Ezels en olifanten

Van ezels en olifanten

Door Frans Verhagen

Ezels hebben moeite met stenen, olifanten hebben iets met porseleinkasten. In zoverre is het misschien begrijpelijk dat de twee grote Amerikaanse politieke partijen deze dieren als symbool hebben gekozen. Maar zo gemakkelijk is het niet. Het is nog veel eenvoudiger.

Kiezen kwam er niet aan te pas. De dierentuin van de Amerikaanse politiek is de creatie van Thomas Nast (1840-1902), de fantastische tekenaar van spotprenten in Harper’s Weekly en in de jaren na de Burgeroorlog gezichtsbepalend voor dat blad. Nast was begonnen met een aanval op Tammany Hall, de congregatie van de corrupte machine politici in Albany, de hoofdstad van de staat New York. Twee dagen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1871 tekende hij Tammany als een tijger in een Romeinse arena, die, met dikke politici toekijkend, kiezers, stembussen en zelfs de vrouwe republica verslond. ‘The Tammany Tiger Loose – What are you going to do about it?’ vroeg Nast. Hij quote daarmee Boss Tweed die een paar maanden tevoren op een bijeenkomst waarin hij werd uitgejoeld, had geglimlacht en geroepen: ‘What are you going to do about it?’ Hij vloog er uit in 1871, rechtstreeks de gevangenis in. Dat een direct gevolg van de manier waarop Nast hem sinds 1868 had geportretteerd. Tweed wist dat heel goed en hij klaagde (en dreigde) regelmatig. Tweeds volgelingen mochten dan niet kunnen lezen, ze konden wel kijken naar ‘the damned pictures’. Nast had Tweed in gevangeniskleren getekend en zo begonnen mensen hem te zien.

Geleidelijk aan breidde Nast zijn dierentuin uit. In een gecompliceerde tekening die in 1874 in Harper’s verscheen, tekende hij voor het eerst de Republikeinse olifant. Hij speelde in op een de verkoop bevorderend krantenartikel in de Herald – totaal onwaar – dat beweerde dat de dieren in de dierentuin in Central ontsnapt waren en door het park trokken, de zogenoemde Central Park Menagerie Scare. Nast combineerde dit met de ‘keizerlijke ambities’ die president Grant werden toegedicht omat hij zou denken over een derde termijn.

Hij maakte een beroemde en gecompliceerde tekening waarin een jackass (die de Herald symboliseerde) een leeuwenhuid droeg (het beangstigende vooruitzicht van ceasarisme) waarmee de ander dieren in het park op de vlucht werden gejaagd. Een van de ‘foolish animals’die verschrikt wegrenden was een olifant die The Republican Vote vertegenwoordigde (de kiezers, niet de partij) en die verschrikt rende naar de rand van een afgrond van ‘Southern Claims’ en ‘Chaos’. Nast hergebruikte graag een succesnummer en later liet hij de olifant vele malen weg zinken in de Third Term Trap, toen president Grant geluiden liet horen dat hij in 1876, ondanks alle klachten over corruptie, een derde termijn wilde. Steeds werd de olifant, symbool voor de brave kiezers, weggevoerd van zijn normale pad.

De Democratische ezel was al sinds de jaren dertig in diverse cartoons verschenen, vooral als een dier dat kon bokken en lelijk met zijn achterhoeven kon slaan. Andrew Jackson, president van 1829 tot 1837, werd voor veel uitgemaakt en jackass was nog wel het minst beledigende. Jackson ging het voeren als een geuzennaam. Maar toen Nast rond 1870 zijn dierentuin inrichtte, was de ezel nog niet vast toegewezen. Nast tekende Democraten als ezels, wolven, vossen en tijgers – soms hypocriete, tweehoofdige tijgers met hoofden aan beide einden van hun lichaam. Grant en andere belangrijke Republikeinen werden getekend als waardige leeuwen (Nast was zelf een Republikein, maar geen vriend van president Grant). Horace Greeley, de ambitieuze anti-abolitionistische hoofdredacteur van The New York Tribune die in 1872 presidentskandidaat was, werd door Nast neergezet als een aap in een lange witte jas, bedelend om centen.

Nast’ weergave werd versterkt door een opmerking van Ignatius Donelly in het Congres van de staat Minnesota: ‘De Democratische partij is als een muilezel: zonder trots op haar verleden of hoop voor een toekomst’. Clinton Rossiter schreef dat het verschil in symbolen tussen beide partijen goed getroffen is ‘in de keuze die voor ons lang geleden is gemaakt: de ietwat lachwekkende maar geharde en taaie ezel is het perfecte symbool voor de altijd rommelige Democraten; de majestueuze maar nogal plompe olifant als perfect symbool van de zeer respectabele Republikeinen. Omgekeerd kun je je het toch niet voorstellen? Het duurde niet lang voordat de olifant en de ezel als symbool van beide partijen algemeen geaccepteerd waren.