemand als Mohammed Benzakour. Door allemaal op de voorwaarden van Wilders te praten knappen we zijn klus op.

We maken het hem veel te gemakkelijk. Het wordt tijd dat weldenkende Nederlanders, de meesten van ons dus, het debat terugpakken en Wilders dwingen om op ónze termen te discussiëren. Hij mag niet zomaar weg kunnen lopen van de boude stellingen die hij verkondigt. In de praktijk betekent dit dat we hem moeten helpen bij het definiëren van ‘de Nederlandse identiteit’. Met dat begrip maakt hij goede sier maakt maar hij kan dat alleen zolang hij er geen inhoud aan hoeft te geven. Wilders zelf vult het alleen negatief in. Het enige wat hij kan, is vertellen hoe slecht, hoe perfide en hoe gevaarlijk ‘de anderen’ zijn, ‘de moslims’. Hij maakt een Fitna 2, althans gebruikt de media om dat aan te kondigen, maar waar blijft Holland 1?

Wanneer gaat Wilders nu eens beschrijven wat typisch Nederlands is? Het antwoord is eenvoudig. Hij zal dat nooit doen, want zodra hij het probeert breekt zijn gesloten blok van anti’s. Zoals alle anti-activisten weten Wilders en zijn aanhang precies waar ze tegen zijn. Waar ze voor zijn is minder duidelijk. Alicht, want zodra hij dat uit spelt, dan stoot hij mensen af. Dan zullen de oppervlakkige ‘blij dat iemand ze de waarheid vertelt’ aanhangers moeten onderkennen dat Wilders een soort land voorstaat dat niet het hunne is. Uiteraard zal Wilders die duidelijkheid niet geven. Hij heeft er geen baat bij. Hij is een politicus die zichzelf alleen maar in het negatieve kan definiëren. Hij kan alleen maar roepen wie niet in orde is. We moeten Wilders helpen. Wij moeten ‘de Nederlandse identiteit’ voor hem omschrijven en duidelijk maken dat deze Geert Wilders maar weinig eigenschappen of kwaliteiten heeft die we als Nederlanders de onze achten of waar we trots op zijn. We moeten laten zien dat Wilders zelf geen ‘echte Nederlander’ is. Niet door hem dat te verwijten want dat zou de kletspraat zijn die hij zelf rondstrooit, maar door het begrip zo helder te definiëren dat voor iedereen duidelijk is dat zijn haatpraat er niet in thuis hoort. Hij hoeft het met die definitie niet eens te zijn (dat is nog eens Nederlands) maar dan kunnen we dáárover debatteren. Hoe Nederlands is Wilders eigenlijk?

Als we dat vaak genoeg en lang genoeg doen, zal Wilders daar niet omheen kunnen. Hij zal moeten reageren. Wij moeten het debat terugpakken door hem te dwingen mee te doen. Want dat debat, dat is van ons. We moeten ons niet door een afwezige laten voorschrijven waar we het over moeten hebben en dan vervolgens zijn vuile werk doen door de discussie over zijn onderwerpen, op zijn termen te voeren. Maxima, zij zij geloofd, had het precies bij het rechte eind toen ze stelde dat ‘dé Nederlander’ niet bestaat. Wilders met zijn katholieke, zuidelijke achtergrond is een heel ander soort Nederlander dan, pak weg, Arie Slob, de fractieleider van de Christen Unie, laat staan onze vriend Bas van der Vlies van de SGP. Nederland is juist bij uitstek het land dat heeft leren om te gaan met culturele verschillen. Als ik het boek van Jan Siebelink lees, Knielen op een bed violen, dan heb ik, los van de literaire kwaliteiten, daar helemaal niets mee. Het is een wereld waarin ik niet ben opgegroeid, die vreemd voor me is, on-Nederlands zou ik zeggen als ik niet beter wist. Als katholieke jongen woonde ik in een heel ander land. Maar minstens 300.000 boekenkopers en vele tienduizenden lezers meer herkenden delen van hun leven, soms op emotionele manier. Ik niet. Maar samen zijn we wel Nederlanders.

Zo denk ik dat ik met mijn katholieke, zuidelijke achtergrond cultureel gezien veel deel met Geert Wilders. Maar zijn misbruik van ‘de Nederlandse identiteit’, zonder die te definiëren, is volgens mij juist heel on-Nederlands. Ik heb niets gemeen met een man die bevolkingsgroepen tegen elkaar opzet en haat zaait op basis van geloof. Laten we het daar over hebben: wie van ons vertegenwoordigt de Nederlandse identiteit? Ik zal dat debat graag aangaan. Laten we Wilders dwingen te reageren. Laten we het debat terugpakken in plaats van ons door hem te laten koeieneren.

Frans Verhagen is publicist en lid van d66