Alleen een duidelijke uitslag op 6 november kan de rot stoppen.

Vandaag opiniestuk in De Morgen, België.

Republikeinen juichen, Democraten treuren. Politiek gezien hebben de eersten gelijk: het is een korte termijn succes om rechter Kavanaugh in het Supreme Court te krijgen. Democraten hebben evenzeer gelijk. Afgezien van acute woede over het proces, bestaat er gerechtvaardigde twijfel of deze man wel een onpartijdig rechter zou kunnen zijn. De verdediging die Kavanaugh op aandringen van het Witte Huis opzette, deed zelfs mensen die hem onschuldig achtten aan aanranding concluderen dat de man niet geschikt was.

We moeten nu vaststellen dat alle afdelingen van het Amerikaanse politieke systeem zijn gepolitiseerd en gepolariseerd. De wetgevende, de uitvoerende waren dat al, nu dreigt ook de rechtelijke macht als onpartijdig arbiter te sneuvelen. Wie houdt er dan nog een algemeen belang in de gaten? Hoe kan het systeem dan nog werken?

Wat te doen? Wat Democraten zeker niét moeten doen is op dezelfde destructieve manier politiek bedrijven als de Republikeinen. Verkiezingen zijn de enige manier om de Republikeinse almacht te breken. Het eerste dat de Democraten dus moeten doen is winnen in november. In het Huis zal dat wel lukken, in de Senaat is het moeilijker maar hopelijk komt er een signaal dat de kiezers zich afkeren van de Republikeinen.

Een van de reddingsboeien die boze Democraten zichzelf toedelen is een mogelijk impeachment van rechter Kavanaugh. Gebabbel daarover (of over het afzetten van Trump) is bijzonder onverstandig, vooral omdat het de Trumpaanhangers des meer zal motiveren te komen stemmen.

Geduld is beter. Het is voorstelbaar dat Kavanaugh verdwijnt. Hij is beschadigd door zijn eigen partijdigheid. Als de media straks nog meer opdreggen over Kavanaughs hele en halve leugens, onbeheerst gedrag en wellicht andere aspecten van zijn gepriviligeerde blanke mannenbestaan, dan kan het zijn dat hij moet vertrekken.

Ook wordt er gepraat over het uitbreiden van het Supreme Court, misschien tot 18 rechters of om de zittingstermijn van rechters te beperken. Op zich verstandig. Iedereen weet dat de rechters het te druk hebben en de werklast te zwaar is en rechters blijven zitten tot ze dood neervallen. Uitbreiding is echter taboe sinds president Franklin Roosevelt in 1937 dit probeerde om conservatieve rechters weg te werken die zijn beleid dwarsboomden. Roosevelt haalde een enorme zeperd.

Dit soort veranderingen zijn alleen mogelijk als een verstandige en breed gesteunde president ze ooit voorstelt. Hij of zij moet dat dan zo doen dat beide partijen additionele rechters kunnen leveren. Het zou mooi zijn als het ooit gebeurt en het is minder omstreden dan bijvoorbeeld het verminderen van de invloed van senatoren uit kleine staten. Maar op korte termijn zal dit niet gebeuren.

Zo zitten we met het resultaat van de verpolitisering van het Supreme Court, namelijk dat Amerika’s hoogste rechtsorgaan qua opinies en maatschappelijke prioriteiten fundamenteel uit de pas loopt met de wensen van de meeste Amerikanen. Overgrote meerderheden willen een ruim recht op abortus, homohuwelijk, minder geld in de politiek, wapenbeheersing, milieuwetgeving, een redelijk niveau van regulering. Allemaal zaken waar de meerderheid van het Supreme Court anders over denkt en mogelijk anders over gaat oordelen.

De Republikeinen zijn apetrots op hun verovering van de rechtelijke macht (ook op lagere niveaus). Maar ze willen een land vormgeven dat de meerderheid van de Amerikanen niet ziet zitten. Het is mogelijk dat de rechters van het Supreme Court daarmee rekening houden en verstandig omgaan met hun verantwoordelijk. Maar als de conservatieve rechters vasthouden aan hun zogenoemde (nogal fictieve) strikte interpretatie van de grondwet en geen rekening houden met een veranderde samenleving sinds 1787, dan komt er een punt waarop een grote botsing onvermijdelijk is. Om een signaal te geven dat Amerikanen dat vooruitzicht onwenselijk vinden, is een duidelijke anti-Republikeinse uitslag op 6 november nu het enige middel. Amerika is nog niet verloren, maar er is reden voor zorg.