Abraham Lincoln

1861-1865

Historische waardering: plaats 1

Abraham Lincoln geldt algemeen als de belangrijkste Amerikaanse president. Zonder Lincoln zouden er geen Verenigde Staten meer zijn en die erfenis lijkt van voldoende gewicht om de plaats van de zestiende president aan de top te handhaven. Tijdgenoten zouden raar opgekeken hebben van Lincolns huidige statuur. Zeker in het begin waren er maar weinig politici die Lincoln een goede president vonden en een groot aantal van hen vond zichzelf stukken beter. Zo gaat het altijd, maar zonder de Burgeroorlog is het inderdaad moeilijk voor te stellen dat Abraham Lincoln zo prominent in de geschiedenisboeken zou figureren.

Geen radicaal

De verkiezingscampagne van november 1860 vond plaats onder de donkere schaduw van de oorlog. De spanningen waren hoog opgelopen tussen noordelijke staten die slavernij overal wilden afschaffen en zeker niet in nieuwe staten wilden toelaten, en zuidelijke staten, waar men bang was dat een stagnering van het aantal pro-slavernij staten hen zou isoleren. Tot dan toe waren de tegenstellingen verhuld door lapbeleid en zachte compromissen, met af en toe wat geweld (in Kansas bijvoorbeeld). Presidenten schipperden of lieten zich ringeloren – meestal door het zuiden dat hen aan hun baan had geholpen. Een afscheiding dreigde.

President Buchanan

Het verkiezingsprogramma van de Republikeinen verklaarde alle pogingen om de Unie uiteen te laten vallen tot hoogverraad, riep op om een eind te maken aan slavernij in de nieuwe territories maar niet in het zuiden en veroordeelde de futloze Buchanan-regering als speelbal van het zuiden. De partij liet de grote kanonnen vallen en nomineerde Abraham Lincoln. En was dat niet de man van de ‘a house divided’-toespraak? Tijdens de senaatscampagne van 1858 had Lincoln zich niet voor of tegen slavernij uitgesproken, maar wel voor een oplossing. ‘Ik geloof niet’, zei Lincoln, ‘dat dit land kan overleven als het permanent half slaaf en half vrij is. Ik verwacht niet dat de Unie wordt opgeheven – ik verwacht niet dat het huis zal instorten – maar ik verwacht wel dat het zal ophouden verdeeld te zijn. Het zal helemaal het één worden, of helemaal het ander.’

Radicaal was Lincoln niet. Hij stond midden tussen de moralisten die de slavernij volledig en onmiddellijk wilden afschaffen en de zuiderlingen die slavernij eisten in de nieuwe staten. Lincoln had keer op keer duidelijk gemaakt tegen slavernij te zijn maar geen grondwettelijke mogelijkheid te zien om het instituut te verbieden. Hij was bereid slavernij te isoleren in het zuiden, overtuigd als hij was van het uiteindelijk verdwijnen ervan. Voor Lincoln stond het behoud van de Unie voorop.

Zijn tegenstanders, de Democraten, waren sterk verdeeld. Zuiderlingen waren voor Breckinridge, die als vice-president onder Buchanan welwillend had gestaan tegenover hun wensen. Maar toen de partij Douglas, de senator van Illinois, kandideerde, vertrokken ze en nomineerden Breckinridge. Zo kon Lincoln winnen met een percentage van veertig, Douglas scoorde 29 en Breckinridge 18. Het kiescollege was duidelijker. Daar haalde Lincoln 180 van de 303 kiesmannen.

Het zuiden zag Lincolns verkiezing als een provocatie en nog voordat hij de eed af kon leggen stond het spel op de wagen. Op 20 december 1860 kondigde South Carolina als eerste staat aan zich te zullen afscheiden van de Unie. Op 1 februari 1861 volgden zes andere katoenstaten (Florida, Mississippi, Alabama, Georgia, Louisiana en Texas) en op 7 februari vormden ze samen een verband, de Confederate States of America, met een grondwet die slavernij voor eeuwig garandeerde. Ze kozen ook een president, Jefferson Davis.

Eerste schot

Dat was de situatie bij Lincolns aantreden, in maart 1861. In zijn inaugurele rede verklaarde Lincoln dat de Unie grondwettelijk niet kon worden ontbonden en dat hij ervoor zou zorgen dat federale wetten zouden worden uitgevoerd, ook in de afgescheiden staten. Hij liet weten dat hij ‘niet van plan was direct of indirect in de weg te staan aan het instituut slavernij, daar waar het bestaat’. De beslissing om al of niet oorlog te gaan voeren, legde hij bij de burgers. Maar Lincoln zelf had de eed gezworen ‘to preserve, protect and defend’ de Unie en hij stelde vastbesloten te zijn dat te doen.

Zijn strategie was afwachtend, er op gericht om Virginia en zeven andere slaven-staten bij de Unie te houden, en de afvallige staten terug te halen. Hij wist dat anders een oorlog onvermijdelijk was. Een aanleiding liet niet lang op zich wachten. Fort Sumter, een fort voor de kust van South Carolina van waaruit de federalen de haven van Charleston konden beheersen, was de zuidelijken een doorn in het oog. Hun leiders wilden wel praten, maar de militairen waren uit op een confrontatie. Het zuiden verbood de bevoorrading van Fort Sumter en Lincoln kondigde aan dat hij dat juist wel zou doen – niet meer, maar ook niet minder. Als de afvallige staten oorlog wilden, dan konden ze hem krijgen, maar Lincoln zou hem niet beginnen. Op 12 april 1861 klonken de eerste schoten in de Burgeroorlog. Dat het zuiden ze loste, bleef voorgoed in de geschiedenisboeken staan, en zo wilde Lincoln het. Het was ‘het eerste teken van het meesterschap dat Lincolns presidentschap zou kenmerken’ schreef de historicus James McPherson. Lincoln toonde zich vastbesloten, pragmatisch en een goed bespeler van de publieke opinie.

Geniale politicus

De dag na Fort Sumter kondigde Lincoln aan dat hij 75.000 soldaten voor de dienst opriep, waarop Virginia en North Carolina zich afscheidden. Met Virginia ging de beste professionele soldaat van de VS, Robert E. Lee, over naar het zuiden. Hij zou hun militaire held worden. Wel scheidde het westelijk stuk van Virginia zich af, en bleef als West Virginia bij de Unie.

Lincoln probeerde tot het uiterste te voorkomen dat slavernij het onderwerp van de oorlog werd. Het behoud van de eenheid, dat was zijn thema. Verstandig, want daarop kon hij noord en zuid wel verenigen, het werkte als bindmiddel. Had hij de noordelijke lijn gevolgd en direct de slavernij afgeschaft, dan zou nog een aantal staten naar de Confederatie gegaan zijn. Als bijvoorbeeld Maryland de Unie had verlaten dan had de hoofdstad, Washington D.C., ongemakkelijk ingeklemd gezeten tussen twee afvallige staten, Maryland en Virginia.

Vandaar dat Lincoln pas in 1863 overging tot de emancipatie van de slaven. Aan een Republikein die vond dat hij niet snel genoeg handelde, schreef Lincoln: ‘Als ik de Unie kon behouden zonder enige slaaf te bevrijden, dan zou ik het doen; en als ik haar kon behouden door alle slaven te bevrijden, dan zou ik dat doen; en als ik haar kon redden door sommigen te bevrijden en anderen met rust te laten, dan deed ik dat … Ik ben niet van plan om mijn vaak uitgesproken persoonlijke wens dat iedereen overal vrij moet zijn, te veranderen.’

Het is het antwoord van de geniale politicus, de man die weet wat hij wil en het weinig uitmaakt hoe hij er komt. Lincoln was uitzonderlijk goed in de kunst van het politiek bedrijven en niet te beroerd om vernederingen te ondergaan, geduld te oefenen en stroop te smeren om gedaan te krijgen wat hij nodig vond. Dit was een man die door sluw gebruik van patronage de Republikeinse Partij versterkte en zijn grootste tegenstanders binnen de partij in zijn kabinet haalde, waar hij ze kon controleren. Lincoln was ook de eerste sinds Andrew Jackson die bewust probeerde door toespraken en verklaringen de publieke opinie te winnen voor zijn beleid. Omdat hij ook een buitengewoon retoricus was, behoren een aantal van die toespraken nu tot de canon van de Verenigde Staten.

Incompetente generaals

Met de oorlog ging het zeer matig. De eerste veldslagen, toen noorderlingen nog dachten dat het zo voorbij zou zijn, verliepen desastreus. Lincoln strompelde van nederlaag naar nederlaag en versleet verscheidene opperbevelhebbers die elkaar in incompetentie en arrogantie probeerden af te troeven. Lincoln slaagde er wel in de civiele controle over het leger te behouden en de structuur op te bouwen die nodig was voor een groot leger. Hij was een meester in het temporiseren, in het geven van de kans aan mislukkelingen om hun onvermogen te bewijzen en daarmee in elk geval een optie uit te sluiten. Als politiek probleem (want generaals waren altijd politiek) waren ze daarmee onschadelijk gemaakt.

Was 1861 een slecht jaar voor Lincoln, 1862 leek helemaal op een ramp uit te lopen, ook voor Lincoln persoonlijk. Begin van dat jaar overleed zijn zoontje Willie aan tyfus. Zijn vrouw Mary Todd Lincoln werd nooit meer de oude, en kreeg hallucinaties en hysterische aanvallen.

In middels probeerde Lincoln de trage en angstige generaal McClellan tot actie over te halen. De president smeekte hem om iets te doen, maar áls McClellan handelde en successen boekte, vergat hij steeds de genadeslag te geven. Lincoln wachtte veel te lang met zijn vervanging en dat leidde niet eens tot verbetering. Een nederlaag volgde bij Bull Run (Manassas in de zuidelijke geschiedenisboeken). Toen de zuidelijken Maryland binnentrokken, haalde hij McClellan terug en in de bloedige slag bij Antietam werd het leger van de confederalen tegengehouden. Maar andermaal liet McClellan de vijand uit de houtgreep ontsnappen.

Emancipatie

Pas na deze overwinning in september 1862 vond Lincoln dat hij de gewenste speelruimte had om de emancipatie van de slaven af te kondigen. De emancipatieverklaring die op 1 januari 1863 van kracht zou worden en de slaven vrij maakte, gold trouwens niet voor staten die in de Unie waren gebleven, zoals Kentucky, Missouri, Maryland, Delaware en West-Virginia. Lincoln kon zich niet veroorloven deze staten tegen zich in het harnas te jagen. De afkondiging was echter voldoende om het gewenste effect te bereiken. Hij versnelde de afloop van de oorlog niet direct, maar isoleerde het zuiden van de rest van de wereld. Europa zag de noorderlingen nu als strijders tegen de barbaarse slavernij.

Op militair terrein bleef het modderen. In 1863 werd McClellan definitief uitgerangeerd en gingen de noordelijken eindelijk tot de aanval over. In het oosten was Richmond het doelwit, in het westen de Mississippi, om de Confederatie te splitsen. Pas in juli 1863 toen generaal Grant Vicksburg innam en George Meade overwon in Gettysburg, waar de zuiderlingen een stoutmoedige poging hadden gedaan om de oorlog naar noordelijk gebied te brengen, keerde het tij voorgoed. Na deze successen benoemde Lincoln Grant tot opperbevelhebber.

De oorlog ging Lincoln niet in de koude kleren zitten. Zijn hele presidentschap klaagde de president over vermoeidheid, hoofdpijnen en koude handen en voeten. Gecombineerd met zijn lengte, zijn disproportioneel lange arme en benen en andere fysieke eigenschappen heeft dit geleid tot speculatie dat hij leed aan een erfelijke hartziekte en misschien het eind van zijn termijn niet zou hebben gehaald. Zeker is dat hij tijdens zijn presidentschap sterk verouderde. De last van de oorlog drukte zichtbaar op hem, en de burgers zagen dat. Hij straalde als het ware het verdriet van de natie uit, en dat droeg bij aan zijn groeiende populariteit.

Volgens alle verslagen was Lincoln ook vriendelijk, vol humor, evenwichtig en volkomen op zijn gemak met zichzelf. Hij maakte veel grappen, vaak ook over zichzelf, gebruikte een boeren-logica waar geen speld tussen te krijgen was en kon putten uit een arsenaal aan anekdotes om zijn punt te maken. Tegelijkertijd worstelde hij echter met buien van depressie. Hij had een hoge stem en sprak met een accent dat onmiddellijk duidelijk maakte dat hij aan de frontier had gewoond.

Tweede termijn

In augustus 1864 hield Lincoln er serieus rekening mee dat hij niet opnieuw zou worden genomineerd of, als dat wel gebeurde, de verkiezingen zou verliezen. Zijn eigen partij was niet blij met de voorbereidingen voor de vrede. Lincoln pleitte voor genereuziteit en flexibiliteit, om de zuidelijke staten zo snel mogelijk weer tot de Unie toe te laten en de eenheid ervan te versterken. De radicale vleugel was uit op wraak. Uiteindelijk bleef het bij de vervanging van Lincolns vice-president Hannibal Hamlin, door een man met een zuidelijke achtergrond, Andrew Johnson.

De Democraten probeerden in te spelen op de onvrede met het verloop van de oorlog en de slachtpartijen. Ze eisten onmiddellijke vredesonderhandelingen en stelden generaal McClellan voor als presidentskandidaat. Hoewel McClellan met een voorsprong begon, kwamen in de loop van de zomer de kaarten anders te liggen. Generaal Sherman nam Atlanta in en marcheerde dwars door Georgia, daarmee het zuiden splijtend, terwijl Grant de restanten van het zuidelijk leger bij Petersburg, Virginia, onder druk hield.

Onderhandelingen leken nu een gepasseerd station en Lincoln versloeg McClellan in november zonder problemen. Het was nog een kwestie van tijd voordat het zuiden uitgeput het hoofd in de schoot zou werpen. Lincolns grootste probleem was nu om niet te vroeg vrede te sluiten. Hij benoemde Grant tot opperbevelhebber en diens strategie gaf het zuiden de genadeslag.

In maart 1865, in zijn tweede inaugurele rede, stelde Lincoln ‘praktische’ oplossingen voor, zonder die in detail neer te leggen. Maar hij stelde als leidraad de beroemde woorden op die nu in het Lincoln Memorial gebeiteld staan: ‘With malice to none; with charity for all; with firmness in the right, als God gives us to see the right, let us strive on to finish the work we are in; to bind up the nation’s wounds.’ Hoopvolle woorden op een keerpunt in de geschiedenis.

Op 9 april 1865 gaven in Appomattox, in Virginia, de zuiderlingen zich over. Vijf dagen later werd Lincoln in Ford’s Theater in Washington doodgeschoten door John Wilkes Booth. Met Lincoln stierven de kansen op een vrede waarin ruimdenkendheid overheerste en kregen de wraaknemers hun kans. Veel zuidelijken betreurden de dood van Lincoln. Jefferson Davis, de president van de Confederatie, wist dat de kans op een eervolle vrede verkeken was. Afgezien van de ondergang van de Confederatie, was de dood van Abraham Lincoln de droevigste dag die het zuiden heeft gekend’, zei Davis later. Van alle presidenten zal Abraham Lincoln de meest mythische en meest vereerde persoon worden, een symbool voor de zwaarbevochten eenheid van het land.