Woodrow Wilson

1913-1921

Historisch oordeel: 6

Na drie verkiezingsnederlagen met de populist William Jennings Bryan als kandidaat zochten de Democraten in 1912 hun heil bij een heuse intellectueel. Gouverneur Woodrow Wilson van New Jersey, een voormalig professor aan Princeton University, werd de voorman van een ongemakkelijke coalitie van zuidelijke racisten, Ierse arbeiders in de noordelijke steden, partijbazen en radicalen in het Westen. De steile moralist Wilson had een reputatie van daadkracht opgebouwd door het notoir corrupte New Jersey flink op te ruimen.

Wilson won in 1912 omdat de Republikeinen vechtend over straat rolden. President Taft had zich behoorlijk onpopulair gemaakt, zowel bij de gemiddelde burger als bij hen die vonden dat hij de erfenis van Theodore Roosevelt had verkwanseld. Toen de Republikeinse Partij er niets voor voelde de jonge ex-president opnieuw te kandideren, richtte Roosevelt zijn eigen partij op en deed mee als derde kandidaat. Wilson kon daardoor winnen met 42 procent van de stemmen, Roosevelt haalde 27 procent en Taft 22 procent. De Democratische overwinningen in huis en de senaat tonen dat Wilson ook zonder Roosevelt gewonnen hebben.

Zo kwam een echte academicus aan de macht. Wilsons proefschrift was gegaan over Congressional Government, dus hij wist waar hij aan begon. Maar Wilson was niet alleen een intellectueel, hij was ook een moralist, overtuigd van zijn lotsbestemming. Hij geloofde heilig dat God hem in het presidentschap had geplaatst en ging te werk met de absolute zekerheid die daarbij hoorde. Iedere twijfel was hem vreemd en meningsverschillen tolereerde Wilson niet: wie het niet met hem eens was, was de vijand.

Krachtig president

Wilson gebruikte direct zijn macht: een maand na de inauguratie pleitte hij in een toespraak voor het gezamenlijke congres voor een stevige verlaging van de importtarieven. Het was een slimme zet: de eerste joint session van beide huizen sinds 1797 maakte indruk. Toen de lobbyisten weifelende senatoren onder druk zetten, deed Wilson een appèl op de publieke opinie. Het werkte. De wet werd aangenomen en dat gold ook voor de eerste federale inkomstenbelasting in de geschiedenis (de reden dat de Tea Party in 2012 Wilson tot grote Satan verhief).

Wilson was geen radicaal, al onderkende hij de problemen die big business veroorzaakte en de noodzaak van een overheidsrol in het beschermen van de belangen van zwakkeren. Hij stond vakbonden meer toe dan tevoren maar niet alles wat ze wilden. Big business zou niet meer verdwijnen, dat accepteerde Wilson, maar hij wenste wel regulering als het ging om het publiek belang. Zo stelde hij in september 1914 de Federal Trade Commission in, die de bevoegdheid kreeg onfaire concurrentie te onderzoeken en zonodig te verhinderen.

De grootste vernieuwing was het opzetten van een centrale bank. Sinds president Jackson in 1836 de Amerikaanse Nationale Bank had getorpedeerd, was dit onderwerp fel omstreden maar het ontbreken ervan bleek steeds problematischer. Tussen 1900 en 1912 hadden honderden banken de deuren gesloten, terwijl goud en bankpanieken in 1893 en 1895 door J.P. Morgan moesten worden opgelost. Maar in 1907 had zelfs die sluwe en machtige bankier het niet op zijn eentje voor elkaar gekregen. De tijd was rijp voor een nieuw systeem.
Er kwam een centrale bank om de geldschepping te controleren en reserves te verschaffen aan banken. Wilson zette zes reserve banks op in verschillende regio’s die werden gerund door de banken, maar hij overkoepelde het geheel met een Federal Reserve Board waarvan de president de leden benoemde. Wall Street vond het maar niets, een vorm van radicaal populisme, maar Wilson hield de druk op de ketel en kon op 23 december 1913 de Federal Reserve Act tekenen. Hier was duidelijk een krachtig president aan het werk. Inderdaad realiseerde Wilson in zijn twee termijnen meer wetgeving dan welke president dan ook, hoogstens later geëvenaard door Franklin Roosevelt en Lyndon Johnson.

Krampachtig

Voor de meeste Amerikanen kwam het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog als een verrassing. Niemand verwachtte dat Amerika er bij betrokken zou raken, president Wilson al helemaal niet. Op 4 augustus 1914 gaf hij een neutraliteitsverklaring uit en hoewel de sympathieën in de VS sterk verdeeld waren (miljoenen immigranten voelden zich verbonden de ene of de andere partij), was dat precies wat het land wilde.

De president probeerde iedere niet-neutrale gedachte, laat staan niet-neutrale handeling, te voorkomen. Maar Amerika kon zich niet buiten de wereld plaatsen. Zo legden de Engelsen een blokkade rond Europa, wat zuiderlingen woedend maakte omdat het de katoenverkoop hinderde. Lastige vragen doken op: de Engelsen hadden geen chemische industrie en moesten hun explosieven importeren uit Amerika. Maar was het leveren van munitie niet in strijd met de neutraliteit? Wilson verschool zich achter het argument dat niet leveren dat ook was. Maar was het lenen van geld om het spul te kopen dan nog neutraal? Wel, zei Wilson, niet lenen was ook niet neutraal.
Aanvankelijk leek Wilson hoop op een rol als bemiddelaar gerechtvaardigd. De Duitsers zouden toch niet zo stom zijn om ook nog eens de VS in het vijandige kamp te brengen? Zo stom waren ze wel. Om de blokkade die het land wurgde te breken, nam Duitsland zijn toevlucht tot onderzeeërs. Het was een kwestie van tijd voordat een schip met Amerikaanse belangen getorpedeerd zou worden. Op 7 mei 1915 gebeurde dat met de Lusitania, een passagiers- en vrachtschip met 128 Amerikanen aan boord. Hoewel Engelsen maar al te vaak oorlogsmateriaal in passagiersschepen vervoerden, was de publieke opinie verontwaardigd. De roep om oorlog werd luider, aangevoerd door Theodore Roosevelt.
Maar Wilson wist dat Amerika niet klaar was voor oorlog. In een toespraak zei hij dat er zoiets is als ‘een man die te trots is om te vechten’. Wel stuurde hij vinnige protesten naar Berlijn, zo krachtig zelfs dat William Bryan aftrad als minister van Buitenlandse Zaken om de vredesbeweging te gaan leiden. Wilsons redenering was ook moeilijk te verdedigen. Hij hield de Duitsers verantwoordelijk voor verlies van levens van Amerikanen, zelfs als die meevoeren op bewapende Engelse schepen. Vergeleken met zijn reactie op de Engelse blokkade die het allemaal veroorzaakte, was dit disproportioneel.
De Duitsers namen gas terug, gelukkig voor Wilson die het land in dit stadium nooit had meegekregen. In de lente van 1916 werd de duikbotenoorlog gestopt. Maar Wilson zag de bui hangen en riep het congres op om te investeren in de Amerikaanse marine. Hij stuurde zijn persoonlijke assistent, Edward House, naar Europa om te polsen of hij niet toch kon bemiddelen.

De neutraliteit werd steeds moeilijker vast te houden. Toch werden de presidentsverkiezingen van 1916 onder die vlag gehouden. Tot Wilsons eigen verrassing werd ‘Hij heeft ons buiten de oorlog gehouden’ het thema, en werd de Republikein Charles Evan Hughes, rechter in het Supreme Court, afgeschilderd als de ‘kandidaat van de keizer’. Het werd een van de meest krappe verkiezingen in de geschiedenis. Hughes ging naar bed met het idee dat hij president was, maar omdat Wilson in Californië won met 4.000 stemmen verschil, kreeg hij in het kiescollege een meerderheid van 23 stemmen. Het leverde een mooie anekdote op toen iemand het Hughes kamp daarover belde. ‘De president slaapt,’ vertelde men hem. De man reageerde: ‘Als hij wakker wordt, vertel de president dan maar dat hij geen president meer is.’

Oorlogsverklaring

Na Wilsons overwinning openden de Duitsers een onverwacht diplomatiek offensief. Ze kwamen met een verrassend voorstel naar Washington waarna Wilson de Engelsen onder zware druk zette. Maar de Duitse generaals ondermijnden uiteindelijk deze laatste poging door in januari 1917 weer te beginnen met hun duikbotenoorlog. De Duitsers hoopten de strijd aan het oostfront snel te kunnen beëindigen, Engeland te isoleren en de strijd op het slagveld te beëindigen voor de Amerikanen erbij betrokken raakten.

De herstart van de duikbootoorlog was een koude douche voor Wilson. ‘Vrede zonder overwinnaars’ leek nu onmogelijk. Begin februari verbrak Wilson de diplomatieke banden met Duitsland, al verzette hij zich tegen de laatste stap. Toen de Duitsers schepen bleven torpederen en de Engelsen een telegram doorspeelden van onderminister Alfred Zimmerman, was het spel echter voorbij. In dat telegram liet Zimmerman de Mexicanen weten dat ze bij een Duitse overwinning Texas, Arizona en New Mexico zouden krijgen. Het was een belachelijk voorstel, maar het deed de balans doorslaan.

Op 2 april 1917 vroeg en kreeg Wilson een oorlogsverklaring van het congres. In een toespraak stelde hij dat ‘gewapende neutraliteit nu blijkbaar niet praktisch was’. Amerika zou de vrijheid van varen op de hoge zeeën verdedigen. Maar Wilson ging verder. Het gedrag van Duitsland toonde dat het land niet veilig kon samenleven met democratische landen. Er moest worden gevochten voor de bevrijding van de wereld, inclusief Duitsland. ‘De wereld moet veilig gemaakt worden voor democratie.’
Het congres juichte, tot verbazing van Wilson die beter dan de politici zich realiseerde welke stap Amerika had genomen. Hij had de verwachtingen wel erg hoog gemaakt: als Amerika deel nam, dan ook voor niets minder dan democratie in de wereld. Het paste ook in Wilsons streven om de isolationistische traditie te verlaten in ruil voor een ‘concert van vrije landen’.
Binnenlands was het de aanleiding om inkomstenbelasting te verhogen. Helaas bleek ook meteen de ongelukkige Amerikaanse neiging om iedere vijand als de duivel af te schilderen en elke vorm van sympathie als on-Amerikaans. Duitse immigranten en hun families kregen het zwaar te verduren. De sfeer werd nog beklemmender toen in Rusland de revolutie plaatsvond. Iedereen die tegen de oorlog was, werd in de gevangenis gegooid, inclusief de Eugene Debs, de presidentkandidaat van de socialistische partij, goed voor zes procent in 1912. Er werden draconische censuur- en antispionagewetten aangenomen.

Alomvattend
Aan het front ging het goed voor de geallieerden. De Duitsers hadden moeite zich los te maken van het oostfront, de Engelsen werden niet uitgehongerd en het Duitse offensief werd definitief gestopt in de Tweede Slag bij de Marne van 15 tot 18 juli, waarin de Amerikanen een beslissende rol speelden. Van daaruit kon het geallieerde offensief beginnen. Tegen september waren meer dan een miljoen Amerikanen in Europa, onder wie een jonge Harry Truman. Eind september maakte de laatste slag, aan de Argonne, een einde aan de oorlog.

Intussen was Wilson bezig met een alomvattende vredesregeling. Hij dacht na over de oorzaken van de oorlog, hoe die kon worden beëindigd en in het vervolg voorkomen, en leverde een reeks toespraken af, preken eigenlijk, in de eerste waarvan hij de Veertien Punten formuleerde. Hoewel zijn vertrouwen in internationaal recht ondermijnd was, nam hij zijn toevlucht tot een middel, een Volkerenbond, waarin hij afhankelijk was van de welwillendheid van de deelnemende naties.

Hoe dwong je die af? Als goede wil bestond tussen naties was een dergelijke organisatie niet nodig en als die goede wil ontbrak, hielp de Bond ook niet veel. De Veertien Punten bevatten ook een duidelijke verklaring over de vrijheid van de zeevaart, gericht tegen Engeland. Verder werden geheime verdragen afgewezen, en zelfbestemming en democratie geprezen.

Wilson kwam al snel in aanvaring met de Engelsen en vooral met de Fransen. Zolang de oorlog duurde en de Europeanen afhankelijk waren van Amerika, moesten de Europeanen in elk geval lippendienst bewijzen aan Wilsons punten. Na publicatie in januari ervan was Wilson razend populair op het continent en toen de fronten in elkaar stortten, kwamen ook de Duitsers op bezoek. Ze boden aan zich over te geven op basis van Wilsons punten, maar de president Wilson eiste bovendien een einde aan het keizerschap, opgave van alle bezette gebieden en het neerleggen van de wapens. Hij onderhandelde keihard en op 11 november 1918 werd de wapenstilstand gesloten. Het was Wilsons finest hour.

Wilson was vastbesloten het moment te grijpen om de wereld voorgoed te verbeteren en was zelf afgereisd naar de vredesonderhandelingen in Parijs. Enerzijds was dat noodzakelijk omdat niemand anders het geheel uit zou kunnen onderhandelen, anderzijds ondermijnde het zijn gezondheid en verbond het zijn gezag aan de uitkomst van de onderhandelingen. Zijn zes maanden durend verblijf in Europa ontnam hem ook de grip op de Amerikaanse binnenlandse politiek, waar duchtig aan zijn stoelpoten werd gezaagd. Bij de tussentijdse verkiezingen van 1918 verloren de Democraten, en Wilson was zo onverstandig geweest om geen enkele Republikein mee naar Europa te nemen.

Ineenstorting

Na zijn triomftocht door Europa vielen de onderhandelingen in Parijs tegen. De oorlog was voorbij, de soldaten op weg naar huis en Amerika was niet meer nodig. Toch stond Wilson niet met lege handen: de Volkerenbond overleefde en op basis van zelfbestemmingrecht werden de grenzen in Europa opnieuw getrokken. Maar de concessies die de president moest maken, zaten veel Amerikanen niet lekker.

Wilson liep veel te ver voor zijn landgenoten uit en aangezien hij een tweederde meerderheid in de Senaat nodig had om het verdrag aangenomen te krijgen, had hij een serieus probleem. Er was weinig animo om betrokken te blijven bij Europa, dat werd gezien als een kluit van onvermoeibare oorlogsstokers. De Republikeinse senator Henry Cabot Lodge en de nationalisten vreesden dat de Volkerenbond Amerika’s vrijheid van handelen zou beperken.

Toen Wilson in juni 1919 was hij doodmoe, woedend over de minder dan enthousiaste aanvaarding van zijn handwerk, en gedreven door zijn profetische visie en zijn ijdelheid weigerde hij elk compromis. ‘De senaat moet zijn medicijn nemen,’ verklaarde de president. Hij reisde het hele land door om de steun die wel degelijk bestond voor de Volkerenbond om te zetten in druk op de senatoren. Maar Wilson was hardnekkig en eigenwijs, zoals paste bij zijn dominees aard. Als hij maar een beetje had toegegeven, dan was Amerika lid geworden van een organisatie die misschien weinig had te betekenen maar die in elk geval had voorkomen dat Amerika voor isolationisme kon kiezen.

Toen Wilson in Colorado compleet instortte, moest zijn trip worden afgebroken en haastte zijn gezelschap zich terug naar Washington. Daar werd de president op 2 oktober 1919 getroffen door een hersenbloeding. Zijn dokter constateerde een hersenbloeding en een halfzijdige verlamming en in zijn bulletin meldde hij dat de president ‘een erg zieke man’ was.

Zo begonnen de vreemdste zeventien maanden in het Amerikaanse presidentschap. De grondwet was onduidelijk over wat precies bedoeld werd met de passage over een president ‘die niet in staat was’ zijn ambt uit te oefenen. Wilson speelde de weinige kaarten die hij had op perfecte wijze en schrok eenieder die het over vervangen had onmiddellijk af. Waarschijnlijk weerhield ook de kwaliteit van de vice-president Thomas Marshall kabinetsleden van drastischer actie.

Edith Wilson nam het presidentschap over. Wilsons vrouw was de enige die toegang had tot de president, ze las alle voorstellen en papieren, en kwam na raadpleging van Wilson terug met aantekeningen die zijn wensen zouden vertegenwoordigen. Ze benoemde nieuwe ministers en werkte degenen weg met wie ze niet kon opschieten. Toen Wilson weer vijf tot tien minuten kon opzitten in redelijke conditie, wist hij een bezoekende senator nog voor de gek te houden en dat maakte een einde aan elke poging hem af te zetten.

Zijn ziekte maakte Wilson alleen nog maar onbuigzamer. Hij adviseerde zijn supporters tegen een geamendeerd verdrag te stemmen en doemde het daarmee. Daardoor in stemden in maart 1920 zowel de voorstanders als de tegenstanders tegen Wilsons verdrag en sloeg Amerika een isolationistisch pad in. Het was Wilsons grote falen dat hij niet in staat was de mogelijkheid aan te grijpen om Amerika los te maken van haar provincialisme.
De rest van zijn termijn was evenmin succesvol. In de naweeën van de oorlog en de Russische revolutie heersten angst en onrust in het land. Wilsons minister van Justitie, Mitchell Palmer, joeg deze angsten verder aan, deels om zichzelf te profileren voor de verkiezingen van 1920. De Red Scare was een schande op Amerika’s blazoen van liberale vrijheden, maar het zou niet de laatste zijn. De economie ging na de oorlog ook door zijn voorspelbare dip heen, de Europeanen kochten minder nadat de Amerikaanse leningen ophielden in 1920, rassenonlusten namen toe.
De verkiezingen van 1920 schreeuwden om een Republikeinse overwinning en een kandidaat die de behoefte aan een terugkeer naar het gewone leven zou weerspiegelen. Senator Warren Harding van Ohio voldeed aan die vereisten. De Democratische kandidaat James Cox, gouverneur van Ohio, maakte uit misplaatst respect voor Wilson de Volkerenbond het centrale punt van zijn campagne. Maar het was een verloren spel: Franklin Delano Roosevelt als zijn running mate verloor Cox met grote cijfers. In maart 1921 vertrok Woodrow Wilson uit het Witte Huis. Een potentieel groot president had uiteindelijk toch op het cruciale moment gefaald. Toch geldt Wilson zowel op binnenlands als buitenlands gebied als een van de toppresidenten.

Verder lezen

Woodrow Wilson: A Biography door John Milton Cooper Jr., New York, 2011. Meest recente biografie van Wilson, gedegen werk.

Paris 1919: Six Months That Changed the World door Margaret MacMillan, New York, 2003. Hoe de wereld na de Eerste Wereldoorlog eruit zou zien, werd in Parijs bepaald – en dat gold ook voor Wilsons toekomst.

Woodrow Wilson. Een leven voor de wereldvrede door J.W. Schule Nordholt, Meulenhof, 1990. Een van de weinige nederlandstalige biografieën van welke president dan ook door de meest gerespecteerde historicus op dit terrein.