Fourth of July

Het is de nationale feestdag van Amerika: Independence Day, meestal Fourth of July genoemd. De enige feestdag die direct aan een datum is gekoppeld. Toch is 4 juli minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Het aardige is dat de datum en de nu gevierde Onafhankelijkheidsverklaring juist door partijpolitieke perikelen hun status verwierven.

Frans Verhagen

John Adams wist het zeker. De man die prominent aanwezig was in Philadelphia, bij de conventie waarop de Amerikaanse onafhankelijkheid werd uitgeroepen en die later de tweede president zou worden (1797-1801), achtte het vanzelfsprekend dat de Amerikanen tot in lengte van jaren de 2e juli zouden vieren. Toekomstige generaties, zo voorspelde hij in een brief aan zijn vrouw, zullen zich die dag herinneren als 'the most memorable Epocha, in the History of America' en hem vieren als hun 'Day of Deliverance by solemn Acts of Devotion to God Almighty. It ought to be solemnized with Pomp and Parade, with Shews, Games, Sports, Guns, Bells, Bonfires and Illuminations from one End of the Continent to the other from this Time forward forever more'.

Adams had het juiste idee, maar de verkeerde datum. Niet dat hij ongelijk had; uiteindelijk was het op 2 juli 1776 dat het Second Continental Congress officieel besloot dat de verenigde kolonies zich zouden losmaken van Groot Brittannië. Twee dagen later nam het Congres ter rechtvaardiging daarvan a 'declaration of Independency' aan. Maar die verklaring, die Adams mede had opgesteld, was voor hem niet meer dan een formaliteit, een manier om de wereld op de hoogte te brengen van het Amerikaanse standpunt. Niet minder, maar ook niet meer.

Toch zijn het juist de vierde juli en de verklaring die een belangrijke rol zijn gaan spelen. Niet alleen als symbool van het einde van de koloniale relaties, maar vooral ook als een principiële verklaring over een bepaalde manier van staatsvorming. Daarmee kreeg de Onafhankelijkheidsverklaring een veel politiekere en veel inhoudelijker betekenis dan de Founding Fathers ooit konden vermoeden. Het hoe en waarom daarvan heeft te maken met de partijpolitieke gevechten van de eerste dertig jaar van de Verenigde Staten.

Amerikaans Schrift

Voor alle data rondom de onafhankelijkheid in 1776 gold dat ze betrekkelijk toevallig waren. Vanaf 10 juni, toen het Congres de hele dag over onafhankelijkheid debatteerde, was er eigelijk geen weg terug. Maar terwijl John Adams en anderen, zoals George Wythe van Virginia, direct een verklaring wilden om vervolgens te gaan onderhandelen, pleitten de middenstaten (gelegen tussen het zuiden en New Engeland in) voor uitstel. De grote zorg was dat als er al te snel werd gestemd, een aantal staten die van hun achterban nog geen mandaat hadden gekregen, zich zouden terugtrekken. Dat zou tot verdeeldheid leiden en daarmee zou de kans op succesvolle onafhankelijkheid behoorlijk wat kleiner worden.

Het was onder die omstandigheden dat het Congres het besluit voor drie weken opschortte. Wel benoemde het vast een Comité of Five dat de taak kreeg een document op te stellen dat kon worden onderschreven als de motie tot onafhankelijkheid zou zijn aangenomen. Deze commissie, bestaande uit John Adams, Thomas Jefferson, Roger Sherman, Benjamin Franklin en Robert Livingstone, kwam bijeen, besloot ruwweg wat er in de verklaring moest staan en gaf Jefferson de opdracht hem verder op te stellen. Op 28 juni legde de commissie een eerste versie voor aan het Congres, op een moment dat alleen Maryland en New York nog geen toestemming hadden gekregen om vóór onafhankelijkheid te stemmen. Die nacht ging Maryland om.

Maar op 1 juli, toen er werd gestemd over de resolutie voor onafhankelijkheid, stemden maar negen van de dertien kolonies voor, twee waren tegen, New York onthield zich en Delaware, waarvan maar twee van de drie gedelegeerden aanwezig waren, spleet in tweeën. De volgende dag, na een avond van politieke massage, stemden ook South Carolina, Pennsylvania en een nu voltallig Delaware voor de definitieve motie. Daarmee was de onafhankelijkheid een feit. New York kwam stemde pas op 9 juli in met de motie, klagend dat ze nu niet meer anders kon.

In de dagen na 2 juli hield het Congres zich bezig met het redigeren van de Onafhankelijkheidsverklaring, waarbij veel van Jeffersons handwerk overboord werd gezet, zoals de historicus Pauline Maier toonde in 'American Scripture: the Making of the Declaration of Independence', het meest nuttige handboek over dit proces. Op 4 juli keurde het Congres het document goed en stuurde het naar de drukker. Met de formele verklaring van de redenen waarom de Britse macht werd opgezegd, werd volgens de voorzitter van het Congres, John Hancock, 'the Ground & Foundation' voor Amerikaans zelfbestuur gelegd. Het was nu zaak om hem ook zo snel mogelijk af te kondigen voor de Amerikaanse troepen, om ze te inspireren. Zoals Maier vertelt, ging het hierbij in eerste instantie om een document voor binnenlands gebruik. Pas in november kwam het officiële document in Parijs aan, met orders om het aan te bieden aan het hof van Frankrijk en de andere hoven in Europa.

In Amerika zelf werd de gedrukte verklaring op town meetings voorgelezen. Er werd gefeest en de symbolen van de koninklijke macht werden vernield. Wat de nieuwbakken Amerikanen vierden was natuurlijk de onafhankelijkheid zelf, niet de verklaring die werd voorgelezen. Sterker, in de eerste jaren werd de Onafhankelijkheidsverklaring, waarvan we de beginwoorden heel wat bekender zijn dan de litanie van verwijten aan de Engelse koning, voornamelijk genegeerd. Dat was, meent Maier, niet zo vreemd. In 1776 wisten de meeste Amerikanen natuurlijk al wat die argumenten waren. Nee, de echte vernieuwing was vooral de laatste alinea, waarin stond dat de verenigde kolonies het recht hadden om een vrije en onafhankelijke staat uit te roepen.

Heilig aureool

Dat niet 2 juli maar 4 juli de herdenkingsdag werd, had te maken met een samenloop van toevalligheden. Opmerkelijk misschien, maar in 1777 schijnt niemand aan de viering te hebben gedacht tot het al 3 juli was. Toen was het natuurlijk al te laat om nog iets van de daadwerkelijke motie te vieren en daarom deed men het maar op de Fourth of July. Zo werd een traditie geboren. In Philadelphia speelden op 4 juli 1777 de muzikanten van een groep Hessische militairen, gevangen genomen bij de Battle of Trenton, maar in de krantenverslagen over de festiviteiten staat weinig over de Onafhankelijkheidsverklaring. Ook in latere jaren werd de Fourth of July niet consequent gevierd en als het al gebeurde, speelde de Onafhankelijkheidsverklaring er geen rol bij. Ook Jeffersons rol als opsteller van de eerste versie was nauwelijks bekend, laat staan dat het document als een prachtig werkstuk van zijn hand werd gevierd.

Dat veranderde allemaal in de jaren negentig. Zolang de Federalisten, de partij van Adams en Hamilton (Washington zag de partijvorming met lede ogen aan), aan de macht waren, werd de verklaring vooral als een probleem ervaren. De anti-Britse toon ervan was natuurlijk lastig bij de pogingen om economische en diplomatieke toenadering tot Groot Brittannië te krijgen. Bovendien lagen de woorden over gelijkheid en rechten dicht bij de taal van de Franse Revolutie, waarvoor de Federalisten na de executie van Lodewijk XVI en het begin van de Terreur, weinig sympathie hadden. Ook zagen ze weinig heil in het opspelen van een tekst die was opgesteld door Thomas Jefferson, die steeds meer de werkelijke leider van de oppositie was geworden.

Allicht zagen de volgelingen van Jefferson, die zich Republikeinen noemden, dat anders. Zij vierden de verklaring als een 'deathless instrument' geschreven door de 'onsterflijke Jefferson'. Jeffersons aanhangers zagen zichzelf als verdedigers van de geest van 1776 tegen de perfide monarchisten. De grote man zelf had natuurlijk een sterke sympathie voor de Franse Revolutie, waarvan hij de principes dicht bij die van Amerika zag liggen. Dat Jefferson een hekel had aan de Engelsen is genoegzaam bekend. Het is ook in deze tijd dat de aandacht verschuift naar de openingsparagraaf van de Verklaring met zijn 'self-evident truths'. In hun woede over deze partijpolitieke annexatie, probeerden de Federalisten Jeffersons rol in het schrijven van de verklaring te bagatelliseren. Ze wezen erop dat hij flink leentjebuur speelde bij andere teksten uit die tijd.

Te laat: de variant van de Republikeinen won in 1800, toen Jefferson de presidentsverkiezingen in zijn voordeel besliste. Zijn partijgenoten bleven zolang zitten (tot 1829), dat de Federalisten geleidelijk aan verdwenen en zich in de jaren twintig en dertig een nieuw partijsysteem vormde. Daarin claimden zowel de Whigs als de Jacksonians de ware erfgenamen van Jefferson en de Onafhankelijkheidsverklaring te zijn. In die tijd, meer dan veertig jaar na de gebeurtenissen, had de revolutionaire generatie een soort aureool van heiligheid verkregen, waardoor de Onafhankelijkheidsverklaring een icoon werd van de Amerikaanse identiteit.

Bron van inspiratie

Ook op een andere manier won de Onafhankelijkheidsverklaring aan symboolwaarde. In 1817 gaf het Congres aan de schilder John Trumbul opdracht om vier schilderijen te maken voor het gloednieuwe Congresgebouw, ter herinnering aan de Revolutie. Het eerste werk in deze serie was The Declaration of Independence, waarin Trumbul de commissie van vijf toonde terwijl die de eerste versie van de tekst aanbood aan het Congres. Het werd het meest populaire schilderij over de onafhankelijkheid. Toen het in 1818 werd tentoongesteld in Boston, Philadelphia en Baltimore, betaalden tienduizenden mensen een quarter om het te bekijken. Er kwam ook een hele industrie op gang van herinneringen, kopieën van de verklaring en allerlei papieren.

De activiteiten namen nog toe toen in 1826 de vijftigste verjaardag van de Onafhankelijkheid én van de Onafhankelijkheidsverklaring werd gevierd. Nog maar twee leden van de commissie waren in leven: Thomas Jefferson en John Adams. Als om de kracht van de Fourth of July als symbolische dag te onderstrepen, stierven beide Founding Fathers precies op 4 juli 1826, een paar uur van elkaar. Ze bleven altijd van mening verschillen over het belang van hun respectievelijke rollen. Jefferson vond in zijn latere leven zijn rol als opsteller van de verklaring zó belangrijk dat hij het als een van de drie successen van zijn leven op zijn graf liet schrijven – zijn presidentschap, van 1801 tot 1809, stond er niet bij.

Ook de Burgeroorlog, die woedde van 1861 tot 1865, gaf nieuwe kracht aan de viering van de Fourth of July, vooral door de argumenten die president Lincoln ontleende aan de Onafhankelijkheidsverklaring. De daarin verwoorde gelijke rechten werden ondermijnd door de slavenstaten, terwijl ze Lincoln juist inspireerden tot zijn beste toespraken. Zo stelde de president op 4 juli 1861, de eerste Fourth of July van de oorlog, dat het Noorden niet alleen vocht om de Unie van Verenigde Staten te behouden maar ook om een vorm van bestuur te redden 'waarvan het belangrijkste doel is het leven van de mens te verlichten .'. De rebellie die zijn regering probeerde neer te slaan was een poging om 'het principe overboord te gooien dat alle mensen gelijk zijn geboren'.

In zijn klassieke Gettysburg Address van 1863, herformuleerde Lincoln in prachtige bewoordingen de principes van de Onafhankelijkheidsverklaring. In feite vatte hij het plan van de Founding Fathers samen en verklaarde het de uitdaging om het 'nog niet voltooide werk' van de doden van de Unie af te maken en een hergeboorte te brengen van 'deze natie, onder God'. En zo viert het land nog elk jaar, op de Fourth of July, niet alleen het uitroepen van de onafhankelijkheid, maar ook, en vooral, de verworvenheden van de Amerikaanse democratie, het collectieve handwerk van de Amerikanen sinds die julidagen meer dan 225 jaar geleden.